XIII-2488 Caluwaerts, Apolonia

Apolonia Caluwaerts

alternatieve spelling: Aplonia, Pleuren, Pleuntjen, Kallewars, Kalwars, Caluars, Calewaerts, Pietersdr


ouders: Peter Cornelisz Caluwaert en Neeltgen Gijsbrechts van Beaumont


geboren: [Amsterdam] ca 1610

gedoopt:

overleden:

begraven: Amsterdam (Oude Kerk) 14-9-1694


beroep:

woonplaats/adres: Amsterdam (Bloedstraat, 1632; Barndesteeg, op de hoek, 1638, '45, '79; OZ Achterburgwal, hoek Barndesteeg, 1694)


relatie (1) ondertrouwt Amsterdam 1-7-1632


Pieter Cornelisz


ouders: Cornelis Gijsbertsz en Aeltgen Pieters


geboren: Amsterdam ca 1610

gedoopt:

overleden: voor 1638

begraven:


beroep: leerkoper

woonplaats/adres: Amsterdam (Bloedstraat, 1632)


relatie (2) ondertrouwt Amsterdam 25-3-1638


Gerrit Cornelisz [Verduijn] (= XIV-2487)


ouders: Cornelis NN en NN


geboren: Amsterdam ca 1610

gedoopt:

overleden:

begraven: Amsterdam (Oude Kerk) 16-10-1643


beroep: blauwverver, leerkoper

woonplaats/adres: Amsterdam (Barndesteeg, op de hoek in "Groenboek", 1643)


relatie (3) ondertrouwt Amsterdam 17-6-1645


Adriaen Gerritsz de Boer


ouders:


geboren: Naarden ca 1609

gedoopt:

overleden:

begraven: Amsterdam (Oude Kerk) 11-9-1664


beroep: leerlooier

woonplaats/adres: Naarden (1645), Amsterdam (OZ Achterburgwal, hoek Barndesteeg, 1654, '64)


kinderen:

biografische aantekeningen


bronnen


* 1632, 1-7: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw: Pieter Cornelisz, van A, 22, geasst met sijn vader Cornelis Ghijsbers in de Bloetstraat, schoenmaker, met Pleuntje Caluaerts, van A, 22, geassist met Pleuntie Bastiaens, haer bestemoeder, woont als voren (wg Pijeter Corneleijsen; Pleuren Kalwars)

* 1633, 7-4: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Aeltjen, ouders: Pieter Cornelisz en Pluentjen Calewaerts; get: Gijsbert Kalewaerts en Ael Pieters

* 1638, tussen 12 en 15-3: SA Amsterdam 5075 NA nots. L. Lamberti [599-257918, p. 66]: Pleutge Pieters, weduwe van z: Pieter Cornelisz, geassist. met mij notaris, en Cornelis Ghijsbertsz, boomsluijter eertijts ende nu sittende in het huijsgen op de Bierkay bij de oude (doorgehaald: brugge) Kerck als bestevader ende Ghijsbert Cornelisz, oom, en naaste bloetvoogden van Aeltge Pieters, ’t nagelaten dochtertgen van de voorsz Pieter Cornelisz bij de voorsz Pleutge Pietersdr geprocreert. Pleuntgen Pieters is van plan om te hertrouwen, maar wil nu, zoals ook de weesmesteren vragen, in goede verstandhouding het vaderlijk erfdeel van haar kind ‘bewijzen’. Daarom zijn de partijen het volgende overeen gekomen: Pleuntgen Pieters zal ter weeskamer ‘bewijzen’ een rentebrief van fl 16,- s’jaers, losbaar met fl 1000,-, op en over de custinge van een huis op de O.Z. Achterburgwal ten laste van Josue Jacobsz Tamborijn, verschijnende op mei, en gedateerd 9-8-1631, terwijl Pleuntgen verder al het eigendom behoudt, onder voorwaarde dat zij ook alle schulden en lasten van de boedel betaalt en het kind daarvan vrijwaart. (ongedateerd en niet ondertekend)

