VII-17 Beekhuis, Willem

Willem Beekhuis


ouders: Hermanus Beekhuis en Aleida Heres


geboren: Noordlaren 18-6-1766

gedoopt: Loppersum 22-6-1766

overleden: Garijp 28-2-1815

begraven:


beroep: sinds 16-9-1783 theologisch student te Groningen, 5-10-1789 te Wynje­terp bevestigd, later (vanaf 1791) predikant te Eernewoude, Garijp en Suameer.

woonplaats / adres:


relatie: trouwt Garijp 27-8-1793


Janke Diderica Cloeck (= VII-18) 


Ouders: Zeger van Arnhem Cloeck en Machteltje Arendsdr Dijkstra


geboren: Beetsterzwaag 23-12-1773

gedoopt:

overleden: Wirdum 7-5-1856 (in het huis van haar kleindochter Janke Diederika Vlaskamp).

begraven:

weduwe van Ds. Menco Numidius Menkema


kinderen:

Biografische aantekeningen


Zie voor complete biografie: Biografie Willem Beekhuis

Boekzaal der geleerde wereld, of Tijdschrift voor letterkundigen, 1815 [volgno 4], p. 493 ev: FRIESLAND, LEEUWARDEN.

GARIJP, den 28sten Februarij. Heden leed deze Gemeente een treffend verlies, in den dood van den Wel-eerwaardigen en zeer geleerden Heere W. Beekhuis, waardig Leeraar in de gecombineerde Gemeente van Garijp, Suam eer en Eernewoude, en School-Opziener over het zevende District in Friesland, nalatende eene diep bedrukte Weduwe en acht onmondige Kinderen van welke de drie jongste (zijnde het kleinste kind nog geen jaar oud) het gemis van hunnen dierbaren vader niet kunnen bezeffen.

Tot aandenken aan dezen waardigen man, die en als teeder Echtgenoot en Vader, en als Leeraar en Geleerde, en als School-Opziener, en als een wijs en braaf vriend, met het hoogste regt hartelijk betreurd wordt, sta hier dit eenvoudig en van allen valschen lof geheel vervreemd levensberigt.

Zijn Wel Eerw. was den 18den van Zomermaand 1766, te Noordlaren geboren, uit den Wel Eerw. en zeer geleerde Heere H. Beekhuis, geboren te Groningen den 20ften van Sprokkelmaand 1735 , en als zeer geacht Pred te Bonda overleden den 29sten van Louwmaand 1808 in den ouderdom van bijna 73 jaren; en uit Mejuffrouw Aleida Heres , gestorven den 25sten van Oogstmaand 1782, in den ouderdom van 40 jaren. - Na het voortreffelijk vaderlijk onderwijs tot in zijn 17den jaar genoten te hebben, kwam de overledene den 15den van Herfstmaand op de Akademie te Groningen, en werd, na aldaar 5 jaren gestudeerd te hebben, den 5den van Oogstmaand 1788, in de Classis van Zevenwouden geëxamineerd, door de Heeren Snetlage en Begemann toen geachte Predd. te Aengewirden en Lippenhuizen, en met algemeene lof en welverdiende goedkeuring tot-Candidaat aangenomen. Reeds den 21sten van diezelfden maand, werd zijn Wel Eerw, beroepen tot Pred. in de gecombineerde Gemeenten van Wijnjeterp en Duurwoude; den 5den van Wijnmaand , met eene Leerrede over 2 Cor. VI: 1. door zijn eerwaardigen Vader, in het heilig Dienstwerk plegtig bevestigd, en predikte hij den 12den dito, eene schoone Intree Rede over Eph. II: 17.

Nog geene drie jaren mogt deze Leeraarlievende Gemeente genot hebben van het verstandig en nuttig onderwijs des ijverigen en getrouwen Leeraars, daar hij op den 11den van Grasmaand 1791 , eene beroeping ontving naar deze Gemeente, welke hij aannam, en alhier den 5den van Zomermaand zijn ambt aanvaardde, met eene Leerrede over Tit II: 11,12, na van zijne hem steeds dierbaar geblevene Gemeente een treffend afscheid genomen te hebben, met de gewigtige herinnering uit Openb. III: 30. Gedenkt dan hoe gij het ontvangen en gehoort hebt, en bewaard het, en bekeerd u.

