PLANTENGA VII-53 II.c Aebe Plantenga

Plantenga, AEbe (= VII-53, kind 3)

Biografische aantekeningen

Ebbe Plantenga ontwikkelde zich in de jaren zestig van de 19e eeuw tot expert op het gebied van hondsdolheid.

Aaltje Koelma was halfzuster van de gebroeders Wigeri van Edema

Bronnen

• 1818, 28-4: Archief Fryslân (Tresoar) [BSG Kollumerland 1005-51]: geboorteacte: verschenen Johannes Plantenga, 29, ontvanger der Directe Belastingen van de gemeente Oudwoude, wonende te Kollum, die verklaart dat op 27 april om vier uur ’s ochtend uit zijn huisvrouw Wytske Pieters Broersma te Kollum geboren is Aebe, getuigen: Andrias Brouwer, 31, keurmeester van het brood te Kollum en Menne Faber, koopman te Kollum.

  • 1824, 20-12: Familysearch [BSgeboorten Weststellingwerf 1824 acte 239]: verschenen Albert Freerks Koelma, 33, Grietenij Ontvanger dezer Grietenij, te Wolvega, heeft ons voorgesteld een meisje, geboren 19 december uit hem en Wijtske Sikkes Sikkema, zijn huisvrouw, die hij de voornamen Aaltje Alberts geeft. wil geven.

  • 1839, 9-7: Leeuwarder Courant. Brief aan de Staten van Vriesland: "... De Veearts Kim , laatstelijk gestationeerd te Kollum, is in Zijner Majesteits dienst overgeplaatst, en heeft alzoo dit Gewest met de woon verlaten. Twee nieuwe Veeartsen der eerste klasse zijn echter weder in dezelve geplaatst, namelijk T. G. de Jongk en E. Plantenga, beide van 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht. Aan den eersten is tot standplaats aangewezen Gorredijk, en aan den anderen Wolvega; terwijl aan beiden, gedurende vijf jaren; van 's Rijkswege eene toelage van f 500 is toegekend."

• 1843: Tresoar [Lidmatenregister hervormde gemeente Wolvega c.a.]; vermeld worden: Johannes Plantinga (obiit), Wijtske Pieters Broersma, Waltje Jacoba Plantinga (vertrokken naar Wageningen) en Aebe Plantinga.

• 1846, 1-2: Tresoar, Memories van Successies Oldeberkoop [13003-086, filmnummer 256]: de erfgenamen van Johannes Johannes Plantenga: zoon van Johannes Plantinga, rijksontvanger en Wytske Pieters Broersma; broer van Nicolaas, griffier Metslawier, Pieter, likeurstoker/wijnhandelaar Wageningen, Ebbe, veearts, Waltje-Jacoba, te Wageningen, Jetske (vrouw van Johannes Wigeri van Edema) en minderjarige Hendrik Johannes Plantenga. Er behoorde geen onroerend goed tot de nalatenschap.

  • 1848, 24-10: Tresoar [Notarieel archief, Nots Ate Reitzes Attema te Wolvega invnr 137031, aktenummer 00062I]: verkoop van een huis met tuin en een deel van een schuurtje te Wolvega voor fl 1330,- door verkopers Willem van Riesen te Rinsumageest, Roelofje van Riesen te Zweins (gehuwd met Wolter Gerrits Veenstra), Jacobus Adolph Hendriks Oosterhof te Oudeschoot (gehuwd met Antje van Riesen) aan koper Ebbe Plantenga wonende te Wolvega

• 1850, 12-5: Familysearch [BShuwelijk Weststellingwerf 1850, acte 32]: verschenen: Ebe Plantenga, 32, geb. te Kollum, rijksveearts, meerderjarige zoon van Johannes Plantenga, zonder beroep, en Wijtske Pieters Broersma, echtelieden woonachtig te Wolvega. Met Aaltje Alberts Koelma, 25, geboren te Wolvega, zonder beroep, daar wonende, meerderj. dr.v. Albert Freerks Koelma en Wijtske Sikkes Sikkema, beide overleden. Huwelijksgetuigen: Johannes Plantenga, 61, zonder beroep, vader; Johannes Wig'eri van Edema, 29, landbouwer, aangehuwd broeder van de bruidegom en halfbroeder van de bruid; Hendrik Plantenga, 24 jaar, Gortmakersknecht, broer, en Klaas Kuiper, 38, klerk, geen familie.

