IX-57 Von Raab, Johann
Johannes (von) Raab
ouders: Gottfried Wilhelm Raab en Christina Rickers
geboren:
gedoopt: Duisburg 29-12-1669
overleden: Kalkar 9-5-1747
begraven: Kalkar
beroep: ‘Heer van Manshorst, Krijgsraad van zijne koninklijke majesteit van Pruisen’
woonplaats / adres: Kalkar, Didam.
relatie: ondertrouwt Dordrecht 5-12-1706 zijn volle nicht
Cornelia Rijckers (IX-58)
ouders: Thomas Rijckers en Beatrix van Eijssel
geboren: Dordrecht 25-11-1679
gedoopt: Dordrecht 27-11-1679
overleden:
begraven: Didam 23-3-1759 (huize Manshorst)
beroep:
woonplaats / adres:
kinderen:
biografische gegevens
Cornelia Rijckers en Johannes (von) Raab zijn volle neef en nicht: ze zijn beide kleinkinderen van het echtpaar Wilhelm Rickers en Anna Hack.
bronnen
lit: Ned. Adelsboek 1913
http://home.planet.nl/~vink5434/1668936.htm
* 1679, 27-11: Stadsarchief Dordrecht DTB doop: Thomas Rijckerts en Beata van Eyssel - Cornelia
* 1706, 5-12: Stadsarchief Dordrecht, DTB ondertrouw: D'Heer Johan van Raab, j.m., krijghs en Commissariaat Raad van sijn Conincklijcke Maijesteijt van Pruijsen, van sijne provintiën Cleeff ende Marck, wonende in de stad Kalcker, geassist met de heer Johan Rickers, geheijme regerens raad van hoogh gemelte sijne conincklijcke majesteijt van Pruijsen van de geseijde provintie van Cleef en Marck, en bij schriftelick consent van desselfs ouders respective, met Juffrouw Cornelia Rickers, j.d. van Dordregt, woont ontrent de Vischbrugh, geassisteert met desselfs vader en moeder respective.
* 1716, 9-10: Oud Rechterlijk Archief 's Gravendeel ora 881.6 fol. 148 Vo: Copie. Voor mij Herman Knop Openbare Keijserlijcke Notaris tot Calcar residerende, etc. Compareerde D. Heer Johan de Raab in húwelijk hebbende Mevroúwe Cornelia Riekers, mede Erfgenaam van haren Vader ende Moeder, de Thomas Rickers ende Júffr. Beatrix van Eijssel, in haer leven Eghtelúijden bij Zal:. Ende verklaerde den Heer Comparant in sijne qúaliteit, geconstitúeert, etc., gegeven te hebben, zúlx sijn Hog: Eghl. doet bij dezen sijne voorn: Húijsvroúwe, Mevroúwe Cornelia Rickers etc., te transporteren nae Dordregt, alwaer de respec: sterfhúijse gevallen zijn, ende aldaer te trede, inde gemelte sterfhúijse, ende nevens sijne Comparants Húijsvroúwe Sústers, en mede Erfgenamen, te helpen schiften, scheijden ende delen. Zo wel den Boedel van haaren Vader, als den Boedel van haer Moeder Zalr. tot dien eijnde te maken perfecten Staat en Inventaris, als mede alle effecten tot de voorn: respec: Boedels behorende in 't geheel often deele te verkopen. Etc. [De erfgenamen zullen de verplichtingen voor de belastingen nakomen.]
* 1723, 28-5: Het Utrechts Archief, notarieel, nots Arnold H. van Munster: verkoop van erfdeel. Gecomp. Johan Heijmans en Agata Rikkers, echtelieden, verklaren verkocht te hebben in onherroepelijke erfkoop aan Johan van Raab en zijn vrouw en kinderen, hun aandeel in de erfenis in het land van Cleve onder het Richterambt Beek, en ook onder Duisburg, 1/3 part van de gehele nalatenschap, die haar vader Thomas Rikkers in eigendom heeft gehad, bestaande in een Huisinge, enige landerijen en al het verdere.
