XIV-2177 Cloeck, Johan

Johan Cloeck (XIV-2177 = XIV-2945)

 

ouders: Johan Cloeck en Margaretha van de Poll

 

geboren: ca. 1517
gedoopt:
overleden: tussen 1606 en 1609
begraven:

beroep: Iserencremer (ijzerhandelaar?) (1563, ’88, ’92, ’93), kerkmeester (’98, 1600, ’01)
woonplaats / adres: Arnhem, Turfstraat (1562, '67, '75, '84, 1600, 

 

relatie: trouwt ruim voor 22-3-1561

 

Margaretha van Wagensfelt (XIV-2178 = XIV-2946)

alternatieve spelling:

 

ouders: [Waarschijnlijk schipper Arnt van Wagensfelt X Stijn van Lengen, die in de jaren ’20 drie dochters en 4 zonen hadden: Griet, Irmgard en Met, en Geerlich, Gijsbert, Willem en Jasper van Wagensfelt; er schijnen ook nog dochters Gijsbertje en Jenneke te zijn geweest, die ‘verreist’ zijn, al op jonge leeftijd en de getuige weet niet waarheen] [Margaretha van Wagensfelt heeft echter ook broers die Jacob en Zweer/Zweder heten] [Er is een Zweder van Wagensfelt, ovl. 1539, X Cunera, die bij zijn dood een minderjarige dochter Grietje heeft]

 

geboren:
gedoopt:
overleden: tussen 22-6 en 4-12-1563
begraven:

beroep:
woonplaats / adres:

 

relatie (2) trouwt Arnhem voor 9-12-1567

 

Hendricksken NN

alternatieve spelling:

 

ouders:

 

geboren:
gedoopt:
overleden: (na 8-7-1570)
begraven:

beroep:
woonplaats / adres:

 

relatie (3) trouwt Arnhem ca. 1570 (voor 15-2-1571)

 

Erndtgen Wetters

alternatieve spelling: Eerntken, Aerntgen, Arnolda

 

ouders:

 

geboren:
gedoopt:
overleden: na 1588, (kort) voor 7-3-1592
begraven:

beroep:
woonplaats / adres:

 

relatie (4) trouwt Arnhem ca. 1593

 

Anna Willems

alternatieve spelling: Anne

 

ouders:

 

geboren:
gedoopt:
overleden:
begraven: na 7-10-1620

beroep:
woonplaats / adres: Arnhem, Turfstraat (1609, 1612

weduwe van NN van Haef

 

kinderen: 

 

 

Biografische aantekeningen


In 1581 en 1588 wordt als vrouw van Johan Cloeck ene Arnolda vermeld. Voordien is Jan getrouwd met Erntgen Wetters, ook wel Aerntgen genoemd, en de erfgenamen van deze echtgenote verdelen hun erfenis pas in 1592. Het lijkt me daarom zeer waarschijnlijk dat de genoemde Arnolda identiek is met Erntgen Wetters

In 1570 heeft Jan Cloeck een huis verkocht aan Jan Peper X Hadewijch. In 1578 wordt gezegd dat Jan Cloeck en zijn vrouw Hendricksken samen dat huis verkochten aan Jan Peper. Ik maak daaruit op dat Hendricksken in juli 1570 nog leefde.

De zus van Johan Cloeck heet Fije Cloeck, die in ca 1634 overleden is in Cleef en toen de vrouw was van Ott Visscher: Fije is de ‘moeije’ (dus tante) van Gijsbertje en Aeltje Cloeck maar ook van de kinderen van Dirck Cloeck. Een broer is waarschijnlijk de man van Johanna van Steenhuis, die de moeder is van Catharina Cloeck X Thomas van den Zande, burgemeester van Arnhem. 

Een akte van 14-2-1588 lijkt te suggereren van Johan Cloecks moeder Beel (Belitgen) heette en dat zij later hertrouwd is met dhr Schrievers

Op 17-10-1620 stelde de weduwe van Jan Cloeck, Anna Willems dus, haar testament op, terwijl ze ziek was en in bed lag.


Johan Cloeck is (1552) de schoonzoon van de wed. Johan Steltgens

Jan Cloeck X Gryete van Wagensfelt machtigt in 1561 samen met wijlen Gijsbert van Wagensvelkt (X Berta), Gertgen van Wagensfelt (X Henrick Hass), Sweer van Wagensfelt en Stijntgen van Wagensfelt de priester Jacob van Wagensfelt om voor het gerecht van Renswoude op de Veluwe het landgoed Cleyn Wagensfelt te verkopen.

In 1562 verwerven Jan Cloeck en Grietje (Wagensfelt) een huis in de Turfstraat van Herman Brugman X Iken Masschops, en zijn daarvoor aan Brugman en Iken 8 rijer gld schuldig per jaar hypotheek. Die hypotheek lossen ze stukje bij beetje af. In 1563 krijgt hij toestemming om een deur te maken die naar het kerkhof opent. In juni 1563 nemen Jan Cloeck en z’n vrouw Margriet een extra hypotheek op hun huis in de Turfstraat bij Jacob van Waegensfelt; op 9-9- 1567 heeft Jan Cloeck de helft van die hypotheek afgelost. In 1576 koopt Jan Cloeck ook het huis ernaast aan, dat daarvoor een 'kerkhuis' was, eigendom van de kerk

Er is in de jaren zestig veel te doen om de erfenis van de minderjarige Frederik Penninck en zijn (later overleden) moeder Catharina Penninck-van Wagensfelt, kennelijk de zus van o.a. Margaretha van Wagensfelt.

In januari 1566 zet Jan Cloeck geld opzij voor zijn drie kinderen bij wijlen Margaretha van Waegensfelt; zulk 'bewijs' ging meestal vooraf aan een tweede huwelijk.

In 1570 verklaart iemand op verzoek van Jan Cloeck dat zijn vrouw in de kraam lag en dat daarom, en om haar religie, de dienstmeid Geertgen van Cleef minder dan een jaar bij hem is gebleven.

In juli 1570 verkoopt Jan Cloeck (mede als voogd over zijn kinderen) een huis in de Oeverstraat, kennelijk uit een erfenis, aan Jan Peper. Later wordt gezegd dat het huis door Jan Cloeck en zijn vrouw Hendriksken is verkocht aan Peper.

1577: Jan Cloeck pacht/huurt een schaar weide in de Rammelweide

In december 1577 kopen Jan Cloeck en Aerntgen Wetters 2 hofsteden buiten St Anthonis, met als borg een huis op de Nieuwe Markt

In 1581 verwerven Jan Cloeck X Arnolda een half huis aan de stadswal bij de Rijnpoort (dat wordt verkocht door Anna Willems in 1618)

In 1584 transporteert Jan Cloeck (X Erntgen Wetters), namens Gerritje Wetters, samen met Sween Wetters (X Gerrit Pueth) en Wilhem Wetters (X Arnt Zanders) hun erfdeel in een huis aan de Velperpoort

In 1585 wordt kennelijk gefluisterd dat Hilleken Beckers Dircksdr bij Jan Cloeck in huis is gaan wonen om er heimelijk een kind te baren. De apotheker mr. Herman Worm verklaart dat hij haar naar Cloeck heeft verwezen om er te genezen, en zeker niet om een kind te baren.

In 1588 kopen Jan Cloeck de Iserencremer X Erndtgen een huis en erf in de Custersteeg

In 1593 verwerven Johan Cloeck en zijn vierde vrouw Anne Willems een afgevallen lege plaats achter Rodenburg (zij verkoopt hem als moestuin ruim 20 jaar later)


Bronnen


http://kloek-genealogie.eu/ZegerArnhem.htm#CloeckPloech%20Lensenburg

lit: De Navorscher 1885, pg 619-620.


