XV-9951 Van Beaumont, Gijsbert

Gijsbert Bastiaensz van Beaumont


ouders: Bastiaen van Beaumont en Neeltken Jansdr. van Haerlem


geboren: ca 1551

gedoopt:

overleden: [Dordrecht] in/voor 1589

begraven: 


beroep: schoenmaker

woonplaats / adres: Dordrecht


relatie: trouwt


Pleuntgen Bastiaensdr


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden: na 1632, voor 11-7-1633

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Dordrecht (-1595), Amsterdam (1595-?) (Huidevetterstraat 1608, '09; Beulingstraat 1619)

Zij hertrouwt 1594 Frans Franz Bon


kinderen:

biografische aantekeningen


In de schaarse Dordrechtse bronnen is meestal sprake van Gijsbrecht Bastiaens, en wordt zijn achternaam niet vermeld. Dat is opmerkelijk, omdat de familie Van Beaumont in Dordrecht een zeer prominente notabele familie is. Gijsbrecht is schoenmaker.

Mijn veronderstelling was aanvankelijk dat Pleuntgen Bastiaensdr, na haar komst naar Amsterdam, haar blazoen wat oppoetste door te suggereren dat zij de weduwe was van een Van Beaumont, terwijl hij in werkelijkheid niet tot die familie behoorde. Dat is gelogenstraft door de vermelding bij haar Dordtse huwelijk met Frans Fransz Bon in 1594, waarbij zij wel expliciet de weduwe van Gijsbrecht van Beaumont wordt genoemd. Een tweede vondst uit 1589 bevestigt de achternaam.


bronnen


* 1575, 30-7: Regionaal Archief Dordrecht, Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1546 [akte 656]: Voor ons quam Ghijsbrecht Bastiaensz van Beaumont ende bekende vercoght te hebben Govert Adriaensz van Beaumont, zijn oom, een gerechte derdendeel van een gheheel huijs, erffve, bleijcvelt, lootse ende andere zijnde toebehoren staende over de oude grachte deser stede bij de Stooff tusschen Arien Martensz. Lakencoopers huijs ende raemt aen deen zijde ende 's Heeren straete aen dandert zijde (# met alle vicheijt ende servituten als hem tselve is aengeerft bij den overliden van Adriaen Govertszn van Beaumont zijn comparants groedvaedert blijckende bij de cavelcedulle daer van zijnde in date den XXVden december LXIX) Kent bet[aelt]h provisit quita. nijet wtten gheheelen huijre blijcvelt ende andere zijnde thoebehoren over t gae Renthen noch Lantcijns

* 1575, 30-11: Regionaal Archief Dordrecht, Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1547 [boek 711, fol 30]: Ter instantie van Pieter Rochusz Requirant. Gijsbrecht Bastiaensz van Beaumont, Schoemaecker, oudt ontrent XXIIII Jaeren, Inrato dicit, warachtich te zijn dat geleden Inde voirleden weecke, zonder den Juisten dach int zeeckere te weeten, den Requirant allhr hebbende groote woorden met Joncheer Willem van Nievelt, Schoutt der voorsz Stede, hij getuijge staende in zijnen winckel ghehoort heeft dat den Req:t  allhr dickwils zeijde ick wil t stadts previlegi ende ijgerechtich: voerstaen ende daer voer voersz. zonder dat hij ghetuijge ijet anders gehoort heeft dat den zelven requirant geseijt zoude hebben "Tza tza burgers staet bij, burgers staet bij" dan zeijde al "Ick wil Stadts previlegie voerstaen" ende anders nijet.

* 1589, 13-6: Regionaal Archief Dordrecht, Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1554 [akte. 710]: Ter instantie van Jan Corn[elisz] Schoemaecker uijt den naem van de achtergelaten weeskinderen van Gijsbert Sebastiaenszn, req[uiran]t. Hubert Balis, notaris publicq (…) binnen dese stede, verclaert bij den eedt bij hem in 't stuck van sijn versz. offitie gedaen waerachtich te sijn dat geliede op eergistereb den XI deser maent Junij weijnich nae de middach hij deposant ten huijse van de weduwe za: Gijsbert Bastiaenszn van Beaumont ontboden is geweest niet wetende waerom ende comende boven op de Camer alwaer ijemandt van de vrienden (niet wetende wie) de selve wedue affgevraecht hebbende off sij haer niet en soude willen verstaen tot affstant van den testamente tusschen haeren man za: ende haer gemaeckt ende sulcx gedaen, haere kinderen hebben sij d'eene helft van de goederen bij haeren man metter doot geruijmpt ende achtergelaten ende dat soe wanneer de voorn: wed:e soude commen te herhouwel: ende eerder niet, Ende dat de voorsz wedue opt selve pas daer op antwoordende Jae, seggende dat sij be<reit> was tot allen tijden affstant van de helft van de goederen te doen, soo wanneer sij herhouwelickt soude sijn, off diergel: woorden in substantie. Welck volg: bij ijemant aldaer versocht sijnde 't selve bij hem deposant als notz: genoteert te worden, antwoorde hij deposant alsdoen niet van pennen ende papier versien te sijn. Dan heeft de voorn: weduwe hem depos:t als notaris daer op hantastinghe gedaen. Ende is aldoen hij depos:t daer mede ten huijse wtgegaen. 

