Zijlpoort Leiden

Leiden is een prachtige stad met veel schilderachtige plekjes. Wandelend met een fototoestel in de aanslag verzamel ik al vast referentiemateriaal dat ik kan gebruiken voor schilderijen.  De Zijlpoort stond al een tijdje op mijn verlanglijstje om te schilderen. Ik was dan ook blij dat het weer meewerkte. Er was mooi zonlicht waardoor de gebouwen mooi warm oplichten en de licht-donker contrasten wat scherper zijn. De lichte partijen houden het schilderij een beetje open, terwijl de donkertjes een aangenaam mozaik bieden.
 
De donkere bogen onder de brug geven een mooi ritme dat qua vorm herhaalt wordt in de vensters en de poort. En ook de afwisseling van licht en donker van het hekwerk op de brug is een compositorisch element dat je als schilder van de architect cadeau krijgt. 
 
Stap 1 Zijlpoort Leiden
figuur 1
 
 
Stap 2 Zijlpoort Leiden
figuur 2
 
 
Stap 3 Zijlpoort Leiden
figuur 3
 
 
Stap 4 Zijlpoort Leiden
figuur 4
 
 
Stap 5 Zijlpoort Leiden
figuur 5
 
 
Zijlpoort Leiden http://www.watercolours.nl/
eindresultaat
 
De wolkenlucht kwam mij ook goed van pas omdat het een mooi tegenwicht biedt voor de wat strakkere lijnen van de gebouwen. In de wolken structuur heb je bovendien de gelegenheid om toch een speelse diagonaal aan te brengen die het oog naar het centrum van het schilderij kan leiden.
 
Bij mij begint met het fotograferen al het werken aan het schilderij. Ik schiet veel foto's om uit te vinden wat qua compositie voor mij het best werkt. Mijn keuze valt uiteindelijk op een hoek waarin ook de stijger op de voorgrond meewerkt om de weg naar het focalpoint te wijzen.
 
De tekening heb ik voor de houvast toch vrij nauwgezet uitgewerkt. Waar de witte stukken echt open moeten blijven heb ik wat dekvloestof gebruikt.
 
De lucht heb ik opgezet met ceruleum phtalo. De randen met de witte wolken heb ik afwisselend met hardere en zachtere randen geschilderd. Door het papier eerst wat vochtig te maken en er vervolgens gedoseerd een beetje verf in te laten lopen kan zo'n plekje aan de randen zacht vervloeien. Waar je een harde rand wilt zorg je dat het pigment tot aan de droge rand doorloopt. Je zou het watermanagement kunnen noemen.
 
Na drogen lukt het met phtaloblauw nauwelijks om randen met een vochtige penseel nog te verzachten. Het bijt als het ware in het papier. Als je deze techniek wel wilt gebruiken zou ik voor een ander blauw kiezen. 
 
In de witte wolken heb ik met frans ultramarijn, heel weinig kraplak en ruim water wat schaduwen aangebracht. Waar nodig zijn hier de randen verzacht om direkt met een beetje schoon water in de penseel het naar buiten toe uit te wassen.
 
Ik heb er voorgezorgd dat ik het blauw uit de lucht in deze fase al vast laat spiegelen in het water. Ook als daar later nog verder aan gewerkt wordt zal het er door blijven schijnen. Dit helpt om eenheid in het schilderij te houden. (figuur 1)
 
  
 
In de volgend fase werk ik voornamelijk met Indantreenblauw en engels rood. Deze kleuren mengen mooi. In het leiendak domineert het blauw maar geeft het engels rood net wat variatie. In het baksteen domineert het engels rood dat net wat getemperd wordt door een beetje blauw er door. Ook hier laat ik een echo van de kleuren terugkomen in het water. 
Ik heb alles nog licht van opzet gehouden om het rustig op te bouwen.
 
Als alles goed droog is trek ik een dunne wassing van gele oker als glacis over het hele papier. Dat helpt om alles te verbinden en er een zonnige uitstraling aan te geven. (figuur 2)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
Onderhand is het tijd om met de groenpartijen aan de slag te gaan. Ik probeer met de penseelvoering de stuktuur van de begroeiing wat te varieren. De wilgen hebben neergaande lijnen, terwijl de populieren juist om hoog groeien. Ook in kleur en toon probeer ik de verschillende bomen van elkaar te onderscheiden.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
Als je groen hebt gebruikt schreeuwt een schilderij vaak om rood. Het is alsof de balans weer hersteld moet worden door de complementaire kleur weer aandacht te geven. Voor de daken links gebruik ik vermiljoen, hier en daar met een klein beetje blauw wat donkerder gemaakt. Ook het baksteen wordt qua kleurkracht en toon wat verzwaard. (figuur 4)
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
De volgende stap richt zich op de toonwaarden in het schilderij. De dekvloeistof wordt verwijderd. Belangrijk is nu het aanbrengen van donkere partijen. De ingang van de poort en de vensters worden nu in donker opgezet. Dit is een referentie voor de donkerste toonwaarden in het schilderij. Het pleisterwerk rondom de ingang is de referentie voor de lichtste toonwaarde. Hiermee zijn de uitersten in de toonwaarden vastgesteld. Dit biedt houvast om vervolgens de verschillende toonwaarden in het schilderij langs te gaan. In het groen zoek ik de donkertjes op. Het dak van de poort wordt in toon versterkt, evenals wat accenten in het torentje.
Langs de waterkant en in de bogen onder de brug neem ik nog even een tussenstap om me straks op de waterpartij te kunnen concentreren. (figuur 5)
 
 
 
 
 
 
 
 
In de laatste fase werk ik aan de waterpartij. Het donker onder bogen van de brug lopen door in het water. Ook het donker van doorgang in de poort komt in de spiegeling terug. De rimpeling in het water moet ook goed tot uitdrukking komen. Ik gebruik mijn penseel daarom voornamelijk in horizontale richting.
 
Tot slot loop ik verschillende accenten langs. De versieringen in het pleisterwerk verdienden nog wat aandacht. Ook de bakstenen van de brug mochten wel iets smoezeliger. De schaduwen op de gevel konden nog wel wat pittiger. Het blad van de klimop kon nog wat structuur gebruiken. In het dak van de poort besluit ik plaatselijk nog wat verf aan te brengen om er even later een druppel schoon water in te laten vallen. Dit duwt het pigment naar de rand waar het als een 'kraal' opdroogt. Ik vind dat een mooi effect om een iets verweerde structuur te suggereren.
 
Naar mate het schilderij vordert ga ik een wat kleinere penseel gebuiken. Het komt steeds meer aan op kleine accenten. Nadat ik de leidse sleuteltjes geschilderd heb, kijk ik nog eens goed door mijn oogharen. Ik geloof dat ik het hier maar bij laat. Tijd om mijn naam er onder te zetten. (eindresultaat)
 
Comments