XII-1921 Jansz, Peter

Peter Jansz

ouders: Jan

geboren: ca 1565

gedoopt:

overleden: Heerewaarden na 2-9-1638, voor 16-4-1639

begraven:

beroep: molenaar op een windkorenmolen

woonplaats / adres: Heerewaarden

relatie: trouwt

Anna Hendricksdr. (XII-1922)

ouders: Hendrick Matthijsz (schout van Meteren) en Maria Melchiorsdr. van Meteren

geboren:

gedoopt:

overleden: Herewaarden na 16-4-1639, voor 22-1-1640

begraven:

beroep:

woonplaats / adres:

kinderen:

  1. Jan Petersz van Oort, geboren: Zaltbommel ca. 1600
    overleden: ca. 1670 (na 3-1-1668)
    beroep: molenaar
    woonplaats / adres: Heerewaarden
    relatie: trouwt Zaltbommel 13-12-1633
    Anna Petersdr, geboren: Zaltbommel
    overleden: Heerewaarden voor 3-1-1668
    woonplaats / adres:
    ouders:
    > Hieruit het geslacht Van Oort

  2. Jasper van Oordt (Jaspaer), geboren:
    overleden: (Geldermalsen) kort voor 20-11-1689
    beroep: Schout van Geldermalsen (1650), schepen, kerkmeester, ouderling, armmeester
    woonplaats / adres: Heerewaarden, Geldermalsen
    relatie (1): trouwt kort voor 6-10-1631
    Herberich Jansdr, geboren:
    overleden: na 7-3-1636, voor 5-12-1637
    woonplaats / adres: Heerewaarden
    ouders: Jan Jansz Hendricks (schepen en heemraad van Heerewaarden) en Maria Otten
    relatie (2): trouwt voor 1638
    Hendrika van den Hoevel (of: van den Bos): geboren: Heerewaarden
    overleden: Geldermalsen na 1689
    woonplaats / adres:
    ouders: Hendrick Hendricksz en Heijlken Hendricksdr (van) Verloois
    weduwe van Jurriaen Jansz
    > Hieruit vier dochters en een zoon Van Oor(d)t

  3. Christina (Stijn Petersdr), geboren:
    overleden: Heerewaarden tussen 22-6-1640 en 8-3-1642
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Heerewaarden ca 1639
    Jan Renoy, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Willem Jorisz [Renoy] en Martha Adriaensdr
    hertrouwt voor 1645 met Johanna Jansdr.

  4. Elisabeth (Lijske Petersdr), geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Heerewaarden voor 2-9-1638
    Anthonis Adriaenszn., geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres: Heerewaarden (-1666), Sint Andries (1666-?)
    ouders:

  5. Hendrick Petersz van Oordt, ?-1636, X 1619 Lijsken Hendricksdr Verbroeck, VOLGT XI-961

Biografische aantekeningen


Peter Jansz, Muller, koopt op 20-11-1625 de windkorenmolen te Heerewaarden van de erfgenamen van Geurt Jansz. Waarschijnlijk was Peter al sinds 1620 pachter van deze molen. Het was een belangrijk bezit dat veel inkomsten kon genereren: de bewoners van het gebied waren verplicht hun graan bij deze molen te malen, en het was anderen verboden om in de omgeving een andere molen op te richten. Peter moest zich voor de aankoop flink in de schulden steken, maar in maart 1636 had hij alles afgelost - op een lening van ruim fl 300,- na, die hij die maand bij zoon Jasper afsloot. Is het toeval dat ook in 1636 zijn zoon Hendrik en diens vrouw Lijsken Verbroeck aan de pest overleden? Maakte die dood het mogelijk dat vader Peter zijn schulden afloste? Op 2 september 1638 verkocht Peter Jansz, molenaar, zijn molen aan zijn zoons Jan en Jasper, met de bepaling dat Peter en zijn vrouw tot hun dood in het huis bij de molen zouden mogen blijven wonen, en dat na hun beider dood fl 200,- zou moeten worden uitgekeerd aan hun andere kinderen Steijn Petersdr, Lijske Petersdr. en de kinderen van wijlen Hendrick Peterssz.