* 1589, 14-6: Regionaal Archief Dordrecht, Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1554 [akte. 711]: Ter instantie van de wede wijlen Ghijsbrecht Bastiaensz van Beaumont, req:te. Hubert Balis, notaris publicq (…) binnen dese stede, verclaert bij den eedt bij hem in 't stuck sijns offitiums gedaen waerachtich te zijn dat hij op maendage lestleden wesende den XIIen deser maent Junij ontboden sijnde ten huijse van de voorsz Req:te, gecomen is tijde klocke ontrent tusschen thien ende elff uren voor den middaech, alwaer hij deposant d'voorn: Requirante ende Adriaentgen Sijbertsdr: huijsvrouwe van Pieter Lucaszn weerd in de Clocke (doorgehaald: alhier) gevonden hebbende, zeijde de voorsz Req:te dat sij hem deposant aldaer ontboden hadde om hem te clagen dat hij haer seer beswaer vondt ende den voorleden nacht niet en hadde connen slapen, door dien sij sdaechs te voren als op den elfden dese denn crancksinnicheijt boven op de camer haer testament tusschen haeren man zal:r ende haer gemaeckt een weijnich te buijten hadde gegaen ende daer van verbetende gerenunceert ende aen zijns deposant handt dijer tijt belooft hadde ingevalle zij wederom quame te herhuweli: dat zij haere kinderen wilde bewijsen in de helft van alle de goederen bij haeren man achtergelaten verclarende de voorsz. requirante ten Dage en stonde als boven te weten opten 12en Junij versz tot hem deposant seijde dat zij niet en begeerde dat hij deposant ijet soude schriven ofte maecken ter instantie van de voorsz vrienden van haeren man van t'gene op Sondach voorleden op de camer geschiet want ende clagen de voorsz Req:te seijde voorts dat alle tselve geschiet was door de groote persuasien van de bloetvrienden van haeren man zal:r die haer guet vuer thooft ghetogen hadden zoo zij bekende, seijde de zelve requirante dat zij haer derhalven beswaert vindende tselve in de tegenwoordicheijt van hem deposant ende de voorsz Adriaentgen Sijbercg binnen 24 uren sochte te revoceren, ghelijck zij oock ten aenhooren van hem deposant ende Adriaentgen voorsz ter selven tijt heeft gerevoceert stustinerende daer beneffens te willen blijven bij de versz haeren testamente ende maeckinge tusschen haeren man en haer gemaect, Compareerde mede de versz Adriaentgen Sijbertsdr, oudt ontrent XXXV Jaren, de welcke mede rechtel gedachtvaert zijnde eere ende vroomicheijt in plaetsche van eede, getuicht geaffirmeert ende verclaert t'ghene versz is g: bij den versz mr. Huijbert Blis alhier gedeposeert werdt, haer getuijge mede seer wel keij... waerachtich te sijn als daer bij ende present geweest zijnde. Ende waerte... etc. 

* 1590, 20-3: Regionaal Archief Dordrecht, Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1555 [fol. 306]: Cornelis Egbertsz, Govert van Beaumont Jansz ende Cornelis Mule Adriaesnz, Schepenen in Dordt, oirconden en kennen dat voor ons quamen Jan Cornelisz schoenmaker als man ende vooght van Anneken Bastiaensdr. (doorgehaald: Damas Bastiaensz voor hem zelven) (in margine: Ploentgen Bastiaensdr. weduwe wijlen Gbrt. Bastiaensz mij tutore) ende zij te samen in desen vervangende ende hen sterk makende voor (doorgehaald: Pleuntgen Bastiaensdr. weduwe wijlen Gijsbert) Damas Bastiaensz ende Neeltgen Bastiaensdr. wonende tot Rotterdam, en zij comparanten in desen beloven te houden als henselven, Ende bekenden vercoght te hebben Corn. Gerrits oerlogemaker een geheel huijs en erve met al zijn toebehoren staande in het Mantrijk straet aen de lantzijde binnen deze Stede, tusschen den erve van voorsz. Corn. Geritsz aan d'een zijde ende het huijs van ..aert Adriaensz van Beaumont aen d'ander zijde onder conditie dat tselve huijs ten wederzijden zijnen halve muijren heeft (...) waarborgen d'voorsz Jan Cornelisz schoemaker en Ploentgen Bastiaensdr., in oirconde op den twintichsten martij Ao XVc tnegentich. 