* 1723, 8-6: Het Utrechts Archief, notarieel, nots Arnold H van Munster: verkopen Jacomina Rickers, wed. Josias Houterkens en haar dochter Anna Elisabeth Houterkens hun erfdeel aan Johan van Raab en zijn vrouw en kinderen voor fl 315,-.
* 1724, 27-4: Het Utrechts Archief, notarieel, nots Arnold H. van Munster [U173a001 akte 45]: Jacomina Rikkers, weduwe wijlen Josias Houterkens, en haar meerderjarige dochter Anna Elisabeth Houterkens, machtigen dhr. Jansen, secretaris van Duisburg, om voor het gerecht van Beek (in het land van Cleve) transport te doen van al hun erfdeel in het gerecht van Beek en in Duisburg aan en ten behoeve van Jan van Raab, zijn vrouw en zijn erfgenamen, zijnde éénderde van de totale nalatenschap van hun vader en grootvader Thomas Rikkers, conform de koopcedule dd 8-6-1723.
* 1735, 23-8: Het Utrechts Archief, notarieel, nots Arnold H. van Munster: Johan van Raab, heer van Manshorst, krijgsraad van zijn koninklijke majesteit van Pruisen, en de heer Christoffel van Raab, dr. Theologiae en professor te Duisburg waren tot voor kort voogden over Frederik Godfried Johan van Diest, tegenwoordig meerderjarig geworden. In die rol van voogden hebben zij geprocedeerd tegen Arend Carel baron van Hammersteijn X Anna Juliana van Diest en Herman Lijnslager qq. Frederik van Diest machtigt een procureur om die zaak over te nemen.
openstaande vragen / discussie
zie: Inventar des Archivs der evangelischen Gemeinde Duisburg:
* 1657, 29-5: [427]: Vor den Duisburger Bürgermeistern Reinhard von Eick und Johannes Raab bekundet der Gerichtsschreiber zu Dinslaken Rutger Sölingh, von Winmar Schoenefeldt, Lucas Bruckhusen, Christ Tihlen und Peter Kruthoff, derzeitigen Armenpflegern, 500 klevische Taler gemäß Hauptbrief erhalten zu haben. Or. Perg., 2 beschädigte Siegel.
* 1636, 14-3: [455]: Vor dem Dr. jur. und Schultheiß Johann Dietrich Muntz sowie den Schöffen Hermann auf den Hoff, Michael Wientgens, Gerhard de Vivere und Johann Goldenbergh verkaufen Margaretha Averduncks, die Witwe von Johann Borcken, sowie Hermann Schlechtendal und Johann Raab, Schöffen zu Duisburg, als Vormünder der Kinder der vorgenannten Eheleute, mit Zustimmung von Margarethens Eidam bzw. Tochter Peter Kerffs, Cornetts in der Kompagnie des Rittmeisters Hundt, und der Melchiore Borckens für 300 Taler und 3 Reichstaler Verzichtspfennig an die Eheleute Adolf und Gertruid Gaterman, Stoffel und Beeltgen Spyckers und Johann und Margarethe Pilgrum ein Stück Hofplatz hinter dem Erbe der Ankäufer "von dem mittelsten Bogen an der Seite Johann Morens bis auf die Mauer neben dem Putt an Gordt Hulsen Erb" usw; Der Hofplatz liegtin der Rheinstraße. Or. Perg. mit 5 Siegeln.
* 1643, 9-12 [470]: Eingabe des Gottfried von Schorrunert an Prediger und Älteste der Gemeinde Duisburg in einer Klagesache gegen Johann Raab. Schommert war vom Abendmahl ausgeschlossen worden. Or. Pap.