Na Peters dood verkoopt Jasper eerst al in april 1639 en daarna in 1643 en 1648 zijn aandeel (en dat van zijn voor-dochter) in de molen aan zijn broer Jan van Oort, wiens nakomelingen vervolgens ongeveer een eeuw eigenaar en exploitant bleven van de molen.


Bronnen


lit: Ir. W.H. van Oordt: ‘Kinderen van één vader. Tegenwoordige staat van het geslacht Van Oordt - naar de stand van 1 januari 1986.’ Zwolle, 1986.


* 1630, 6-6: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 23]: Schepenen Davidt Verstech ende Jan de Kemper tuijgen dat voer ons coemen is Neesken van Bommel weduwe van wijlen Jan Ariss van Bommel geassijsteerd met Peter van Bommel ende haer verder sterkmaeckende voor de meerder kijnder bij Jan Arienss. sal. naegelaeten; Willem Janss., Scholtus op de Vuoren; Guert Janss.; (fol. 23v) Rob Janss.; Jan Geretss. de Haen als man ende momber sijnder huisfrouwe ende Gossen Janss. als man ende momber sijnder huisfrouwe Anna Maessen Ende Guert Janss. hem selven als momber sterckmaeckende voer de onmundighe van de kijnderen Maess Janss ende hem ook voerts sterckmaekende voer de unmundighe kijnderen naegelaeten ende verweckt bij sijn eerste huisfrou, hebben saemptelick vercocht ende opgedragen voor eene som van penninghen die sij ghiede haer ten vollen betaelt te sijn Peter Janss. Muller sodaenighe moelen, lant, erff ende gerechtichheit als sij, comparanten voorss. an den moelen tot Herwaerden sijn hebbende vermogens coopceduul daer van opgericht den 20 November 1625 Ende die eertijts haer van Geret Janss. sijn opgedragen met alle schin ende bescheijt, segul ende brieven voerts last ende plicht daer van olts toe is staende ende haer meede getransporteert is ende comparanten hebben daer op vertegen tot behoeff Peter Janss voorss. hem in eenen eijgendom erffelick te hebben ende te besitten Ende gelove dijt sellivege goet te waeren van haerenttwegen jaer ende dag ten eeuwigen toe te lantrecht met affdoeninghe van alle commer ende voorplicht beheltelick dat comparanten ofte haere actie crijgende beholden ende blijven sullen in volle recht ofte possessie Soo veer die gerechtichheijt van den voerss. wijntmoelen in het fort Nassouw ofte de Vuoren is streckende ofte so vuel die bij vergroting desselvige forts teniger ijt naemaels coomen mochte hij sij bij hoedanighe forme het mochte coemen blijvende 't gemael binnen de wallen ende porten beslooten onder die moelen op voerss. fort, daer beneffens dat Peter Janss. voorss., ofte sijne nacomelinge gehouden des noets sijnde tot gesinnen comparanten ofte haere nacoemelinge te assisteren met sijn schin ende bescheijt, om tegens de oovertreders der gerechtichheijt ofte dwanck te procederen naer behoeven sonder dat Peter Jans. voerss. (fol. 24) ofte sijnen erven recht van dwanck ofte gemael binnen het fort als voerss,sall hebben to pretenderen, noch niet vermogen eenich corn tot naedeel vant gemacl aldaer te haclen ofte eenich meel te brengen, het sij in wat voege het soude mogen wesen, directelick ofte indirectelick, op pene aen haer te mogen repeteren. Alet sonder erch ofte list den 6 Junij 1630. Dese coop is gescheijt den 25 November anno 1625 nae vermogen coopseel.
Item schepen tuijgen dat voer ons coemen is Peter Janssz, mollenaer ende heeft geloeft to betalen aen handen Willem Janss ofte sijnen erffen de Somma van drijhondert vier carolis gl: en 25 st, 20 st. het stuck, gelt in tijt der betalinge nae de Hollantse faluwasij, welcke voerss Somma geloeft Peter Janss to betalen nu toecomende carsemis int dijt sellivege Jaer vuijt den wint molen, huijs en lant daer tende aen gelegen, Inde gerichte van Herwaerden, so hij dat van Willem Janss mede gecocht heeft, en vorts vuijt alle sijne guederen to lant recht ock dat dese brief niet en sal megen beiaeren ofte bedagen datum als boven (i.m.: tot behoeff Willem Janss. Schepen Rib. Janssz en Jan de Kemper tuijgen dat wij gesien hebben een quitansij dat Willem Janss ontfangen heeft op desen breff hondert diendartich gl 6 st. den 18 Jannuwarij. ) (onder: Schepen Jacop Peterssz ende Rob Otten den Jongen tuijgen dat voer ons comen is Willem Janss ende bekende van desen boven geschreven briff ten vollen aff betalt to wesen van Peter Janss Mulder d’11 mert 1636.)

