XV-9973 Corver, Pieter Cz

Pieter Claesz Corver


ouders: Claes Corver


geboren: 

gedoopt: 

overleden: voor/in 1620

begraven: 


beroep: bierkoper 

woonplaats / adres: [Embden? ca 1598]


relatie: ondertrouwt 


Elsghen Hendricks


ouders: 


geboren: 

gedoopt:

overleden: voor/in 1620

begraven: 


beroep:

woonplaats / adres: 


biografische aantekeningen




bronnen


* 1620, 4-6: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Palm Mathijs [482A-301466, fol. 90-101]: Inventaris van de goederen die Elsgen Hendrix metter doot heeft ontruijmpt ende naergelaten geïnventariseert ten versoeke van Ghijsbert Michielsz als oom ende Willem Cornelisz als swager van de naegelaten kinderen van voorn: Elsgen Hendrix die sij geprocreert heeft bij Pieter Claeszn Corver, der kinderen vader ende sijn als volcht. In de binnenhaert: een comptoir, vier sitstoven, een mat stove, zes zitkussens, een cantoor cleet, een spiegel, twee taeuw mantiens, een glase wasser, (…), in ’t voorhuijs: vijff schilderije, een kaert, de contrefeijtsel van Diewer Pieters, 28 tonnen vol asch, 4 ton asch, 2 ijzeren asch-ijzers, een houten schaal met vier pond ijzer gewicht; (…) in de gang, (…) in de kelder: vier vierendelen Jopenbier, drije hoefvaten Jopenbier, vier volle tonnen Jopenbier, (…) een ton bijkans vol moer, er zijn ook lege vaten (…) een merck ijser; (…) Sijde Camer: … negen vrouwen hembden, vier taefellakens …, een nieuw bontjack, een rootscherlakens rock, een turcks grofgreijnen rock, een paerse bloemen fluwele borst, een armosijnen schorteldoek, een copere weijroxvat; een slecht posteleijn plateltien; negen schilderkens, noch een conterfeijtsel, een schilderij van de vijff sinnen, een groot carte van de waerelt, vier spaanse stoelen … een geschilderde tuffer, een eken banck, … hier na volgen goud- en zilverwerk … een zilveren oorijzer, een goude ringh met een turcoos, een gouden ring met een diamant steentje, een gouden ring met een robijntje … hier na volgt de specif: vant gelt vijff oude rijxdaelders, een sack daerinne is bevonden dertien honderd twee en vijftich voorp ende elke voorp 21 stuijversaan Engels gelt, maeckt vierthienhonderd negenthien guld twaelf stuijv.; ander geld, samen fl 240:16:0, 43 pistoletten; 10 moorsies, 10 ongerse ducaten, 7,5 rosenobels, een poortegaels stuck, twee gouden koningsdaalders; …, obligaties en zo, waaronder een kwitantie t.b.v. Pieter Claesz dd 18-4-1596 (andere obligaties uit 1585, ’86, ’87, ’91), en een kwitantie gepasseerd bij Jan IJsbrands Dommer t.b.v. Pieter Claesz dd 29-1-1602; een quijtschelding van ’t huijs in de Niezel dd 16-5-1571, een testament bij Dieuwer Pieters gemaakt voor den Nots. Albert Severijn tot Emde (of Amst?) de dato op 1593 den 9 Octob; er is veel referentie aan Oostzanen en ook nog tal van vermelde klanten aan wie Jopenbier en as verkocht is, tot in april 1620.  Het lijkt, kortom, of de familie Corver nauwe banden heeft met/afkomstig is uit Oostzanen.