* 1594, 3-10: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Gerecht van Dordrecht, Transportregister [invnr 1579, fol. 244]: Roerende de doot van z: Ghijsbert Bastiaenszn schoemaecker. Dat voor ons quamen Pleuntgen Bastiaensdr die ten echten manne gehadt heeft Ghijsbert Bastiaenszn, schoenmaecker z: ter eenre, ende Jan Corn:zn schoemaecker als oom ende naeste bloetvoocht van Neeltgen Ghijsberts oudt omtrent negenthien Jaren, Marijcken oudt sesthien Jaren, Truijcken oudt omtrent elff Jaren, Bastiaen oudt acht Jaren ende Ghijsbert Gijsbertszn oudt vijff Jaren, met consent van mijn heren van de gerechte als oppervoochden van alle weesen ter andere sijden, Ende bekende zij Comparanten onderlinge op ende jegens malcanderen geschift, gescheijden ende gedeelt te hebben alle de goederen, roerende ende onroerende, egeene van als vuijt gesondert, soe groot ende cleen (doorgehaald: sijluijden die te samen te schiften ende te scheijden hadden) den vrsz Ghijsbert Bastiaenszn die metter doot geruijmpt ende naegelaeten heeft, In de esz. manieren, te weten dat de versz wede: alleen bedeelt ende is gebleven aen alle de goeden als huijs, hoff, lant, sant, gelt, Gout, silver, gemunt ende ongemunt, actien, crediten, Inschulden ende wtschulden egeene van als vuijtgesond:t sulcx den selven Gijsbert Bastiaenszn die metter doot geruijmpt ende achtergelaten heeft, ende sij die met hem gemeen te besitten plach In 't leste van haren levende lijve, des wert sij gehouden ende belooft mits desen hare voorsz kinderen van alle wtschulden wel te vrijen, costeloos ende schadeloos te houden, waer tegens de versz. Jan Corn[elis]zn ten behouve van de vrsz vijff kinderen bedeelt ende gebleven es aen alsulcke alimentatie van alt dranck tamelicke cledinge ende redinge van ter scholen te houden gaen leren daer toe de vrsz kinderen ende elcx van hen best nut ende bequaen wesen sullen ende dit geduer: ende soe lange ende ter tijt toe de versz kinderen ende elcx van hen gecoemen sullen wesen tot haren twintich Jaren ende langer nijet. Ende sal alsdan de versz. kinderen ende elcx van hen eens uijt reijcken ende betaelen de somme van vier hondt: vijftich kguld: van XX stuuvers stuck, sonder meer (i.m.: stervende van 't een kint opt ander). Ende tot huwelicken state gecoomen sijnde, zal elcx van hemluijden eerlicken wtsetten ende cleeden, mitsgad[er]s daer mede een brije Bruloft geven nae haren staet. Verbindende sij comp:te voor de versz. vuijtreijckinge ende alimentatie van desen, een geheel huijs ende erve met allen sijn toebehooren, staende op den houck van de nieuwbrugge deeser stede, tusschen de selve brugge aen d'een sijde ende voorts haer persoons ende generalicken alle hare andere goed[ere]n stelle ende deselve subiect allen rechten ende rechteren, ende hier mede etc. 

