Geschiedenis

Geschiedenis van Lommel

Lommel als onderdeel van de Eninge van de Kempen

In 1990 vierde Lommel zijn 1000-jarig bestaan. In de vroegste periode maakte Lommel deel uit van de zogenaamde Eninge van de Kempen, een bepaald territorium in de Kempen waar hetzelfde recht gold. Het geheel ressorteerde onder een vaag Utrechts hoogheidsgezag en werd in leen gehouden door Brabant. In 1203 kwam de Eninge onder de suprematie van de hertogen van Brabant.

Hertogdom Brabant

Met de Brabantse expansie naar het noorden werd Lommel onderdeel van de Meierij van 's-Hertogenbosch en bleef het ressorteren onder het kwartier Kempenland. In 1332 kreeg Lommel stadsrechten van Hertog Jan III van Brabant. Lommel was een vrijheid. Eind 16e eeuw ging het slecht met de Meierij. Tijdens de Gelderse Oorlogen plunderde en brandschatte de Gelderse hoofdman Maarten van Rossum de Meierij. Ook tijdens de Tachtigjarige Oorlog had de Meierij te lijden onder oorlogsgeweld.

Staats Brabant

Sinds 1648 was Lommel onderdeel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, aangezien de Meierij van 's-Hertogenbosch en al haar toebehoren werd toegewezen aan de Staten. De vroeger door Noord-Brabantse katholieken geschapen mythe, dat de stagnatie van de ontwikkelingen in Staats-Brabant te maken hadden met de 'Hollanders', die het gewest als kolonie leegzogen, is mogelijk overdreven. De oorlogssituatie was de grootste boosdoener. Lommel werd vanwege de nieuwe staatsgrens een afgelegen stukje aan de rand van de Republiek en raakte, net als overig Staats-Brabant, ineens niet meer zuidwaarts, maar noordwaarts georiënteerd. Het had echter onder de Staats-Brabantse functie als militaire buffer voor het gewest Holland weinig tot geen mogelijkheden om tot economische groei te komen. Het werd een tijd van weinig vooruitgang. In de jaren 1798-1799 ondernam de Hollandse dominee Stephanus Hanewinkel een tocht door de gehele Meierij van 's-Hertogenbosch en deed in 1799 ook Lommel aan. Hij beschreef de stad als "het uiterste Dorp der Majorij, aan de grenzen van Luikerland, liggende rondom in zeer groote en wijduitgestrekte heïen ...".

Franse Tijd en Koninkrijk der Nederlanden

Pas in 1795, toen de Fransen binnenvielen, kreeg Lommel zijn vrijheden terug en toen de Fransen vertrokken waren werd het een volwaardig onderdeel van het koninkrijk der Nederlanden. Lommel bleef tot de Meierij behoren, tot het op 19 november 1817 officieel bij Koninklijk Besluit overging van Noord-Brabant naar Limburg als ruil tegen Luyksgestel dat in 1819 van de provincie Antwerpen op Noord-Brabant overging. Luyksgestel, dat als een geïsoleerde enclave in de Meierij lag en tot het Prinsbisdom Luik behoorde, maakte Lommel voorheen tot een Meierijse exclave.

Koninkrijk België

Na veel getouwtrek tijdens de Belgische Opstand bleef Lommel onder Belgisch bewind. Hoewel Nederland dit stukje Meierij als voormalig deel van Staats-Brabant terugeiste, had het stadsbestuur van Lommel zijn trouw al aan de Belgische regering gezworen. Op 19 april 1839 werden dan uiteindelijk de definitieve vredesverdragen ondertekend door België en Nederland. Datzelfde jaar werd Maaseik als een nieuw administratief arrondissement in het leven geroepen en werd Lommel hieraan toegevoegd. Daarmee komt er een radicale wending in de geschiedenis van Lommel: de van oudsher Brabantse plaats wordt nu als Limburgse plaats aangeduid en is het enige stukje Meierij, dat in België ligt. Hoewel men Lommel juridisch tot Limburg rekent, blijft de rest van Limburg in de ogen van de echte Lommelsen nog altijd: het Luikse of "Luiksland". De Meierijse geschiedenis van Lommel blijft in ieder geval voortleven in de talrijke beschrijvingen.

Bron : Wikipedia