* 1620, 9-10: Stadsarchief Amsterdam, 5073 Weeskamer Inbrengregisters [invnr .., nr. 18, fol. 130v]: Lade 109 / Dirck Heyndrickszn Schooneman en Elias Jacobsz, de voogden van Jan (oud 17 Jaren), Dieuwer (oud 14 Jaren) en Gerrit (13 jaren), de drie onmondige kinderen van Pieter Claesz Corver, biercooper, daer moeder af was Elsgen Heyndrix, ter weescamer verclaert dat de kindern voor hun vaders en moeders erf de somme van 7.496:18:- toekomt, hier nader gespecificeerd: voor 3/5 deel van twee huizen en erven op de hoek van de Nieselsteeg, getaxeerd blijkens de inventaris op fl 2758:3:-. Verder 3/5 deel van de schulden t.w.v. fl 1456:1:-. Op 21 januari 1633 hebben Pieter Pietersz Corver en Albert Barentsz als man van Marij Pietersdr. verclaert dat zij veertienhonderd zesenvijftig gulden zijn betaelt bij rekening; een rentebrief van fl 38,- per jaar tegen de 18e penning, die de vader van de kinderen heeft belegd op het huis in de Niezel, dd 16-3-1571 (i.m.: deze rentebrief behandigd Pieter Pietersz Corver en Dieuwertgen Pieters met Adriaen Brouwer haren man, den 21-1-1653); een weesmeesters kennisse van fl 400,- op Jan Jacobsz kistenmaker dd 9-10-1620 (i.m.: in plaats van deze kennisse die afgelost is, is een andere kennisse van fl 400,- opgelegd); met nog fl 2198:4:0 aan gelden, die in de penning-kist zijn gelegd (i.m.: hiervan fl 1000,- belegt aen Heijndrick Pietersz den broeder hier naer gestelt); Ende het behaagde Maritgen Pieters met Willem Cornelis, haren man, en Hendrick Pieters, der kinderen gehuwde broeder en zuster, die de schulden van de boedel van hun overleden ouders overnemen, en ze beloven jaarlijks de rente te betalen over de verschuldigde fl 1456,-. Deze Maritgen Pieters en Hendrick Pieters bewonen elk een van de twee huizen op de Voorburgwal/hoek Niezel. Dirck Schoneman heeft op 21-10-1626 aan Jan Pietersz Corver zijn portie uitbetaald, en hij is daarmee voldaan en bedankt Schoneman. “Op den 3 Junij 1622 is ter weescamer gecompareert Pieter Pietersz Corver, mede een sone der voorsz Pieter Claesz biercooper ende Elsgen Heyndrix, ende oversulx voor een zeste part mede erfgenaem in de voorsz goeden, daer buijten hij is gerekent geweest, vermits hij onderwegh zijnde huijst <?> van OostIndiën op Madagascar is gevangen gebleven bij de wilden omtrent vier jaren, ende daer door voor doot gehouden geworden, bekennende op rekening van zijn voorsz. gedeelte van erffenisse ontfanghen te hebben van de voorsz. Dirck Hendricksz Schooneman de somme van de thienhondert ende vier gulden ende daerenboven noch van Heyndrick Pietersz zijn broeder en van Maritgen Pieters zijn zuster elx fl 384,-, in totaal dus fl 1672,- aan gelde, daarmee hij voldaan isvan zijn portie, blijvende voor hem alleen zijn zesde part in de voorsz. huizen met zijn broer en zuster gemeen. Een obligatie van fl 1400,- is overhandigd aan Dieuwer Pieters en haar man Adriaen Jans Brouwer … met nog fl 100, haar aanbestorven van wijlen Gerrit Pietersz, haar broeder, dd 20-1-1633


kind 1: Maria Pieters [Corver]:

* 1619, 15-6: Stadsarchief Amsterdam DTB ondertrouw: Willem Corneliss uijth Gravenhage, vergulder, out 27 Jaren, dewelcke opgeleght is zijnes vaders consent voor ’t eerste ghebodt in te brengen, ende wonende op de Binnen Aemstel, ende Marietjen Pieters, oud 22 Jaren, geasst. met Elsje Henrix, hare moeder, wonende op de hoek van de Liesdel. (i.m.: ’t Consent is goet inghebracht), (w.g. bi mijn Willem Chornelissen; bij mijn Marrijge Pijeters).