* 1604, 5-3: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Gerecht van Dordrecht, Transportregister [invnr 1583, fol. 81]: Dat voor ons quamen Anthonie van Haerlem Ghijsbertszn, Blasius van Haerlem, Ghijsbert Barthouts ende Ghijsbert van Haerlem Rochuszn voor haer selven ende ten desen vervangende ende haer sterck makende voor Dirck van Haerlem, Anneken ende Cleijsken van Haerlem Ghijsberts drn (i.m.: de weeskinderen van Jan van Haerlem, het weeslint van Jan van Haerlem Cornelis soon als man ende voocht van Janneken van Haerlem, Cornelis van Bijwaen als man ende voocht van Lijsbeth van Haerlem) die sij in desen beloven te houden als haer selven, alle te saemen erffgenaemen van (i.m.: Gijsbert van Haerlem ende in dijer qualiteijt voor den helfft erffgenaemen van Mariken Jansz Weduwe) Pijeter Jacobsz Potter zal: (i.m.: den versz Gijsbert van Haerlems zuster was had) ter eenre, ende Jan Cornelisz Schoenmaecker als man ende voocht van Anneken Bastiaens, sijne huijsvrouw, voor hem selven ende vervangende Anneken Damas die hij desz beloft te houden als hem selven, Bastiaen Cornelisz voor hem selven ende vervangende Pijeter en Ghijsbert Cornelis zoonen mitsgaders Cornelia Cornelis zijne broeders ende zuster die mede belooft in desen te houden als hem selven, Ende Pijeter Caluwaert, als man ende voocht van Neeltken Ghijsbertsz sijne huijsvrouw ende als procuratie hebbende van Frans Fransz als man ende voocht van Appollonia Bastiaensz moeder van de naegelaten kinderen van Ghijsbert Bastiaensz, gepasseert d'zelve procuratie voor Gerard Vereen, notaris tot Amsterdam ende sekere getuijgen in date XXVen feb 1604, Alle te samen kinderen ende erffgenaemen van (i.m.: Neeltken Jans ende in dijer qualiteijt voor d'ander helft erffgenaemen van versz.) Mariken Jansdr., weduwe van den versz Pijeter Jansz Potter ter andere zijde. Ende believden zij comparanten metten anderen geschift, gescheijden ende gedeelt te hebben alle de goederen, roerende ende onroerende, actien, crediten, gelt, gout, silver gemunt ende ongemunt, die de versz Mariken Jansdr metter doot geruijmt ende achtergelaten heeft, geen vandien uijtgesondert. In dese naervolgende manijeren. Inden eersten zijn de voorsz erffgenaemen van Ghijsbert van Haerlem bij blinde Loting over de letter A toegekavelt Eerst een obligatie inhoudende de somme van handert Kgl staende ter laste van Cornelis van Bijwaert tegens acht ten hondert in Jaer verschijnende op den achsten Octobris ende waer van 't leste halff Jaer interest betaelt in St Jansmis anno 1603, noch een obligatie inhoudende de somme van hondert guldens ter laste van Anneken Ghijsbertsz van Haerlem, verschijnen Jaerlijx op den XXVen Julij ende waer van St. Jansmis anno 1603 t'leste halff Jaer interest betaelt is. Noch een Rentebrijeff van theijn Stgel: Brabants tsiaers op een huijs staende ter Bergen op den Zoom blijckende bij den brijeff date XVe October Anno 1517, 't kapitael met 't verloop van dien bedraegende ter somme van een ende twintich gulden. Ende zijn de voorsz erffgenaemen van Neeltgen Jansz dr. van Haerlem bij blinde Lotinge onder d'letter B toegevalle Eerst een obligatie inhoudende de somme van tweehondert gl staende ter laste van Cornelis van Bijwaert jegens acht ten hondert in 't Jaer verschijnende Jaerlijks op den XXe december 't leste halff Jaer interest be.. lest.. St Jan anno 1603. Noch een Rentebrijeff van dertich stuijvers tsjaers op een huijs met zijnen toebehooren staende in de Nijeuw Straete deser Stede blijckende bij den brijeff van date XXVen September 1547 ter losse den penning veerthijn Ende noch aen een obligatie houdende de somme van hondert gld staende ter Laste van Jan Cornelisz op Interest tegens acht ten hondert waar van tleste halff Jaer mee betaelt is St Jan 1603, bedraegende met het verloop hondert vijer gl de helfft van welcke obligatie dese Cavel aen de Cavel A vergoet hebben met de somme van twee ende vijfftich dl. Ende houden sij comparanten [verder geen tekst: akte afgebroken]. 

* 1640, 18-6: stadsarchief Amsterdam, NA L. Lamberti [invnr 600, akte 267608]: kwitantie. "Jan Egbertsz, leertouwer, buijten het ..huis poert als man en voocht van Pleuntgen Bastiaens, de dochter van Bastiaen Ghijsberts, die een sone was van Pleuntge Bastiaens, wed. was van Ghijsbert Bastiaens van Beaumond ende geliede mits desen in dier qualité ontfangen te hebben uijt handen van Ghijsbertge Ghijsberts, huijsfrou van Cornelis Rengersz, die somme van fl 1085:14:- metten intrest van dien tot desen dage verschenen over voldoeninge en betalinge van sijn Comparants huisvrouwen erfportie in de goederen bij de vrsz. huijsvrouwen bestemoeder Pleuntge Bastiaens naegelaten, Item sijn portie van al 't zilverwerck en noch zestien guld. van de uijtstaende schulden tot date deser ingecomen. Bedanckende de voorsz. Ghijsbertge Ghijsberts van goede uijtkeeringe ende betaelinge der vrsz erfenis." Met de belofte om haar hierover niet meer aan te spreken. Er is in deze erfenis nu niets meer gemeen gebleven dan enige uitstaande schulden, en als daarvan nog iets inkomt, dan zal de comparant daarvan zijn deel genieten. 