* 1552, 21-2: Gelders Archief, 0124-1067 Brieven van en aan Uitheemsen [akte 1533]: Van het Hof aan graaf Jorien van Limburg; z., dat hij de wed. Johan Steltgens en haren schoonzoon Jan Cloick moet voldoen

* 1561, 22-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 397, fol. 320, akte 1542]: Berta, weduwe van zal. Gysbert van Wagensfelt, Henrick Hass en Gertgen, zijn vrouw, Jan Cloick en Gryete, zijn vrouw, en Sweer van Wagensfelt en Styntgen van Wagensfelt potentiaverunt heer Jacob van Wagensfelt, priester, dat hij in hun naam en van hunentwege verkopen, transporteren, opdracht en vertichnisse doen zal mogen voor de gerichte van Renswouw van erf en goed, geheten Cleyn Wagensfelt, met zijn toebehoren, gelegen onder de gerichte van Renswouw in Veluwe;

* 1562, 18-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 399, fol. 10, akte 90] Herman Brugman en Yken, zijn vrouw, sub et re Jan Cloick en Gryete, zijn vrouw, huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat, Evert Vermaet ab una en der kerkenhuis ab alia [enz.], en hebben daarop dat voorgemelde huis en hofstede beloofd te vrijen et si defectus in de waarschap voorzegd erit sub expandatione van alzulke 8 rijder gl. 's jaars als Jan en Gryete voorzegd nu wederom uit deze huis en hofstede Herman en Yken opgedragen hebben;

* 1562, [ongedateerd]: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 399, fol. 73, akte 687]: Herman Brugman en Yken, zijn vrouw, hebben bekend dat Jan Cloick en Gryete, zijn vrouw goedlijk en wel van hen afgekocht, gevrijt en gelost hebben 2 rijder gl. 's jaars als zij jaarlijks geldende hebben uit Jan en Gryeten voorzegd huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat, Evert Vermaet ab una [rest ontbreekt]

* 1562, [ongedateerd]: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 399, fol. 73, akte 693]: Herman Brugman en Yken, zijn vrouw, hebben [bekend] dat Jan Cloick en Gryete, zijn vrouw, van hen goedlijk en wel afgelost hebben 2 rijder gl. 's jaars van alzulke 8 rijder gl. 's jaars als zij jaarlijks geldende hebben uit Jan en Gryeten voorzegd huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat;

* 1563, 9-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, fol. 18v, akte 105] Johan van den Bergh als overste kerkmeester der moederkerk heeft met weten en believen van burgemeesters, schepenen en raad vergund Johan Cloick Iserencremer dat hij een deur en uitgang opten kerkhof aan zijn huis zal mogen hebben;

* 1563, 22-6: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, fol 19, akte 109] Johan Cloeck en Margriet, zijn vrouw, sub et re heer Jacob van Wagesfelt 6 enkele rijder gl. Jaarlijks uit hun huis, gelegen in de Turfstraat, de moederkerk ab una en Evert ter Maet ab altera, op S. Johan tho midzomer te betalen en te lossen met 100 rijder gl. paijments, op 2 termijnen te lossen [enz.]; [in margine: 09-09-1567: Heer Johan van Wagensfelt dixit dat hem Jan Cloeck 3 rijder gl. jaarlijks van de 6 rijder gl. afgelost heeft];

* 1563, 4-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 399, blz 40, akte 377]: Heer Jacob van Wagensfelt, Sweer van Wagensfelt, Jan Cloick als man en momber zijner huisvrouw zal. en mede als gemachtigde van Henrick Hass als man en momber zijner huisvrouw en Styntgen van Wagensfelt hebben naar erfhuisrecht en recht en gewoonte der stad Arnhem een voorvank gedaan aan de helft van het versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptum, waarin dat onmundige kind, Frederick Pennynck genaamd, verstorven is en nagelaten heeft, en hiervoor hebben beloofd de erfhuis genoeg te doen Jan Bongart en Wynant van Ratingen en deze voorzegde erfgenamen hebben beloofd de borgen voorzegd van deze belofte [schadeloos] te houden en de moeder van deze erfgenamen heeft te waarschap gesteld hun huis en hofstede, gelegen op de hoek van de Turfstraat tegenover Sente Catharinen gasthuis, dat zij itzondt bewonen;

* 1565, 4-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 399, blz 93, akte 869]: Heer Jacob van Wagensfelt voor hem zelf en mede als gemachtigde van Henrick Hass als man en momber zijner huisvrouw inhoud der volmacht, bezegeld met het zegel der stad Gryet, Sweer van Wagensfelt, Jan Cloick als man en momber zijner huisvrouw en Styntgen van Wagensvelt hebben naar erfhuisrecht en naar recht en gewoonte der stad Arnhem een voorvank gedaan aan de helft van het versterf, erf en goed, huis, hof, rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptum, waarin het onmundige kind, Frederick Pennynck genaamd, verstorven is en nagelaten heeft en hiervoor hebben beloofd de erfhuis genoeg te doen Jan Bongart en Wynant van Ratyngen en deze voorzegde erfgenamen hebben beloofd hun borgen van deze belofte schadeloos te houden; en de moeder van deze erfgenamen voorzegd heeft in plaats van hen te waarschap gesteld haar huis en hofstede, dat zij itzondt [bewoont], gelegen op de hoek van de Turfstraat tegenover Catharinen gasthuis;

* 1565, 7-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 111, akte 637]: Jaspar van Waegensfellt van Wezel voor hem en mede als gemachtigde van Barbara, zijn echte wijf, welke volmacht, voor schepenen van Wezel gepasseerd wezende, schepenen gezien en gelezen hebben, sub et re Jacob van Waegensfellt, Zweer van Waegensfellt en Johan Cloick zijn alinge quota en gerechtigdheid van alzulke versterf, erf en goed, reed en onreed, niet daarvan uitgescheiden, als hem en zijn huisvrouw; igszins aanbestorven mag zijn door afsterven van Frerick Penninchs zal., zijn neef, waar datzelve ook gelegen mag zijn, zich bedankende daarvan goeder uitrichting en betaling et dicebat nil juris;

* 1565, 7-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 111, akte 636]: Heer Jacob van Waegensfellt, Zweer van Waegensfellt en Jan Cloick sub et re Giesbert van Waegensfellt te Deventer als een toevenger en momber van Bart Lambertss tot behoef van Bart voorzegd 4 daler jaarlijks, te betalen op Nicolay naastvolgende over een jaar en zo voort uit huis en hofstede, gelegen bij S. Jans hal, waaruit zal. Evert Penningh verstorven is, Jaspar van Brienen ab una en Derck Anckermans zal. ab alia [enz.];

* 1565, 7-12: Gelders Archief: 2090 Burgerweeshuis te Arnhem, invnr. 359: 286 Johan van den Bergh en Gerhart van Rijsswijck, schepenen te Arnhem, oorkonden dat heer Jacob van Waegensfellt, Zweer van Waegensfellt en Jan Cloick aan Giessbert van Waegensfellt, als voogd ten behoeve van Bart Lambertsoen, een losbare jaarrente van 4 daalder hebben overgedragen, te betalen op Sint-Nicolaas, uit hun huis en hofstede gelegen bij Sant Jans Hall, waarin Evert Penningh is gestorven, tussen het huis van Jaspar van Brienen en huis en hofstede van wijlen Derck Luckerman

* 1566, 24-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 131v, akte 767] Jan Cloeck in tegenwoordigheid van heer Jacob van Wagensfelt als natuurlijke momber zijner zal. zuster kinderen, bij gedachte Johan Cloeck geprocreeerd, heeft zijn kinderen voor hun zal. moederlijk goed bewezen 130 daler en belooft de voorzegde kinderen daarvan te onderhouden tot hun mundige jaren toe en met kost en kleder te bezorgen [enz.]; en in deze afscheid is dat erftaal en versterf van Catherina Pennincks niet begrepen, dan dat zal Jan Cloeck voorzegd half genieten en de voorzegde kinderen insgelijks half buiten die 130 daler; Item heeft Jan Cloeck voorzegd beloofd de voorgemelde kinderen elk een goed kleinood van hun moeders klederen of kleinodien te geven als zij mundig zijn, waarbij zij hun moeder gedenken;

* 1567, 24-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 158v, akte 965] Giessbert van Waegensfellt en Trijn, zijn vrouw, Herman Wolters en Erntgen van Wagensfelt, zijn vrouw, sub et re heer Jacob van Waegensfellt, Zweer van Waegensfelt en Johan Cloick alle alzulke recht en gerechtigdheid als hun enigszins aanbestorven is door aflijvigheid en afsterven van Catharijna Penninchs en Fredrick Penninchs, haar zoon zal., hetzij aan huis en hofstede, rede en onrede, nil exemptum;

* 1567, 2-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 159v, akte 968] Mr. Augustijn van Doern en Peterken, zijn vrouw, sub et re heer Jacob en Zweder van Waegensfellt en Jan Cloick hun alinge recht en aanpart als zij hebben aan het versterf van zal. Catharijna en Fredrick Penninck gelijk hun datzelve met erfhuisrecht alhier binnen Arnhem is toegewezen;