* 1627, 25-3: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw [670-229]: Pieter Pieterse Corver, van Embden, askoper, wedr. van Aeffgie Jans, wonende om de hoeck van de Niesel, geassisteert met Albert Baerentsz, ende Claasgie Cornelis Coerten, van A., oud 23 Jaeren, geen ouders hebbende, geassit met haer petemoeij Marrij Pieters, wonende in de N.Z. Houtuijn. (w.g. Pieter Pieterse Corver, Clasen Cornelus)

* 1629, 15-6: Stadsarchief Amsterdam, Kwijtscheldingen (transportregisters) [34-fol 84]: Pieter Pietersz Corver, aschkoper, verkoopt aan Pieter Bril ¼ part in een huis en erf in de St. Annenstraat, met als buren Wouter Dircksz (Oostzijde) en Lucas Jansz, spaansestoelenmaker (Westzijde), de straat aan de voorkant en het Ververssteegje aan de achterkant, met een achterhuisje erbij. Pieters borgen zijn Albert Barentsz, askoper in de Niezel, en Claes Jansz Cloeck op de Geldersekade. De helft van het huis is belast met een oud-eigen van vier gulden per jaar

* 1664, 5-4: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots. Jacob de Winter [2360, akte 226668]: Maria Pieters, huisvrouw van Gerrit van Enst, as-koper, wonende op de Lastage, ziek te bedde, maakt haar testament. Ze herroept oudere testamenten, behalve de huwelijkse voorwaarden die zij en Gerrit van Enst voor hun huwelijk hebben opgemaakt bij notaris Gerrit Coren. (in de marge: de testatrice is andermaal bij mij, notaris, verschenen, verklaart het nevenstaande testament te lauderen en approberen, maar corrigeert het in zoverre dat het fideïcommissaire verband dat op de nalatenschap is gelegd, niet geldt voor het erfdeel dat haar dochter Cornelia Schuijlenburgh erft, waarvan akte dd 10-5-1664). Ze verklaart dat ze het vaders erfdeel heeft uitgekeerd aan haar vier getrouwde kinderen, met namen Elsje Schuijlenburghs, weduwe van Jan van Kampen, Cornelia Schuijlenburghs, getrouwd met Cornelis Root, Barta Schuijlenburghs, weduwe van de medicinae doctor Cornelis Wijckersloot, en Gerrit Schuijlenburgh, en deze kinderen bovendien bij hun huwelijk nog eerlijk, na hun staat, heeft uitgezet, en daarom prelegateert ze aan haar ongetrouwde dochter Catharina Schuijlenburghs in vrij en onbezwaard eigendom fl 6000,-. Ze legateert voorts aan haar zuster Diewertje Pieters, weduwe van Adriaen Brouwer, een uitkering van fl 40,- per jaar gedurende de rest van haar leven. Vervolgens zegt ze dat haar vijf kinderen (Elsje, Cornelia, Barta, Catharina en Gerrit Schuijlenburgh) haar universele erfgenamen zijn. Verder bepaalt ze dat de erfenis die naar de vier dochters gaat (behoudens huisraad en sieraden: die zijn vrij besteed- en vervreemdbaar) met dubbele fideïcommis belast zal zijn tot de tweede graad, waarbij de eerste graad deze kinderen is. Die goederen mogen door haar kinderen en kleinkinderen dus niet worden ge-aliëneerd. Dat doet ze niet uit wangunst, ‘maar tot welstanct en securiteijt’. Deze bepaling doet niets af aan het kindsdeel dat haar man Gerrit van Enst op grond van de huwelijkse voorwaarden bij haar vooroverlijden zal erven. Ze benoemt tot executeurs en administrateurs van het erfdeel van haar drie kinderen (Elsje, Barta en Catharina) de heren Jan Pietersz Backer en Cornelis Corver, hare cosijns, en daarmee bepaalt ze dat de oppervoogden, en speciaal Joan Akerboom en de familie van dokter Wijkersloot zich absoluut niet met het sterfhuis mogen bemoeien. (w.g. Marija Pijeters)


kind 3: Jan Pietersz Corver

* 1625, 10-11: Stadsarchief Amsterdam, 5062 transporten (Kwijtscheldingen) [32-29]: Jan Pietersz Corver verkoopt aan Albert Barentsz, askoper, zijn zwager, 1/12 deel van twee huizen en erven op de hoek van de Liesdel, op de burgwal. 