* 1656, 20-8: [500]: Vor demselben Schultheiß (Dr. jur Johann Dietrich Muntz) sowie den Schöffen Johann Raab und Reinhardt von Eick bekunden die Eheleute Paul von Rydt und Lisken Brusterhusen, von den Armenprovisoren Carst Tihlen, Lucas Bruchhusen, Johann von Lehn und Peter Krutthoffen 40 Taler zu 6 %, geliehen und dafür ihr Haus in der Niederstraße zwischen dem Erbe Quintars und dem Gute Derich Frimers (?) verpfändet zu haben. Or. Pap., 3 AufdrucksiegeL
* 1657, 1-4: [502]: Vor demselben Schultheiß (Dr. jur Johann Dietrich Muntz) sowie den Schöffen Reinhardt von Eick und Johannes Raab bekunden die Eheleute Hermann und Gertrud ingen Wyden, das Haus des Johann Thelis auf der Kuhstraße neben Hermann in der SteinkuBen und dem Wohnhause des Johann Thelis angekauft zu haben. Da jedoch auf dem Hause eine Forderung der Stadtarmen in Höhe von 200 Taler stehe, weiter das Haus des Jan Thelis mit 50 Talern und dessen Land vor dem Kuhtor an der Heergasse mit 25 Talern belastet seien, so hätten sie die gesamte Schuld von 275 Talern übernommen und dafür das angekaufte Haus den Armenprovisoren Peter Kruthoff, Johann Lehnhoff, Christ Thelen und Lucas Bruckhusen verpfändet. Or. Perg., 3 beschädigte Siegel, Nr. 2 ab.
* 1663, 14-4: [517]: Vor demselben Schultheiß (Dr. jur Johann Dietrich Muntz) sowie den Schöffen Wolter Luicken, Johann Raab, Bürgermeister, Reinhardt von Eick und Henrick Eickels verkaufen die Eheleute Wilhelm Roßkatben und Drütgen Zingels ihr Haus in dem Venussträßchen zwischen Steffen Sprut und Johann von Eller an Jungfrau Regina Degnerin für 80 klevische Taler und 2 Taler Verzichtspfennig. Or. Perg., 5 Siegel.
* 1666, 15-2: [521]: Vor dem Dr. jur. Johann Dietrich Muntz, kurbrandenburgischem Rat und Schultheiß, sowie den Schöffen Bürgermeister Johann Raab, Dr. Johann Slechtendal, Peter Böninger und Fredrich Gihm verkauft Feycken Mum verwitwete op den Hoff an ihren Vetter Hans Wilhelm Wirths und dessen Frau Helena Koetzgens die Hälfte von einem Morgen und 5 Ruten Land im kleinen Hochfeld für 80 klevische Taler und 3 Taler als Verzichtspfennig. Or. Perg., 5 Siegel.
* 1666, 18-8: [526]: Vor dem Dr. jur. Johann Dietrich Muntz, Schultheiß, sowie den Schöffen Bürgermeister Johann Raab und Reinhardt von Eick bekundet Elßken Bollen gen. Gönings, wegen eines mit ihrem ersten Ehemann gekauften Schiffes der Margaretha Hestings eine bestimmte Geldsumme schuldig geworden zu sein, die sie nicht zurückzahlen könne, und bittet, ihr 50 Reichstaler unter Verpfändung ihrer beiden auf der Niederstraße gelegenen Häuser aus Armenmitteln zur Verfügung zu stellen, was auch geschieht. Or. Pap., 3 AufdrucksiegeL
* 1668, 18-12: [536]: Vor dem Dr. jur. Johann Dietrich Müntz, kurfürstlichem Rat und Schultheiß, sowie den Schöffen Johann Wendel Beck und Dr. jur. Gottfried Wilhelm Raab bekunden die Eheleute Johann Glassen und Stingen Mertinsen, zur Abfindung anderer Gläubiger von den Armenpflegern 100 Reichstaler zu 5 % geliehen und dafür ihr am Kuhtor gelegenes Haus verpfändet zu haben.. Or. Pap., 3 Aufdrucksiegel
* 1710, 12-7: Landschaftsverband Rheinland, Inventare Nichtstaatlicher Archive, 27: Protokolle der Hochdeutsch Reformierte Gemeinde in Köln von 1599-1794, Köln 1983, dopen, p. 342: gedoopt Friederich Gottfried Johann, zn.v. Reinhard Richard von Diest en Christina von Raab, get: Friederic Wilhelm von Diest, Thumprobst zu Utrecht, Godfried Wilhelm von Raab, Königl. Geheimer Regierungs- und Amts Cammerrat zu Cleve, Heinrich von Diest, Hoch- und Frei-Gräve auch Rentmeister und Richter der Ämter Altena, Neurade und Altenburg, Johann von Raab, König!. Kriegsrat und Schluiter zu Alten-Kalkar