XIV-1841 Van Eijssel, Mon Bz

Mon Bartholomeusz van Eijssel

alternatieve spelling Mon Meusz


ouders: Bartholomeus [van Eijssel] en NN


geboren: (Dordrecht ca 1504)

gedoopt:

overleden: Dordrecht voor 30-9-1560
begraven:


beroep: Schepen van Dordrecht

woonplaats / adres:


relatie: trouwt


Geertruijd Jacobsdr van Diemen

alternatieve spelling: Truiche Mon van Eijssel Barthelmeusz weduwe


ouders: Jacob Gijsbertsz van Diemen en Klara van de Poel


geboren: (Dordrecht ca 1504)

gedoopt:

overleden: (na 1562) (na 1578?)

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


biografische aantekeningen

In 1582, ver na zijn dood, wordt van Mon van Eijssel Bartholomeusz. gezegd dat hij schepen van Dordrecht was. Zijn zoon en zijn vrouw zijn in 1560 vishandelaren. Ook het vak van Mon? 


bronnen


* 1543, 2-10: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1529 akte 161]: voor ons quam Cornelis van Diemen Jacopsz ende bekende dat hij schuldich is Baeltgen Stevens dochter Thomas Henrickxzn weduwe die houder is van desen brieve de zomma van vierhondert ende achtenveertich karol[us] gulden in paijemente twijntich stuuvers voeren gulden gerekent te betaelen hier van hondert karoly gulden te Bamis Ao XVc vierenveertich, noch gelijcke hondert karolus gulden te Bamis Ao XVc vijffenveertich (etc.) ende die leste te weeten acht ende veertich karolus gulden te Bamis anno achtende veertich ende dit al ter cause vanden coop van een geheel huijs ende erve met allen sijnen toebehoeren staende ande lantsijde bijden wijnbrugh opten huijck van Sint Jans sten gart ende of hier ijet aen gebraecke soe es des borge Mon Meuszn dit wel te voldoen als een goede borge des geloefden hij sijnen voern:en borch wel te quiten ende scadeloes te houden in oerconde desen brieve gegeven opten IIen octobris Ao XVc XLIII

* 1553, Vereniging Oud Dordrecht - Dordtse Bronnen VI: Kohier van de tiende penning van Dordrecht 1553 (Nationaal Archief 3.01.03, invnr 593a) [fol 7]: Mon Bartholomeussoens huijs van afteren tot voeren eijgenair XLII; den wijnkelder onder tselve huijs verhuijert om XXXIIII; (fol. 24): Mon de viscoopers huijs eijgenair XVIII

* 1556: Vereniging Oud Dordrecht - Dordtse Bronnen VI: Kohier van de tiende penning van Dordrecht 1556 (Nationaal Archief 3.01.03, invnr 929) [fol 35v]: Mon Bartholomeussoens huys van afteren tot voren, XLII Rinsgulden, beloopt den Xen penning IIII Rinsgulden IIII stuvers; Den wijnkelder onder t selve huys es verhuyert om XXXVI Rinsgulden, beloopt den Xen penning III Rinsgulden XII stuvers

* 1560, 30-9: ORA Dordrecht inv. 702, akte 82: Screvel Monnesz., voor zichzelf en tevens vervangende zijn moeder, Geertruijt van Diemen Jacobsdr., verleent procuratie aan Pieter van Bree Cornelisz., o.a. om voor hem haring en andere handelswaar te kopen.

* 1561: Vereniging Oud Dordrecht - Dordtse Bronnen VI: Kohier van de tiende penning van Dordrecht 1561 (Nationaal Archief 3.01.03, invnr 1243(A)) [fol 33]: Truychgen Mon Meeusz. weduwe heeft een kelder staende achter aende stede vesten twelck in hueren heeft Melchior Veris om ende alsoe die selve kelder byder maent gegaen heeft ende tmeests vanden tyt leech gestaen heeft is getaxeert op XIJ pont. Waarde 12:0:0, aangeslagen voor fl 0:24:0; [fol. 35; 't Scravenstraetje, op de hoek van de Calanderganck, ook genoemd het Borchaertsstraetje]: thuys toebehoerende Truychgen Mon Meeusz. weduwe daer sy boven in woont. Waarde fl 48:-:-, aangeslagen voor fl 4:16:-; noch een kelder staende onder tselve huys twelck in hueren heeft Jan Vanhooff. Waarde fl 36:0:0; aangeslagen voor fl 3:12:0