• 1851, 2-7: Familysearch [BSgeboorten Weststellingwerf 1851 acte 215]: verschenen Ebbe Plantenga, 33, veearts te Wolvega, verklaart dat op 1 juli een jongetje geboren is uit Aaltje Alberts Koelma, zijn huisvrouw, die hij de voornaam Albert geeft.

• 1852, 3-2: aankoop van een zathe met wei- en bouwland door Ebbe Plantenga, Pieter Plantenga en Johannes Wigéri van Edema

• 1852, 2-6: aankoop van zes percelen onroerend goed in Wolvega, samen met vier anderen

• 1853, 24-3: Familysearch [BSgeboorten Weststellingwerf 1853 acte 78]: verschenen Ebbe Plantenga, 34, veearts te Wolvega, verklaart dat op 22 maart een meisje geboren is uit Aaltje Alberts Koelma, zijn huisvrouw, dat hij de voornaam Wijtske geeft.

• 1853, 11-7: Tresoar [Rolboeken arr.rechtbank Herenveen]: De heer Officier klaagt aan: Ebbe Plantinga te Wolvega en Jan Lammerts Klijnsma, woonplaats onbekend. (Aard der wanbedrijven): Met honden in het veld zijn gekomen in gesloten jagttijd zonder dat deze (vreslijk handschrift!) voorzien waren van slepen kruisbeugels en zonder vereisen te magtigen. (Aanmerkingen): Bij vonnis van 11 juli 1853 veroordeeld, de tweede bij verstek, ieder tot betaling eener boete van f 10,- enz met de kersten en verbeurte der honden en bij niet voldoening tiemer maanden na admisnemen tot gevangenis ieder van zeven dagen (ex.. rol)

• 1855, 28-7: Familysearch [BSgeboorten Weststellingwerf 1855 acte 226]: verschenen Ebbe Plantenga, 37, Rijksveearts te Wolvega, verklaart dat op 26 juli een meisje geboren is uit Aaltje Alberts Koelma, zijn huisvrouw, dat hij de voornamen Walda Jacoba geeft.

  • 1863, 10-7: Leeuwarder Courant. Verslag van Provinciale Staten: "37. Voorstel tot het verleenen eener gratificatie aan den veearts Plantenga, voor bemoeijingen in zake de inenting van rundvee, tegen de longziekte. - Den bedoelden veearts wegens zijne buitengewone bemoeijingen eene gratificatie van f 100 verleend."

  • 1869, 30-10: Alg Handelsblad: "GRONINGEN, 28 Oct. Onlangs deden zich kenteekenen van dolheid voor bij een der honden, in de vorige maand gebeten door een hond, die destijds vermoedelijk aan dolheid leed. Dit dier is ter onderzoek aan den Heer Plantenga, veearts Iste klasse, overgegeven, en blijkens het rapport van dezen deskundige is het, na al de schapen der hondsdolheid te hebben doorloopen, den 22sten dezer aan die ziekte gestorven. De Burgemeester heeft aan de ingezetenen hiervan kennis gegeven"

