V-11 Tak, Jan Abels

Jan Abels Tak (= PARENTEEL TAK III.e)


ouders: Heike Tak en Jacoba van Dockum


geboren: Groningen 2-3-1848

gedoopt:

overleden: Spa (B) 10-8-1933

begraven: Amsterdam (Zorgvliet) 14-8-1933


beroep: muziekmeester, lid van het concertgebouworkest,

woonplaats / adres: woonde vanaf 1927 (maar volgens De Kunst al sinds 1905), gescheiden van zijn vrouw, in Den Haag bij Maria Wilhelmina Nord-van Till en haar dochter Louise.


relatie: trouwt Amsterdam 30-5-1872


Geertje Susanna ("Oma San") Bijl (V-12)


ouders: Johannes Bijl en Geertje Lit


geboren: Amsterdam 25-3-1850

gedoopt:

overleden: Heemstede 8-4-1937

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Zij woont vanaf 1927 bij haar schoonzoon De Maaré in Amsterdam (eerst in de Van Breestraat, later Harmoniehof 8 hs), in 1932 te Heemstede


Kinderen:

  1. Geertruida Jacoba Susanna Tak, 1873-1971, X Theodorus Cornelis de Maaré, VOLGT KWS IV-6

    1. Johannes Jacobus Franciscus Tak, 1875-1966. X Pauline Schuurman, VOLGT PARENTEEL TAK IV.h

    2. Susanna Wilhelmina Johanna Tak, * A'dam 8-7-1878, + A'dam 1-5-1881

    3. Susanna Johanna Tak, ‘Tante Suze’, 1893-1983, X 1916 Willem Pieter Julius van ’t Lindenhout, XX 1929 Jacob Marten Roelofsen, VOLGT PARENTEELTAK IV.i

Jan Abels Tak (1848-1933) (bron: De Kunst, 1933)

Geertje Susanna Tak-Bijl (1850-1937) (bron: privé-archief)

biografische aantekeningen


Jan Abels Tak was uitvoerend musicus en gaf vioollessen, onder andere aan André Spoor, toen die zes jaar oud was.


bronnen


Lit: J.H. Letzer: ‘Muzikaal Nederland’ (Utrecht, 1913): "Tak (Jan Abels), geb. in 1848 te Groningen, ontving daar muzikale opleiding aan de muziekschool. Hij werd in 1865 benoemd tot violist en hoornist en tevens tot leeraar aan de school voor koperen blaasinstrumenten te Utrecht. In 1865 werd hij violist in het Parkorkest te Amsterdam en in 1885 concertmeester van de Orkestvereeniging aldaar, leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam en aan de muziekschool van „Toonkunst" te Bussum."

Lit: weekblad De Kunst, jg 25, 1932/1933, no 1312, 26-08-1933, p. 295: Jan Abels Tak. 3 Maart 1848 — 9 Aug. 1933. "Dezer dagen is te Spa, vrij onverwacht, na een korte ongesteldheid, de bekende violistpaedagoog Jan Abels Tak overleden, die in Amsterdamsche muziekkringen jarenlang een geachte figuur is geweest. Juist dit jaar, in Maart, mocht hij onder veel belangstelling, vooral van zijn oudleerlingen, zijn vijf-en-tachtigsten verjaardag vieren, waarvan wij ook te dezer plaatse, in no. 1298 van ons blad, melding maakten. Wij gaven toen Tak's levensloop, waarbij wij er op wezen dat de toen 85-jarige gedurende niet minder dan vijf-en-dertig jaar leeraar was geweest aan de kweekschool voor onderwijzers, na als violist en als concertmeester werkzaam te zijn geweest bij de orkesten van Willem Stumpff en Johannes Verhulst.

De laatste jaren woonde hij met de familie Nord van Till te 's Gravenhage, welke in vereering voor zijn kunst en zijn persoon hem een zonnigen, ouden dag bezorgden. Met haar was hij naar Spa gegaan. Zijn stoffelijk overschot is Maandag 14 dezer onder veel belangstelling te Amsterdam ter aarde besteld.