* 1629, 3-2: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots Palm Mathijs [443 – akte 182820]: Jan Pietersz Corver, tabaksverkoper, verkoopt aan Gerrit Harbertsz, burger, een huurcedule ter waarde van fl 100,- die Jan Jansz. naaldemaker, en zijn zwager Huijbert Remont hebben ondertekend voor de huur van een hiuis en erf in de Bloemstraat, dat ze voor een jaar van hem hebben gehuurd.

* 1630, 7-6: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots Palm Mathijs [444 – akte 237440]: Jan Pietersz Corver transporteert aan Jan Gerrits het recht om op Allerheiligen de huur te innen van vier huizen bij de Schans bij de Regulierspoort, t.w.v. fl 300,- per jaar om daarmee de schuld van fl 200,- die hij aan Jan Gerrits heeft af te betalen.

* 1635, 20-2: Stadsarchief Amsterdam 5061 Transportregisters (kwijtscheldingen) [2166, 190]: Gerrit Hermansz heeft op 29-1-1633 vier huijsgens gekocht van Jan Pietersz Corver, gelegen bij de Regulierspoort, daar de drie nijptangen uithangen, genummerd 1 t/m 4, waarvan nrs. 3 en 4 liggen in de Balk in ’t Oog-steeg. Gerrit Hermansz heeft op 16 maart 1633 deze huisjes apart doorverkocht: nr. 1 aan Jan Pietersz de Boer, huistimmerman, nr. 2 aan Jan Jansz zadelmaker, en nrs 3 en 4 aan Frederick Claesz, zijdelintwerker.

* 1639, 15-8: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA, nots. Gijsbert Vliet [1624 – akte 177395]: gecompareerd: Lambert Lamberstz, 45 jaar, Jan Pietersz Corver, 35 jaar, , allebei gezworen makelaars, leggen een verklaring af op verzoek van Samuel Bollaart, koopman in Middelburg. Bollaart heeft in het bijzijn van Lambertsz 27 rollen christoffelse tabak verkocht aan Jacob Jansz van Halmael in diens huis op de Geldersekade voor fl 309:15:- etc. (w.g. o.a. Jan Pietersz Korver)

* 1647, 1-1: Stadsarchief Amsterdam 5061 Kwijtscheldingen [2168]: bij executie is verkocht op 27-1-1634 aan Dirck Cornelisz Harlingen de helft van een huis en erve op de Bloemstraat NZ, tussen de Bloemdwarsstraat en de Prinsengracht ’in allen schijne toebehoord hebbende Jan Pietersz Corver, tobackvercoper’. 

* 1648, 16-5: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots Hendrik Schaef [1295 – akte 658301]: Steven Hopman, tabaksverkoper in  de Bloemstraat, in de Propheet Elias, oud ca. 57 jaar, Jan Pietersz Corver, ca. 44 Jaar, mede wonende in dezelfde straat, Guiliam Jansz, schipper uit Vlissingen, 52 jaar, leggen op verzoek van Jan Hendriksz Leringvelt uit Hulst in Vlaanderen een getuigenis af over de verkoop van een partij tabak. 

* 1667, 24-12: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Karthuizers Kerkhof: [1156, p. 314]: Jan Pietersz Korver, Makelaer in de Bloemstrat boven de Rietmacker 1 on slede van 14 .. rof 


kind 4: Dieuwertje Pieters

* 1626, 28-10: Stadsarchief Amsterdam NA nots L. Lamberti, [575, akte 29294]: testament van Dieuwertje Pietersdr, 21 jaar oud, dochter van wijlen Pieter Claesz Corver en Elsghen Hendricksdr, poorter en poorteres van Amsterdam. Zij maakt tot haar universele erfgenamen Maritgen Pieters, Pieter Pietersz, Jan Pietersz, en Gerrit Pietersz, haar zuster en broeders, elk in een deel, en de kinderen die haar broer Heijndrick Pieters tegenwoordig bij Trijntje Jans zijn wettige huisvrouw heeft geteeld en nog zal telen, samen in twee delen. Er volgen nog bepalingen die Hendrik Pietersz (ook Hendrik Corver genoemd) uitsluiten (vanwege zijn schulden) van dat wat zijn kinderen wel erven, en waar Trijntje Jans het vruchtgebruik zal hebben ten behoeve van de opvoeding. Ook zullen haar zus en broers de verkoop gestand moeten doen die zij tot stand heeft gebracht met haar broer Pieter Pieters van 1/6 part van de huizen en erven op de Noorderhoek van de Niesdel. Ze benoemt haar voogd, Dirck Hendricksz Schoneman, tot executeur testamentair.