kind 2: Maria Gijsberts

* 1578, 29-11: Regionaal Archief Dordrecht, DTB dopen [fol. 28]: parentes Ghijsbrecht Bastiaenszoon ende Ploentgen Bastiaensdoghter, het kint Maria


kind 4: Geertruid Gijsbertsz van Beaumont

* 1608, 19-8: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw: [413-255]: Abraham Woutersz, van Dordrecht, schoenmaker, oud 30 jaar, wonende tot dordrecht, alwaer hem opgelegt werd de geboden mede te laten gaen en betoogde te laten brenghen vertonende zijne ouders consent, onder den hand van Servatius Johannis Marius predicant tot Dordr:t ter eenre, en Geertruijd Gijsbertsdr van Beemont van Dordr:t, oud 24 Jaren, wonende inde Huijdevettersstraat geassisteert met Plounken Bastiaensdr, haer moeder, ter andere. (w.g. Abraham Wouters; Gertrijt Gijsbert)


kind 5: Sebastiaen Gijsbertsz van Beaumont

* 1619, 13-8: Stadsarchief Amsterdam DTB ondertrouw: [423-356]: Bastiaen Ghijsbertss van Beaumont, Spaens leerbereijder, oud 23 Jaren, geassist met Pleuntje Bastiaenss, sijn moeder, wonende in de Beulingstraat, ende Annetjen Cornelis, van Antwerpen, oud, 20 Jaren, geen ouders hebben, wonende als voren, geassist met Neeltgen Ghijsberts, hare petemoeij <?> (w.g. Bastiaen Gijberssen van Bemont en een huismerk)

*1640, 18-6: SA Amsterdam 5075 NA nots. L. Lamberti [600-267608, p. 298]: Jan Egbertsz, leertouwer, man van Pleuntge Bastiaens, de dochter van Bastiaen Ghijsbertsz die een zoon was van Pleuntge Bastiaens, die de weduwe was van wijlen Ghijsbert Bastiaensz van Beaumond, heeft uit handen van Ghijsbertje Ghijsbertsz, vrouw van Cornelis Rengersz fl 1085:40:- ontvangen plus de verschuldigde rente ter voldoening van het erfdeel dat deze Pleuntge Bastiaens tegoed had van haar grootmoeder Pleuntge Bastiaens, plus hun deel van al het zilverwerk en fl 16,- voor inmiddels geincasseerde schulden. Hij bedankt Ghijsbertge Ghijsberts voor de administratie en afhandeling; er blijven nog wat onverdeelde schulden aan de boedel over die, mochten ze alsnog betaald worden, nog zullen worden verdeeld.


kind 6: Gijsbertje Gijsbertsz

* 1609, 18-4: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw [414-34]: Cornelis Rengers, Hoedekramer, oud 27 jaren, wonende in de Warmoestraet, geassist met Hans Vorsten, sijn oom, hem opgeleght sijnen des moeders consent voer de 2e proclamatie in te brengen ter eenen, ende Gijsbrechtjen Gijsbrechtsdr van Dordr:t, oud 20 Jaren, woonende inde huijdevetters straet, geassisteert met Pleuntjen Bastiaensdr, haer moeder ter andere zijde. (i.m. Dit betoogh is ingebraght ...) (w.g. Cornelis Rengers; Gijsbertten Gijsberts)

* 1631, 13-10: stadsarchief Amsterdam, NA nots L. Lamberti [577 akte 22184]: testament van Cornelis Rengersz, hoedecramer, en Ghijsbertgen Ghijsbertsdr., beide ziek te bedde, wonende Warmoestraet op de zuider hoek van de Liesdel. Hun erfgenamen zijn hun kinderen Cornelis, Ghijsbert, Maria, Cornelia, Sara, Anneke, Abram en Pleuntgen, plus de kinderen die met Gods zegen nog geboren zullen worden, onder de voorwaarde dat de langstlevende van het echtpaar het vruchtgebruik van de erfenis zal genieten, zonder dat aan familie of weeskamer inventaris overlegd hoeft te worden. In geval van een voorgenomen tweede huwelijk van de langstlevende, zal deze ten overstaan van twee familieleden van de overledenen 'bewijs' moeten doen van het erdeel dat de kinderen toekomt.