  • 8-7-1870: Dagblad De Tijd: "GRONINGEN, 6 Julij. Gisteren middag vertoonde zich in het noorden dezer stad een bruine, ruigharige hond, middelmatig van grootte, die, naar men meende, alle kenteekenen van hondsdolheid vertoonde. Eene menigte volks achtervolgde het dier, dat eenige straten doorliep en op zijn weg verschillende andere honden beet. Nadat de policie, die hiervan onderrigt werd, met behulp der militaire magt het dier in een huisje aan den Kijk-in-'tjatswal had afgemaakt, werd het door den heer Plantenga, gemeente-veearts, onderzocht, die, naar de verschijnselen te oordeelen, bevond , dat de hond werkelijk lijdende was geweest aan de zoo zeer gevreesde ziekte. Een der agenten is door het dier in de regterhand gebeten, welke wonden echter aanstonds door een onzer geneeskundigen zijn uitgebrand.

  • 1885, 22-12: Het Nieuws van de Dag: "door de gemeenteraad van Groningen is aan den heer E. Plantenga als gemeente-veearts eervol ontslag verleend."

  • 1886, 7-3: Algemeen Handelsblad, gemeenteraad Groningen: "De eervol ontslagen gemeente-veearts E. Plantenga is een jaarlijksch pensioen van f 300,- verleend."

  • 1886, 10-6: Gelders Archief [BSOverlijden Wageningen 1886, acte 73]: Verscheen Johannes Magdalenus Hondius, 66 jaar, apotheker, zwager en johannes van Maanen, gemeentebode, verklaren dat op 10 juni Ebber Plantenga, zonder beroep, geboren Kollum, gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland, wonende te Wageningen, gehuwd met Aaltje Koelma, zoon van wijlen de echtelieden Johannes Plantenga, ontvanger der belastingen en accijnzen, en Wijtske Pieters Broersma, overleden te Wolvega, Weststellingwerf, oud 68 jaar en een maand, geboren in 1818, in de Hoogstraat A 57.

  • 1886, 12-6: Het nieuws van de dag: "Heden overleed onze innig geliefde Echtgenoot, Vader en Behuwdvader, de Heer E. PLANTENGA, in den ouderdom van 68 jaren. Mevr. de Wed. E. PLANTENGA-KOELMA. A. PLANTENGA. W. PLANTENGA. W. J. SCHEPERS-PLANTENGA. D. W. SCHEPERS. Wageningen, 10 Juni 1886."

  • 1890, 16-12: het nieuws van de dag: "Heden overleed te Bloemendaal, in den ouderdom van 39 jaren, onze geliefde Zoon, Broeder en Behuwdbroeder, de Heer ALBERT PLANTENGA. Wed. PLANTENGA-KOELMA. AV. DE RUITER—PLANTENGA. W. J .SCHEPERS-PLANTENGA. T. D. DE RUITER. D. W. SCHEPERS. 13 December 1890."

  • 1896, 17-8: Gelders Archief [BSOverlijden Wageningen 1896, acte 88]: Verschenen Rijk van Eek, neef van de overledene, 36, apotheker, en Johannes van Maanen, 57, beambte ter secretarie, hebben verklaard dat op 15 augustus is overleden Aaltje Koelma, zonder beroep, geboren Weststellingwerf, wonende te Wageningen, weduwe van Ebbe Plantenga, in leven zonder beroep, laatst gewoond hebbende en overleden te Wageningen, dochter van wijlen de echtelieden Albert Koelma, gemeenteontvanger, en Wietscke Siccema, zonder beroep, gewoond en overleden te Wolvega, in de ouderdom van 71 jaar en 7 maanden. In het huis Hoogstraat 137.

  • 1896, 18-8: Het Nieuws van de Dag: "Heden overleed, in den ouderdom van ruim 71 jaar, onze geliefde Moeder en Behuwdmoeder, Mevrouw A. KOELMA, Wed. E. PLANTENGA. W. DE RUITER-Plantenga. T. D. DE RUITER. Wed. W. J. SCHEPERS-Plantenga. Wageningen, 15 Aug. '96."

https://www.genealogieonline.nl/stamboom-visscher/I32195.php

Discussie / openstaande vragen