XIII-143 Hardes, Abraham

[Abraham] Hardes (= ook XIII-191)


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie: trouwt


NN


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

  1. Jan (Johan) Hardes, geboren:
    overleden: tussen 25-6-1658 en 2-11-1660
    beroep:
    woonplaats / adres: Winterswijk
    relatie: trouwt voor 1621
    Hendrikje Romp, geboren:
    overleden: tussen maart en september 1657
    beroep:
    woonplaats / adres: Winterswijk
    ouders:

    1. Henrica Hardes, geboren:
      overleden: na nov. 1663
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt juni 1655 haar neef (?)
      Derk Schoemaecker, geboren:
      overleden: na nov. 1663
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders: Jan Schomaecker en Lisabeth Romp

    2. Jan Hardes, geboren:
      overleden: na jan. 1663
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt voor feb. 1642
      Henrica Rauwerts, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders:

    3. Elisabeth Hardes, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      relatie: trouwt Eibergen 1664
      Gerhard Wijgink, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres: Eibergen
      ouders: Hendrick Wijgink

  2. Elisabeth Hardes, ca 1595-na 1657, X 1613 Hendrik Willink, VOLGT XII-72

  3. Abraham Hardes, geboren:
    overleden: tussen maart 1657 en maart 1661
    beroep:
    woonplaats / adres: Winterswijk
    relatie: trouwt voor 1630
    Elisabeth Schutten, geboren:
    overleden: voor januari 1652
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

    1. Abraham Hardes, geboren:
      overleden: Ruurlo voor 1690
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk (-1666), Ruurlo (1666-?)
      relatie: trouwt voor maart 1655 (mogelijk al voor 1640)
      Willemken ten Elschot, geboren: na 1627
      overleden: na 1695
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders: Berent ten Elschate en Claesken Swaefken
      > Hieruit ca 6 kinderen (Jan, Lijsbeth, Klaasken, Rebecca, Elsken en Elsebe)

    2. David Hardes, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres: Rekken
      relatie: trouwt
      Elsken Bruinink, geboren:
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders:

    3. Mechteld Hardes

    4. <?> Rebecca Hardes, geboren: Winterswijk ca 1629
      overleden:
      woonplaats / adres: Amsterdam
      relatie: ondertrouwt Amsterdam 6-4-1652
      Otto Jansz Braems, geboren: Embden
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders:

biografische aantekeningen


bronnen


Stam-boek der Willingen (P. Beets, 1767).


kind 1: Jan/Johan Hardes

* 1621, 26-9: ORA Bredevoort (1621, fol. 54v): Erschenen Johann Hardes Henrick Romp eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes rechtes steden, ewigen und onwedderroeplichen erffkoips erffkoips avergelaten und verkofft thoehebben, Henrick Dulmans Agnes sijner huijsfrouwen und oeren erven, een Costede, de Dulmans Cotstede genant aller gestaldt als Kopers Voerolderen und hie dieselve biss anheroint gebruick gehadt, inden Kerspel Wenterschwick, buerschap Brinckhoern, voer Doenck hoff, ande Heijde, und sonst in hare Vohr und bepalong gelegen, mit derselven alinge olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kummerfrij, voerbeholden den Huijse thoe Bredeforth gewoontl;icke Dienst und thinss. Deses opdragt und Uthgangk gedaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandong haer goeder. Sonder Inrede und argelist.

* 1624, 24-6: ORA Bredevoort (1624, fol. 34v): Erschenen Johan Romp als Volmechtiger Joanna van Barrevelt, weduwen wijlen Jacob Mollen – daervan genoegsame speciale Volmacht onder der Stadt Embrick Segell und des Secretarij Mullers handt, in dato den 8 deses voerbracht – Die bekande In nhamen sijner Principalen un deren erven voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toe hebben Henricke Willinck Lijsbet eheluijden und Johan Hardess Henricke eheluiden und haren erven, het Erff und guet Pijpers guet genant Inden Kerspell Wenterschwick, buerschap Miste, Inder Mister Marcke, bij den Brincker Esch, in sijner ferner fohr und bepalong gelegen, mit sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich Kummerfrij, Uthbescheijden van oldts daerop staenden beschwer, sampt gemeine Heern dienst und schattong, Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijner Principalinnen guederen, Sonder exception und argelist.