Volgende akte (p.67): Compareerde Cornelis Ghijsbertsz eertijds boomsluijter, en nu sittende in het huisgen op de Bierkay bij de Oude Kerck, geeft als gifte onder de levenden, aan en ten behoeve van zijn zoon Ghijsbert Cornelisz en en zijn overleden zoons nagelaten dochtertje Aeltgen Pieters, dat Ghijsbert Cornelisz zo lang Cornelis Ghijsbertsz leeft zal mogen blijven wonen in het huis vooraan op de Zeedijk bij de Nieuwmarkt tegen een huur van fl 200,- per jaar, waarvan hij de helft kan houden en de andere helft opzij moet zetten voor Aeltgen Pieters, met een rentegroei van 5% per jaar, terwijl hij het huis ook behoorlijk moet onderhouden en repareren. Ghijsbert Cornelisz en Pleuntgen Pieters hebben deze gift in dankbaarheid geaccepteerd. (ongedateerd en niet ondertekend).

* 1638, 17-3: Stadsarchief Amsterdam, 5073 Weeskamer Inbrengregisters [nr 23-317v]: Lade 371. Pleuntgen Caluwaert, met Adriaen Jacobs, haar voogd, geassisteerd, heeft op 17-3-1638 in dezen bewezen haren dochter Aeltgen, ca 5 jaar oud, daar vader af was Pieter Corneliszn, leerkoper, een rentebrief van zestien gulden per jaar, te lossen met tien honderd gulden hoofdsomme, houdende op Josua Jacobsz Tambourijn in dato 9 aug 1631. In de lade geleijt. (...) Ende 't behaegde Gijsbrecht Cornelisz, tinnegieter, 't kinds oom. (...) Also 't voorsz kint is overleden, zo is de voorsz rentebrieff van testien gulden sjaers behandigt Pleuntgen Caluwaerts, de moeder, ende Gijsbert Cornelisz tinnengieter, de oom, en te zamen hiervan erfgenamen. Den 30 sept. 1639. (als ik het goed lees: in aanwezigheid van Cornelis Rengers, mede oom). (i.m.: dit kints grootvader ende grootmoeders erf volgt hiernae in 't register 24 fol 40).

* 1638, 17-3: Stadsarchief Amsterdam, 5073 Weeskamer Inbrengregisters [nr 24-40]: Lade 371. Gijsbert Cornelisz en Adriaen Jacobs, voogden over Aeltgen, 5 jaar oud, nagelaten dochter van Pieter Corneliszn, leerkoper, daar moeder af is Pleuntgen Caluwaerts, verklaren dat het kind voor haar grootvaders en grootmoeders erf competeert: ½ huis op de Zeedijk (’de zeepton’; toegevallen aan Gijsbert Cornelisz, onder nadere voowaarden), ½ huis op de Zeedijk (neffens de Cleyne Convoy; geheel tebeurt gevallen aan Gijsbert Cornelisz), ½ huis in de Keizerstraat (‘de Rode Leeuw’, aan het kind toegevallen, zie ’t register van diverse memorien fol. 87 dd 16-5-1639), ½ huis op de Biscuitmarkt op de Coninxgracht (aan het kind toegevallen), ½ in twee huizen op de NZ Achterburgwal, hoek Wijdesteeg (het een aan Aeltje Pieters, het ander aan Gijsbert Cornelisz toegevallen), ½ van de opbrengst van de inboedel. / Op 5-7-1639 zijn de opbrengst van de inboedel en andere gelden in de lade gelegd voor het kind. Alzoo ’t kind is overleden, zijn al deze eigendommen op 30-9-1639 overhandigd aan Gijsbert Cornelisz en Pleuntgen Caluwaerts 

* 1638, 25-3: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw: Gerrit Cornelisz van A, Blauwverver, 23 jaar, geen ouders, geassist met Gerrit Gerritsz Nut, woon op de ? Ermster en Pleuntie Caluwaerts, van A, wed van Pieter Cornelisz, woon om de hoeck van de Barndesteeg. Zij heeft ter weescamer op den 17 martij 1638 bewijs gedaan. W.g. Gerrit Cornelis en Pleuten Calewars);