* 1567, 17-2 Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 159v, akte 972]: Zweder van Waegensfellt van Essen voor zich en mede als gemachtigde van Bele Schelen, zijn huisvrouw, inhoud der volmacht, voor de stad Essen gegeven, en ook mede als gemachtigde zijner zuster Stijntgen van Waegensfellt inhoud der volmacht, voor schepenen der stad Wesel gepasseerd, sub et re heer Jacob en Zweder van Waegensfellt en Jan Cloick alzulke zijn en haar aandeel en aanpart als zij hebben aan het versterf van zal. Catharijna en Fredrick Penninck;

* 1567, 9-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 164v, akte 1003]: Jacob van Waegensfellt van Nijmegen en vrouw sub et re heer Jacob en Zweder van Waegensfellt, gebroeders, en Jan Cloick alle alzulke versterf als hun door afsterven van Fredrick Penning aanbestorven is, huis, hof, reed en onreed, nil exemptum;

* 1567, 18-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 165, akte 1006]: Evert Vermaet en Diberich, zijn vrouw, sub et re Jan Henrichss van Velp timmerman en Gerrijken, zijn vrouw, huis en hofstede, gelegen in de Varkenstraat, Reijner van de Zande ab una en Gerrit Glaesemaker ab alia [enz.]; et si defectus sub expandatione domus, gelegen in de Turfstraat, Jan Bongarts huis, die Roos genaamd, ab una en Jan Cloick ab alia;

* 1567, 9-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 180v, akte 1118]: Johan van Ringenberch en Johan van den Bergh, schepenen, als overste mombers aller onmundige kinderen met Johan Cloick en Henrixken, zijn vrouw, voor hen en als vader en stiefmoeder van Derck, Aeltgen en Giessbertgen Kloicks, genoemde Johan Cloicken voorkinderen, bij Margareta van Waegensfellt geprocreeerd, en vanwege dezelve kinderen sub et re heer Jacob van Waegensfellt alzulke hun recht, gerechtigdheid en aanpart als hem en zijn kinderen enigszins mag competeren aan alzulke versterf, erf en goed als hem door afsterven van zal. Frederick Penninck enigszins aangestorven is en niet alleen datzelve aangeërfde versterf, maar ook alzulk aangekocht deel als Jan Cloick mede van de erfgenamen der andere zijde van Frederick Penninck aangekocht heeft;

* 1567, 9-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 180v, akte 1119]: Johan Cloick en Henricksken, zijn vrouw, sub et re Derck, Aeltgen en Giessbertgen Kloecks, genoemde Johan Cloick voorkinderen, bij Margaretha van Waegensfellt geprocreeerd, derdenhalve Carolus gl. jaarlijks uit hun huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat, Evert Vermaet ab una en der moederkerk huizing ab alia, herkomende van dat aangevallen en aangekochte versterf van zal. Frederick Penning, welke rente voorzegd zij niet eer gehouden zijn te betalen dan als de kinderen voorzegd tot hun mundige dagen gekomen zullen zijn, alles inhoud; er maaggescheids, tussen genoemde Jan Cloick en zijn voorkinderen opgericht, en te lossen met 40 gl. [enz.];

* 1567, 9-11: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 194, akte 1193]: Wilhelm van Poelwyck en Johan van den Bergh als overste kerkmeesters en Derck Bouwmr. als medekerkmeester der moederkerk alhier binnen [Arnhem] hebben opgedragen en met hun vrije wil vertegen Henrick Kerstgenss en Thonisken, zijn echte wijf, een morgen lands, gelegen in Arnhemmerbroek in het Oldemercksche slach tho boschwart aan, de kerk toebehorende, die hij op Martini in de winter Ao. 1567 aanvangen zal, wederom te lossen op alle Martini in de winter met 202 keizers gl. [enz.]; et si defectus sub expandatione domus et areae, der kerk voorzegd toebehorende, gelegen in de Turfstraat, Jan Cloeck ab una en Wilhelm barbier ab alia;

* 1569, 10-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 216v, akte 1363]: Herman Brughman en Iken, zijn vrouw, sub et re Cornelis Roeterss, rentmeester van S. Catharinen gasthuis, tot behoef deszelven gasthuis 2 rijder gl. ’s jaars van alzulke 6 rijder gl. ’s jaars als zij, e.l., jaarlijks geldende hebben uit huis en hofstede van Jan Cloeck, gelegen in de Turfstraat, Evert Vermaet ab una en huis en hofstede, der Oude kerk toebehorende, ab alia;

* 1570, 19-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 401, blz 37, akte 146]: Comparuit Gerrit die Ruijter met recht besat ter instantie van Johan Cloeck om getuig der waarheid te geven en heeft getuigd dat hij van zijn vrouw heeft horen zeggen en ook te Kleef de spraak gaat dat Geertgen van Cleeff, dewelke des producenten maagd avert jaar geweest was en nu weder te Kleef binnen het jaar gekomen, dat derhalve haar naburen haar afgevraagd waarom zij binnen jaars van haar heerschap getagen waar en dat zij daarop geantwoord heeft dat het om des geloofs wil waar en dat Jans vrouw in de kraam lag; Juravit ad S.c

* 1570, 8-7: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 400, blz 239v, akte 1584] Jan Cloeck als principaal verkoper voor zich zelf en als momber zijner kinderen, Winandt van Lyndt als man en momber zijner huisvrouw Weindell, nagelaten weduwe van zal. Arndt Visscher, en Ariaen, zal. Johan Sloetmaeckers dochter, sub et re Jan Peper en Haedewich, zijn vrouw, huis en hofstede, gelegen in de Oeverstraat, de gemene steeg ab una en Arien voorzegd ab alia [enz.], et si defectus sub expandatione der voorgaande waren en uit huis en hofstede, genaamd idt Ross, en huis en hofstede van Arien voorzegd;

* 1571, 15-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 401 blz 94, akte 400 Heer Jacob van Wagensfelt, Zweer, zijn broeder, Cornelis van Ruijgh en Stijn van Wagensfelt, zijn vrouw, en Johan Cloeck en Erntgen, zijn vrouw, sub et re Arndt Vosch en Gryet, zijn huisvrouw, huis en hofstad, gelegen buiten St. Janspoort, vrouw Engelen moeshof ab una en N. Start erve ab altera [enz.];

* 1573, 19-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 30, akte 236]: Herman Bongman en Iken, zijn vrouw, hebben verlijd en bekend dat Johan Cloeck hun afgekocht, gevrijt en gelost heeft een halve rijder gl. 's jaars van alzulke 2 rijder gl. 's jaars als zij gelden hebben uit huis en hofstede van Johan voorzegd vermogen zegel en brief, sprekende van 6 rijder gl. 's jaars, waarvan de voorzegde e.l. 4 rijder gl. 's jaars St. Catharinen gasthuis opgedragen hebben;

* 1575, 23-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 85, akte 275]: Comparuit Jacob Henrickss ter instantie van Johan Cloeck en Henrick Gherytss gebadet zijnde en tuigt en zegt dat hij vanwege heer Wyllem Wetters, pastoor te Zetten, binnen de 9 jaren 2 beesten, die de voorgemelde pastoor gekocht had één van Aryen Kreyvenger en één van Ghysken Vermeer, voor zijn eetrund gehaald heeft en dat de pastoor zal. jaarlijks maar één eetrund slachtte en dat Pelgrum Derckss hem de rest van het eetrund voorts betaald heeft van de pacht van de thiendt, die hij, Pelgrum, van de pastoor in pacht had; Juravit ad S.cta;

* 1575, 23-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 85, akte 276]: Jan Cloeck en Wyllem Hermenss en Roeleff Dryess potentiaverunt Hermen Gerytss in de zaak, die zij te doen hebben in Betuwe tegen Peter van Reet, scholtus te Valborch, en voorts tegen alle anderen te doen hebben of krijgen mogen;

* 1575, 27-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 116v, akte 580]: Ringenberch en Berch als overste kerkmeesters en Claes van Ratingen als onderkerkmeester der moederker binnen Arnhem sub et re Derck Bouwmr., medekerkmeester, 2 kamers, gelegen in de Koningstraat, waarin men door een gang ingaat, Bernt Co. mat. bode ab una en Reiner van Oert ab altera, met een schaar weiden, in deze 2 kamers gehorende, gelegen in Arnhemmerbroek in Ketelslach, die versat is aan de convent van Bethanien [enz.], et si defectus sub expandatione der kerkenhuis, gelegen in de Turfstraat, Cloeck ab una en Mr. Willem Barbief ab altera;