* 1661, 22-10: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven: [Oude Kerk 1047-86]: Gijsberta van Beaumont, wed. van Cornelis Ringersz, comt van de Rosegracht. fl 8,-


openstaande vragen / discussie


* 1593, 9-12: stadsarchief Amsterdam DTB begraven Nieuwe en Engelse Kerk [1052-74v]: Gijsbert Bastijaense, in de <duars>straet begraven den 9en December, fl 4:7:-(i.m.: betaelt den 16en December) [dit moet dus iemand anders betreffen, want Pleuntgen is al in maart 1589 weduwe]


Gijsbrecht Bastiaensz van Beaumont heeft, blijkens de akte van 1590, een zus Anneken Bastiaens (getrouwt met de schoenmaker Jan Cornelisz.), een broer Damas Bastiaensz en een zus Neeltgen Bastiaens, die in Rotterdam woont. Hij is een kleinzoon van Adriaen Govertszn van Beaumont en een oomzegger van Govert Adriaensz van Beaumont. 

Uit de akte van 1604 maak ik op dat Gijsbrechts moeder Neeltjen Jansdr. van Haerlem moet hebben geheten: de erfgenamen van Mariken Jansdr., de weduwe van Pieter Potter, heetten Gijsbrecht van Haerlem en Neeltken Jansdr. van Haerlem. Kennelijk zijn deze Gijsbrecht en Neeltken de broer en zus - in elk geval de enige erfgenamen - van Mariken Jansdr. Deze Neeltken Jansdr. van Haerlem had in 1604 nakomelingen uit vier staken: 


In de akte uit 1590 zijn ook vier staken genoemd:


Het ligt derhalve voor de hand dat de ouders van Gijsbrecht de volgende zijn: Bastiaen Adriaen Govertszn. van Beamont X Neeltgen Jansd. van Haerlem


Er is een Rotterdamse akte uit 1597 over Bastiaen, Pieter, Gijsbrecht, Neeltje, Cornelia Cornelisz die, vanwege de uitkering van hun vermiste en uitlandige oom Jan Bastiaensz geld krijgen van Jan Cornelisz, de man van Anneken Bastiaensdr: * 1597, 21-5: Stadsarchief Rotterdam, 18 NA, nots G. van Woerden [23, p. 238]: Quitan[tie] van Bastiaen Cornsz cum socijs ten behoeve van Jan Corn:sz schoenm: tot Dordrecht. Op huijden den 21en Maij 1594 Compareerden voor mij Gerrit Jansz. van Woerden, openbaer Notaris bij den hove van Holl[an]t geadmitteert ende voorden ondergeschreven getuijgen Bastiaen, Ghijsbrecht ende Pieter Corn[elis] zoonen (# elcx voor hem selven ende hen stearck maeckende ende in desen vervangende] Neeltgen ende Cornelisgen Corn: drs, alle gebroeders ende susters ende nagelaten kinderen van Neeltgen Bastiaensdr penrer <?> respective overleden moeder, Ende bekenden mits desen (239) bij handen van Jan Corn[elisz] schoemaecker wonende tot Dordrecht als man ende voocht van Anneken Bastiaents [dochter] sijn huijsvrou suster van Jan Bastiaentszn, vuijtlandich, ten vollen vernoucht, voldaen ende betaelt te wesen den lesten penn[ing] mitten eersten ter cause van alsulcken quote van penn[ingen] als de versz Neeltgen Bastiaents heurer comparenten respective za: moeder soude mogen aenbedeelt werden van de voorsz Jan Bastiaentsz bij soe verde hij overleden waere ofte achter quame te blijven, scheldende den voorsz Jan Corn:s inder voorsz qualite daer van quijte voor hen heuren erven ende nacomel[ingen] nu ende ten eewijgen dagen ende allen anderen des quijtan: behoerende. Beloven sij comparanten <ef>nder voorsz qualite onder de verbintenisse van heurl: personen ende goederen Roerende, onroerende, present ende toecomende den voorsz Jan Corn:sz, sijnen  erven ende nacomelingen hijer van nijet enver te sullen eijsschen noch doen eijsschen, directel: noch indirectel: sij rechte noch buijten rechte, sij gheenre manieren, onder tverbant van alle sheren hoven, rechten ende rechteren, Onder expresse conditie dat off gebeurde dat de vrsz Jan Bastiaentszn vuijtlandich, wederom quame, In sulcken gevalle beloven sij comparanten die penn: bij henl: ontfangen metten Interest vandijen teenemael wederom op te leggen ende te restitueren, onder tverbant alsboven. Alles sonder fraude, aldus gedaen ende gepasseert binnen der stede Rotterdam ten huijse mijns notarij, ten dage, maent ende Jaere alsboven, ter presentie van Jacob Evertsz ende IJsaack Elandtszn inwoonders deser Stede als getuijgen hijer over geroepen ende gebeden, ter kennisse van mij (w.g. bij mij Bastejan Cornelis, bij mij Ghijbert Cornelijs; bij mijn Pieter Cornelis; Neeltgen Cornelis; nots + get)