Item Schepenen tuijgen dat voer ons coemen is Peter Janssz mollenaer ende heeft geloeft Peter Janssz van Bommel bijnnen den tijt van huijden X meij over een mant Sufficiante borge te stellen voor die Somma drijhondert carolis gl, ter contrarie so bekent den voorssz muller coop ve[r]win en aentant <?> En in so ver[r]e hij binnen den tijt de borge can stellen daer hij Bemmel voorsz mede to vreden is, soo sall den mullenaer voorssz hem mogen betalen alles volgens coopseel daer van opgericht ende gemaekt, datum als boven. (i.m.: Item Schepen tuijgen dat voer ons coemen is Peter Janss van Bommel ende bekent to hebben van Peter Janssz Muller de somma hondert en drijendertich gl 6 st. op dese briff, datum als boven). (onder stond: affgeschreven. Schepenen Jacop Peterss ende Rib Otten den Jongen tuijgen dat voer ons coemen is Peter van Bommel ende bekent van desen briff voerssz ten vollen betalt to wesen wt handen Peter Janss Mulder, den 11 mert 1636.)

(fol. 24v): Item schepenen tuijgen dat voer ons coemen is Peter Janssz mollenaer ende heeft gelooft Gossen Janssz te betalen van huijden over ses weken alsoo vuel hem van dien verloopen termijn is competerende ende in gevalle bij gebreecke so geloeft den Muller vorssz Gossen daer van behorlicke Intrest aff neffens den aenstaende termijn te betalen als den selven verschenen sall wesen datum als voerssz. (i.m.: Item Schepen tuijgen dat voer ons coemen is Gossen Janssz en Jan Geurtssz, Rob Janssz en Rob Janssz als momber van de kijnders Gueske Janssz sijn broeder en bekennen van alle verloepen paijen ten vollen betaelt te sijn, den 18 Jannuwarij 1632.)

(doorgehaald) Item Schepenen als voerssz tuijgen dat voer ons comen is Peter Janss mullenaer ende heeft geloeft to betalen Jan Geritssz de Haen, Geurt Janss, Rob Janss, Gossen Janss, de Somma drij hondert en vier gl darthien st, vier p, nu toecomende carssemis In dijt sellivege Jaer vuijt den wint moolen huis en lant, daer aen gelegen (…) den Muller voorssz dat mede van haer luijden gecoecht heeft, ende voerts vuijt alle sijne guederen to lantrecht ock desen briff niet te beiaeren ofte bedagen datum als voerssz.