* 1576, 30-7 Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 162, akte 528]: Johan van Ringenberch en Johan van den Berch, schepenen, tuigende over hen zelf, als overste, Derck Boumr. en Claes van Raetingen, medekerkmeesters, vanwege de stad daartoe gesteld, sub et re Johan Cloeck en Erntken, zijn vrouw, huis en hofstede, staande in de Turfstraat, voorgemelde Jan Cloeck ab una en Mr. Willem Berbier ab altera [enz.]; et si defectus sub expandatione van het nieuw getimmerde huisken, staande aan de kerkrooster;

* 1576, 30-7 Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 162, akte 529]: Jan Cloeck en Erntken, zijn vrouw, sub et re voorgemelde kerkmeesters als toevengers en tot behoef der moederkerk alhier 6 rijder gl. jaarlijks ex domo predicta, te betalen op St. Jacobsdag 1577 eerstaan en zo voort en te lossen in 2 termijnen telkereize met 50 rijder gl. payements [enz.];

* 1577, 3-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 187v, akte 609] Henrick Hass en Geertken, zijn vrouw, sub et re Floris Gerytss en Geertken, zijn vrouw, huis en hofstede, staande in de Varkenstraat, met een stalling, strekkende achter uit de gemene steeg, de erfgenamen van Rutger van de Zand ab una en Peter Noeyen hof ab altera, met derdehalf schaar weiden, 1½ schaar gelegen in de Rammelweyde en de ene schaar in Arndt Roeloffsslach, die verset zijn aan Johan Cloeck, te lossen met 100 daler payments [enz.];

* 1577, 8-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 289, akte 972]: Henrick Hoiffsmit en Naleken, zijn vrouw, sub et re Mr. Willem Barbier en Engel, zijn huisvrouw , alzulke veerdel als zij hebben aan huis en hofstede, waarin Mr. Willem itzondt woont. Dibbith Aleffs ab una en Johan Cloick ab alterna, gelijk Naleken voorzegd dat voorzegde vierdendeel van haar zal, vader en moeder aanbestorven is;

* 1577, 18-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 290, akte 975]: Dieberich van Nijenhuis, zich sterk makende voor haar kinderen Andries, Rutger en Gerrit Vermaet, en Goessen van Camphuisen en Gerrijken zijn huisvrouw, Jacob Louwen en Henrisken, zijn huisvrouw, Fenne en Lijsbet Vermaet en Johan Jordens als gemachtigde van Andries ten Nijenhuis en Gerritgen Everts, zijn huisvrouw, Engel ten Nijenhuis en Merrij Jordens, zijn huisvrouw, en zich semtlick sterk makende voor Johan ten Nijenhuis, hun broeder, vermogens een volmacht, gepasseerd voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Nijmegen, gedateerd 04-05-1577, sub et re Herman die Haan en Anna, zijn huisvrouw, een elsken lands, gelegen achter Presickhaeff naast Ruittenborchs erfenis, op één zijde vandaan een [wade] en Ellsgens van St. Nicolaas broederschap op de andere zijde, in de ambte van Veluwezoom in de kerspel van Velp gelegen[enz.]; et si defectus sub expanditione der vorige waren en van een huisken, gelegen op St. Johansplaats, Griet Dibbits ab una en Johan Hoeffsmitt ab altera, en van huis en hofstede van zal. Evert Vermaet, gelegen in de Turfstraat, Jan Cloeck ab una en Henrick Bongertt en Johan ab altera, tot 6 jaren toe;

* 1577, 26-6: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 303, akte 975]: 1011 Comparuerunt Derck Tinnegieter en Johan Cloeck ter instantie van Bernt ter Maett en Johan Henricksen vanwege de kinderen van zal. Johan van Eerdtbeeck met recht gebadet en hebben getuigd en gezegd dat zij ter begeerte der mombers der kinderen voorzegd na afsterven van zal. Johan van Eerdtbeeck en zijn huisvrouw gegaan tot Henrisken Tinnegieters huis en begeerd met haar te rekenen en gevraagd wat zij aan Johan en huisvrouw ten achteren waar; zei 3 jaar, jaarlijks 3 daler, en dat daar nog één daler van ouds te betalen stond; - hebben, deposanten, de schamelheid der kinderen haar voorgehouden en begeerd wat kwijtgescholden te hebbben, wie dat ettelijke andere rentheffers gedaan, waartoe zij niet wilde verstaan; - dan zei: zij wilde de vol penningen hebben; - tuigden wijders dat Thoenis Tinnegieter veel woorden maakte; zo heeft hem Henrisken op een zijde genomen en gestild; Gehouden bij ede Co. mat. en der stad gedaan;

* 1577, 8-8: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 209, akte 677]: Johan van Ringenberch, schepen, als overste kerkmeester en Derick Boumr. en Claes van Raetingen, medekerkmeesters der moederkerk alhier, hebben met believen, wil en voorweten van Georgien van Proemen, pastor, het pond dat de vicarissen van St. Anthonis buiten Arnhem uit het huis dat nu Johan Cloeck van de kerk gekocht heeft, staande in de Turfstraat, jaarlijks geldende had, verlegd om merkelijke oorzake op een ander en dat van nu voortaan gemaand en betaald zal worden uit het huis, staande aan de Moederkerkhof, waarin nu ter tijd Evert van Harskamp woont, de kerk toebehorende, en voorts nog uit 3 andere huiskens, ook op het Kerkhof staande en der kerk toebehorend; et si defectus sub expandatione der huiskens voorgemeld;

* 1577, 15-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 335, akte 1076]: Peter Raemaecker, Hilleken van Wiertt, weduwe zal. Derck Rietmaecker, als momber en zich sterk makende voor Arnt Derckss, en Balden Loeff en Nael, zijn huisvrouw, sub et re Johan Cloick en Aerntgen Wetters, zijn vrouw, 2 hofsteden, die zijn gelegen buiten St. Anthonis, St. Eusebius broederschap ab una en Gerritt van Huissen ab altera [enz.]; et si defectus sub expandatione van huis en hofstede van Balden, gelegen aan de Nieuwe markt, Balden de olde ab una en Jan van Beckbergen ab altera, tot de helft toe en Peter en Hilleken hetgeen zij hebben of namaals krijgen mogen;

* 1578, 3-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 338v, akte 1085] Jacob van Holtt snijder en Hilleken, zijn vrouw, hebben verlijd en bekend; - Alzo Johan Cloeck en Henrisken, zijn huisvrouw, zal. Jan Peper een huis en hofstede verkocht, waaruit de vicarissen van de oude kerk een gouden schild hebben, welk huis zij, e.l. van gemelde Johan Peper hebben gekocht, ook zonder bezwaarnis van jaargeld, dat Gerrit Gerrits Cremer en Weindel, zijn huisvrouw, hun hiervan gecontenteerd en zulks gedaan dat zij, e.l., nu voortaan de vicarissen die jaarrente betalen zullen;

* 1578, 8-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 402, blz 343, akte 1101]: Johan Arndtss en Meth Jacobss [e.l.] hebben verlijd en bekend dat Mr. Willem barbier, Metten broeder, hun goedlijk en wel afgekocht, vernoegd en betaald heeft alzulk versterf en goed als hun vader en moeder aanbestorven is aan huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat, Johan Cloick ab una en Dibbith Aleffs ab altera, en aan huis en hofstede, gelegen op de Beek, de gemene steeg ab una en Arndt Brouwer ab altera;

* 1578, 8-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 403, blz 231 en 231v, akte 761 en 762]: Joachum Heymen en Geertken, zijn vrouw, sub et re Thonis Heymen en Weyndel, zijn vrouw, huis en hofstede, staande aan de Nieuwe markt, Jan Cloeck ab una en Claes Janss ab altera, met het werkhuis en kamer [enz.];

* 1579, 13-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 404, blz 6v, akte 30]: Diborch, nagelaten weduwe zal. Evert Vermaet, met Hans Bitter als haar gekozen momber, Jacob Louwen en vrouw, Gerryken Vermaet, weduwe Goesen van Campen, zich voor haar kinderen mede sterk makende, Mr. Jacob van Oy en vrouw, zich gezamenlijk sterk makende voor Rutger Vermaet en vrouw, sub et re Derck Hoymaecker en Geertruydt, zijn vrouw, huis en hofstede, staande in de Oeverstraat, Bardt van Zallandts weduwe ab una en Derck van Elst ab altera; [enz.]; et si defectus sub expandatione domus, staande in de Turfstraat, Henrick en Johan Bongart ab una en Johan Kloeck ab altera;

* 1581, 18-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 404, blz 49, akte 217]: Sander, de nagelaten weduwe van zal. Jacob Stroydeckers, met Cornelis Michielss, haar momber, als wezende rechte erfgenaam van zal. Anna Barss sub et re Johan Cloeck en Arnolda, zijn vrouw, haar gerechte helft van huis en hofstede, staande aan de wal tussen de Rijnpoort en huis en hofstede van Toenis Heymens, in aller gestalt als haar de voorzegde helft van haar nicht voorzegd aangestorven is [enz.]