Jan Abels Tak heeft namelijk, behalve in onderwijskringen, vele thans bekende Amsterdammers tot zijn leerlingen geteld. Daar waren o.m. de heer H. J. den Hertog, oud-wethouder, en mr. H.A. van Nierop, directeur van de Amsterdamsche Bank, die met zijne echtgenoote ook de begrafenisplechtigheid op Zorgvlied bijwoonde.

Dr. E. van Dieren, als vriend, voerde er het eerst het woord. Hij wees op het zonnige karakter van den overledene, die iets zóó vriendelijks over zich had, dat iedereen, die hem leerde kennen, hem als een vertrouwd familielid beschouwde en hem „oompje" noemde, of liever: „Onkel", een betiteling die hem op een reis door Duitschland werd gegeven. Ook ouderen van dagen noemden hem zoo. Hij wees ook op het zonnige leven, dat zijne hem zoo toegewijde vrienden, de dames Nord van Till in Den Haag, gedurende acht-en-twintig jaar hem hebben bereid, door hem zijn levensavond te veraangenamen, uit vereering en uit toegenegenheid. Jan Abels Tak heeft, dank zij beiden, daardoor geleefd in een sfeer zooals slechts weinigen.

In denzelfden geest sprak de heer Jacq. Nord, die Tak's werkzaam leven herdacht en die zijn schoonzuster en zijn nicht dankzegde voor de zorg en de toewijding voor den overledene, terwijl Tak's oud-leerling, de heer A. Meijer te Weesp, wel namens al zijn vroegere leerlingen meende te spreken als hij den „lieven, besten leeraar en vriend" herdacht en zijne beide verzorgsters namens de oudleerlingen dankte „voor alles wat zij voor hun lieven leeraar hebben gedaan en wat wij u nooit kunnen vergoeden". Hier eindigt een leven — zeide spreker — „dat aan veler welzijn was gewijd. U heeft ons, oud-leerlingen, door uw kunst opgevoerd, ons tot betere menschen gemaakt. Wanneer wij ons instrument opnemen, is het nog altijd uw geest die uit de snaren klinkt en blijft gij om ons heen en om hen die u dierbaar waren " De heer Meijer, van zijn „beste leeraar en lieve vriend" afscheid nemend, betuigde dat de oud-leerlingen „de jaren die hun nog resten zouden, trachten zullen voort te bouwen op de fundamenten die Tak zoo stevig heeft gelegd".

De heer Meijer begaf zich naar het orgel, om, met begeleiding daarvan, bij de baar, het Largo van Handel op zijn viool te spelen, als eene laatste hulde van den oud-leerling aan den vereerden viool-paedagoog.

Als laatste spreker herdacht Louis de Vries, den vriendelijken kunstenaar, die ondanks zijn leeftijd nog zulk 'n jeugdige vitaliteit bezat en die ook zooveel belang stelde in de kunst van het tooneel.

Onverwacht zette een zonnestraal de bloemen op de baar in een gulden schijn. En van dit moment maakte de spreker gebruik om in eene dichterlijke toespeling afscheid van den doode te nemen.

In plechtigen stoet werd het stoffelijk overschot daarna grafwaarts gedragen. Het orgel liet, evenals bij het begin der plechtigheid, Bach-muziek door de ruimte trillen. Allen volgden de rijk met bloemstukken belegde baar. Notaris Warmelink dankte aan het graf de aanwezigen voor de den doode bewezen eer." N. H. W.

Lit: weekblad De Kunst, no 1298 11-3-1933, p 182: Een vooral in Amsterdamsche muziekkringen bekende figuur: de vroegere vioolleeraar en violist Jan Abels Tak, is de vorige week Vrijdag (3 Maart) vijf-en-tachtig jaar geworden.