* 1636, 6-3: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 126v] (i.m.: Tot behoeff Huijbert Huijbertssz. Afgeschreven). Schepenen (…) tuijgen dat voer ons comen is Jassper Peterssz Mulder, als man en Momber sijnden huijssvrou Herbrich Jans, ende heeft vercoft ende opgedragen voer een som van penningen die hij goede ende hem well betalt to sijn den hove eenen halven Mergen lants gelegen inde gerechte van Herwaerden genaempt de Bergen aen beijde seijden naest gelegen de kerck tot Herwaerden ofte wie met recht daer naest gelegen mach sijn, Streckende van den havegrupp aff ten diepen des Maesstroms toe met affkael en aenschaf, doch so gutendich als het voorsz lant aldaer gelegen mag sijn ende haff hevet voerss verleijt aen Huijbert Huijbertssz hem in eenen eijgendoem erfflick to hebben en to besijtten ende hevet van den hare ontsaen en is dar in geeft als recht is, ende Jasper Peterssz voerssz heeft hier nae op teteges tot behoeff Huijbert Huijbertssz voerssz ende geloeft hem dijt vercofte guet [vri]elick to waeren dick Thijns ende erffpacht vrij met de hellefte van vier hont lants gelegen in de voerssz Gerichte in de Sandert aen den seijde gelegen Jan Willemssz aen d’ander seijde Gessen Spiegel cum socis ofte wie etc., ende voerts wt alle sijne voirder goederen to lantrecht, ende gelast ook mede alle commer ende verplicht van het vercoefte goet aff te doen tot datum deses toe allet sonder arch ofte list Actum den 7 mert 1636.

* 1636, 12-3: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 127]: Schepenen Jacop Peterssz ende Rob Otten den Jongen tuijgen dat voer ons coemen is Peter Janssz Mulder ende heeft geloeft gelijck hij geloeft midts desen Jasper Peterssz sijnen Soen thijns eenen twintich gl: Jaerlicx en alle Jaer enen dat hercoemende van drijhondert ende thien gl capetaels, Spruijtende wt saecke van aengetelde penn: en op rente gedaen, waer van het eerste jaer renten bescheven bevallen ende omgecoemen sall wesen van huijden dato onderssz over een Jaer, ende dan so vaerts Jaerlicke dende alle Jaer, to heffen ende bo bueren wt den wint moelen tot Herwaerden met het huijs, haeff en Lant daer tenden aen, ende voerts Generalick wt alle sijne vaerdere goederen to lantrecht gelegen inde voerssz Gerichte. Dezen thijns salmen moegen lossen en affleggen van Jaer tot Jaer so vrije losse, wijle ofte gelost wijll wesen midt desen condijtij datse malcanderen een hallif Jaer voer den lossdagh gerichtelick op doen seggen sullen en als dan te lossen met de summa drij hondert en thijen carolis gl met alle beloepen en onbetaelde renten ten daeghe der afflossinge verschenen en omgedoening sall sijn, allet sonder arch ofte list den 12 mert 1636. (i.m.: Tot behoeff Jassper Peterssz. Afgeschreven. Jasper Petersz heeft voor mijn persent den Schout bekent van sijn Broeder Jan voldaen te sijn de gerechte helfte van deser Tinsbrieff met de verlopen tot den huijdigen dage toe, daer van d’andere helfte sijn voorkint is competerende, acte den 2en Febr:ij 1643. (w.g. ?). Jasper vers: <…> gegiet voldoeninge van d’andere helft sijn kint competerende ende de gehelen brieff casserende, ha… 8 Februwarij 1648.

(127) Schepenen (…) tuijgen dat vaer ons coemen is Carsten Janssz ende Handrick Otten voersz sijn selliven afftuijgende ende hebben gelaeft Jassper Peterss to betaelen veftich carolis gl wt alle haere guederen gelegen in de voersz Gerichte to Lantrecht, van huijden dato onderssz. ende een hallif Jaer, Sonder langer vertreck ofte delaij datum ut supra (i.m.: tot behoeff Jassper Peterssz).