* 1626, 19-8: ORA Bredevoort (1626, fol. 39v): Erschenen Rudolph Theben in nhamen und als Volmechtiger Hermans van Basten, Wijchmoet Huijsincks eheluiden, daervan genoegsame speciall Volmacht voer Richter und Schepen der Stadt Vreden under des Richters Segell und Bernardt Rupen Secretarij hant, in dato den 20. deses, stylo novo gepasseert voerbracht, die bekande in nhamen sijner Principalen vorschreven und deren erven, voor eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, Henricke Willinck Elisabeth eheluiden und Johan Hardes Henricke eheluiden und deren erven, Twie stucke Bowlandes ongefehr van Vierdehalff schepelgeseis, bij den Darpe Wenterschwick, opten Schulten Esch, dat eene tusschen Lande Henrichen Volmers und Eliassen Rauwerts, mit eenen ende opten wech, mitten anderen ende an Blesius Volmers landt; Dat ander stuck tuschen lande voergemelte Eliæ Rauwertz und der Erffgenhamen Poelhuijss, mit eenen ende op den wegh na de Wipperbeke, mitten anderen ende anden Rodden Kamp respective gelegen und schietende, mit derselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtigh thendt-, thinss-, und kommerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waer- (fol. 40) schap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong aller sijner Principalen guederen, hoe offt waer die gelegen, Sonder Inrede und argelist.

* 1627, 1-5: ORA Bredevoort (1627, fol. 21): Erschenen Christoffell ten Hellekamp, die bekande voer sich, sijner huijsfrouwen und erven, voer eene opgenomene und walbetaelte Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft tho hebben Johan Hardes Henrick Romps eheluiden und haren erven, Sess daler, den daler ad dertich stuver. den str. tott Vijfftijn Placken gerekent, Jaerlicx op Philippi et Jacobi, viertien dage daernae onverhaelt und op Philippi et Jacobi Anno Sesstienhondert Achtundtwintich eerst kommer- und schatfrij thoe verschijnen, Stellende daervoor t’onderpande sijn Erff und guedt Hellekamp inden kerspel Wenterschwick buerschap Miste gelegen, sampt alles so daerin und op bevonden werde, voort alle und Jede sijne gereide und ongereide gueder, om sich gemelter Pension sampt kosten und schaden wegen missbetalung und uthmanung erleden und angewendt mit Pendong nae Landtrechte daeran thoe verhaelen, Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong (Fol. 21v) und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Die Loese een Vierdell Jaers thoevoren te verkundigen beidersijdtz voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi, Viertijn dage voer offt nae, mitte Somme van hondert Daler obgemelter geweerden, te loesen, Alles bij Peen van pendong als vorschreven. Sonder Inrede und argelist.

* 1630, 5-5: ORA Bredevoort (1630, fol. 30): Erschenen Henrick Helmich Stijntken van Basten eheluide, die bekanden voer sich und haren erven voer eene walbetaelte Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft thoe hebben Johan Hardes Henricka Romp eheluiden und haren erven, Soeven daler, den daler ad dertich stuiver, den stuiver tot Vijfftien placken gerekent, (fol 31v) Jaerlicx op Philippi et Jacobi, viertien dage daernae onverhaelt und op Philippi et Jacobi A° 1631 eerst kommerfrij thoe verschijnen. Stellende daervoer t’onderpande haer Rentverkoperen stucke landes, ongefehr van een Moldersaet, voer t’ Darp Wenterswick, opten Schulten Esch tuschen Sweer ter Woerts und Kortbeker landt gelegen, om gemelte Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalong erleden und angewendt, mit pendong nae Landtrechte daeran thoe verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Lose een Vierdell Jaers tho voren te verkunden voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi, viertien dage voer offt nae, mitte Somma van Hondert und Sestien daler obgemelter geweerden, toe loesen. Alles bij Peen van pendong als voerschreven, Sonder exception und argelist.

