XIV-871 Bastingius, Jeremias

Jeremias Bastingius/van Bastynck 

alternatieve spelling: Hieronimus, Hieremias Bastynck


ouders: ds Jeremias Bastingius en Anna Theunemans


geboren: Antwerpen [voor 1585] 

gedoopt: 

overleden: [na 1650][1647?]

begraven:


beroep: predikant te Maasdam en Strijen, 

woonplaats / adres: Maasdam (1611-1618), Strijen (1624)


relatie: ondertrouwt Leiden 5-8-1611


Josina Kijns (XIV-872)

alternatieve spelling Josienken Bast


ouders: Pieter Kien en Cathelijne Frodure


geboren:

gedoopt:

overleden: 

begraven:


beroep: 

woonplaats / adres: 


kinderen:

Handtekening van Hieremias Bastingius, predicant in Strijen onder akte 1624

biografische aantekeningen


Jeremias Bastingius, predikant te Strijen, is de broer van passementier Abraham Bastingius (* ca 1593)  te Leiden en van Johannes Bastingius X Maria van Egmondt en van Willem en van Anneken Bastingius.

Josina Kijns is de zus van Margriete Kijen.

In 1646 en 1647 is, blijkens notariele aktes in Den Haag, Jeremias Bastingius schepen van Strijen. Dat zal wel de zoon (* 1612) geweest zijn. 


bronnen


http://daktari.antenna.nl/bastynck.htm
zie ook Afstammelingen van Willem Bastynck

* 1608: familysearch: notulen, lidmaten, dopen en huwelijken te Maasdam vanaf 1608. Pagina 1 meldt: "Inwoonende predikanten van Maesdam. I. Cornelius Simonides van Dordrecht, beroepen op Nijevaert ofte den Klundert. II. Jeremias Bastingius van Antwerpen gheboren, beroepen op Strien. III. Wilhelmus Bastinius, van Antwerpen gheboren. IV. Abrahamus Bastingius van Maasdam. V. Henricus Lydius van Oudewater. (...). [scan 14]: (...) den 17 Juli [1611] hebbe ick, Cornelius Somonides,die nu drij jaeren ende wat daer over de Kercke van Maesdam gedient hadde, mijne laetste predicatie gedaen, ende oorlog van deselve genomen" (...) Den Kercken Raet is op den 21 April [1613] bij malcanderen gecomen ende na aenroepinge des naemes Godes heeft Hieremias Bastingius te kennen gegeven hoe dat de litmaten van hem besocht sijnde (Gode lof) geene swaricheijt en zij gevonden: en zijn alsoo na aenroepinge van Godes naem gescheijden". De laatste aantekening in de notulen dateert van 21-1-1617. Een geheel andere hand vervolgt de notulen vanaf Hemelvaart 1628; ik vermoed dat die tweede hand geschreven is door Wilhelmus Bastingius: het is hetzelfde handschrift als op het titelblad de eerste drie predikanten. Nr. 4 (Abraham Bastingius) is weer door een ander geschreven. [scan31]: Anno 1660. Nadat D. Abrahamus Bastingius zijnen dienst hadde afgelegd (...) is op den laatsten october beroepen D. Henricus Lydius (...)"

* 1611, 5-8: Erfgoed Leiden e.o. 1004 DTB ondertrouw [7 blad G-157v]: Aengeteyckent op Ven Augusty 1611: Jheremias Bastingius, dienaer des Godtlicken woorts tot Maesdam, Jongman van Antwerpen, vergeselschapt met Franchoijs Heijsecque, zijn schoonvader en Anna Theunemansdr, zijn moeder, met Josijna Kijns, jongedochter van Oosteijnde in Vlaenderen, vergeselschapt met Cathelijne Frodure haer moeder en Nicosijn Kijn haer broeder

* 1612, 20-5: familysearch: DTB dopen Maasdam: "Op den 20. Meij is gedoopt het kint van H. Bastingius ende Josienken Bast. Zijnen naem was Hieremias." 

* 1613, 22-9: familysearch: DTB dopen Maasdam: "Op den 22 Septembris is gedoopt het kint van H. Bastingius ende Josienken Bast. Sijnen naem was Piter".