* 1584, 9-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 405, blz 104v, akte 325]: Iken Masschops heeft Johan Cloick kwijtgescholden 2 rijder gl. als zij uit des vnd. Cloicken huis jaarlijks geldende had en bedankt zich goeder betaling;

* 1584, 9-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 406, fol 3, akte 1]: Gerrit Pueth en Sween Wetters, [e.l.], Arnt Zander[s] en Wilhem Wetters, zijn vrouw, Gerrytgen Wetters met Jan Kloeck als haar gekozen momber sub et re Herman Wetters en Naell Reiners, zijn vrouw, hun aanpart, deel en gerechtigdheid aan huis en hofstede, gelegen aan de Velperpoort, Henrick Kerstgens huis en hof ter ener- en de straat naast de Velperpoort ter andere zijde [enz.];

* 1584, 23-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 405, fol 105v, akte 331] Diebora ten Nijenhuijs, weduwe zal. Evertt ter Maeth, cum tutore Johan van den Zandt sub et re Johan vann Roremonde en Elizabeth Vernaeth zijn vrouw, 6 daler jaarlijks uit de gerechte helft van haar huis en hofstad, staande alhier in de Turfstraat, ab una die roode roos en ab altera Johan Cloick, en dat met zulke voorwaarden, dewijl zij, Diebora voorzegd, met haar dochter voor een medegave aan Johan van Ruremondt voorzegd beloofd heeft de somme van 500 daler en Diebora in deze zwaarlijke tijden niet heeft die met een somme op te kunnen brengen en hij, Johan, zich nu geduld heeft gehad 2 jaren, dat die 6 daler Martini naastkomend verschijnen zullen eerstaan en zo voort en neffens dem belijdt en bekent Diebora voorzegd dat gemelde Johan haar tot reparatie des huizes verschoten heeft 50 daler, waarvoor zij, Diebora, geroerte Johan en Lijsbeth, zijn vrouw, ook jaarlijks opdraagt 3 daler en dat alles uit de gerechte helft des huizes voorzegd, ook te betalen op dagen en termijnen als boven, en dit alles ter cause dewijl zij, Diebora, haar andere kinderen elk in gerede gelde hun medegaaf uitgericht heeft [enz.];

* 1585, 23-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 407, fol 60v, akte 101] Comparuerunt mr Herman Worm apotheker en Johan Kloeck ter instantie van Cornelis [Alem en Ott Wemmers] en hebben gerichtelijk bekend waarhaftig te zijn dat ongeveer 10 of 12 jaar geleden hij, Mr. Herman, in medicinen vanwege zekere inwendige krankten en gebrekkigheden overhouden en gecureerd heeft Hilleken, de dochter van zal. Derck Beckers; dan omdat de voorzegde persoon niet konde gecureerd worden, overmits zij een harde milt had, zonder steeds de medicijnen te gebruiken, heeft Mr. Herman voorzegd doemaals haar geraden zich ergens waar binnen Arnhem in de kost te bestaden, opdat zich eenmaal de kwalen of haar krankten genezen mochten worden, alzo dat zij zich daarna bij Johan Kloeck gelijk Johan Kloeck verklaarde bestadet heeft en wel een half jaar bij hem in de huize geweest is; met hem en zijn huisvrouw te kost gegangen en sunst nergens anders gegaan of gestaan, gedaan of gehandeld heeft hunnes wetens dan een eerbaar en "Krystthe persoen" wel betaamt, en zo zij, deposanten, verstaan hebben de voorzegde persoon tot krenking van haar eer en naam nagezegd te worden als zou zij daar in de huize doemaals eens kinds in de kraam gelegen te hebben, zeggen en verklaren deposanten voorzegd zulks onwaarhaftig te zijn en dat men de voorzegde persoon leugenachtige zag waaraan zij deel noch schuld, gedaan en nagesproken heeft, willende ook de voorzegde persoon voor allen rechten waar het voor erforderen doet tot restauratie van haar eer voor zulke verdedigen helpen houden dat zij hun levensdagen voor of na van de voorzegde persoon onbezonnigheid niet verstaan noch gehoord hebben; zullen dit alles als de waarheid te wezen bij solemnele burgereed bestedigen;

* 1586, 15-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 405, fol 174v, akte 492}: Roeloff Schaep, Caerl van Ulfft en Johan opten Straett cum suis hebben als rechte erfgenamen van zal. Dirck Minderfoith naar dezer stad- en erfhuisrecht in de erfhuis en nagelaten goederen van zal. Dirck voorzegd alhier in de vrijheid van Arnhem een voorvank gedaan, waarvoor borgen geworden zijn Johan Cloick en Henrick van Vorstenburgh onder verband van hun persoon en goederen [enz.];

* 1587, 16-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 408, fol 10, akte 25]: Joffrouw Johanna van Steenhuiss met Wilhelm van Huessen als haar gekozen momber potentiavit Johan Kloeck en Wilhelm van Huessen, haar, constituentes, tutor, over hares zal. dochters Catharina Kloecks onmundige kind Johan van den Zande, bij zal. Thomas van den Zande, haar eheman, geprocreeerd, diens goederen te aanvaarden, te verdedigen, te bewaren en zonodig daarvoor met recht te spreken, scheiding en deling te houden, penningen te ontvangen [enz.];

* 1587, 3-8: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 408, fol 17, akte 47]: Derrick Bierman als man en momber van Jenneken Braeckelmans, Arnt Braeckelman, zich mede sterk makende voor Styn, Johan, Naellicken, Peter, Truyken en Gerryt Braeckelmans, zijn broeders en zusters, alle zal. Arnth Braeckelmans nagelaten kinderen, Jan Wanners voor zich zelf en Derrick Kloeck als man en momber zijner huisvrouw Goessen hebben in de erfhuis en versterf van zal. Johan Braeckelman een voorvank gedaan om des erfhuis crediteuren genoeg te doen en vervolgens als rechte erfgenamen de nagelaten erfhuisgoederen te mogen aanvaarden, stellende daarvoor als hun borgen Hanss Bierman en Johan Kloeck, die ook daarvoor borgen geworden en beloofd hebben de erfhuis genoeg te doen, en hebben comparanten beloofd hun borgen te indemneren;

* 1588, 22-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 2, akte 2]: Alardt Bloeijlandt en Frederica Beltgens, zijn vrouw, sub et re Johan Cloeck Iserenkremer en Erndtgen, zijn huisvrouw, een huis en hofstad, staande in de Custersteeg tussen de poort van het Paradijs ter ener- en erfenis der verkopers voorzegd ter andere zijde [enz.], et si defectus sub expandatione domus allernaast dit erf staande, ook een vrij erf wezende;

* 1588, 22-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 4, akte 6]: Alardt Bloeijlandt en Frederica Beltijens, zijn vrouw, sub et re Johan Cloeck Iserenkremer en Erndtgen, zijn vrouw, huis en hofstad, staande in Custerssteeg tussen de poort van het Paradijs ter; er- en verkopers voorzegd ter andere zijde [enz.], et si defectus sub expandatione domus et areae naast dit erf staande en de verkopers toebehorende, hetwelk ook een vrij erf is; 

* 1588, 14-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 408, fol 29v, akte 95] Comparuerunt Johan Bartgen, Johan Kloeck, Johan Bartens en Gysberth Haemacker ter instantie van Uhye Wetters gebadet en hebben uit dwang des rechtens getuigd dat Uhye Stevens geboren is van Steven Smydt en Maria Wechten e.l., burgers dezers stad Arnhem, zeggende dat hij alzo een geboren burger is; sub juramento civitati prestito;

* 1588, 14-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 13v, akte 27 Johan Cloeck en Arnolda, zijn vrouw, constituerunt Johan Leeskens te Rees en Mr. Wilhem Hoedtmaker om aldaar in hun, constituanten, naam te ontvangen van Thonis Luijkens alzulke aanpart van penningen als hun vanwege hun moeder Beel Cloecken, naderhand genaamd Schrievers, achtervolgende het gerichtelijk verwin zo de nagelaten kinderen van Beel Cloecken voorzegd, hun gebroeders en zusters, door gedachte Johan Leeskens op genoemde Thonis Luijkens huis en andere goederen aldaar geobtineerd, alnog aankomende is en sunst alle andere zaken, die zij, constituenten, vanwege hun zal. moeder voorzegde aldaar of anderswaar te doen en uitstaande hebben [enz.];