* 1631, 15-4: ORA Bredevoort (1631, fol. 22): Erschenen Henrick Helmich voer sich und mede als echte Man und Mombaer Stijnkens van Basten sijner huijsfrouwen daervoer de rato cavierende, die bekande voer sich, huijsfrouw vorschreven und haren erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft tho hebben, averliet und verkoffte hiermit und in krafft deses an Johan Hardes Henrick Romps (fol 22v) eheluijden und haren erven, Elff daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op Philippi et Jacobi viertien dage daernae onverhaelt und op Philippi et Jacobi A° 1632 eerst thoe verschijnen. Stellende daervoer t'onderpande sijn und huijsfrouwen stuck Landes ongefehr van een Moldersaet, voer den Darpe Wenterswick opten Schulten Ess, tusschen Johan ter Woerts und Cortbeker Landerien gelegen, om gemelte Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalung und uthmanung erleden und angewendt, mit pendung nae Landtrechte daeran thoe verhalen. Edoch hefft Rentverkoper voer sich und mitbeschreven vermits desen verwilkoert dat Rentkoepere vorschreven bij missbetalong der Renthen op gemelten termin, hares gevallens obgedachte Underpant anvangen und totter betalung angemelter Hoeftsummen voer die Renthe gebruicken und genieten sullen mogen. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers tho voren te verkunden voerbeholden, und demnae op Philippi et Jacobi, viertien dage voer offt nae onverhaelt, mitte Somma van Hondert und Tachtentich daler obgemelter geweerden, thoe loesen. Alles bij Peen van pendung alss vorschreven, Sonder exception und argelist.

* 1632, 2-8: ORA Bredevoort (1632, fol. 22v): Erschenen Andries und Gerrit Poelhuijss sampt Warner Romp als Volmechtigere Johanss (fol 23) Poelhuijss, krafft Ihnen den 31n Januarij 1629 voer desen Gerichte verleenten Volmacht, die bekanden in nhamen hares Principalen vorschreven und dessen erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, averlieten und verkofften hiermit und in krafft deses an Johan Hardes Henrick eheluijden und haren erven, een stuck Landes ongefehr van Sess schepell geseijss opte Wipperbeke voer t’ Darp Wenterswick , mit eener sijdt langs Gerrit Poelhuijss Landt, mitter ander sijdt langss Abraham Hardes landt in sijner Vohr und bepalung gelegen, mit eenen ende an Dries Boesen landt, mitten anderen an Henrick Walienss gront schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich thendt- thinss- und kommerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung harer Volmechtigeren und hares Principalen guederen. Sonder exception und argelist.

* 1633, 2-4: ORA Bredevoort (1633, fol. 14): Erschenen Michel Henrick in nahmen und als volmechtiger Willem Albertssen Marriken Weddelincks eheluiden, krafft specialer Volmacht voer Borgermeister und Raedt der Stadt Deventer onder gemelte r Stadt Secret Segell und des Secretarij handt vanden lesten Julij 1632. Die bekande in nhamen und van wegen sijner Principalen Constituenten und deren erven, voer een walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben an Henrick Willinck Lijsbet Hardes eheluijde und Jan Hardes Henrica Rump eheluijden und deren erven het Erff und guedt Benninck inden kerspell Wen- (fol 14v) terschwick buerschap Miste t’Ekeler Hoek mitt desselven alingen toebehoering und gerechticheit in sijner Vohr und bepalong gelegen, voer doerschlechtich kummerfrij, voerbeholden den Leenheer sijne gerechticheit. Item den Heere van Anholdt soeven schepell Roggen Wenterschwickscher maten thenden, sampt bloedigen thenden, den Huijse thoe Bredevoort vierdenhalven stuiver thins und gewontlicken Dienst, voort gemeine Landts beswaer.Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, ferner und beter verschrijvongh und vestniss te doen gelaefft nae Leen- und Landtrechte, Bij veronderpandongh sijner Principalen goederen, sonder exception und argelist.

* 1634, 9-8: ORA Bredevoort (1634, fol. 41): Erschenen Johan Schulten van Raetman, die bekande voer sich, Aelcken sijn er huijsfrouwen daervoer de rato cavierende, und haren erven voer eene walbetalete Somma onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft te hebben, averliet und verkoffte krafft deses an Johan Hardes Henrica Romps eheluijden und haren erven und sijnen erven, Twelff daler, den daler ad dertich stuver, den stuver tot Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op S.Martini Episcopi viertien dage daernae onverhaelt und op Martini Sestienhondert Vijffund dertich eerst thoe verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande sijn Steedtken anden Veltboom genant, inden kerspell Wenterswick buerschap Raetman gelegen, umb gemelte Jaerlicxe Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalung udn uthmanung erleden und angewendt, mit pendung nae Landtrechte daeran te verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss te doen gelaefft bij peen van pendung nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers tho voren te verkunden voerbeholden, und demnae op Martini, viertien dage voer oder nae onverhaelt, mitte Somma van Twiehondert daler obgemelter gewerde, te loesen. Alles bij peen van pendongh als vorschreven, Sonder exception und argelist.