* 1615, 23-8: familysearch: DTB dopen Maasdam:  "Den 23 Augusti is gedoopt het kint van Hieremias Bastingius en Josina Kien. Haren naem was Cornelia."

* 1618, 21-1: familysearch: DTB dopen Maasdam:  "Op den 21 Januarij is ghedoopt het kint van Hieremias Bastingius en Josinken Kiens, zijnen naem was Jacobus.".

* 1624, 10-12: erfgoed Leiden eo: 0506 NA nots E.H. Craen [146-115]: gecompareerd Hieremias Bastingius, bedienaer des H. Evangeliums int Hooftdorp van Strijen, ende heeft mits desen geconstitueert ende in zijne stede gestelt Sr. Abraham Bastingius, (doorgehaald: lintier) passementier wonende binnen der stadt Leijden zijn broeder, hem gevende volcomen macht, aucthoriteiojt ende speciael bevel omme uijt den name ende van wegen hem constituant te manen, eijsschen, heffen, beuren ende ontfangen zoodanigen somme van hondert ponden groten Vlaems ende den onbetaelden intereste vandien, als hem constituant competerende es van Lauteins van Ravesteijn, volgende d’obligatie daer van zijnde in date den 1en dach van oust anno xvic tweeentwintich. Ooc indient hem geconstitueerde goet dunct dienaengaende mit de versz Van Ravesteijn of zijn gecommitteerde te mogen accorderen of overeencomen, dagen van betalinge te mogen vergunnen, van zijnen ontfang quijtantien ende van zijn vorder gehandelde allerleij acten ende instrumenten te passeren ende verlijden, Ende des niet zijnde ter saecke voorseijt ooc te mogen ageeren ende rechtspreecken voor alle heren Jugen ende rechters. (etc, met macht van substitutie). 

* 164.., 18-3: erfgoed Leiden e.o.: Bonboeken 6630, 9e register 34v: bon Zijloort, straat Oude Singel. Dit pand is op 18 maart van een onleesbaar jaar (na 1636; de tekst is in de naad van het boek weggevallen) door Huijbert Minne verkocht aan Jeremias Bastingius, belast met een losrente van fl 75,- per jaar. Op 9-5-1648 is het bij Abraham Bastingius, als procuratie hebbende van Jeremias Bastingius, verkocht aan den E. Jan van Marcken, veertigraad van Leiden, belast met dezelfde weesrente. 

* 1650, 13-5: Erfgoed 's-Hertogenbosch, DTB dopen Grote Kerk NG: Jermijas, ouders Nicklaes Blom en Cornelia Bastingus, getuijgen Jermijas Bastingus ende Anneken Jans ende Jenneken Hartouch

* 1651, 18-7: Erfgoed 's-Hertogenbosch, DTB dopen Grote Kerk NG: Niclaes, de ouders Niclaes Blom en Cornelia Bastingus, get: Anneke Jansz en Maria Sprong, weduwe van Francois Blom,

* 1653, 12-12: Erfgoed 's-Hertogenbosch, DTB dopen Grote Kerk NG: Anna Josine, Niclaes, de ouders Niclaes Blon ende Cornelia Bastingius, getuijegen Anneken Jans ende Sara Bastingius

* 1656, 20-2: Erfgoed 's-Hertogenbosch, DTB dopen Grote Kerk NG: Jeremias, ouders Niclaes Blom ende Cornelia Bastingius, get: Niclaes Blom, commis van slans magasien en Anneken Jans.


openstaande vragen / discussie


Cornelia van Bastynck is de [klein]dochter van de beroemde Jeremias de Bastijnck, gezegd Bastingius, Hoogleraar in de godgeleerdheid te Leiden. (bron: Vaderlandsche letter-oefeningen, of tijdschrift van kunsten en ..., Volume 113, p. 323)

Vreemd genoeg trouwt Franchoijs Heusick, uit Nieukercke, wednr Catalina Houcx, te Leiden op 9-1-1598 met Anna Tuenemans uit Antwerpen, de weduwe van ds Jeremias Bastingeus, predikant te Leiden. Getuigen: voor hem Claes Houcke, cozijn, en David Questier, schoonzoon; voor haar: Janneken Spruijts, haar moeder, en de huisvrouw van Claeys Houc, haar bekende. Maar, aha!, Jheremias Bastingius, predikant, geboren te Antwerpen, wonende te Maasdam, trouwt Leiden 5-8-1611 met Joseyna Kijns, geboren te Oosteynde, Vlaanderen. Zijn get: Franchoijs Heyvecque schoonvader (= stiefvader) en Anna Thenemans, moeder; haar get: Cathelyne Frodure, moeder, en Nicosijn Kijn, broer.