* 1628, 31-5: Stadsarchief Amsterdam NA nots L. Lamberti [576-26264, fol. 236]: nieuw testament van Dieuwertje Pieters, ziek te bedde. Ze herroept alle eerdere testamenten en speciaal die van 28-10-1626. Ze verklaart dat haar broer Pieter Pietersz gans geen voordeel meer als haar andere broers en zusters of broers-kinderen zal mogen trekken uit krachte van het testament van haar zalige broer Gerrit Pieters, in zijn uiterste lest gemaakt, maar van zijn voordeel afzien en het van de hand moet wijzen. Hij dient die afwijzing terstond na Dieuwertjes dood schriftelijk te verklaren, of anders erft Pieter helemaal niets van Dieuwertje. Onder die conditie benoemt z tot haar erfgenamen Pieter Pieters en Maritgen Pieters, haar broer en zus, elk voor ¼ deel, de kinderen die haar broer Hendrik Pieters heeft of nog kan krijgen en dito de kinderen die haar broer Jan Pieters nu heeft en nog kan krijgen. Ze vraagt ook van Hendrik Pieters om te renuncieren van het voordeel dat hij van de overleden Griete Pieters geniet. Verder wil ze dat de vrouwen van haar broers Hendrick en Jan het vruchtgebruik zullen hebben van het erfdeel dat Dieuwerje aan hun kinderen (haar neefjes en nichtjes dus) toebedeelt. Zij bedankt haar oom Dirk Hendriksz Schoonderman voor het beheer dat hij tot dusverre over haar goederen had. Verder maakt ze een legaat aan Aaltgen IJsbrands Dommer, haar halve zusters dochter, een zilveren bierbeker; aan Jantjen Dommers een zilveren lepel, en aan Claes Pieters haer halve bastert broeder fl 25,


kind 6: Hendrick Pietersz Corver:

NB: Hendrik Pietersz Corver is getrouwt met Trijn Jans, eveneens een dochter van Ael Cornelis (en dus een zus van Aafje Jans, die met Hendriks broer Pieter is getrouwd) (het testament van Ael Cornelis, weduwe Jan Hendriks, dd 9-4-1624 is bij nots Laurens Lamberti [606-407564] en dito dd 17-2-1631 [577-28927, fol. 598])

* 1620, 24-9: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots L. Lamberti [606, aktenr. 389443]: Hendrick Pietersz Corff, toecomende bruijdegom, geassisteert met Maiken Pieters, zijn suster en Willem Cornelisz zijn swager, ende Jan Martsz (doorgehaald: zijne cosijn) ende Maritgen Sijbrants, zijne neve en nichte, ter eenre, ende Trijtgen Jans, toecomende bruijdt, geassisteert met Aeltge Cornelis, hare moeder, Cornelis Jansz, hare broeder, ende Dirck Hendriksz Schoneman, hare oome, ter andere zijde, alle poorteren deser stede. een huwelijk op de volgende voorwaarden: Hendrick Pietersz Corf zal inbrengen (aan waren, koopmanschappen en klinkende munt) fl 2000,-, waartegen Trijntgen Jans (gegarandeerd door haar moeder) zal inbrengen fl 1200,- plus een jaar de cost, makende te zamen fl 1400,-, plus nog een vrije bruiloft naar haar staat en conditie. Mochten er geen kinderen zijn als de eerst van de partners sterft, dan gaan deze bruidschatten terug naar de bloedlijn waar ze vandaan kwamen. Kleren, kleinodiën en juwelen gaan sowieso terug naar de bloedlijn, winst en verlies worden half en half gedeeld. Maar als Hendrik Pietersz Corf als eerste overlijdt, dan krijgt Trijntje Jans een duarie uitgekeerd van fl 800,-. (w.g.: bij mijn Heijnderck Pietersz Koerfer; bij mijn Marrij Pijeters; bij mien Willem Chornelissen; Maertgen Sibraens; Trijn Ijans; Ael Cornelis; Cornelis Jansen; onleesbaar) 