* 1638, 15-12: Stadsarchief Amsterdam, 5073 Weeskamer Inbrengregisters [nr 24-40]: Lade 371. Gijsbrecht Cornelisz en Adriaen Jacobsz, voogden over Aeltgen, oud 5 jaren, nagelaten dochter van Pieter Cornelisz, leerkoper, 'daer moeder af is Pleuntgen Caluwaerts', die voor grootvader en grootmoeders erf competeert: de helft in huis en erf 'De Zeepton' op de Zeedijk - dit huis is bij testament besproken aan Gijsbrecht Cornelisz; de helft in een huis en erve op de Zeedijk neffens de Cleijne Convoy; de helft in een huis en erve in de Keizersstraat, genaamd de Rode Leeuw - dit huis is bij lotinge t kind toegevallen int geheel; noch de helft van een huis en erve op de Biscuitmarckt op de Conincxgracht - dit huis is ook geheel het kind toegevallen; noch de helft van twee huizen en erven staande nieuwezijdsachterburgwal op de hoek van de wijdesteeg; met de helft van 't gene zij uit de inboedel erven zal. Alzo 't voorsz kind is overleden, zo zijn de penningen (die ca 750:- beliepen) overhandigd aan Pleuntgen Caluwaerts de moeder en Gijsbrecht Cornelisz om te scheiden. 30-9-1639.

* 1639, 1-2: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Maritjen, ouders: Gerrit Cornelisz en Apolonia Calewaert, get: Grietje Claesz

* 1641, 26-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Pieter, ouders: Gerrit Cornelisz Jong en Apolonija Kalewaerts; get: Gijsbert Kalewaert, Gijsbertje Ringers, Aplonija Abrahams

* 1643, 16-10: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Oude Kerk: Gerrit Kornelissen, afkomstig van de hoek van de Barrende Steeg, in de Groenboek

* 1643, 16-10: Stadsarchief Amsterdam, Archief Weeskamer, begraafboek: Gerrit Kornelissen, hoek Barndesteegh, twee kinderen. De vrouw in de craem 22 feb 1644

* 1644, 24-1: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Geertruij, ouders Pluentjen Kalewaerts en Gerrit Cornelisz; get: Jacob Gerritsz Kool, Cornelis Calewaert en Geertruijt Ringger

* 1645, 17-5: Stadsarchief Amsterdam, 5073 Archief Weeskamer, inbrengregisters [nr 26-245v]: Den 17 meij 1645 heeft Pleuntgen Caluwaerts geast met Mauris van Coosen haren gecooren vooght in desen bewesen haren drie kinderen als Maria out 4 jaren, Pieter out 2 jaren en Geertruijt out 1 jaar, daer vader af was Gerrit Cornelisz leercoper, voor haer vaders erf tezamen de somma van tweeduijsent eenhondert gulden eens ende sal haren kinderen houden en onder verbant en des sal sij voorts blijven zitten etc. Ende t behaechgde Jacob Gerritszn wol der kinderen outoom.

* 1645, 17-6: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw: Ariaen Gerritss van Naerden Loijer, woont tot Naerden, geen ouders hebbende, out 36 jaer, en Pleuntie Caluwaerts van A, wed. van Gerrit Cornelisz, woon om de hoek van de Barndesteegh. W.g. Adriaen Gerritsz en Pleuten Kalewars.

* 1646, 16-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Gerrit, ouders Aderjaen Gerritsz en Pluentjen Kaluwaerts; get: Gijsbert Caluwaerts en Gijsbertjen Ringerts

* 1649, 16-11: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Gijsbert, ouders Adiaen de Boer en Aplonea Kalewaers; get Gijsbert Cornelisz Seton en Annetie Jacobs

* 1652, 6-10: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen: Neeltje, ouders: Adrijaen Gerretsz de Boer en Pluengen Calleuaris; get Gijsbert Abrahamsz van Bot lant; Cornelis Caluaert

* 1654, 28-7: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen [Nieuwe Kerk 43-282]: Pleuntje, dr.v. Arian Gerritsz de Boer en Pleuntje Calua; get Pieter Calua en Grietje Claas

