XV-1732 Visscher, Anna Dircks

Anna Dircks Visscher (= XV-1736)


ouders: Dirck Willemsz Visscher en Maritgen IJsbrantsdr


geboren: voor 1539

gedoopt:

overleden: na 1609, voor 1615

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (1) trouwt Leiden 1-2-1568


Adriaen Fransz [van Nierop] 


ouders: Frans Garbrantszn en Marytgen Jan Claesz. de Goede dochter


geboren: voor 1539

gedoopt:

overleden: 1573/74

begraven:


beroep: wijntapper

woonplaats / adres:


relatie (2): trouwt 1575


Laurens Andriesz van Swaenswijck (XV-1731 = XV-1735)

alternatieve spelling Louris, Louweris, Lourys, Loureys Andriessen van der Goude, Louweris Andrieszoon van der Goude, Swaenswijc, Zwaenswijc, Zwaenswijck, Swaenswick, Zwaenswieck


ouders: Andries Lourensz van Swaenswijck en Jannetje Huigens Hopcoper


geboren: [Gouda?] ca 1548

gedoopt:

overleden: Leiden 28-3-1604

begraven:


beroep: lakenbereider (1583), wijntapper, veertigraad (1604), belastingontvanger (1588) schepen van Leiden (1586, '87, '90, '93, '94), burgemeester van Leiden (1587, '88, '91, '93, '95, '98, 1601, '04) [in 1599 Laurens Andriesz van Swaenswijck, rentmeester van het Gemeenlant van Delftlant]

woonplaats / adres: Leiden ([1569]) (Nobelstraat Westzijde, 1601)



Biografische aantekeningen


Bronnen


lit: www.historischleideninkaart.nl

Zie bij haar man Laurens Andriesz van Swaenswijck. Voorts:

* 1568, 1-2: Erfgoed Leiden e.o. 0508 huwelijksvoorwaarden B2 [143-348, scan 277]: Gecompareerd Adriaen Fransz, bij raad, goedunken en consent van zijn moeder Marie Jansdr., Frans Garbrantsz weduwe, zijn moeder en Claes Jansz de Goede, zijn oom (en haar broer), ter eenre, en Annetgen Dircksdr, bij raad, goeddunken en consent van Pieter Oom Pietersz [van Ofwegen], wantsnijder, als getrouwd hebbende Marijtgen IJsbrandsdr, haar moeder, en vergezeld van Adriaen IJsbrants, Jacob IJsbrants en Joost Jacobsz [de Bije], thesaurier van Leiden, haar ooms ter andere zijde. De beide moeders van de beide partijen beloven elk fl 800,- ten  huwelijk in te brengen. Verder afspraken over de nalatenschap.

* 1575, 10-1: Erfgoed Leiden e.o. 0518 Weeskamer Leiden, Grote Bewijzen B [nr 954, fol. 394v, scan 393]: Adriaen Fransz, wijntapper, weeskinderen met namen Dirck out omtrent 4 jaar, Belytgen, oud omtrent 5 jaar: bewijs brieven. Anna Dircks, weduwe van Adriaen Fransz, geassisteerd met Pieter Oom Pietersz, onze medebroeder en haar schoonvader (= stiefvader) ter eenre, en Adriaen Jansz Knotter en Havick Joostenszn, tinnegieter, door burgemeesters aangesteld als voogden over de weeskinderen. Zij bewijst haar kinderen fl 800,- te samen, dus elk fl 400,-. Met als onderpand haar huis en erve in de Nobelstraat, waar ze nu in woont. In de marges staan nog allerlei opmerkingen over de manier waarop de stiefvader Lourens Andriesz [van Swaenswijk] aan zijn verplichtingen jegens deze kinderen heeft voldaan.


Discussie / openstaande vragen


In het archief van Erfgoed Leiden e.o. is een collaterale successie-aangifte bewaard van Anna van 's Gravesande, overleden te 's Hertogenbosch, waarover E.H. 's Gravesande op 2-9-1720 de eed aflegde. Ze laat o.a. rentebrieven ten behoeve van Otto Heurnius dd 24-4-1610, 13-12-1626 en 1-11-1629 en een rentebrief ten behoeve van Anna Dirks, weduwe wijlen Louris Andries van Swaenswijck dd 14-11-1609

* 1742, 26-5: Erfgoed Leiden, Collaterale successie []: opgave door Jacobus Sacrelaire als gemachtigde van vrouwe Anna Sacrelaire, de weduwe. Nagelaten voor de collaterale erfgenamen is een huis op het Rapenburg, een obligatie "ten name van Anna Dirks weduwe L. van Swaenswijk dd 14 November 1609", een obligatie ten name van Magdalena Sacrelaire dd 8-8-1712, idem Martha Sacrelair dd 1-6-1713; de goederen in Stad en Meierij van Den Bosch moeten aldaar aangegeven worden.

Is Margaretha Andries (genoemd in de akte van 1612) de zus van Laurens Andriesz van Swaenswijck?

Is Maria Visscher IJsbrands (1630) de zus of de nicht van Anna Dircks Visscher?

[koopt in 1586 huis bij huize "Agthoven" van Maarten Mourijnsz 1606 wed Anna Dircks verkoopt grond in Alphen ad Rijn]

[Het vaststellen van het beroep van iemand uit de Gouden Eeuw is niet altijd eenvoudig. Van sommige mensen kan niet achterhaald worden of zij economisch actief waren. Bij anderen, zoals ook uit het voorbeeld van vader en zoon De la Court bleek, werden verschillende beroepen gecombineerd. Bij hen lagen deze betrekkelijk dicht bij elkaar, maar dat was soms niet het geval. Zo trad Lourens Andriesz. van Swaenswijck (1547-1604) die in 1579 lid werd van de Leidse veertigraad, op als exploitant van onroerend goed, wijntapper, lakenbereider en blauwverver." Slechts uit de frequentie waarmee een bepaald beroep wordt vermeId, kan worden afgeleid wat de hoofdactiviteit was.]

* 1611, 17-8: notariele acte van Margareta Andriesdr van Swaenswijck wed. van Claes Huijringszn Quartel

Adriaen Fransz had een zus Ermgaert Fransdr