Dit klopt: te Leiden, in het archief van de Weeskamer van Leiden (0518, 1836-1839, niet gedigitaliseerd) tref ik: Testament van Jeremias Bastingius en zijn vrouw Anna Thuenemans, Antwerpen, 1-9-1581; taxatie van zijn inboedel dd 14-1-1598; overeenkomst over de nalatenschap, 4-2-1598; Verklaring van Anna Thuenemans tweede man, Francois Heysocke, over het door de weduwe Bastingius aan hem ten behoeve van de weeskinderen uitgekeerde, Amsterdam, 21-1-1598.

Ik dacht in Strijen wellicht meer kinderen te vinden, maar de DTB van Strijen begint pas in 1655.

Jeremias Bastijnck senior is (in 1587) de broer van Debora Bastynck en de erfgenaam van wijlen Willem Bastijnck; en familielid van Maijliaert Bastynck,

* 1587, 10-11: 0506 NA nots W. Oudevliet [52-273, scan 286]: Versouc ende protest Doctor Jeremias tot Dordrecht. Opten thijenden Novembris Ao XVc LXXXVII hebbe Ic Wm: van Oudevliet notaris publijc (…) ten versoucke van Juffr Anna Bastijnc huijsvr van Doctor Jeremias Bastijnc tot Dordrecht mij selven gevonden aen Colaert de Cuijpere, den welcken ic ’t navolgende mij bij haer behandicht, geInsinueert ende voorgelesen hebbe (i.m. ingevoegd: hier van woorde geincorporeert instructie om Colaert de Cuijpere aen te spreken). Nota dat Colaert de Cuijpere voor 64 pond Vlaems die hij gelicht hadde anno 1565 wt de handen van Rogier Daket (achtervolgende zijne eijgene bekentenisse) ende den selven Daket voor die penningen versekert heeft met twee huijssen, het eene genaempt de Dune, het andere staende bij de Benter Poorte, toecomende d’erffgenamen van wijlen Willem Bastijnck Jeremias ende Debora sijn suster. (2) Dat hij Colaert de Cuijpere, seijt dat hij ten eijnde van de drije Jaeren, om te ontslaen de voorsz huijsen, hem Rogier gegeven heeft, een Rentebrieff van 4 pond groot iaers de penninck sesthijen, op een sekere hooffstede buijten IJpere, wair deur die voorsz huijsen souden ontslagen sijn. (3) Dat Rogier voorsz ontkent van Colaert de Cuijpere betaelt te zijne. Maer dat hij hem alleene breder beset gedaen heeft op sijnen moeders landtgoet, soe die huijsen nijet goet genouch en waren de reste te recouvreren op ’t voorsz landt; (4) dat over sulcx die erfgenamen van wijlen Willem Bastijnc angesproocken worden van dijen, dien zij haer ongedeelde huijssen vercoft hebben genaempt Maijliaert Bastijnck van wegen dese belastinge, spruijtende doirdien voorsz Colaert, die welcke thijen of elff Jaren geduijrende Jaerlicx die vijer ponden Vlaems wtgekeert heeft, soo lange hij ‘t IJpere geweest is, daerom nu die erffgenamen hoewel zij erffgenaemen van desz rente ignorant geweest zijn, aengesproocken werden. (5) Versoucken derhalven Jeremias van zijnentwegen ende zijns susters weesen, dat Colaert de Cuijpere dewijle hij nijet oprechtelicke in dese zaecke gehandelt heeft, dat hij hem ende die weesen wille promptelick garanteren ende soe nijet dat hij protesteert tegen Colaert van schade ende interesse. Welcke versz. verclaringe versiouck ende proteste bij den versz Colaewrt de Cuijpere gehoort, versochte copie, zonder meer. Gedaen aldus binnen Leijden ten huijse van de vrsz Colaert gestaen in de Brede Straete in presentie van Jasper van Baerle ende Jan Mathijssz, als gelooffel: getuijgen ten desen versocht ende gebeden. ’t Zedert naer ic notaris wech gegaen ende Colaert mij te rugge doen roupen hadde, heeft hij Colaert in presentie van Pieter Vermesch, procureur naer hem tgunt voorsz staet andermael was voorgelesen, geantwoort Soe Jeremias ijet wees van hem ter cause vandijen weet te heesschene  dat hij hem betrecke voor zijn Juge competenty dair de zake competerende en dies nijet te min alsnoch ’t sijne costen versochte copie.