* 1636, 10-4: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 127v]: Schepenen (…) tuijgen dat voer ons coemen is Jassper Peterssz Mulder ende heeft vercoft ende opgedragen voer een som van penn: die hij giede en bekende hem wall betalt te sijn het derde part van eenen halven mergen lants gelegen inde gerichte van Herwaerden neven den elsen <? selven?> aen d’een seijde en Ott Janssz aen d’ander seijde, Inde Gerichte van Herwaerden genaempt den Beusen acker met alsulcken bepotinge tit het guet gehoerich, doch so Gret en clien etc., Ott Janss hem in eenen eijgendom erffelick to hebben en to besijtten ende Jassper voersz heeft hier vaer op tertegen het behouff Ott Janssz voersz oude Geloeft hem dijt vercofte goet ewelick to waerdick thins en erffpacht vrij wt alle sijne vordere goederen to Lantrecht ende geloeft alle commer ende voerplicht mede aff to doen tot datum deses den X Aprijll 1636. (i.m.: tot behouff Ott Janss, affge:)

* 1637, 27-11: (172): Schepenen tuijgen dat voor ons coemen is Peter Janssz Muller ende heeft laete bepanden ende belenen Jassper Peterssz sijnen soen de rechte hellift van twe hont lants, gelegen aen de moelen, den eenen aaker nevens de Willemssz met de hellifte van den coel. haeff dan den teijl Willigen (doorgehaald: sal, Jasper hallif hebben en de willigen) die sullen blijven om den hoff staen (doorgehaald: sall den hoff) mede geheij… nicht tworde Ende dat voer de somma van sueventich caroli gl ende dese beleninge sall vier Jaeren vaste staen, waer van het eerste Jaer ingaende (doorgehaald: ende is) op huijden dato onderssz. ende dan so voerts tot dat de vier Jaeren geexperert sijn en wert dan niet gelost ofte geredineert sall tselve niet anders als van Jaer tot Jaer beheltelick Peter Janssz sijn enige losse midts conditi datse malcanderen een vierendel Jaers voerden lossdagh gerichtelick op doen seggen sullen so wi lossen wil ofte gelost wil. Ende dan te losse met de somme voerssz Peter Janssz Muller sall alle commer en verplicht aff doen Insgelicx Jasper Peterss voersz sijn belen Jaeren, alle schattinge en ongelden betaelen en tenden sijn belen Jaeren naeder so leven als hij het nu aengevangen heeft den 27 november 1637. (i.m.: tot behoeff Jassper Peterssz Muller. Affgeschreven. Schepenen Hendrick ende Huijbert Janssz, dat Jasper Petersz bekent van sijn Broeder Jan ontfangen te hebben 70 glds tot inlossinge deser bescrevener Landen p. renuncierende van ’t selve tot behoeff sijns Broeders voorsz, den 2 Febrij 1643.)