* 1588, 5-6: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 31v akte 79]: Comparuerunt Jasper van Brienen en Johan Cloeck om kondschap der waarheid te geven voorbescheiden zijnde en hebben uit dwang rechtens ter instantie van Henrick Palmert op zekere vraagartikelen bij hun burgereed met presentatie solemnele eeds waarnodig getuigd en geaffirmeerd: dat zij verleden dage neffens meerdere burgers op de markt bij producent gestaan en gehoord hebben dan Gossen Haeck van hem gekocht 200 specks, het honderd ad 16 gl., en een koop gemaakt zijnde Gossen Haeck tegen Henrick Palmert zegde: "Schickt idt mij in die wagen", waarop Palmert antwoordde: "het iss veerss speck, kompt ierst und besiet hett"; Gossen wederom een vers of twee tot Henrick gesproken: "Ick heb die tijdt niet dat ick kan gewachten; schick idt mij in die wagen"; Dus hem, Palmert, nog na als voor weigerde en wederom antwoordde: "Gij, Gossen, zal het eerst komen besien"; Alzo dat Cornelis Elbertsen eindelijk tegen Gosen Haeck zegde: "So muegchtt gij Veren Gerrit schicken", waarop Gosen antwoordde: "dat mach ick dan doen"; - Johan Cloeck tuigt dan nog bij dat Henrick Palmert ook tegen Gossen voorzegd zeide: "Suijckt daer ut wat U dient; wat U niet en dientt, dat laet mij";

* 1588, 4-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 82 akte 196]: Arndt van Brienen als overhuismeester, Evert Everwyn en Wilhem Gaemans, onderhuismeesters, en Johan Haeck, rentmeester van St. Catharinen gasthuis, verklaren dat Johan Cloeck Iserenkremer het voorzegde gasthuis gelost en afgekocht heeft 4 rijder gl. jaarlijks als hetzelve gasthuis vermogens 2 schepenbrieven uit zijn huis en hofstad, in de Turfstraat staande, geldende had;

* 1589, 5-8: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol. 134, akte 321]: Alardt Bloijlandt en Frederick, zijn husivrouw, sub et re Jacob van Reemst en Gertyen, zijn vrouw, een schuur, gelegen in Custerssteeg, Johan Cloeck ab uno- en Claes van Nymegens uitgang ab altero latere, waarvan de brieven onder Johan Cloeck berusten, die de wederhelft of het neeste deel van deze schuur toekomt [enz.], stellende daarvoor te waarschap hun huis en hofstad, op de boek van de Bakkerstraat staande, ab uno- de weduwe van Steven Worm zal. en ab altero [latere] Henrick van Vorstenburch;

* 1592, 7-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 68v, akte 189]: Herman Wetters, Udo Wetters, Lysken Wetters, Gerrit Peuth, Straeth Wetters, Johan Moller als man en momber van Heesken Gerritsen hebben in den erfhuis van zal. Eerntyen Wetters, gewezen huisvrouw van Johan Kloeck, een voorvank gedaan, belovende deszelven erfhuis crediteuren en schulden betalen en te voldoen, waarvoor zij als hun borgen gesteld en genoemd hebben Cornelis Mandemaecker en Johan Henricxen;

* 1592, 16-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 70v, akte 196] Johan Cloick Isercremer, Derick Cloick en Goessen Warners, zijn huisvrouw, Thomas Appels en Gijsbertijen Cloicken e.l. sub et re Gerrit van Arssen en Aeltijenn Cloicken, zijn huisvrouw, alzodanige pandschap, recht en gerechtigdheid als zij hebben aan derdehalve schaar weide, waarvan 1½ schaar in de Rammelweijde en een schaar in Arndt Roloffssensslach, gehorende in de behuizing van Floris Gerritsen erfgenamen in de Varkenstraat, geworven met 100 daler;

* 1593, 5-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 134v, akte 388]: Neesken van Schewickhaeven, de huisvrouw van Frans Mintgens, voor haar zelf en mede als volmacht hebbende van haar eheman Franss voorzegd, waarvan de volmacht voor Roloff Kath en Johan Bruer, schepenen der stad Kleef op 31-03-1587 gepasseerd is, sub et re Johan Kloick en Anne, zijn vrouw, een afgevallene lege plaats, liggende achter Rodenburg tegenover de stadmuur, domus et area van de erfgenamen van Jacob Schraegh ter; er zijde en de gemene straat aan de stadmuur ter andere zijde [enz.];

* 1593, 12-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 140v, akte 412]: Rein Boss en Anne Boss sub et re Johan Cloeck en Anne, zijn vrouw, elke hun gerechtigdheid en aandeel, die zij zijn hebbende aan een lege plaats, liggende achter Rodenburch, domus et area van de erfgenamen Schraegh ab una en de stadmuur ab altera [enz.];

* 1593, 24-8: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 172, akte 519] Straitt Wetters, nagelaten weduwe van Willem Appell, Johan Roloffsen en Heesken Hermssen, zijn vrouw, Herman en Udo Stevens voor henzelf als mannen en mombers hunner huisvrouwen, Gerrit Peuth en Sween, zijn vrouw, zich mede sterk makende voor Lyss Stevens, weduwe van Christoffel Palstorpf, tezamen erfgenamen van Eerntgen Wetters, hun resp. zuster en moei, in haar leven geweest huisvrouw van Johan Cloick, hebben gerichtelijk bekend dat Johan Cloick, hunlieder resp. zwager en oom, hun goedlijk en te volle uitgericht heeft alledatgene dat hunluiden uit kracht van zeker maaggescheid, op 09-03-1592 opgericht, van dezelve hunne zuster en moeie aangeerfd en ten deel gevallen is geweest zowel gereed als ongereed, niet van allen uitgezonderd, waarvan zij hun zwager en oom Johan Cloick mits deze quiterende en bedankende [enz.];

* 1593, 24-8: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 172, akte 520 Johan Roloffs en Heesken, zijn vrouw, voor hen zelf en mede vanwege de semptlicke erfgenamen bovengenoemd hebben beloofd beide de jaarrenten, staande op de behuizing, zo Johan Botter en zijn huisvrouw in lijfpacht hebben van de voorzegde Johan Cloick en Eerntgen, zijn huisvrouw zal., alle jaar met de voorzegde Johan Cloick half te betalen en de rentheffers te voldoen onder verband van de helft des huizes, staande aan de Rijnpoort aan de wal, waarin Herman Baertssen verstorven is, en sunst voorts van alle andere hunne e.l. goederen, zo gerede als ongerede [enz.];

* 1593, 4-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 410, fol. 191, akte 583 Gerhardt Palick, burger te Rees, zich sterk makende voor zijn huisvrouw Ida van Heuckelom en mede voor zijn moeder, lest nagelaten weduwe van zal. Wilhelm van Fynen, heeft in derzelver kwaliteit machtig gemaakt en maakt machtig mits deze Johan Kloick Iserkremer om in zijn naam en mede van zijner huisvrouwen en moederwege te compareren voor de ambtman en geerfden van Overbetuwe en te remonstreren zijn recht van hypotheek of pandschap aan de gerechte helft van een kamp lands, geheten Blocx kamp, in de ambte van Overbetuwe in de kerspel van Elst in de buurschap van Aem, groot ongeveer 3 morgen, vermogens brief en zegel, door Caerll van Lynden, ambtman, en Dedrick Kellefken en Gerritt Kerckman, geerfden van Overbetuwe, bezegeld, slaande op des comparants voorzegde stiefvader Wilhelm van Fynen zal., en te verzoeken dat de ambtman hem, Kloick, tot behoef van zijn principaal aan en in die helft van de voorzegde kamp lands in kraft van de voorzegde brief en zegel heren en inleiden wil als in Overbetuwe recht is, hetwelk geschied zijnde, zal de gemachtigde de voorzegde kamp lands voor een vrij erf en goed voorts vanwege zijn principaal transporteren aan Peter Verstegen en Christine van Schrieck e.l. [enz.];

* 1594, 5-4: 7Gelders Archief, 0124-1005 Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe [akte 518]: Missive van het Hof aan .........., dat hij Johan Klock en diens zoon moet gelasten de door hen weggehaalde paarden ter plaatse terug te brengen, zulks ten verzoeke van Johan Wolffsen Clomp