lit: Jeremias Bastingius of Bastynck werd geboren in ’t jaar 1551 te Yperen of in Calais, waarheen zijn ouders om des geloofs wille gevlucht waren. Kort daarna begaven dezen zich naar Emden, waarom Jeremias in de Matricula Heidelbergiensis ingeschreven werd op den 18 Mei 1573 als Jeremias Bastingius Embdanus. In Heidelberg woonde hij bij Petrus Dathenus en leerde hier Jacobus van Baerle kennen. Hij promoveerde tot doctor theologiae 18 Nov. 1575. Beroepen tot predikant te Antwerpen, verliet hij deze stad tegelijk met de Van Baerles in Aug. 1585, reisde over Zeeland naar Dordt, waar hij tot pred. beroepen werd, om 10 Maart 1593 tot prof, ordinarius theologiae benoemd te worden te Leiden. Hier stierf hij 20 Oct. 1595. 


* 1598, 30-1: Erfgoed Leiden e.o.: 0518 Weeskamer, Grote Bewijzen C [284-fol. 377v]: Franchois Heysicque, Vlamings Weesk:r. wij, meesmeesteren, doen kond dat gecompareerd zijn Franchoijs Heijsecque van Nijenkercke in Vlaenderen, coopman, weduwenaer van Cathelijna Houcke filia Mahieu Houcke van Hontschoten, mede in Vlaenderen, vader over Franchoijs, oudt ontrent XII, Abraham en Pieter nij (VII?), Sara V Jaren ende Cathalina, nu oudt XVI maenden, sijn weeskinderen die hij alle geteelt heeft aen sijn voorsz za: echte huijsvrou, ter eenre, ende Claes de Houcke van Hontschoten voorsz, zijdelaeckencoper, oom, met Davidt Questiea, Velleplooter, behoude zoon van de voorn. Franchoys Heijsecque, geordonneerde voogden. De vader heeft staat en inventaris overgelegd van de erfenis van de moeder, en heeft met de voogden het volgende akkoord gesloten. De goederen die in Vlaanderen gelegen zijn zullen onverdeeld gemeenschappelijk eigendom zijn van vader en kinderen, totdat deze oorlog zal veranderen. Voorts zal de vader ten behoeve van de kinderen fl 2.500,- opzij leggen, om uit te keren als ze mondig zijn in de ouderdom van 25 jaar, of hun huwelijksdatum, en ze in de tussentijd, kleden, voeden en opvoeden, zoals een vrome vader behoort te doen. Als borgen presenteren zich Marten Tijeule, koopman, en Pieter van Zoemeren, lakenkoper, beide inwoners van Leiden. Voorts staat er: alsoe Franchoijs Heijsecque verklaerde als beschadicht borge voor Jan Heijsecque, sijn voorsoone, betaelt te hebben fl 300,-, komende de schade van dien voor de ene helft tot last van de genoemde weeskinderen, die (na het overlijden van Francois Heijsecque) dus fl 150,- te vorderen hebben op deze Jan Heijsecque en dus op het erfdeel dat hij van zijn vader zal krijgen.