* 1562, 27-4: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1539, akte 493]: ter instantie van Dirck Willemmisse Coopman van welds.. <?> requirant. Jan Jansz oudt omtrent LXXX Jaersen ende Jan Jansz Jongh bete <?> out LXX Jaer inra:to emmnt dat zij deposanten op eergisteren voir den noene doer begeerte van den Requirant voirnt: gegaen zijn opt erfve ofte plaetse gelegen achter den huijse van de wedu van Mon van Eijsschelt Bartholomeuszn om aldaer besien zeeckere stortvisch aldaer leggende toebehoerende Claes Jansz schipper van Amsterd. off dezelve visch coepmans ofte eetbaer ende leverbaer guet was dan nijet? Ende hebben zij deposanten deselve stortvisch gevisiteert ende besien van tstuck tot stuck ende hebben zij deposanten gesien ende bevonden dat d'zelve stortvisch geen eetbaer nochte leverbaer guet en was (doorgehaald: ende dat zij deposanten den zelven stortvisch nijet en zouden willen hebben binnen haeren huijsen voir werstaen gelt. 

* 1563: Vereniging Oud Dordrecht - Dordtse bronnen: Pandpondboek [Regionaal Archief Dordrecht 21A, invnr 1817 [fol. 31v]: In de Visstraet: 1 op het huis dat gekomen is van Cornelis Monnenssz. viscooper, en daarna Euwout Janssz. die cuyper, en behoort nu toe Gert Schut die cuijper / het pater terminarys huis [van de Dominicanen] aan de ene zijde, en een leeg erf dat toebehoort Adriaen Aerts backer aan de andere zijde: 5 lb. facit: 12½ st.

* 1577, 6-2: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1569, fol. 196v]: …gerecht sesde part van een huijs en erve omtrent de Vuilpoert aen de havenzijde, tusschen Willem Andrieszn schippershuijs en Truijchgen Monnenshuijs aen d'anderzijde... 

* 1577, 14-10: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1569, fol. 124]: … een geheel huijs en erve staende omtrent de Vuijlpoerte aan de haven zijde, tusschen Truijchgen Monnen huijs aen deen zijde en Willem Andriesz huijs aen d'ander zijde…; 

* 1578, 20-1: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1548, akte 839]: …. Een huijs bij de Vuijlpoort tussen Truijken Monnens huis aan déen sijde en Pijel Huijbrechts huis aan d'ander sij…..; 

* 1582, 30-1: ORA Dordrecht inv. 736, f. 286: compareren Bartholomeus Monnen voor zichzelf, Melchior Veris, als van man van Pieterken Monnendr. en Jan Otten, als man van Anneken Monnendr., samen vervangende Joris Cornelisz.van Schiedam, als man van Fransken Monnendr., allen erfgenamen van wijlen Mon van Eijssel Bartholomeusz., schepen van Dordrecht. Zij verlenen procuratie aan hun broer resp. zwager Screvel van Eijssel Monnesz., hun mede-erfgenaam, om te procederen tegen Adriaen Govertsz. Mosienbroeck en Henrick Pietersz. Meerenburg c.s. aangaande zeker land of aanwas, gelegen aan de Dussen.


kind 1: Bartholomues Monnesz. (van Eijssel)

* 1572, 2-6: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1565, nr. 729, akte 170]: Bartholomeus van Eijsschelt Mommenszn bekende vercocht te hebben Cornelis van Diemen vijt handt in wette deser stede ..houder is van dese brieve, vijff ponden grooten lbs thaens losrenthe ses gulden voor 't pondt ende twintich stuijvers voir den gulden gereeckent die hij hem bewijst ende verseeckert heeft op den helft van een geheel huijs ende erve met zijn toebehoren, staende op 't groote deser stede tusschen [ etc]