* 1654, 26-3: Stadsarchief Amsterdam NA nots Laurens Lamberti [akte 119898]: testament van Adriaen Gerritsz de Boer en Pleuntge Caluwaerts, te samen echte man ende wijff, poorter deser stede, zij Pleuntge ziekelijk van lichaam te bedde liggende. Ze benoemen tot hun universele erfgenamen Gerrit en Cornelis Adriaensz de Boer, hun kinderen, en zij testatrice benoemt nog tot erfgenamen in haar na te laten goederen Mariken, Pieter en Geertruijdt Gerritsz, haar drie voorkinderen die zij geprocreert heeft bij Gerrit Cornelisz, haar eerdere man. Ze willen dat hun erfenis wordt geadministreerd en beheerd door Seger Frans, gravenmaker in de Oude Kerk en Cornelis Matthijsz, leerkoper.

* 1655, 28-5: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Claes Cornelis Cloeck, verkoopt voor fl 1300,- aan Adriaen Gerritsz de Boer een tuin met een looierij buiten de Anthonispoort op het Tuinpad over de Amstel

* 1657, 9-10: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Gijsbertge Gijsberts, weduwe van Cornelis Rengerts, hoedecramer, geassist met Jan Fransz, leertouwer, verkoopt voor fl 700,- aan Adriaen de Boer, leerkoper, een huis op de Goudsbloemsgracht (= Willemsstraat), uitgedrukt in de opdrachtbrief dd 6-6-1630 tbv Cornelis Rengertsz, door hem gekocht op 27-1-1629.

* 1658, 17-5: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Adriaan de Boer, leerkoper, treedt op als voogd en hulp van Annetge Calewaert, weduwe van Gijsbert Calewaert, bij de verkoop van een huis in de Egelantiersstraat aan Steven Ponnet.

* 1662, 28-6: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Adriaen de Boer, leerkoper, koopt 3/5 deel van een huis op de noordzijde van de Barndesteeg, o.a. naast Anthonis van Beaumont aan de Westzijde (dat moet wel een familielid van Appolonia's moeder zijn), van Jacob Jansz Latterman X Susanna Alberts en Eldert Martens X Wijbrech Alberts en namens Ariaentge Alberts, mede erfgenamen van Albert Dircksz, ebbenhoutwerker.

* 1663, 6-7: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: uit de verkoop per willig decreet van het huis De Engel in de Warmoesstraat aan Cornelis Rengerts door de erfgenamen van zijn overleden vrouw Gijsbertje Gijsberts van Beaumont, blijkt dat Adriaen de Boer een van de executeurs testamentairs is van Gijsberta's testament.

* 1664, 30-8: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Op 26-1-1662 is bij executieveiling aan Adriaen Gerritsz de Boer verkocht tweevijfde part van een huis op de Noordzijde van de Barndesteeg, daar de Vliegende Faem uithangt, naast Anthony van Beaumont aan de Westzijde en het gebouw van de overlieden van het Metselaarsgilde aan de Oostzijde

* 1664, 11-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven [Oude Kerk 1047-115]: Adriaen Gerrits d'Boer, komt van de Oude Sijts Achterburgwal, fl 8,-

* 1664, 11-9: Stadsarchief Amsterdam, begraafboek Weeskamer: Adriaen Gerritsz de Boer, OZ Achterb, hoeck van de Barndesteegh

* 1667, 17-6: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter: testament van Appolonia Kaluwaerts, laetst weduwe van Adriaen de Boer [2364 akte 219687 en _A31967]

* 1679, 15-8: Stadsarchief Amsterdam, NA nots Jac. de Winter: testament van Apolonia Kaluwaerts [via Read&search - 2375_NOTD00247 pag 122]