Onder de jongeren in de muziekwereld zullen niet velen hem meer kennen, want de heer Tak woont sedert eenige jaren te 's-Gravenhage, waar hij op zijn werkzaam leven terugziet, in rust, bij zijne vrienden : de familie Nord van Till. Daar heeft hij — die ongetwijfeld de nestor is der Nederlandsche musici — in volmaakte gezondheid zijn jaardag gevierd en de talrijke gelukwenschen van vrienden en oud-leerlingen in ontvangst genomen.

Tak is Groninger van geboorte. Op zijn zevende jaar speelde hij reeds viool bij de opening van de Groningsche muziekschool (1855). Tien jaar later ging hij naar Keulen, om daar een jaar te studeeren, waarna hij bij de Utrechtsche schutterij-muziek onder Coenen werd benoemd als violist en hoornist en tevens tot instructeur voor de koper-instrumenten. Vier jaar bleef hij dit. Daarna werd hij eerste violist bij het symphonie-orkest van Stumpff te Amsterdam. Hij werd hier concertmeester met Willem Kes; speelde in „Felix Meritis" onder Johannes Verhulst en werd ten slotte benoemd tot leeraar in de muziek aan de kweekschool voor onderwijzers te Amsterdam, welke functie hij vijf-en-dertig jaar heeft waargenomen en waar hij tallooze leerlingen heeft gevormd (o.m. was de heer H. J. den Hertog één diergenen). Hier heeft Tak aan het onderwijs, dat hij ook buiten de school gaf aan partikulieren, zijn beste krachten gewijd. Als viool-paedagoog vooral was hij geëerd. Ook André Spoor was een zijner leerlingen. En in volle gezondheid, levendig en geïnteresseerd, speelt de 85-jarige nog dagelijks een uurtje op zijn instrument. Moge hij dit nog vele jaren doen!

Lit: De Vrijdagavond, Joodsch weekblad nr 14, 3-7-1925: Het muziekleven van Amsterdam heeft de laatste zestig jaren een aantal zeer respectabele musici kunnen aanwijzen, die den naam Tak droegen. Jan Abels Tak, de violist en paedagoog, was de eerste Tak die het tot een groote, wèl verdiende reputatie bracht. Niet alleen, dat hij van vele orkesten een zeer gewaardeerde kracht was, leverde zijn minitueuse, paedagogische leiding een groot aantal leerlingen, waarvan André Spoor de bekendste is. Zijn zoon Jan, evenals zijn vader een bekend toonkunstenaar, was jarenlang 1e violist van Mengelberg's onvolprezen orkest en altist van het strijkkwartet, waarvan Chris Timmer, Johan C. Herbschleb en Frits Gaillard ook deel uitmaakten. Een neef van deze tak der Takken is Heiko Tak, de derde hoornist (plaatsvervangend eerste) van het Concertgebouworkest, tevens stichter, administrateur en de businessman van de collaboratie kamermuziek blazers die het Concertgebouw-sextet vormen en dat jarenlang door Evert Cornelis artistiek geleid een bijzondere plaats in onze muzikale samenleving heeft ingenomen. (...)

* 1872, 30-5: Stadsarchief Amsterdam: BSHuwelijk-1872-5-87: X 30-5-1872 Jan Abels Tak, Muzijkmeester, van Groningen, wonende alhier, 24 jaar, zoon van wijlen Heike Tak en Jacoba van Dockum, zonder beroep, wonende te Groningen; en Geertje Susanna Bijl, zonder beroep, geboren en wonende alhier, 22 jaar, dochter van Johannes Bijl, onderwijzer, en Geertje Lit.

* Stadsarchief Amsterdam, pensioenkaarten: deze ambtenaar is leraar aan de kweekschool. Krijgt vanaf 1-5-1918 pensioen (fl 1032 ’s jaars). M.i.v. 1-7-1922 vervallen. Overl. 9 aug 1933.


openstaande vragen / discussie

Jan Abels Tak 1912. (bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam)