Johan Heinius (koopman Lodewijk Napoleon)

Johan Heinius (Heinsius) junior (Amsterdam, 10 juni 1726 – voor 14 juli 1784), koopman in Amsterdam, was een zoon van Johan Heinius, koopman te Amsterdam, en van Elisabeth van Mariënhof.

Geboren en opgegroeid in Amsterdam, waar zijn vader in vele koopmansakten voorkomt. In een van deze handelt hij met Abraham Dedel, de Leidse familie van Adriaan Heinsius. Johan huwde in 1752 voor de huwelijkscommissaris van Amsterdam Willem van Heemskerk met Engelina Hoffham, afkomstig van de Fluwelenburgwal, de Oudezijds Voorburgwal. Ter gelegenheid van het huwelijk van Johan Heinsius en Jvr. Engelina Hoffham verschijnt een drukwerkje. Johan kocht in 1768 voor het enorme bedrag van fl. 62.000 het luxepand "De Zonnebloem" op de Herengracht. Na het overlijden van Johan Heinius rond 1784, zou zijn weduwe direct, uit grote financiële nood, eerst hun buitenplaats Brunswijk verkopen, gelegen in de banplaats Sloterdijk, en vervolgens in 1808 haar koopmanshuis aan koning Lodewijk Napoleon. Dit dubbele koopmanshuis werd in 1767 gebouwd door Willem Kock en Gerrit van den Bergh. Het rijksmonument heeft een ruim 10 meter brede bergstenen gevel met een middenrisaliet, is gedekt met een frontispice waarin een zonnebloem opgenomen is, naar de naam van het huis. Verder heeft het hoekpilasters, een kap, getoogde kozijnen en een dubbele stoep. De voorganger van dit huis is gebouwd vóór 1630, en had de naam Zonnebloem, welke afgebeeld zou zijn op een uithangbord in het tympaan. Vermoedelijk gebouwd voor Pieter Dublin. In 1723 gaat het grote pand over naar Geertruida van der Hem. Zij was een dochter van Mr. Laurens van der Hem, welke in 1652 genoemd wordt als eigenaar van De Sonnebloem. Zij huwde in 1670 met Casper de Blois van Treslong, waarbij haar vader assisteerde. Daarna gaat het over op eerdergenoemde Kock en Van den Bergh. Engelina Hoffham hertrouwde niet lang daarna met de Nederlandse muntmeester Johan Georg Holtzhey, welke zij eveneens overleefde. In 1808 zou in de Zonnebloem gewoond hebben Lodewijk Napoleon. De erfgenamen van Engelina Hoffham verkochten de woning aan Zijne majesteit de koning van Holland voor het veel lagere bedrag van fl. 41.401. Een zekere Paulus van Gelein is in de verkoopakte opgevoerd als executeur, en lijkt de akte namens de erfgenamen te ondertekenen, ware het niet dat Van Gelein rond die tijd zelf ook is overleden.