* 1634, 15-12: ORA Bredevoort (1634, fol. 59v): Erschenen Derissken Nijenhuis in Raetman, wedtwe zaliger Gerdt ten Nijenhuijs mitt haren Soon Gerdt (fol 60) haeren tot dese saecken erkorenen und toegelatenen Mombar, die bekande vermitz authoriteit hares Mombars vorschreven und haren erven, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft tho hebben ahn Jan Hardes Henrick Rumps eheluijden und haren erven, twelff daler, den daler ad dertich stuiver, den stuiver tott Vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Nicolai und op anstaende Nicolai dess Jaers 1635 eerst toe verschijnen. Stellende daervoer t'onderpande alle hare gerede und ongerede gueder, giene uthgesondert, woe offt waer die gelegen, om sich gemelter Pension sampt Hoefftsum, kosten und schaden mit pendongh nae Landtrechte daeran te verhaelen. Die Loese een Vierdell Jaers te voeren te verkunden beijdersijdts voerbeholden, und demnae op termijn voerschreven, edoch Viertien dage daernae onverhaelt, mitte Somma van Twiehondert daler obgemelter gewerden te loesen, Alles bij Peen van Pendongh als vorschreven, sonder exception und argelist. In de marge: A° 1660 den 2den Novembris erschenen Derck Schoemaeker ende desselven huijsvrou Henrica Hardes als dochter van zaliger Jan Hardes ende bekande binnen Wenterswick, dat dese Somma ten volle neffens den interesse al voer langhst ende bij ‘t leven van haer Vader zaliger voldaen ende betaelt wehr, daervoer mits desen cavierende. Ergo vacat. Quod Testor T. Bronckhorst, landtschrijver.

* 1635, 24-10: ORA Bredevoort (1635, fol. 37v): Erschenen Berndt Lobeeck Rentmeister der Stadt Bocholt Catharina Thebens eheluijde, die bekanden voer sich und haeren erven, in anliggenden noeden der gemelte Stadts beswehr, voer eene walbetaelte Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrick Romps eheluijden und haren erven, Achtijn Carl. Gulden ad twintich stuver t’ stuck Hollants Jaerlix op den tijnden Octobris viertiojn dage daernae onverhaelt und op den tijnen Octobris des Jaers Sestijnhondert Sessunddertich eerst thoe verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande haer Erff und guedt Maes, inden Kerspell Wenterschwick buhrschap Corle gelegen, om sich gemelte Pension und Hoefftsum sampt Kosten und schaden wegen missbetalong veroorsaeckt, mit pendongh nae Landtrechte daeran te verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkunden voerbeholden, und demnae opten tijnden Octobris, viertien dage voer oder nae onverhaelt, mitte Somma van Driehondert Carl. gulden obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendongh als voorschreven, Sonder exception und argelist. In de marge: 1682 den 2. Februarij, Erschenen Gerhardt Wijginck ende bekande van dese pantverschrijvinge ter summen van hondert Rijcxdaler voldaen ende betaelt te sijn. Ergo Vacat. B.Mensinck Landtschrijver.

* 1636, 6-4: ORA Bredevoort (1636, 14v): Erschenen Berndt Lobeeck, Rentmeister der Stadt Bocholdt, Catharina Thebens eheluijde die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkofft tehebben an Jan Hardes Henricke Rumps eheluijden und haren erven, Twelff Carl. gulden ad twintich stuiver t' stuck Hollantz, Jaerlix op den Vijfften Aprilis viertijn dage daernae onverhaelt und op den Vijffte Aprilis dess Jaers Sestijnhondert Soevenund Dertich eerst thoe verschijnen, stellende daervoer t'onderpande haer Erff und guedt Maes inden Kerspell Wentersswick buhrschap Corle, om gemelter Pension und hoofftsum sampt kosten und schaden wegen missbetalungh veroorsaeckt mitt (fol 15) pendongh nae Landtrechte daeran te verhalen.. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkunden voerbeholden und demnae op den Vijfften Aprilis, viertijn dagen voer oder nae onverhaelt mitte die Summa van Twiehondert Carl. gulden obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendongh alss vorschreven, Sunder exception und argelist.