* 1576, 15-9: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1568, nr. 732, akte 185v]: Ter instantie van Jan Otten als man en voocht van Anneken Monnendochter. Marijcken Jansdr van Bree oudt ontrent XXVI Jaeren Inrato dicit dat zij deposante bij den voorsz Anneken Monnendr. Gedient heeft gehadt als haer Jonckwijff Ende dar haer sulcx wel kennel[ijk] ende warachtich es dat geleden ontrent vijff alff Jaer sonder den Juijsten tijt int steker te weten zij deposante bij de voorsz requirante wonende ten huijse van Marijcken Aertsdr opte nieu haven deser Stede, dat alle den huijsraet van de voorsz Anneken Monnen ter selven sijde worde opgetreden ende gepuijseert bij den offslaegers deser stede bij namen Adriaen Back ende Steven janszn Verselst zn welcken huijsraet volgende de voorsz Inventaris van perceel tot perceel is opgesloten ende geleijt geweest in de caste ofte trusaer twee hooch zijnde opte camer aldaer staende Ende dat het selve gedaen ende te voorsz Anneken Monnen terstont vuijten selven huijsen es gegaen sonder daer weder inne te comen dan bleeff zij deposante daer naer noch sekere daeghen int huijs bijde voorsz Marijcken Aertsdr die noch wel drie jaeren daer naer binnen den selven huijs bleef wonen. Verclaert voorts dat soe lange als zij deposante bij de voorsz Marijcken Aertsdr int voorsz huijs bleeff, noch oock als de thien dienaers daer in huijs gecomen waren int minste van alle de voorsz huijsraet nijet vermindert en is geweest, noch bij haer deposante ofte ijemant anders daervan ijet vuijt gedragen dan alleen haer eigen kiste die heur selver toequam (i.m.: die sij deposante vuijten selven huijse gedragen heeft gehadt) twelcke de voorsz Marijcke Aertsdr ziende dede haer opter strate met een sheeren dijenaer vervolgen haer vraegen wat zij daer inne gelaeden hadde, daer op zij verklaarde dat het haar eigen kist was, waarop de Heren dienaar haar liet passeren, zodat ze het huis uit kon gaan en de sleutel van dezelfde caste in handen kon geven van Screvel Monnesz. Compareerde mede Neeltgen Maertensdr oudt ontrent XXVI Jaren ende verclaerde bij eede alsboven dat zij ten selven tijde int voorsz huijs gewt: is ende gesien heeft dat de voorsz huijsraet opgestrenen ende in de casse ofte trestaer voorsz opgesloten es gewt: ende dat zij noijt gesien en heeft datter ijet vande selven huijsraet int minste soe wer aen naer dat de dienaers daer inne geweest waeren verniudt is gewt; Ende is oock gecompareert gewt; Screvel Monnesz oudt ontrent XV (of: XLI) Jaer ende verglaerde bij solemneelen eede alsboven dat hij geleden wel ontrent een halff Jaer naer dat de voorsz Marijcken Jansdr. des voorsz Requirants Jonckw: vuijten huijsen gegaen was met zijnen broeder Bartholomeus Monnensz gegaen es gewst ten huijse vande voorsz Marijcken Aerts omme aldaer te bezien of de goederen er nog waren. Marijcke Aerts was bij een gelag, maar toch heeft Screvel de casse oft tresoer geopend en daarin bevonden het huisraet, linnen, wollen, coper, tin, ijserwerck ende anderen huijsraet ende heeft de selve casse sulcx weder toegesloten daervan hij de sleutel alsnoch is hebbende ende sonder tot meer Reijsen naeden voorsz huijsraet gesien hebbende

* 1577, 17-5: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1548, akte 332]: Bartolomeus Monneszn. staat garant bij een verkoop; 

* 1582, 30-1: ORA Dordrecht inv. 736, f. 286: compareren Bartholomeus Monnen voor zichzelf, Melchior Veris, als van man van Pieterken Monnendr. en Jan Otten, als man van Anneken Monnendr., samen vervangende Joris Cornelisz.van Schiedam, als man van Fransken Monnendr., allen erfgenamen van wijlen Mon van Eijssel Bartholomeusz., schepen van Dordrecht. Zij verlenen procuratie aan hun broer resp. zwager Screvel van Eijssel Monnesz., hun mede-erfgenaam, om te procederen tegen Adriaen Govertsz. Mosienbroeck en Henrick Pietersz. Meerenburg c.s. aangaande zeker land of aanwas, gelegen aan de Dussen.