Bij het zevende kind van Sebastiaen Gijsbertsz van Beaumont en Annetje Cornelis, wordt de moeder plotseling niet Anneke Cornelis, maar Tanneken Kalewaert genoemd, en bij het vijfde kind is Gijsbert Kalewart doopgetuige. Sebastiaens zuster Neeltje is getrouwd met Peter Cornelisz Caluwaert. Zouden (T)Anneken Cornelis en Peter Caluwaert broer en zus zijn? Dat wordt al waarschijnlijker doordat (T)Anneken Cornelis, die in 1599 is geboren, een petemoei heeft die Neeltje Gijsberts heet, dus precies zoals Sebastiaen Gijsberts' zus. Die zus Neeltje is in 1599 23 jaar oud, en kan dus best de petemoei geweest zijn van (T)Anneken Caluwaert; ze trouwt in 1600 met Peter Caluwaert. 

Ik tref in Johan van Beverwijk, "Lof der geneeskonste" (1647), op pagina 525 de volgende passage aan: "De soon van Gijsbert van Beaumont out 13 jaer verviel in een Coma vigil konde sien noch hooren had gevoelen noch bewegen, ley evenwel met de Oogen open. Daerby komende dede hem een Pilsetten ende dickwils een lepel geven van Theriakel water daer Beverswijn in geweyckt was Waerdoor hy bequam nae dat hy 24 uyren daerin gelegen hadde dan heten duyrde maer drie uyren doen hy weder inviel Daer op dede ick hem een Clysteer stellen nae welcken werckinge hy weder bequam Dit gebreck is licht te kennen dewijl het den Mensche onvoorsiens stijf maeckt in sulcke gestaltenisse als het hem vint met open ende stijve oogen sonder gevoelen ofte bewegen."


De tweede man van Pleuntje Bastiaensz, Frans Fransz Bon, is begin 17e eeuw eigenaar van twee percelen met een leerlooierij in de Barndesteeg. In 1701 verkopen de erfgenamen van Anthoni van Beaumont een pakhuis in de Barndesteeg, hoek OZ Achterburgwal. De familierelatie moet nog worden vastgesteld.

[1701, 15-4: Stadsarchief Amsterdam, transportregister: Anthoni van Beaumont, als eigenaar van 1/4 deel, als mede-erfgenaam van zijn broer Francois van Beaumont voor 1/12 deel dus te samen voor 1/3 deel; Richard van Renselaer, thesaurier van Vianen, weduwnaar van Anna van Beaumont en zo eigenaar voor 1/4 part, en als voogd over zijn kinderen die erfgenamen waren van hun oom Francois van Beaumont nog eens voor 1/12 part, dus samen ook voor 1/3 deel, en bovendien als voogd over de nagelaten kinderen van Ide van Beaumont die ook voor 1/12 deel erfgenamen zijn van Francois van Beaumont: zij (d.w.z. Anthoni, Francois en Anna van Beaumont) zijn kinderen van Anthoni van Beaumont, die een zoon en mede-erfgenaam was van Anthonij van Beaumont. (zie scheidingsakte voor nots. Gerrit Steeman 5-7-1675), en zo verkopen ze 3/4 van een pakhuis en erf op de OZ Achterburgwal bij de Barndesteeg aan Wouter Bierman, die zelf al 1/4 bezit, met als borgen Arent Westerhout, Anthony van Renselaer en Mr. Kiliaen van Renselaer, advocaat.][Op 1-7-1620 koopt Anthoni van Beaumont een huis en erve op de Oudezijds Ooster Achterburgwal, genaamd de Keijserscroon, belendingen: Jacques Bouché en de weduwe Thibaut de Pickere, mitsgaders een packhuijs terzijden het voorsz huijs, uijtkomende in de Barndesteeg, belendingen: de erfgenamen van Jan Niquet aan de Oostzijde en de erfgenamen van Pieters Cornelisz aan de westzijde, van Catharina Garijn, weduwe Jan Aux Brebis (zij wordt bijgestaan door Deonijs Bailly en Hans en Bartholomeus Aux Brebis)][Antoine van Beaumont, van Dordrecht, 28 jaar, ondertr. Amsterdam 23-5-1606 Anneken aux Brebis van Antwerpen, 24 jaar, dr.v. Joan aux Brebis: 411-761][Anthoni is, blijkens de huwelijkse voorwaarden dd 26-9-1631 nots van zijn neef Arnoud van Beaumont e, de broer van Simon van Beaumont, die Raadspensionaris is van Middelburg en namens Zeeland gedeputeerde in de Staten Generaal en getrouwd is met jonkvr Arnoldine Roosenburgh]