* 1622, 8-5: Stadsarchief Amsterdam, NA nots L. Lamberti [606-akte 431532]: huwelijkse voorwaarden. Pieter Pieterse Corver, toekomende bruidegom, geassisteerd met Dirck Hendricksz Schoneman, zijn voogd, een Aefgen Jansdochter, jongedochter, toekomende bruid, geassisteerd met Aeltgen Cornelis, haar moeder, en met haar zwager Hendrick Pietersz Corver, haar voogd in dezen. Pieter brengt ten huwelijk in één twaalfde part in twee huizen, staande op de Noorderhoek van de Niezel, gekomen van zijn ouders en dit twaalfde part in twee huizen wordt getaxeerd op fl 766,-; en bovendien aan gerede penningen nof een som van fl 1034,-, makende samen fl 1800,-, waartegen Aefgen Jans zal inbrengen, en haar moeder belooft dat, fl 1200,- plus nog fl 200,- in de vorm van een jaar lang kost, samen dus fl 1400,-. Met de conditie dat bij overlijden deze sommen weer terug gaan naar de bloede waaruit ze gekomen zijn. Mocht Pieter eerst sterven en haar kinderloos achterlaten, dan zal uit zijn goederen een bedrag van fl 800,- aan haar worden toegekend. (w.g. Pieter Pietersen Corfer; (een onleesbare ondertekening Houtcoper); Heindrick Pietersz Koerever; Effen Jans; Aeel Cornelis)

* 1623, 3-1: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots. L. Lamberti [606 – akte 425842]: testament van Trijn Jans, vrouw van Hendrick Pietersz Corver. Zij nomineert tot haar universele erfgenaam het kind of de kinderen waarvan ze momenteel zwanger is en de kinderen die daarna nog geboren worden, en als die er niet zijn haar moeder Ael Cornelis of na diens overlijden haar andere bloedverwanten die op grond van het erfrecht gerechtigs zijn van haar te erven. Impliciet blijkt uit alle bepalingen dat haar erfenis niet naar haar man gaat. 

* 1624, 3-6: Stadsarchief Amsterdam, 5075 NA nots. L. Lamberti [607 akte 457857]: Hendrik Pietersz Corver, notenkoper en poorter, heeft verkocht aan Ael Cornelisdr., de moeder van zijn vrouw, weduwe van wijlen Cornelis Jansz, gerscoper, alle kleren, kleinodiën en juwelen die tot de linie van zijn vrouw behoren, item de navolgende schulden: fl 195,- ten laste van …, appelverkoopster op de nieuwe Appelmarkt, wegens de koop van 20 ton noten; item fl 87:10:- ten laste van de appelcoopster in het Duijfje op de Appelmarkt, gesproten uit de koop van tien ton noten; item nog fl 468,- op Cornelis Bastiaansz te Delft wegens de koop van vier last noten; item fl 66:13:- op Cornelis Huijbertsz tot Wesel wegens de koop van noten en Jopenbier; item fl 46:10:- op schipper Michiel bij ’t Waterpoortje wegens koop van een half last noten; item fl 46:2:8 op Cornelis Pietersz te Utrecht wegens de koop van drie ton geers; item fl 20,- op Anneke van Ceulen van twee ton noten; item fl 10,- op Harmen Bos in de Koestraat wegens een ton noten; item fl 10,- op Maritgen Cornelis wegens een ton noten; item fl 10:5:- op Lambertgen Rossingh van Steenwijck voor een ton noten; item fl 7,- op Hans van Menen op de Zeedijk voor twee vaatjes Jopenbier; item fl 7:5:- op Bruijn Jacobsz tot Hoorn voor een vaatje Jopenbier; item fl 20:4:- op NN, wijnverlater voor lege vaten en moer; item fl 42:7:- op Pieter Pietersz Corver voor noten en Jopenbier, door deze Pieter Pietersz voor hem verkocht; (ingevoegd: bedragende te samen alle deze voorsz schulden fl 1154:16:8. De comparant is voor de verkoop hiervan betaald, de leste penninck metten eersten, zodat zijn schoonmoeder nu in zijn plaats de schuldeiser is en het volle recht heeft de schulden op te eisen. (w.g. Heinderick Pietersz Corver) 

* 1629, 14-10: Stadsarchief Amsterdam, Kwijtscheldingen (transportregisters) [2165-fol 192]: Inschrijving van het feit dat op 19-1-1627 bij executie verkocht is aan Pieter Pietersz Corver het een-twaalfde deel van twee huizen op de ‘Oude Zijds Wester Voorburgwal’ op de noorderhoek van de Liesdel, belend Sandertgen Cleuters aan de Noordoostzijde, toebehoord hebbende dit 1/12 part aan Henrick Pietersz Corver. Pieter Pietersz Corver heeft er fl 670,- voor betaald.

* 1651, 15-6: Stadsarchief Amsterdam 5075 NA nots. Cornelis Molensteen [2430 – akte 671354]: De notaris gaat op verzoek van Cornelis Jansz Goutsbloem langs bij Hendrick Corver. Corver heeft namelijk tegen Goutsbloem gezegd dat hij afziet van het voldoen van de schulden die de vroegere man van zijn huidige echtgenote, Gerrit Boom, in ‘vreemde landen’ heeft gemaakt. Nu heeft Goutsbloem op verzoek van de Schepenen een rekeningboek gedeponeerd bij advocaat Jan Engels, waarin de administratie staat van de retouren ruim elf jaar geleden door de conciërge verkocht. De provisie voor het voeren van de administratie is nooit betaald. Hendrick Corver verwijst de notaris naar Andries Boom, de voogd (en dus administrateur) van het kind van wijlen Gerrit Boom. Op drie juli heeft deze Andries Boom aan de notaris gezegd dat hij ‘daarvan abandonnerende en d’selve met de voet stieth’. 

* 1660, 29-10: Stadsarchief Amsterdam 5075 NA, Aleweijn de Jager [2977A – akte 281991]: Jan Gijsbertsz Appelman, Grietje Gijsbertsz Appelman, Dirck van Dieden (Dijden) X Cornelia Appelman, Cornelis Jansz Schooneman, dokter Pieter Corver ende Francois Wattoe X Elsje Corver, allemaal samen erfgenamen van Aeltje Cornelis en daarom voor 1/13 mede fideïcommissaire erfgenamen van wijlen dokter Symon Duijm, machtigen Claas Jansz Groenhoven om opheffing van het fideïcommis te bepleiten bij de relevante rechtbanken, opdat zij er vrij over kunnen beschikken. 

* 1661, 17-5: Stadsarchief Amsterdam 5075 NA, Aleweijn de Jager [2977B – akte 301296]: Jan Gijsbertsz Appelman, Grietje Gijsbertsz Appelman, Dirck van Dieden (Dijden) X Cornelia Appelman, Cornelis Jansz Schooneman, dokter Pieter Corver ende Francois Wattoe X Elsje Corver, allemaal kinderen en kindskinderen van Aeltje Cornelis en daarom voor 1/13 mede fideïcommissaire erfgenamen van wijlen dokter Symon Duijm. Ze hebben dat 13e deel nu geschift en gescheiden: (1) een weesmeesterskennisse ten laste van Jan Gijsbertsz Appelman dd 29-4-1653 à fl 1000,- (2) een weesmeesterskennisse t.l.v. Anthony Aldewerelt, winkelier dd 16-9-1648 à fl 600,- (3) een weesmeesterskennisse t.l.v. Hendrick Sijbrantsz Pallas dd 4-4-1653 à fl 400,- (4) aan geld op de weeskamer fl 2415:8:-, zodat er fl 4415:8:- te verdelen valt. Cornelis Jansz Schooneman krijgt daarvan 1/3 deel = fl 1471:16:-; Dirck van Dieden, Jan Gijsbertsz Appelman en Grietje Appelman krijgen elk fl 490:12:-; Docter Corver zijn portie bedraagt fl 735:18:- en Francoijs Wattoe (Watou) zijn portie bedraagt ook fl 735:18:- 


openstaande vragen / discussie