* 1588, 22-9: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1554, akte 343]: Bartolomeus Monnensz staat borg voor een schuld die Jan Otten, schipper, heeft bij Digna Willemsdr., wegens de aankoop van een huis in de Dwersganck omtrent den Houthaeck

* 1590, 4-10: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1555, akte 751]: Hillegond van Kempen, weduwe Jacob Block verkoopt Bartholomeus van Eijssel Monnenszn een geheel huijs en erffve met alle toebehoren, genaamd Oostenrijck, staande op de hoek van de Mattensteijgert deser Stede, tussen dezelve ste..grt. Aan d'een zijde ende de huijse van de voorsz Hillegont van Kempen genaamd St. Joris aan d'andere zijde, welk huis bij Niclaes Servaets bewoond en gebruikt is geweest aen de twee huijskens kou van de voorsz Hillegond van Kempen daerachter aen responderende, midte conditie dat dit vercochte huijs heeft aende zijde vande huijse genaemt St. Joris zijne halve muijren tot den voor- ende achtergevel toe mit ... (752): de voorsz. koper bekent schuldig aan de voorsz verkoper de somme van fl 1775,-, af te betalen jaarlijks op Baeffmisdag fl 200,- Borgen zijn Screvel van Eijssel Monnesz en Jacob van Dijemen Cornelisszn; (753) Bartholomeus van Eijssel Monneszn bedider de versz Hillegont van Kempen twee ponden groot vs: thien losrenten hipothequate te versz. huis te betalen ... slecht leesbaar en niet zo relevant... 

* 1590, 18-10: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1555, akte 805]: Bartholomeus van Eijssel Monneszn heeft getransporteerd aan Ludeken Jacobsdr, weduwe wijlen Cornelis van Dijemen, in zijn leven thesaurier deser stede, alle macht en eigendomme van een Schepenschuldbrief, verleden bij Willem Thrsz <?> Schijpmaeker <? Schuitmaker?> waarvan nog resteert te betalen de somme van fl 149:8:- en een halve penning, bekende hiervan betaald te zijn de eerste penning met den laatste. 

* 1591, 3-8: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1556, akte 37]: Mon Screvelsz, vischcooper, bekent [schuldig] te zijn aan de thesaurier deser stede ten behoeve van de stad fl 383,- voor het restant van de pacht van het 'sackgelt van de hoppe', dat hij in 1590 heeft gepacht, welke som hij in termijnen van fl 50,- zal betalen. Screvel Monneszn en Bartholomeus Monneszn, mede comparerende, staan garant voor deze schuld. 

* 1595, 25-8: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1579, fol 361v]: voor ons quam Bartholomeus Monnenszn ende bekende vercocht te hebben Jacob van Diemen vuijten achten deser stede, twee ponden gl: vlms: tsjrs: losrenten, hipoteecq op een geheel huijs ende erve met allen sijn toebehooren gen:t Oostenrijck, staende in de gebuerte van 't Groote Hooft deeser Stede, tusschen de Matte Steijgert aen d'een sijde ende Hilleken van Kempen huijs aen d'ander zijde, te betaelen Jaerlicx op den 25 Julij ende dit vrij gelt van als in pr:o ssolutie op den 25en Julij 1596 toecomende, kent bet:h et promittet quitare, Jurant te vooren belast met 2 tt gl vlms tsjrs losrenten den penn: 14, mitz (...) te lossen den p: XIIII met gelt ten tijde bij lossinge cours ende loop hebbende.

* 1600, 26-9: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1581, fol 218v]: …noch een obligatie op Bartholomeus Monnensz in de rekening getekend nr 14, fol. 24v, ingaande 19-1-1600, houdende 200 pond met 't verloop van dien genomen op negen maanden, competeert derthijen ponden thijen schellingen….