* 1598, 4-2: Erfgoed Leiden e.o.: 0518 Weeskamer, Grote Bewijzen C [284-fol. 379]: Dr. Jeremias Bastingius, weesk:en. [I.m.: Geleijn Burchgrave getr:t hebbende Anneken heeft sijn goeden gelicht ende gepasseert quijt:ae. onder cautie in date den 10 Novemb: 1604; Willem Bastingius bejaert zijnde heeft sijn goeden gelicht ende quijt:ag gepasseert Actum den XII Junij 1608; Jheremias Bastingius mede bejaert geworden zijnde, heeft zijne goeden mede gelicht ende Schepenen quijta:e gepasseert Actum den XXIIen meerte Ao XVc ende twaelff; Abraham Bastingius ooc voljaert geworden zijnde, heeft onder Schepenen quijt:a sijn goederen gelicht Actum den XXIen May anno 1620.]: weesmeesteren verklaren dat voor hen gecompareerd is Joncfrou Anna Theunemans van Antwerpen, naegelaten weduwe van Doctor Jeremias Basting za:, geholpen bij Franchoijs Heijsecque van Nieukercke in Vlaenderen, coopman ende burger der voorsz stad Leijden, haer Jegenwoordige tweede man en rechte voocht, ter eenre, ende Jaecques de Starcke van IJpere, neve van ’s vaders zijde, met Adriaen Theunemans, coopman, nu wonende tot Rotterdam, oom van ’s moeders zijde, als voogden over Willem, nu oud omtrent XVII, Jeremias, XIIII, Hans seven, Abraham vijff ende Anneken, elff Jaren, al nagelaten weeskinderen van de voorn. Dr. Jeremias Basting za: geprocreert ande voorsz Joncfrou Anna Theunemans. Volgens de testamentaire dispositie van het echtpaar in Antwerpen dd 1-9-1581. Anna verklaart dat er hier te lande geen andere vrinden van ’s vaders zijde te vinden zijn. In het testament staat dat de kinderen, naast onderhoud, samen recht hebben op fl 1500,-. Verder is er staat, inventaris en ‘prijsering’ van de boedel gemaakt en er is een notariele akte dd 21-1-1598 voor Jan Fransz Bruijnigh te Amsterdam, waarin hij erkent fl 2000,- ontvangen te hebben van zijn huidige vrouw, ten behoeve van de weeskinderen: de beloofde fl 1500,- plus fl 500,- die de moeder uit goede affectie en liberaliteit als supplement op ’s vaders erfenis heeft toegevoegd. De Amsterdamse akte wordt vervolgens woordelijk geciteerd – (Franchoijs Heijsecque, wonende tot Leiden, verklaart dat hij in gerede gelde uitgeteld en ontvangen heeft – naast wat zij in het aanstaande huwelijk als huwelijksgoed zal inbrengen – fl 2000,- voor en ten behoeve van haar vijf kinderen voor hun vaderlijk erfdeel (doctor Jeremias Bastingh, haer overleden man), die Heijsecque zal bewaren tot ze volwassen zijn.) – De weesmeesters onderschrijven het testament en de Amsterdamse aanvulling. Als borgen stellen zich zowel voor de fl 2000,- als voor de opvoeding, Franchoijs Heijsecque, Claes Houcke, zijdelakenkoper, Pieter Christiaen (beide van Hontschoten) en Davidt Questier van IJpere, velleploter. 

1586, 1-9: regionaal archief Dordrecht: DTB dopen gereformeerde kerk [inv.nr 1, fol 128, scan 135]: par[entes] Jeremias Bastingius verbs minister, testes Johannes Dilsemus, Remandus Johannis, uxor Nicolas Mandernach, item Johannis seventien <??>

1588, 9-10: regionaal archief Dordrecht, DTB dopen [invnr 1, fol. 7, scan 164]: Bij mij is gedoopt het kind van .. den 9 octobris: par. Docter Jeremias [achternaam niet ingevuld] ende Anna Josep Toenemansdr, t kint Hester. Testes Corputius Predicants Gieks buurman, Lijsken van de Marckt ende Munnincks onsen pensionaris huijsvrouw

1590, 6-11: regionaal archief Dordrecht, DTB dopen [invnr 1, fol. 24v, scan 190]: par: Jerem. Bastingius ende Anna Teunemans ’t Kint Johannes.