* 1598, 4-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 411, fol. 4v, akte 10]: Gerrit van Locchum en Laembert Janssen en Evert van Ede als het recht hebbende van Beernth ter Maeth, zich mede sterk makende voor Branth Janssen, hebben verlijd en bekend dat Claess van Raettingen, Johan van Rienen en Johan Kloick als kerkmeesters hun afgekocht, gevrijd en gelost hebben alzulke 324 dalers pandpenningen als Beernth ter Maeth in 1567 op St. Petersdag op zeker stuk lands, die Ticchelkuylen genaamd, toekomende de kerk alhier, heeft gepasseerd voor Johan van Ringelbergh en Reiner Kempinck, schepenen [enz.];

* 1600, 16-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 411, fol. 246, akte 761] Engel then Nyenhuis juratux dixit dat hij ter instantie van Peter Chous als gemachtigde van Anthonis Becker op 2 augustus gepeind heeft aan huis en hofstad, gelegen alhier binnen Arnhem in de Turfstraat tussen Johan Cloick kerkmeester ter ener- en de behuizing die Roos ter andere zijde, toekomende Johan van Rueremonde en Elizabeth Vermaeth e.l., en dat voor de summe van 632 keulse daler 26 albus keulse werongh vanwege zestehalf voeder wijns, die hij [beslagene] tot zijn contentment ontvangen heeft vermogens zijn getekende obligatie;

* 1601, 6-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 411, fol. 166, akte 548] Johan van Ruremonde voor hem zelf en meester Lambert Croll als gemachtigde van Elizabet Vermaeth, des voorzegden Johan van Rueremondes huisvrouw, waarvan de volmacht gepasseerd is voor burgemeesters en raden der stad Embden in Oostfriesland op 22-11-1600, sub et re Herman van Wye en vrouw domum et aream, staande in de Turfstraat, Dye Roos ab una en Johan Kloick ab altera, met nog een schaar weiden, gelegen in de Begynen Coyweyde, met ook een slag holts, gelegen in Wordt Reder Bos, en nog een jaarljkse rente van 2 enkele goud gl. 's jaars, gaande uit de behuizing van Cornelis van Harskamp, gelegen op de hoek van de Wielackersteeg [enz.], et si defectus in guarandaria sub expandatione van zekere 3 morgen lands, genaamd dye Wolffs kuyl, gelegen te Velp, oostwaarts dye Rouw Roeyen, zuidwaarts Johan then Nyenhuis erfgenamen, westwaarts Johan te Hert en noordwaarts dye Kortewals;

* 1601, 11-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 411, fol.178v, akte 584] Naelle Noeyen sub et re Claess van Raettingen en Johan Cloeck, kerkmeesters, en tot behoef der grote kerk alhier een schaar weiden, gelegen in Arnhemmerbroek in Borreweyde tegenover St. Anthonisweyde, met de schepenbrief, daarvan sprekende gepasseerd voor Gysbert van Wyhe en Wynandt van Presickhave, schepenen, op dinsdag na St. Anthonis 1538, te lossen met 38 Jochums daler [enz.];

* 1604, 17-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol.57v, akte 155 Lucas Fredericx, koopman te Amsterdam, potentiavit Johan Cloick, Henrick van Berck en Jeliss Engelen om in zijn naam met recht te procederen tegen de erfgenamen van zal. Mr. Wolter [Roewenius], apotheker, en Catharine, zijn huisvrouw, tot betaling van 1281 gl. wegens geleverde waren ter goeder rekening;

* 1604, 8-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol. 63, akte 174] Lucas Frericx, koopman te Amsterdam, heeft verzocht dat hij uit de erfhuis van zal. Wolter [Roewinij] in mindering van zijn schuldpenningen onder cautie zal mogen lichten alzulke vierdehalfhonderd gl. als tegenwoordig zijn berustende onder de huisvrouw van Peter van Dolre, waarop, de stiefvader van Wolter [Roewino] verhoord zijnde, verklarende daarin tevreden te zijn, en is hem zulks te doen geaccordeerd, en zijn dienvolgens mede gecompareerd Johan Cloick en Henrick van Berck koeckenbecker en zijn borgen geworden voor gedachte Lucas Frericxen [enz.];

* 1604, 11-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol. 11v, akte 23] Nyese Huyberts heeft in de erfhuize zal. Jan van Leyen een voorvank van rechten gedaan, stellende daarvoor te borgen Johan Cloick en Corneliss Schippmaecker [enz.];

* 1606, 18-2: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol. 183v, akte 485]: Sander Bongart voor hem zelf en vanwege zijn kinderen, geprocreeerd bij zal. Naelleken de Haess, Item Goessen Janssen potentiaverunt Cornelis Botter en Johan Kloick in causa contra Jacob de Haess en Cecilia Voss et alios quoscumque ter vriendschap te accorderen zo van de versterf van Goessen de Haess als anders [enz.];

* 1606, 8-5: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol. 195, akte 520]: Cornelis Botter en Johan Cloick als resp. gemachtigden van Johan van Homborch voor hem zelf en als man en momber zijner huisvrouw Henrisken de Haass; Item Cecilia Voss, nagelaten weduwe van Jacob de Haas, met Willem op de Kamp, haar tegenwoordige eheman, Item Sander Bongart voor hem zelf en mede vanwege zijn kinderen, geprocreeerd bij zal. Naelleken de Haass, zijn gewezen ehelijke huisvrouw, Item Goessen Janssen voor hem zelf, waarvan de resp. volmachten gepasseerd zijn de ene voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem op 22-01-1606, de tweede en derde voor burgemeesters en raad dezer heilige Rijksstad Collen, de eerste van 17-08-1601, de tweede van 08-08-1602, en de vierde en leste procuratie voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem op 07-02-1606, sub et re Thonis Duijm en Merryken, zijn huisvrouw, huis en hofstad, staande in de Oeverstraat tussen huis en hofstad van Johan Jordens op de; e zijde en van de erfgenamen van Johan Wynen op de andere zijde [enz.], et si defectus sub expandatione alzulke 100 daler als gemelde Toniss en Merryken e.l. de transportanten voor de leste termijn te betalen schuldig verbleven [enz.]; [in margine: deze acte is op 04-04-1610 gereitereerd en veranderd en daarom alhier doorgeslagen];

* 1606, 19-7: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 412, fol. 205v, akte 555]: Johan Cloick als volmacht hebbende van Derrick de Bont, burger te Utrecht, voor hem zelf en mede als man en momber zijner huisvrouw, waar hij blijkende geboorte bij had, zo de volmacht voor schout, burgemeesters en schepenen der stad Utrecht, op 02-06-1606 gepasseerd, zeide en medebracht, sub et re Mr. Johan Janssen Boickverkuepper en Merry, zijn huisvrouw, huis en hofstad, staande achter Rodenburch, dye Sass, toekomende de wezen, ab una en huis en hofstad van Mr. Johan Janssen voorzegd ab altera [enz.];

* 1609, 3-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 413, fol. 115v, akte 25]: Herman van Wije en Catharina van Aecken, zijn vrouw, sub et re Gysbert van Wije 60 Carolus gl. jaarlijks uit huis en hofstad, staande in de Turfstraat tussen huis en hofstad van Evert van de Wyer ab una en huis en hofstad van de weduwe en erfgenamen van zal. Johan Kloick ab altera, te betalen op Petri ad Cathedram 1611 eerstaan en zo voort, te lossen met 500 Carolus gl. [enz.]; [in margine: 20-11-1614: Gijsbert van Wije verklaart deze brief gelost en gequiteerd te zijn en dat met hem daarom zoude casseren];

* 1612, 19-6: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 413, fol. 115v, akte 582]: Herman van Wijhe en Catharina van Aken [e.l.] sub et re Jr. Gijsbert van Wijhe een jaarlijkse lijfrente van 30 gl. uit e.l. behuizing in de Turfstraat, Evert van Wijer ab uno- en de weduwe van Jan Cloeck ab altero latere, en voorts uit alle andere e.l. goederen, in de stad en schependom van Arnhem gelegen, te betalen op Pinksteren 1613 eerstaan et sic deinceps, des is versproken en tussen partijen overeengekomen dat deze rente duren en betaald zal worden zolang als Gijsbert van Wijhe voorzegd in leven is en langer niet [enz.];

* 1614, 3-3: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 414, fol. 84, akte 244]: Anna Willems, weduwe Johan Cloick, voor haar zelf en zich mede sterk makende voor Willem en Steven van Haeff, gebroeders, haar zonen, sub et re Jasper van den Bosch en Anneken Ryngelburghs, zijn vrouw, een moeshof, gelegen achter Rodenburg tegen de stadswal, Arien Cornelissen ab una en de gemene straat aan de stadsmuur ab altera;