* 1602, 9-3: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1582, fol 96v]: Bartholomeus Monneszn bevrijdt Lijntgen Lenaertsdr van de contraborgtocht waartoe zij zich heeft verbonden, met als borg zijn huis in de hoppebrier steijger


kind 3: Pieterken Monsdr Van Eijssel

*1566, 24-1: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1542, akte 307]: Voir ons quaemen Melchior Veris ende Pieterken Mon van Eijsschels dochter echte man ende wijff ende bekenden d'voirsch comparanten wel ende ten vollen vernoecht, gecontenteert ende betaelt te zijn den eersten pennin: mitten lesten bij handen van Margriete van den Leijen, wedu wijlen Pieter Veris z: haer comparanten Moeder ende Schoenmoeder Respective van alzulcke gelden <?> als de voersz Margriete van Leijen beloeft heeft te geven mitten voirsz Melchior Veris tot subsiede vanden huwelicke bij hem mitten voirsz Pieterken gecontraheert breder verclaert inde huwelicge voirwaerden (en daarom ontslaan en schelden zij kwijt mits dezen Anthoenis Lambrechtszn van Griet ende Willem Anthoenisz wijnkuijper binnen dese stede, haer erfven ende naecomelingen van alzulcke borchtochte als zij gedaen hebben voerden voldoeninge van voersz huwelicxe voerwaerden. In oirconde desen brieve gegeven opten XXIIIIen Jannuarij Ao XVc ses ende tsestich, stilo nueve Hollan..

* 1576, 17-1: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1548, akte 12]: Pieterken Monnendr., huisvrouw van Melchior Veris verklaart in te stemmen met de verkoop door haar man van een heel huis en erf, staande in de stad Coelen, in de Rijngasse genaamd Den Draeck, door Melchior van zijn ouders georven

* 1582, 30-1: ORA Dordrecht inv. 736, f. 286: compareren Bartholomeus Monnen voor zichzelf, Melchior Veris, als van man van Pieterken Monnendr. en Jan Otten, als man van Anneken Monnendr., samen vervangende Joris Cornelisz.van Schiedam, als man van Fransken Monnendr., allen erfgenamen van wijlen Mon van Eijssel Bartholomeusz., schepen van Dordrecht. Zij verlenen procuratie aan hun broer resp. zwager Screvel van Eijssel Monnesz., hun mede-erfgenaam, om te procederen tegen Adriaen Govertsz. Mosienbroeck en Henrick Pietersz. Meerenburg c.s. aangaande zeker land of aanwas, gelegen aan de Dussen.

* 1598, 20-5: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1580, fol. 267]: Voor ons quamen Roelof Fransz, wijncooper, als man ende voocht van Grietgen Verisdr, Simon Veris ende Pieterken Veris drs, alle erffgennamen van z: Pietertgen Monnendr die ten echten manne gehadt heeft Melchior Veris heurl: respective moeder was z:. Ende bekenden sij comparanten dat sijluijden alle die goederen daer aen sij bij vertichtinge bedeelt sijn geweest, bij Melchior Veris haeren schoenvader volgens de brieven daer van sijnde, tsamen metten anderen naer blinde lootinge gedaen, ter presentie van Jacob van Diemen heeren Corn:sz ende Hendrick Sijmonssz van Slingelant, gepaert ende geloot hebben sulcx als hier volcht. Ende es voor eerst Roeloff Fransz te loote ende te beure gevallen, in vrijen eijgendomme, een geheel huijs ende erve met allen sijnen toebehooren, staende op de Nieuwhaven deeser stede, tusschen Willem Jansz Both erve aen d'een sijde ende Simon Veris huijs aen d'ander sijde, waer tegens Simon Veris te loote ende te beure gevallen es aen een geheel huijs ende erve met allen sijnen toebehooren staende meede opde Nieuhaven deser stede, tusschen Mathijs Vulgraff huijs aen d'een sijde ende Roeloff Franssz huijs aen d'ander zijde, ende es de versz Pietertgen Veris naer voorgaende lootinge te deele gevallen twee geheele huijskens ende erven met haere toebehooren, staende opde Nieuwhaven deser stede in de Hoochstraete tusschen Willem Jansz Both huijs aen d'een sijde ende Mathijs Vulgraff huijs aen d'ander sijde ende noch aende somme van drie hondert kgul: hooftgeltz daer bij de versz Roeloff Fransz ende Simon Veris hare vrsz suster twee rentebrieven sullen verlijden die sij sullen mogen onderhouden op renten tegens den pen: XIIII, mits d'selve hypoteekers op de vrsz twee respective huijsen Onder conditie dat sij comparanten noch tsjrs in 't gemeen sijn houdende de huere van de vrsz huijsen die alreede verhuert sijn ofte alnoch verhuert soude mogen werden tot den 1e meij 99 toecommende, welcke (etc.)