* 1681, 12-6: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2377_NOTD00249, p. 371]: testament van Apolnia Kaluwaerts, laest weduwe van wijlen Adriaen de Boer, koopvrouwe in Amsterdam, ziek te bedde. Zij bevestigt het testament dd 15-8-1679 voor dezelfde notaris behoudens het bijvoegsel en de hierna volgende verandering, omdat haar zwager (sic) Henrick Swartwout sindsdien is komen te overlijden, zodat het aan hem toegedachte executeurschap moet vervallen, en daarom zegt ze ook dat van Egbert Schut op. In hun plaats benoemt ze tot executeurs haar buurman, Samuel Barra (koopman) en Francois de Vicq, secretaris van de Leckendijck tot Utrecht. En omdat ze de bewaring van de grondbrief van fl 3000,- (ten laste van Gerrit Warnaersz speckoper) in handen had gegeven van Henrick Swartwout, zo wil ze nu dat die grondbrief na haar overlijden in handen komt van haar dochter Geertruijd Verduijn, om zo lang te bewaren als in het testament is beschreven. Mocht het gebeuren dat Adri… en Anna de Boer, kinderen van wijlen haar zoon Gerardus de Boer, onmondig en ongetrouwd zouden sterven en dus haar goederen (geërfd van de testatrice) in het geheel aan haar eigen testatrices bloedlinie kwam te succederen, in dat geval wilde ze dat de moeder van die kinderen, Susanna de Vicq (mocht die dan nog leven) een legaat krijgt van fl 2000,-. Verder legateert ze aan haar dienaar Hilbrant Jansz een rouwkleed (door haar dochter uit te zoeken) en aan Liesbeth Huiberts fl 30,-. Opgemaakt ten huize van de testatrice op de Oudezijds Achterburgwal op de hoek van de Barndesteeg. (w.g. weeu Aderijan de Boer) 

* 1683, 25-3: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2321_A35194]: Juffrouw Apolonia Caluwaerts, laest weduwe van Adriaen de Boer, openbare koopvrouwe, en Henricus van der Woude, koopman, verklaren hoe dat juffrouw Geertruijd Verduijn, weduwe van wijlen Hendrick Swartwout, dochter van de eerste comparante, met de tweede comparant in het huwelijk zal treden, alvorens haar drie kinderen Harmanus, Geertruijd en Apolonia Swartwout voor vaderlijke erfenisse hadde bewezen de somma van fl 12.000,-, welke som Geertruijd Verduijn onder legaal hypotheek en stilzwijgend onderpand onder zich zal houden en uit de vruchten ervan haar kinderen opvoeden en tot mondige jaren brengen, onder de conditie dat terstond na het overlijden van Geertruijd Verduijn dit bedrag uit haar bezittingen zal worden gelicht en ter weeskamer opgebracht om door Abraham Swartwout en Roelof Roelvinck als geëligeerde voogden geregeerd en voor de kinderen geadministreerd te worden – zoals uitgebreider staat in het akkoord dd 28-1-1683 voor nots. Jacob van Loosdrecht, waarin Van der Woude en Caluwaerts beloven om indien er aan die fl 12.000,- te kort komt, dat zelf bij te passen. (w.g. Appelonij Kallewars, weduwe van Aderijaen de Boer, Hendrick van der Woude, Geertruijda Verduijn) 

* 1694, 14-9: Stadsarchief Amsterdam, DTB begraven Oude Kerk: Apolonia Caluaerts is begraven in de Oude Kerk dd 14-9-1694, wonend op de OZ Achterburgwal.

* 1696, 5-6: Stadsarchief Amsterdam, transportaktes: Hendrik Protté, executeur van het testament van Appolonia Callewaert, wed. Adriaen de Boer en voogd over haar minderjarige erfgenamen, en met toestemming, bij Schepen appointement 8-1-1696 (zie het 70e Schepenminuutregister f 221v) verkoopt aan Nicolaas de Meester een Loijerije, Passeerderije en Touwerije met zijn Cuijpen en drie woonhuisjes, vroeger de Groene Bock genaamd, op de Nieuwe Baangracht (= Lijnbaansgracht) tussen de Vijzelsgracht en Reguliersgracht. Als borgen voor de verkoop zijn Jan Stadlander en Isacq Wiel ook aanwezig


openstaande vragen / discussie