PARENTEEL DE MAARÉ IV.f Johannes B.P. Kerkhoff

ouders: Petrus Kerkhoff en Johanna Hendrika Antonia de Maaré

geboren: Leiden 25-2-1876,

gedoopt:

overleden: Rotterdam 9-10-1941,

begraven:

beroep: muziekonderwijzer, schilder, cartoonist voor het Rotterdamsch Nieuwsblad

woonplaats / adres: Rotterdam ( 1941)

relatie: trouwt Rotterdam 4-3-1903

Johanna Christina Köhler,

ouders: Christiaan Joseph Köhler en Johanna Wilhelmina Catharina Louisa Brunt.

geboren: Den Haag 17-9-1874,

gedoopt:

overleden: Rotterdam 29-5-1954

begraven:

beroep:

woonplaats / adres:

kinderen:

    1. Jeanne Kerkhoff, 1909-1998, X 1935 Pieter Job Boot, VOLGT PARENTEEL DE MAARÉ V.o

    2. (foto op site www.boot-bakker.co.uk)

    3. geboren: Rotterdam 9-11-1909

    4. overleden: Poole (Engeland) 30-11-1998

    5. beroep: stenotypiste Rotterdams Nieuwsblad

    6. woonplaats / adres: Poole (Eng; 1988-1998)

    7. relatie: trouwt Rotterdam 19-12-1935

    8. Pieter Job Boot, geboren: Rotterdam ca 1908

    9. overleden: 1968

    10. beroep:

    11. woonplaats / adres:

    12. ouders: Gerrit Jan Boot en Davina Maria Vijverberg

      1. Robert Gerald Jan Boot, geboren: 4-9-1937, overleden 2013, architect in London, X Judy Bakker

      2. Paul Bernard Johan Boot, geboren: 17-9-1938

    13. Johanna Kerkhoff, geboren: ca 14-10-1915

    14. overleden: na 1927

Johannes Bernardus Petrus Kerkhoff,

Johanna Christina Köhler (bron: idem)

Zelfportret (bron: idem)

Joh.B.P. Kerkhoff (1876-1941). bron: http://www.boot-bakker.co.uk/Boot-Bakker/Johannes_Kerkoff.html

biografische aantekeningen

* 1941, 10-10: Rotterdamsch Nieuwsblad: Kunstnieuws JOH. B. P. KERKHOFF † . Te dezer stede is, in den ouderdom van 65 jaar, Joh. B. P. Kerkhoff overleden, die langen tijd als teekenaar aan het Rotterdamsch Nieuwsblad verbonden is geweest. Onze lezers zullen zich het werk van Kerkhoff nog wel herinneren, Kerkhoff was een scherpzinnig waarnemer, die met ongemeene rapheid zijn indrukken wist vast te leggen. Hij „schreef" zijn teekeningen in een vlot handschrift, en had daarin een bedrevenheid gekregen, die hem onder geen enkele omstandigheid in den steek liet. In het Rotterdamsche volksleven was hij thuis als een visch in het water. Waar „wat te doen" was, kon men hem, er midden in en toch nooit opvallend, omdat hij nooit voor vertoon voelde en de bescheidenheid in persoon bleef, met zijn blocnote vinden. Inderdaad, hij werkte niet met een schetsboek, hij „reporterde" op een blocnote. Hij was, lang voor het moderne ras van dagbladteekenaars in de mode kwam, aan het Nieuwsblad al een coryfee, die van elk onderwerp wat wist te maken. Op nationale feestdagen vooral wist hij kostelijke notities te maken en als hij op 5 December een stukje Korte Hoogstraat met zes concurreerende melksalon-Sinterklazen krabbelde, lachte 's avonds heel Rotterdam.

Als caricaturist genoot Kerkhoff bijzondere vermaardheid in muziekkringen en in den Gemeenteraad. In muziekkringen voelde hij zich bijzonder thuis, omdat hij van kind af muziek om zich heen had gehoord. Zijn vader, dien hij dikwijls bij en arbeid had geportretteerd, was vioolbouwer en hijzelf heeft jaren lang als clarinettist deel uitgemaakt van de Rotterdamsche Harmonie onder Bart Verhallen. Als teekenaar voor het Nieuwsblad kwam hij op elk belangrijk concert, om, op aanwijzingen van den recensent De Ronde, beroemde physionomieën in geestige entourages vast te leggen. Zijn caricaturen uit de muziekwereld verschenen ook geregeld in den Muziekkalender, dien de heer Schaardenburg voor de firma's Lichtenauer en Rijken en De Lange placht samen te stellen. En er is ook eens een bundeltje muziek-caricaturen verschenen, waarin die van Kerkhoff uitblonken.

Muziek had zijn hart. Bij het klimmen der jaren kreeg de muziek hem zoo te pakken, dat hij haar ging uitbeelden zooals later Ruttmann en nog beter Flschinger het voor de film deden. Die wonderlijke teekeningen vaneen geëmotioneerde ziel toonde hij slechts aan intimi. Het was in den tijd, dat hij ook voortreffelijke linoleumsneden vervaardigde van beroemde componisten. Een prachtigen Beethoven-kop sneed hij, en Strawinsky is welhaast nooit geestiger getypeerd dan door hem.

Zijn merkwaardig vermogen om van verschillend geaarde menschen ineens standaard-typen te maken, kwam hem tenslotte bijzonder van pas als geduldig en ijverig toeschouwer in den Gemeenteraad. Hij illustreerde de ironische kronieken van „het 46e", Henri Dekking, met kostelijke allegorieën, waarin de prominente raadsleden hun woorden en daden vermakelijk gecommentarieerd vonden door een humorist, die, in al zijn bescheidenheid stil weggedoken achter de verslaggevers, nooit uit het oog verloor hoe betrekkelijk de dingen des levens zijn. Er waren raadsleden, die een verzameling aanlegden van Kerkhoffs ironieën. Hoe had hij sommigen van hen in zijn handl De kapper van een mr. Abr. de Jong kon altijd het resultaat van zijn werk in den goedmoedigen humor van Kerkhoffs teekeningen geprezen zien en het raadslid Van Burink zou welhaast een geteekende biografie uit het werk van Kerkhoff kunnen samenstellen.

Kerkhoff schilderde ook. Menig Jubilaris bij het Nieuwsblad vereeuwigde hij en bij al zijn arbeid als teekenaar, retoucheur, en leider van den dagelijkschen gang van zaken ter zincografie zag hij nog kans, zijn liefde voor het landschap uit te leven in impressionistische kunst, die hij vrijwel nooit exposeerde. Gaandeweg werd het rumoerige leven voor den stillen Kerkhoff te zwaar. Hij droomde weg in geestelijke afgetrokkenheid en nam, na bijna 25 jaar zijn krachten aan het Nleuwsblad te hebben geschonken, in 1927 afscheid om zich in een inrichting te laten verplegen. Thans is hij heengegaan, in stilte, maar niet als een vergeten man.

bronnen

* 1915, 14-10: Rotterdamsch Nieuwsblad: Geboren: Johanna Kerkhoff, dr..v Joh.B.P. Kerkhoff en J.C. Kerkhoff-Köhler

openstaande vragen / discussie