* 1638, 2-9: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 190v]: (i.m.: tot behoeff Jan en Jasper Peterss; affgeschreven) Schepenen Gossen Janssz ende Jan de Kamper den Jongen tuijgen dat voer ons comen is Peter Jansz Muller woenende tot Herwaerden, ende heeft met wijll en consent van Anna Peterss, sijne huissvrouw, vercoft ende opgedragen voer een som van penn: die hij giede ende bekende hem well betaalt to sijn een wint moelen met den nerriff, huijs en haff en landt daer achter aen gelegen, oppenderene en dependerende, so de voerssz Peter Janss nu tegenwoirdich woint ende besiet tsij ock huessraet, thien, linnen, wullen, coeper, gout, sellever, gemunt ofte ongemunt, bedt, bult, lijfskost, niet wtgesondert, Jan Peterssz ende Jassper Peterssz beijde haere kijnderen, haer luijden in eenen eijgendom erffelick to hebben ende to besijtten ende Peter Janssz met wijll en consent sijn huessvrouw voerssz heeft hier nae op vertegen tot behoeff Jan Peterssz ende Jasper Peterssz voensz ende geloeft haer den muelen met den muelen nerff, huis en haff en het landt daer achter aen gelegen met Inboedelk ende huissraet gelick boven verhaelt ende geschreven staet van sijnent twegen to waeren Jaer en dagh ten ewigen daegen toe tet onsen landt recht als recht is, den IIen September 1638 (i.m.: tot behoeff Peter Janssz Mueller) Item schepenen tuijgen dat voer ons comen is Jan Peterssz ende Jasper Peterssz ende nemen tot haren lope alsulcke rentebrieven ende aender lopende schulden, die haer ouders <?> nu tegenwoirdich nu tegenwoirdich schuldich sijn, en bevonde mochte werden niet wtgesondert en geloven die to betalen wt dat selve goet gelick sij dat van hae ouders gecoft hebben, ende voerts wt alle haere goederen to landtrecht, noch geven comparanten voer ons schepenen voersz <mee> dat haere ouders so lange sij leven sullen, ofte eenich van haer beijden leven sall, In het huis staende beijde moelen, sulen blijven woenen, ende den halven hooff gebruicken ende den Inboedel so die nu tegenwoordich is, sullen blijven besijtten en gebruicken ende ter lester dat sall het succederen nae vermogens den opdraghs briff, datum als boven.

* 1638, 2-9: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 191]: Item schepenen tuijgen dar voer ons comen is Jan Peterss ende Jasper Peterss, ende hebben geloeft alle Jaer aen haer ouders to betaelen so lange eenich van haer beijde ouders leeft ofte leven sall hondert en vijffentwintich gl, noch twee schepel weijts en een schepel boecweijts waer van het eerste Jaer verschiujnen sall van huijden dato onderssz over een Jaer, als men schrift 1639. Noch geloven comparanten nae doet van beijde haer ouders, to betaelen aen haer susters ende swagers, eerstelick Thuenis Arienss als man ende momber Lijssken Peterss twe hondert gl:, Stijen Peterss twe hondert gl: ende de naegelaete kijnderen van Handrick Peterss ock twe hondert gl: ende dat wt dat selve goet so sij dat van haer ouders gecoft hebben ende voerts wt alle haere verdere goederen to Landtrecht, midts dat dese boven geschreven seshondert gl betalt sall worden in drij termijnen alle Jaer nae haer ouders doet twee hondert gl:, den 2 September 1638. (i.m.: tot behoeff Peter Janssz Mueller en sijne kijnderen. Schepenen Jan Janssen ende Ghijssbert de Kempe tuijgen dat voer ons comen is Jan Willem Jorissz als man ende momber van Steijn Peterss ende bekende van sijn swaeger Jan Peterssz ontfangen te hebben hondert vier gl: thien st: ende op betaelinge van de twe hondert gl: gelick in dese briff geschreven staet. Den 22 Jannuwarij Ao 164.)

* 1639, 16-4: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 200]: Schepenen (…) tuijgen dat voer ons coemen is Jassper Peterss ende heeft vercoeft ende opgedragen voer een som van penn:en die hij gie ende bekende hem wel betalt to sijn, sijn gerechticheijt inden Wint moelen, huis ende haff gelegen inde Gerichte van Herwaerden alle het tgene Jassper voerssz van sijn vaeder za: aenbestorven is, ende noch van sijn moeder aenbesterven moght, met allsulcke opdragh als sijn vaeder aen hem comparant ende sijn broeder gedaen heeft, nae luijt het Singnaet, Jan Peterss Mulder hem in eenen eijgendom erffelick to hebben ende to besijtten ende Jassper voerssz heeft hier van op vertegen tot behoeff Jan de Mulder voerssz ende geloeft hem den muelen met den muelen Nerff, huis ende haff appenderende ende dependerende gelick boven verhaelt ende geschreven staet, to Waeren wt sijn goet to lantrechte ende geloeft mede alle commer ende voerplicht aff te doen van sijnent Wegs allet sonder argelist Actum den 16 April 1639. (i.m.: tot behoeff Jan de Mulder. Affgeschreven) / Item Schepenen tuijgen dat voer ons coemen is Jan de Mulder ende heeft geloeft to betaelen sijnen broeder Jassper Peterss, twe hondert gl: wt dat tselve goet, so hij dat van sijn broeder gecoeft heeft, ende voerts wt sijn goet to Lantrecht, een hondert gl nu toecomende meij, ende de ander hondert gl nae dat van sijn moeder, noch neempt Jan voerssz tot sijnen lasten to betaelen alsulcke schulden als sijn vaeder ende moeder schuldich sijn, ende geloeft sijn broder daer van schaedeloos to holden, datum als boven. (i.m.: tot behoeff Jassper de Mulder. Schepenen Ott Janssz ende Jan Otten tuigen dat voer ons coemen is Jassper Peterssz ende bekent op dese schepen schult briff ontfangen to hebben hondert gl: Actum den 11 Junnij Ao 1639) (onder stond: Schepenen (…) tuijgen dat voer ons coemen is Jassper Peterssz ende bekent van Jan Peterssz voerssz ontfangen to hebben hondert gl: daer mede dese voerssz Schepen schult briff ten vollen voldaen ende betalt is. Den 29 Julij Ao 1640.

* 1640, 22-1: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 213v]: (i.m. Tot behoeff Jan Peterssz Muller). Schepenen (…) tuijgen dat voer ons comen is Jan Willem Jorissz ende geeft voer ons Schepenen over voer hun ende van sijn naecomeling dat hij daer mede te vreden is, met alsulcke opdracht als sijn wieffs vaeder ende moeder aen Jan Peterssz sijn swager in haeren leven gedaen hebben, nae vermogens Singnaet, gedatert den 2 September 1638. Actum den 22 Jannuwarij 1640.

* 1640, 1-4: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 218]: Schepenen Rob Janssz ende Jan Janssz die Jonge tuijgen dat voer ons coemen is Thuenis Arienss als man ende momber Lijssken Peterss sijn huijssvrouw ende geeft voer ons Schepenen aver, voer hun ende voer sijne naecomelinge dat hij daer mede te vreden is met alsulcke opdraght als sijn wieffs vaeder ende moeder in haeren leven aen Jan Peterss gedaen hebben nae vermoegens Singnaet, gedateert den II September 1638, Actum den 1 April 1640. / Item schepenen tuijgen dat voer ons coemen is Thuenis Arienss (… versz?) ende bekent van Jan Peterss Muller veldaen ende betalt to sijn van twe hondert gl die sijn wieffs vaeder sijn huijssvrou van wegen haer vaeders ende moeders versterff van Schepenen van Herwaerden gemackt heeft, nae vermogens Signaet, gedatert den II September Ao 1638, actum datum als boven.


kind 1: Jan Petersz (Mulder)

* 1640, 4-4: regionaal archief Rivierenland, 3187Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Heerewaarden, invnr. 148 [fol. 218]: Akte waarin Jan Peterss Mulder heeft verkocht en opgedragen voor een som van penningen twee hont lands gelegen in de gerechte van Herwaerden, in de Scheijhwegh, boven naest gelegen de erfgenamen van Jacob Gerritsz za: en beneden Patrijen lant, aan Rob Otten de jonge, ende Jan Peterssz voersz heeft hier nae opverstegen tot behoef van Rob Otten die Jonge; en een hallif vrij dicky, gelegen in de Dickschavene van Herwaerden inden Neijen Dijck met den wint maecken ende het huijs ende lant daer achter aan gelegen tot Herwaerden. Actum den 4 April 1640.


Openstaande vragen / discussie