Jan-Frederik Heinsius (aardbevingsdode)

Jan Frederik George Wilhelm Heinsius (Amsterdam, 3 mei 1877 – Los Angeles, 6 juli 1907), ooggetuige van de aardbeving in San Francisco in 1906, kwam om het leven bij een naschok, was een zoon van Gerrit-Willem Heinsius, papierfirmant en procuratiehouder, en van Jenneken van Helbergen Makkink.

Groeide op in Amsterdam aan de Herengracht 139. Slaagde in 1893 voor het toelatingsexamen aan de Tuinbouwschool bij de Linnaeushof te Watergraafsmeer. Behaalde in 1895 het eindexamen. Vertrok in 1896 naar Noord-Amerika en reisde in de omgeving van Toluca bij Los Angeles waar hij deelnam aan een studiereis. Resideerde aldaar tien jaar in de omgeving van fotograaf Schumacher waar bijgaande foto nog gemaakt werd en raakte vervolgens betrokken bij de aardbeving van 18 april 1906 bij San Francisco, dat op de San Andreasbreuklijn ligt. Zou zich volgens de overlevering op dat moment aan het scheren zijn. Geschrokken zocht hij bescherming onder zijn bed en wist zo de eerste catastrofale ramp te overleven. Hij schreef een lange brief naar zijn ouders over de ramp waarin hij nauwkeurig uiteenzet hoe waanzinnig de tumult was verlopen. Het was een verbazing hoe een grote en welvarende stad plotsklaps zo enorm was geruïneerd. De gewapende bouwconstructies hadden de grote schok in zijn beleving relatief goed doorstaan, maar de talrijke branden verwoestten alles alsnog. De lange brief is grotendeels afgedrukt in de Apeldoornse Courant in 1906 en vormt een nauwgezet verslag van een ooggetuige. Bij een naschok een jaar later is hij vervolgens toch nog zelf om het leven gekomen. Daar is weinig over bekend.