* 1618, 20-1: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 414, fol. 349v, akte 907]: Henrick Willemssen Straet, Mr. Gerrit Peut en Trijntgen van Holt [e.l.], Anna Willemss, nagelaten weduwe van zal. Johan Cloeck, Udo Wetters en Herman Pothoff e.l. en Arien Wetters, alle voor hen zelf en zich sterk makende voor de andere medeerfgenamen van Erntgen Wetters sub et re Jan Berntss en Stijne Henrixen, zijn vrouw, hun, comparanten, aandeelen quota aan de behuizing, gelegen aan de stadswal naast de Rijnpoort ter ener- en de huizing van Thonis Raijmaecker ter andere zijde [enz.];

* 1620, 7-10: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 416, fol. 49, akte 139]: Anna Willems, laatst weduwe van zal. Johan Cloeck, bedlegerig en krank zijnde edoch haar verstand en 5 zinnen ten volle machtig wezende, heeft bij forme van testament verklaard dezen haar uiterste wil: Als dat de nagelaten kinderen van haar 2 overleden zonen Willem en Steven van Haeff na haar afsterven zullen zullen wezen haar enige en universele erfgenamen en dat de voorzegde kinderen zullen staan in hun vaders plaats, resp. elk voor de gerechte helft ervende en genietende de nalatenschap van haar, testatrix, alle welke nalatenschap zij wil en begeert dat na haar overlijden zal worden verkocht en te gelde gemaakt en dat de penningen, daarvan procederende, tot voordeel van de voorzegde kinderen naar proportie als voren zullen worden aangelegd en beheerd, zoals dan ook onder de voorzegde kinderen gelijkelijk zullen worden verdeeld alzulke 600 gl. als haar dochter Jenneke van Eep, weduwe van Willem van Haeff, en 500 gl., die haar dochter Agnes van Reeken, weduwe van Steven van Haeff, van haar, testatrice, is onder zich hebbende, nog heeft zij, testatrice, gemaakt haar zoons Willems kind, met name: Steven, een zilveren beker, en een goud ringken met een wit draadgen getekend; Item hares zoons Stevens kind, met name: Steventgen, een groen comptoirskleed met een stuk gouds, herkomende van Abraham Rabe ter waarden van omtrent 4 ducaten [enz.];


openstaande vragen / discussie


In Zevenaar leeft te zelfder tijd ook een Jan Cloeck, zoon van Cracht Cloeck.

* 1588, 24-9: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 409, fol 63 akte 155]: Wessel van Wirth als man en momber van J. Johanna van Nijhenhuisen constituit Peter Koments om in zijn naam en tot zijn behoef in der vriendschap of met recht van Johan Cloeck Crachtenzoon te Zevenaar te vorderen en te boeren alzulke achterstedige pension van 6 Philips gl. en 5 dlr. jaarlijks als constituent aan gedachte Cloeck vermogens brief en zegel en door voor schepenen te Zevenaar gedane sumissie d.d. 01-10-1588 stylo novo ten achteren is, penningen te ontvangen en van ontvangsten te quiteren [enz.];


* 1547, 8-11: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 393, fol 62v, akte 372] Comparuit Henrick van Poelwick, schepen, tuigende over hemzelf, met recht gebaad en tuigt dat hem wittig en kondig is, als het maaggescheid tussen Johan Kloicken en Steven van Hartevelt als man en momber zijner huisvrouw Jonffer Katharina Kloick gemaakt werd, dat gemelde Jonffer daar niet bij over of aan geweest is; Gehouden bij de eed, die hij Key. Matt. en de stad Arnhem gedaan heeft;

Er is dus een maaggescheid geweest tussen Jan Cloeck en Katharina Cloeck X Steven van Hartevelt, waar Katharina zelf niet bij was. Jan en Katharina zijn broer en zus

* 1548, 18-4: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 393, fol. 100v, akte 571]: Comparuerunt Henrick van Poelwick, Herman Brouwer, Arndt Visscher, Gerberich Reintgens en Reyner Kempinck, secretarius, met recht gebaad om een kondschap en getuig der waarheid te geven en tuigen ut sequitur: - Primo Henrick van Poelwick, Herman Brouwer, Arndt Visscher en Gerberich Reintgens dat hun wittig en kondig is dat Jonffer Katharina Kloick, weduwe van Hertevelts, moeder, genoemd Joest, en Wilhelm ingen Nulant zuster en broeder geweest zijn van vader en moeder, echt en recht geboren, en dat Jonffer van Hartevelt voorzegd en Johan Kloick ook rechte zuster en broeder zijn geweest en dat Johan Kloick vóór Wilhelm ingen Nulant voorzegd gestorven en aflijvig geworden; - tuigt Gerberich Reintgens verder dat Wilhelm ingen Nulant in zijn sterfdag bekende dat hij geen nadere erfgenamen had dan Jonffer Katharina voorzegd en dat zij zijn rechte erfvolgerinne zijn zou; - tuigt Reiner Kempinck dat hij uit bevel van Poelwick als burgemeester indertijd en met consent der schepenen een brief geschreven heeft aan de ambtman van Overbetuwe zijns onthoudens, in effect inhoudende dat, zo hun [Eren] eertijds aan zijn L. geschreven hadden dat Cornelis Cloick het erfhuis van zal. Wilhelm ingen Nulant verborgd zou hebben, en hem daarom in de goederen heren, zich na bevonden heeft dat hij zulks niet gedaan heeft, als hij dat aangebracht had en naar vermogen stadrecht het erfhuis genoeg gedaan,; , zo de partijen daarom nu openden dat zijn L. dat zou laten aanstaan en berusten hent daarvan gedetermineerd en de zaak gedecideerd waar; tuigt Poelwick dat dat woe voorzegd alzo uit bevel geschied en aan de ambtman geschreven is; datzelve ls voorzegd hebben Poelwick, Herman Brouwer, Arndt Visscher en Reiner Kempinck gehouden bij de eed, die zij Key. Matt. en de stad Arnhem gedaan hebben en Gerberich Reintgens juravit ad Sancta;

wijlen Johan Cloeck, was de broer van Katharina Cloeck, weduwe Van Harteveld. Johan stierf eerder dan Willem Ingen Nulant, de zoon van Katharina Cloeck die ook zijn enige erfgenaam is, en de broer van Joest ingen Nulant. Cornelis Cloeck zou voor de erfenis borg gestaan hebben. Jan en Katharina zijn broer en zus, Jan is al overleden. Is Cornelis ook een broer? Nee, hij is een neef!


* 1549, 2-12: Gelders Archief: 2003 ORA Arnhem [invnr. 393, fol. 218, akte 1194]: Comparuerunt Henrick van Poelwick en Wilhelm Hinckart, schepenen, over hun zelf tuigende, met recht gebaad etc. en hebben getuigd en gezegd dat zij gezien en horen lezen hebben een brief, toebehorende Margrete van Waegensfelt, sprekende van 15 emder gl. 's jaars, gaande uit een goed, genoemd die Achorst, en in huns onthoudens was die brief onlosbaar; Datzelve hebben zij gehouden bij de eed;

Uit andere aktes: Margareta Van Wagensfelt bezit een rentebrief op een landgoed ‘Achorst’; Zij is in dat jaar en in ’48 weduwe van Willem Struijck Arntszn en woont in de Varkensstraat naast wijlen Rutger van der Sande. Als zij niet hertrouwt en levende geboorte nalaat, dan vervalt de gehele erfenis van wijlen haar ouders aan haar oom Ghiesbert van Wagensfelt, haar neef Ghiesbert van Brynen en haar nichten Reijswick. Mr. Jan Steijntgen is haar momber, maar daar wil ze van af, en in 1550 zegt hij inderdaad het momberschap op.  in hetzelfde jaar ’48 (en in ’55) woont Gysbert van Wagensfelt in de Turfstraat.

In 1561 is Gryete van Wagensveld de vrouw van Jan Cloick, maar op 9-6-1559 is sprake van het huis in de Varkensstraat “Griete van Wagensfelt ab alia”. Als ze dan getrouwd was, had er Jan Cloeck gestaan. Ook op 2-1-1557 treedt Gryete van Wagensfelt zonder echtgenoot op. Op Sint Michielsavond 1561 is Grietje van Wagensfelt belaagd door Thonnys Veren die haar probeerde te verkrachten en beweerde dat hij haar zou trouwen en haar daarvoor ook geld gaf, als huwelijksgift, maar Grietje wees hem van de hand. Dat moet dus wel over een ander gaan! – de getuigenis is van 28-8-1563