1592, ?-10: regionaal archief Dordrecht, DTB dopen [invnr 2, fol. 43, scan 17]: par Jeremias Basting ende Anna Uxor, ’t kint Abraham.


In 1618 staat Francois Heusecque, luthier in de Lange Corenbrugsteeg in Leiden, borg voor Judith Peters, weduwe van Adriaen Theunemans


Begraven Leiden 27-1-1641 (Hooglandsche Kerk): de moeder van Abraham Bastingies

Op 11-8-1661 is er een notariële akte van Petronella van den Broucke, weduwe van Abraham Bastingius, waarin hun zoon Melchior wordt genoemd.

Begraven Den Bosch, in de St Jan: Jerimias Bastingius, begraven 20-9-1662.


* 1611, 21-1: erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots J.J. Verweij [invnr 92, akte 25, scan 69]: Gecompareerd de Eerentrijcke Catalijne Froduere, weduwe van wijlen Pieter Kien, wonende in Leiden, machtigt de procureur van Tongeren om in rechte een obligatie van fl 700,- te innen bij de weduwe van wijlen Julius Caesar Harrinck, wonende in ’s-Gravenhage, die Harrinck van haar had geleend.

* 1611, 19-5: erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots J.J. Verweij [invnr 92, akte 116, scan 230]: Gecompareerd de Eerentrijcke Jonckvrouwe Catalijne Froduere, weduwe van wijlen Sr. Pieter Kien, wonende in Leiden, machtigt haar neef Cornelis Kelderman te Brugge om bezit te nemen van het land dat zij bezit in Ghistele, in Vlaanderen, om te te verhuren, verpachten of verkopen. 

* 1612, 5-10: Erfgoed Leiden e.o. 1004 DTB ondertrouw [7 blad G-219v]: Samuel de Prins, student in den  Godtheijt, Jonghman van Delff, wonende tot Leijden, vergeselschapt met Davidt de Prins, zijn broeder, ende Lourens van Ravensteijn, zijn toecomende cousijn, met Margriete Kijen, jongedochter van Oostende mede wonende alhier, vergeselschapt met Cathelijne Frodure haer moeder ende Anna Teunemans haer goede bekende [sic: Anna Teunemans is de moeder van Margrietes zwagerJeremias Bastingius] 

* 1615, 18-6: Erfgoed Leiden e.o. 1004 DTB ondertrouw [8 blad H-66v]: Aenget: den XVIII Junij 1615 Johannes Bastingius, Jonghman van Dordrecht, wonende tot Leijden, vergeselschapt met Jheremias Bastingius, zijn broeder, met Maria van Egmondt, jongedochter van Leijden, vergeselschapt met Sijburch van Egmondt, haer zuster 

* 1623, 14-12: Erfgoed Leiden e.o.: 0506 NA nots. J.J. Verweij [103, akte 173]: Gecompareerd Johannes Bastingius, eerste sergeant van de compagnie van kapitein Vogelesanck, die eerstdaags ten dienste van de Compagnie van Westindien met het schip Sampson van Hoorn afvaren zullen. Ende bekende voor hem, zijn erven en nakomelingen, aan Sr. Abraham Bastingius, koopman in Leiden, zijn broer, fl 785,- schuldig te zijn, zowel wegens mondkosten als wegens geleende penningen. Hij kan die schuld nu niet terugbetalen, maar geeft Abraham het recht om de penningen die hij op deze reis verdient te incasseren bij de Westindische Compagnie in Hoorn of elders. En hij wil dat Abraham ook de rekening betaalt van Daniel van den Bosch, wijnkoper. (w.g. Jan Bastingius) 

* 1624, 5-2: Hogenda.nl transcriptie Voogdenboek C Weeskamer Leiden [invnr 243, 167v]: 5-2-1624: Abraham Bastinguis lintier oom, Niclaes Veeckens koopman gebeden vriend zijn voogden [gesteld over] Hester over [bedoeld wellicht boven de 25 jaar?], Pieter, oud 11 en Anna 14 jaar of daar omtrent, nagelaten kinderen van Geleijn die Burchgrave gewonnen bij Anna Bastinguis. [akte niet ingezien]