kind 4 Anneken Monnen

* 1572, 2-6: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1565, nr. 729, akte 182]: Ter instantie van Marijcken Aerts de weduwe wijlen Corn: van Cradenis requirant. Jacob Henricxzn colffdraeger oudt omtrent XL Jaern ende Jan Corn:sz. Scheen diener oudt ontrent XXVII Jaeren, Inrato dicunt  dat opten meijavont lestleden hij deposant versocht zijn geweest van hen de voorsz requirant te comen ten huijse van voorsz requirante omme aldaer reguart te nemen dat egeene goede:n van Anneken Monnen (die tselve des requirerende huijs in huijren hadde) boven arreste meer vuijten huijse en soude vervreemt of vuijtgedragen worden, ende dat zij deposanten aldaar gekomen zijnde hebben de voorsz Anneken ende haer jonckw in huijs gevonden ende hebben gesien dat veel vande selven huijsraet vuijten voorsz huijs gedragen was ende noch doen waeren mette zelven goeden vuijten huijse te dragen in p[rese]ntie van hen getuijgen zhoe dat zij deposanten van wegen de voorsz requirante geprotesteert hebben, maar hebben 't Juncaw: ende andere aen wel 't voorsz goet van ten huijse gedraegen, verclarende voorts dat als zij deposant: eerst in huijs gecomen waren zij deposa:t gevraecht hebben waer dattet Jonckw: zeijde 't is opgeslooten ende alle 't gunt wij daer vuijt gedraegen hebben sullen wij wel weder in huijs brengen, Soe dat zij deposanten ten zelven tijde aldaer (...? ...?) noch bedden gevonden en hebben, Dan stoelen, bancken ende sommige tresorien, sonder te weten wat daer in was overmits deselve tresorien niet geopent en waren. 

