De stadsrechten van Bunschoten

Bunschoten, van oudsher een agrarische nederzetting, en Spakenburg,  van oudsher een dorp met visserij, liggen in de Eemvallei. Dicht tegen elkander aan de voormalige Zuiderzee. De plaatsnaam Spakenburg is een samenstelling van Spaken met Burcht. Daar, waar eens sprake was van een burcht.  Bunschoten ligt moeilijker, van de jacht en het schieten op het marterachtige roofdier ‘bunzing’. Dierenhuiden waren oudtijds populair, ook die van de wezel en de hermelijn. Een ‘bun zien’ betekent, het jachtseizoen gaat beginnen. In de Eemvallei heeft men meer Schotennamen. De vier foreesten, zoals Henschoten (Hengistcoten), achter Woudenberg, voor het jagen op de Hengst, het wilde dier van het oudgermaanse Hingeist. Ook in het buurtschap Kolfschoten achter Amersfoort jaagt men tussen Walderveen en het moeras, nu op het, wilde Kalf. En dan weer verder terug komt men in de vallei ter andere zijde van Bunschoten het Boeschoten tegen. Daar jaagt men op een vreemd dier, een Kiekeboe, of Boezemwild. Eind 12de eeuw begon de bisschop van Utrecht stadsrechten uit te delen. De tol uit de nieuwe weg was uiteraard bestemd voor de Kerk. Heraldische wapens van Bunschoten en Amersfoort dragen het christelijke kruis. Bunschoten heeft de Friese adelaar; de uit het veld opvliegende adelaar vormt het friese symbool van vrijheid. Amersfoort is 'krachtig' (rood), maar Bunschoten 'wijs' (blauw). Uit alle Foreesten ontstaat dan een landweg omstreeks 1200. Zo komt er een échte nederzetting, zelfs eentje, mét, dé, Stadsrechten. Dorpstraat en Veenstraat vormen de hoofdas van de verbinding tussen Noord en Zuid, op het snijpunt, de Zuiderzee. Bunschoten had tussen 1336 en 1355 dan de opmerkelijke Stadsrechten. Let wel, slechts twéé decennia. Wat deden ze fout?  De Vestingwerken zijn er nooit van de grond gekomen. Na 20 jaar graven en zwoegen was er nog geen stadsmuur. Bisschop Hendrik van Vianden was woedend en verbrak de vriendschapsbanden. Bunschoten koos toen de kant van de Hollanders. Op dit verraad volgde in 1428 zelfs de totale verwoesting van de stad Bunschoten. Boze Friezen uit de ganse omgeving die al die jaren hadden staan graven, gooiden de 'stad' plat, als represaille voor de getoonde ontrouw met de keuze voor de Hollanders. De Friezen wensten nog jaren door te graven en door te bouwen tot de échte stad, mét de Utrechtse bisschop. Ook de aangelegde weg hadden zij wel betaald, maar nog niet terug verdiend. De hele formule faalde jammerlijk. Ziet u een Bun, dan is dus het jachtseizoen geopend. Alle Friezen, uit elk van de vier Foreesten (Henschoten, Boeschoten, Kolfschoten en Bunschoten), jagen nog altijd op de Bunnies.

Julius Smidt van Gelder

© 2017 F.N. Heinsius