Ouders:

* 1546, 27-1: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1531 [akte 355]: Wouter Sciltmaniszn draecht op ende geeft over Sebastiaen Arn:zn alle die macht ende eijgendo[mme] van den scepen br[ief] doersteke[nde] zijn[de] met dese brieve inhouden[de] van een pont Hollants spreken[de] opte huijsinge genae[m]pt te staen[de] inden houttuijn dat toebehore[nde] plach Toentgen Outmans, kent bet[aald] pron[...] tselve pont Hollants. 

* 1546, 12-2: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1531 [akte 399]: Engbrecht van Haerlem Janssz (# man ende voocht van Aechte Cornelis docht[er]) als alleen daer op bedeelt draecht op ende geeft over Corn[elis] Jan Corneliszoen die houder is van dezen brieve Een gerecht zestendeel van een gehelen huijse en[de] ovc cu[m] suis genaempt die Hop staende aen den poertzijde opten hav[en] bij den nieu brug tusschen den huijse genaempt den r[e]genboech ex u[..] ende in[..] Piet[er] Berbiers huijs ex alt[r]a het[..] betaelt promisit quitare staen[de] tgeheel huijs op XVIII l[asten?] siaers losrente ist min dat zal tot Jans voerdel zijn[n] en[de] vuijtgaen[de] zijne[n] rechte[lijke] lantzijs. Borch Bastiaen Adriaensz, houtcoep[er]. Jan Cornelissen / Jan Cornelisz kent scult de somma van negen pond groot vlaems selve Jaerlix op vastelavont twee ponden groot vlaems totter lester betael mgt toe. p[rim]a solutio vastelavond Ao XLVII in cu Hol Borch Ghijsbert Janssz kup[er]; 

* 1546, 9-3: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1531 [akte 433]: Quam Adriaen Dircxsz de Coening vendit Sebastiaen Adriaensz houtcoep een geheel huijs ende erve metten houtthuijn ende anders alle zijnen toebehoren staende inden houtthuijn tusschen den huijsen ende houtthuijn van wijlen Henrick Cornelis Heijnricx zoens ende ex Va ende Willem Vastartszn huijs ende houtthuijn ex alred, kent bet[..] proid[...] quitare op twee pont ende tseventhien S Hollants siaers ter rechte landthuijr. Borch Jan Govertszoen azijn brouwer. (434): [actum utsupra] Sebastiaen Adriaenssz voern[oemd] [..]esegt Adriaen Dirxz de Coning seven hondert ende vijffentwintich Ka[rolus]g[ulden] tot twintich stuuvers tsuck te betaelen Jaerlicx op meijdach vier ende tachtich gelijcke karolus guldens Daer d'eerste betaeling of wesen zal te meijdach Ao XVc acht ende veertich. Borch A[driaen] Govertszoe[n] brouwer ende Gijsbert van Haerlem Jansz

* 1561, 18-3: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1539 [akte 400]: Joost van Bije relateert bij sijn eede dat hij op huijden ten versoecke van Govert Adriaensz (i.m.: voer hem selven ende als voecht van de achtergelaten wijlen Bastiaen van Beaumont Adriaens) zeeckere arrest gedaen heeft aen alle den geheelen Inboel ende huijsraet van Willem Evertsz brouwer d'welcke beloefde d'selven huijsraet te rippen nochte te roeren voer ende all eer d'voersz Govert sinen qualite voldaen ende gecontenteert zal sijn. Actum den XVIIIen martij 1561

* 1566, 15-6: Regionaal Archief Dordrecht, 9 Oud Rechterlijk Archief Dordrecht invnr. 1541 [akte 535]: voor ons quam Jan Buijs Janszn, heeft verkocht aan Gijsbrecht van Haerlem Jansz ende Govert van Beaumont als voochden van de achtergelaten weeskinderen van wijlen Bastiaen Adriaensz van Beaumont tot derselver weeskinderen behouff die tsjaers houdens zijn van desz brieve alle die macht ende eijgendom vanden Rentebr van een pondt lbs tsjrs losrenthe mits desen gepasseert, die voorsz comparant angecomen bij dode ende overlijden van wijlen Jacob Buijs Jansz, zijn groete vaeder, zo a men ons zeijt kent beth te zijn pt: quitatre in oirconde desen brieve gegeven op ten XVen Junij Ao XVc ses ende tsestich