Hier trad hij den 25sten van Oogstm 1793 in den echt met de weduwe van zijnen overledenen vriend, M.N. Menkena, in zijn leven Pred. te Aengewirden, Mejuffrouw Janke Diderica Cloeck, dochter van den Wel Eerw, en zeer gel. Heer Zeger van Arnhem Cloeck, thans rustend Predikant van Beetsterzwaag, en Mejufvrouw Magdeltje Dijkstra. Negen kinderen, waar van een, zijnde een aanvallig en allerliefst meisje, in den jeugdigen leeftijd van 7 jaren en 5 maanden stierf, waren de dierbare panden van deze genoeglijke echtvereeniging, welke naar ons mensechelijk oog, maar niet volgens den wijzen en ondoorgrondelijke wil des eeuwigen, te vroeg verbroken werd, door het onverwacht afsterven des waardigen echtgenoots, veroorzaakt door een onbekend ongemak, het welk hem binnen weinige uren uit zijn werkzaam leven wegrukte, hebbende den vorigen zondag driemaal gepredikt, en des maandags voor zijnen dood alle zijne catechisatien waargenomen. Diepe rouwe en smarte, doorsnijdt het hart van zijne zoo teder door hem beminde gade, en van, vijf zijner lieve en brave kinderen, die groot genoeg zijn, om het verlies van zulk eenen wijzen vader, van zulk eenen Christelijken opvoeder, van zulk een edel voorbeeld , op den weg der reine Godsvrucht, te kunnen gevoelen ; diepe rouwe en smarte , doorboort het hart van zijnen schoonvader en schoonmoeder, van zijne brave broeders en zusters, van geheel zijne familie, die in hem eenen dierbaren schoonzoon, eenen trouwhartigen hoeder, eenen zeer geliefden nabeftaanden verloren hebben; diepe rouwe en smarte doorwondt het hart van zijne ambtgenoten en vrienden, die in hem eenen raadgevenden medebroeder, en opregten vriend missen, met welken zij zoo meenig nuttig en genoeglijk uur mogten doorbrengen. Geen Wonder, het Christendom verliest in hem eenen Leeraar, die stil en zonder gedruisch, met onvermoeiden ijver, werkte aan het heil van zijne Gemeente, zich de grootste onaangenaamheden, de grievendste beledigingen, en de moeielijkste reizen, gaarne getrooste, om de Leeraar, de Raadgever, de te regtwijzer en voorganger van zijne medemenschen te wezen, en geene gelegenheid ongebruikt te laten voorbijgaan, waar hij wezenlijk nut konde stichten.

De School-Commissie verliest in hem eenen School-Opziener, die bekend was met de beste werken van onderwijs en opvoeding, grondige kennis had in de matheus en algebra, in zuivere wijsbegeerte, zedekunde en menschenkennis, een warm vriend zich betoonde van alle waardige onderwijzers der jeugd, en die deze zijnen post met eenen voorbeeldigen ijver en teedere naauwgezetheid van geweten, ook in dien tijd waarnam, toen er van wege den treurigen toestand des Vaderlands, alles was behalven aanmoediging. De maatschappij eindelijk verliest in hem eenen Geleerden, die zijne talenten als Schrijver van verscheidene werken, zoo in de door het Haagsen Genootschap en de Maatschappij tot nut van het Algemeen, bekroonde Prijsverhandelingen , als in tijdschriften geplaatste stukjes, naar waarde heeft weten te schatten, en die nog eene laatste proeve van zijne werkzaamheden te wachten heeft, in de vertaling van een werkje getiteld: Theorie der Geisterkunde, van den beroemden Jung, anders Stilling, het welk nog juist voor zijnen dood afgewerkt, reeds bij den Heer J.W. Brouwer, Boekdrukker te Leeuwarden, het licht ziet.

Hij leefde dus, Waarde lezers, lang, als wij zijn werkzaam leven nagaan, schoon hij in den bloeijenden leeftijd van 49 jaren, zijnen werkkring op aarde eindigde; langer dan meenig eenen, die den hoogen ouderdom van 80 of 90 jaren bereikte, en niet geschikt werd voordien trap van gelukzaligheid, tot Welke hij nu voorzeker is opgeklommen bij zijnen Heer. God doe hem dan nu zacht rusten van zijnen zuren arbeid, venrooste de diep bedrukte weduwe, zij der kinderen vader en verzorger, gedenke in gunst aan zijne Gemeente, en verblijde zijne vrienden met de zekere hoop des wederziens, en der eeuwige vereeniging. Des overledenen vriend en naastwonende medebroeder, de Wel Eerw. zeer gel. Heer F. H. Cramer, Pred. te Suawoude en Tietjerse heeft aan den onvergetelijken overledenen gedacht, in eene lijkrede over Joh. XI 51.b ‘Lazarus onze vriend laapt’, en bij deze gelegenheid, de verdiensten des overledenen, naar waarde geroemd, ten aanhoren van eene ontelbare schare van menschen, die van vele omliggende plaatsen, deze plegtige hulde aan den overledenen, wel met hunne tegenwoordigheid hebben willen vereeren.

Willem Beekhuis trouwt na een tamelijk korte vrijerij de weduwe van zijn vriend Menco Menkema. Dat die vrijerij niet lang duurde blijkt een een liefdesbrief die op de website "voorouders" is geplaatst. In die brief van 28-2-1793 verklaart Willem Beekhuis de liefde "aan zijne meisje de Juffrouw J.D. Cloeck wedw Menkema". Hij spreekt haar brutaalweg aan met "Mijn waardste", en gebruikt de aanspreekvorm Gij en U omdat die informeler zijn dan het gebruikelijke UEd. Beekhuiz zal zijn gevoel waarschijnlijk al wel eerder hebben geuit, want anders valt hij met de volgende passage wel erg met de deur in huis: "Nog nimmer heb ik zo iets voor iemand Uwer kunne gevoeld als ik thans voor U gevoele; het is ene vurige liefde, waarin ja het zinlijke zijn aandeel heeft, want ik gevoele ook mensch te zijn, maar die echter harer voornamen oorsprong verschuldigd is aan die beminlijke hoedanigheden die in Uwe ziel huisvesten".


Bronnen


Lit: Jierboekje fan it Genealogysk Workforbân 196.., p. 82

lit: website "voorouders" besteedt ruimschoots aandacht aan dit echtpaar. Daarop onder andere de genoemde liefdesbrief van februari 1793.

* 1766, 22-6: allegroningers: DTB Noordlaren, doop: Willem, de twede zoon van Hermannus Beekhuis, past. loci, en Aleijda Heres zijn huijsvr.

van de website van A.G. Musquetier: Index Provinciaal Bestuurlijk Archief:

Openstaande vragen / discussie