Dr. Balthasar Becker (theoloog)

Balthasar Becker (von Bielefeld, van Bekker Heersma, ab Hinnema) (Metslawier, 20 maart 1634 – Amsterdam, 11 juni 1698), kandidaat Theologie (1655), doctor in de Theologie te Franeker (1666) en predikant te Oosterlittens, Franeker, Loenen a/d Vecht, Weesp en Amsterdam. Was niet onomstreden en werd bij de Friezen bekend als 'De Hele Grote Bekker'. Was een zoon van de predikant Heinrich von Bielefeld uit Noordrijn-Westfalen (Stbk. II-100).

Balthasar studeerde filosofie in Groningen waar hij als 16-jarige uit Friesland op 11 april 1650 ingeschreven is bij rector Tobias Andreae. Huwde in Franeker op 9 dec. 1666 als de beruchte doctor in de Theologie wonende te Franeker met Frouckje Fullenius, uit Dokkum, een weduwe van Dr. Idsardus van Bloemendaal, advocaat aan het Hof van Friesland en secretaris van Dokkum. Frouckje is gedoopt in Britsum op 2 febr. 1634 en was een dochter van Ebula van Hinckena uit Britsum en Bernardus Fullenius uit Franeker, een vermaarde professor in de Hebreeuwse talen. Zijn broer Nathaniël Fullenius huwde in diezelfde familie met Catharina van Hinckena. Hun eerste kind Titia Fullenius huwde met Petrus Dionisius van Pontanus Lomars, burgemeester van Dokkum en gedeputeerde ter Staten Generaal, een aangehuwd oom van Dr. Cornelius van Byllandt Heinsius, de zoon van Hendrick en Aleide van Hemert. Balthasar had een eerder huwelijk, in 1655 in Franeker, als kandidaat Theologie, met Elsje Walckens, een dochter van de predikant Hayo Johannes Walckens. Uit de genoemde huwelijken volgden 3 kinderen: Johannes, Isabella en Anna Maria. Zij lijken Pultesar, een patronimicum van Balthasar, te gebruiken als achternaam. Het kind gedoopt in Franeker in 1673 genaamd Isabella, heeft nog de vernoeming naar voormoeder Ebula. Het kind Anna Maria gedoopt in 1681 te Amsterdam had als doopgetuige ene Anna Maria van Eyck op de Prinsengracht. Balthasar zou rond die tijd de zeer gewaagde auteur zijn van een spiritueel werk over het Bijgeloof getiteld De Betoverde Weereld. Hierop verscheen uit woede zelfs nog een naschrift. Protestanten uit die tijd hielden zich incidenteel bezig met het afdoen van hogere zaken als het Bijgeloof, waar Katholieken die altijd in stand hielden. Het jaar 1698 kent in Amsterdam een begrafenisrekening onder de naam van Do. Balthasar Becker, naar Franeker. Een jaar later in 1699 staat de Weduwe Froukje Fullenius met Isabella en Johannes nog wel op de lidmatenlijst van Jelsum. Dochter Isabella Sara Becker, wonende op de Keizersgracht, werd in 1725 in de Westerkerk in Amsterdam begraven. Zoon Johannes van Heersma Becker, uit dat eerste huwelijk, werd predikant in Jelsum, en was eigenaar én gebruiker van de boerderij met stemrecht nr. 5 te Jelsum. De Hele Grote Bekker werd aldoende in Amsterdam ietwat een Friese predikant 'om utens', maar bleef verbonden met Friesland.