* 1576, 15-9: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1568, nr. 732, akte 185v]: Ter instantie van Jan Otten als man en voocht van Anneken Monnendochter. Marijcken Jansdr van Bree oudt ontrent XXVI Jaeren Inrato dicit dat zij deposante bij den voorsz Anneken Monnendr. Gedient heeft gehadt als haer Jonckwijff Ende dar haer sulcx wel kennel[ijk] ende warachtich es dat geleden ontrent vijff alff Jaer sonder den Juijsten tijt int steker te weten zij deposante bij de voorsz requirante wonende ten huijse van Marijcken Aertsdr opte nieu haven deser Stede, dat alle den huijsraet van de voorsz Anneken Monnen ter selven sijde worde opgetreden ende gepuijseert bij den offslaegers deser stede bij namen Adriaen Back ende Steven janszn Verselst zn welcken huijsraet volgende de voorsz Inventaris van perceel tot perceel is opgesloten ende geleijt geweest in de caste ofte trusaer twee hooch zijnde opte camer aldaer staende Ende dat het selve gedaen ende te voorsz Anneken Monnen terstont vuijten selven huijsen es gegaen sonder daer weder inne te comen dan bleeff zij deposante daer naer noch sekere daeghen int huijs bijde voorsz Marijcken Aertsdr die noch wel drie jaeren daer naer binnen den selven huijs bleef wonen. Verclaert voorts dat soe lange als zij deposante bij de voorsz Marijcken Aertsdr int voorsz huijs bleeff, noch oock als de thien dienaers daer in huijs gecomen waren int minste van alle de voorsz huijsraet nijet vermindert en is geweest, noch bij haer deposante ofte ijemant anders daervan ijet vuijt gedragen dan alleen haer eigen kiste die heur selver toequam (i.m.: die sij deposante vuijten selven huijse gedragen heeft gehadt) twelcke de voorsz Marijcke Aertsdr ziende dede haer opter strate met een sheeren dijenaer vervolgen haer vraegen wat zij daer inne gelaeden hadde, daer op zij verklaarde dat het haar eigen kist was, waarop de Heren dienaar haar liet passeren, zodat ze het huis uit kon gaan en de sleutel van dezelfde caste in handen kon geven van Screvel Monnesz. Compareerde mede Neeltgen Maertensdr oudt ontrent XXVI Jaren ende verclaerde bij eede alsboven dat zij ten selven tijde int voorsz huijs gewt: is ende gesien heeft dat de voorsz huijsraet opgestrenen ende in de casse ofte trestaer voorsz opgesloten es gewt: ende dat zij noijt gesien en heeft datter ijet vande selven huijsraet int minste soe wer aen naer dat de dienaers daer inne geweest waeren verniudt is gewt; Ende is oock gecompareert gewt; Screvel Monnesz oudt ontrent XV (of: XLI) Jaer ende verglaerde bij solemneelen eede alsboven dat hij geleden wel ontrent een halff Jaer naer dat de voorsz Marijcken Jansdr. des voorsz Requirants Jonckw: vuijten huijsen gegaen was met zijnen broeder Bartholomeus Monnensz gegaen es gewst ten huijse vande voorsz Marijcken Aerts omme aldaer te bezien of de goederen er nog waren. Marijcke Aerts was bij een gelag, maar toch heeft Screvel de casse oft tresoer geopend en daarin bevonden het huisraet, linnen, wollen, coper, tin, ijserwerck ende anderen huijsraet ende heeft de selve casse sulcx weder toegesloten daervan hij de sleutel alsnoch is hebbende ende sonder tot meer Reijsen naeden voorsz huijsraet gesien hebbende

* 1582, 30-1: ORA Dordrecht inv. 736, f. 286: compareren Bartholomeus Monnen voor zichzelf, Melchior Veris, als van man van Pieterken Monnendr. en Jan Otten, als man van Anneken Monnendr., samen vervangende Joris Cornelisz.van Schiedam, als man van Fransken Monnendr., allen erfgenamen van wijlen Mon van Eijssel Bartholomeusz., schepen van Dordrecht. Zij verlenen procuratie aan hun broer resp. zwager Screvel van Eijssel Monnesz., hun mede-erfgenaam, om te procederen tegen Adriaen Govertsz. Mosienbroeck en Henrick Pietersz. Meerenburg c.s. aangaande zeker land of aanwas, gelegen aan de Dussen.

* 1596, 2-4: Regionaal archief Dordrecht: 9 Gerecht van Dordrecht [1580, fol. 45]: voor ons quam Anneken Monnen, wed: wijlen Jan Ottensz met haren gecoeren voocht, ende bekende vercocht te hebben Digna Willems, jonge dr:, een rente van vier kguld: tsjrs losrente hipoteecq op een geheel huijs ende erve met allen sijnen toebehooren, staende in de dwarsganck omtrent den houthaeck, tusschen de weduwe van de Pater aen d'een sijde ende Pieter Ariensz schipper aen d'ander sijde, te betaelen Jaerl: meijdach, p:o meij anno 1597 toecommende, kent bet: et promittet quitare, Jura: te vooren nijet med allen belast wesende met renten noch met lantchins, mitz houdende dese rente te lossen den p:o XII ende dat in twee termijnen als telcken de gerechte helft vandien met gelt ten tijde vande lossinge cours en loop hebbende. In oirconde etc.


openstaande vragen / discussie

Volgens de genealogie Rijerkerk-Bronner op genealogieonline.nl is dochter Anneken Monnen vier maal getrouwd. De eerste keer vóór 24-7-1567 met Huijch Ariensz, en de vierde keer met Aris Fransz. De eerste drie huwelijken zijn ontleend aan een artikel in Ons Voorgeslacht 2020, blz. 176-187