* 1636, 10-5: ORA Bredevoort (1636, 22v): Erschenen Andries Poelhuis Deloff Wiltinck eheluide die bekanden voer sicgh und haren erven voer eene walbetaelte Summa geldes,onderbenent, rechter Jaerlicker Pension avergelaten und verkofft te hebben ahn Johan Hardes Hen(ricke) Rumps eheluijden und haren erven Twie und Viertich gulden, den gulden ad twintich stuver hollants, Jaerlix op Meij und op Meij Sestijnhondert Soevenundertich eerst toe verschijnen, Stellende daervoer t'onderpande het halve Erff und guedt Sijbelinck inden kerspell Wentersswick buerschap Caten gelegen, voort alle hare gerede und ongerede gueder, om sich gemelter pension, und hoofftsum, sampt kosten und schaden wegen missbetalongh veroorsaeckt mit Pendongh nae Landtrechte daeran te verhalen. (fol 23) Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers te voeren te verkunden voerbeholden und demnae op Philippi et Jacobi, viertijn dagen voer offt nae onverhaelt mitte Summa van Soevenhondert Carl. gulden obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendongh alss voorschreven. Sonder exception und argelist.

* 1636, 19-5: ORA Bredevoort (1636, 23v): Erschenen Rotger Geerdes Coyne(?) eheluijde, die bekanden voor sich (und) haren erven voor eene walbetaelte Somma geldes, bester gestalt rechtens in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben, doende sulcx kraft deses an Johan Hardes Henrick eheluijde und haren erven, eenen Camp landts, den Papenkamp genant, inden Kerspell Wentersick Woldt buerschap, met eene sijdt an Coene Bue.s(?) landt, mitter (ander) sijdt an Lintom gelegen, mit beiden enden ande Wegh (schie)tende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer kommerf(rij) uthbescheiden uth een endeken ongefehr van een schepelss saet die tiende garve, daedtlick antevangen, und dessen …………Bowt die derde garve van t' gewass desselven uhtonemen (und) te genieten; oock tijt der Loesen t' selve sulcker gestaldt te ……. und verlaten. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit (hant) und monde verthegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandung aller sijner gueder. Die Loese (een Vierdell) Jaers te voeren te verkunden voerbeholden und demnae op …… viertien dage voer oder nae mitte die Somme van Driehundert (Daler), den daler ad dertich stuver, den stuver tott vijfftijn placken gere(kent) te loesen. Alles sonder exception und argelist.

* 1636, 9-7: ORA Bredevoort (1636, fol. 34v): Erschenen Rudolphus Theben in nahmen und als Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Hen(rick) van Eck tot Medler und Harsseloe UpperJegermeisters van Veluwen Schultis van Zutphen binnen und buiten, krafft hem van Albert van Hagen als Volmechtigher wollgemeltes van Eck den 8. Maij 1634 voer desen Gerichte bij substitutie verleenter gelijcker volmacht, als in originali voerbracht. Die bekande in nahmen und van wegen sijnes Heren Principalen van Eck, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops (fol 35) avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden, ahn Fenna Hackenbroeck, Weduwe zaliger Jan Decherincks und ahn Egbert Willinck Aelken eheluiden, und haren semptlicken erven, Sess schepel garsten thenden Jaerlix uth het Erff Boinck in Huppel verschijnendt, und een Molder Roggen, een Molder garsten und vijfftijn penningen thenden Jaerlix uth Kaldenbarch inde Darpbuerschap Kerspell Wenterswick gelegen, verschijnendt, so voer desen den Heere Probst tott St. Mauritz voer Munster toestendich gewesen, mit derselven toebehoer und gerechticheit, und Volmechtigers Heer Principaell vermitz Sententie des Edelen Hoves van Gelderlandt und subhastatie ahn sich erlangt. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde gerenuntieert, wahrschap und Vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijnes Heeren Principalen goederen. Edoch wolgemelte Heer Probst tott St. Mauritz und Collegio, die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Sonder exception und argelist.

Erschenen Rudolphus Theben in nahmen und als Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Hen(rick) van Eck tot Medler und Harsselloe UpperJegermeisters van Velouwen Schultis van Zutphen binnen und buiten, krafft hem van Albert van Hagen als Volmechtigher wollgemeltes van Eck den 8. Maij 1634 voer desen Gerichte bij substitutie verleenter gelijcker volmacht, als gelijck als boven (?). Die bekande in nahmen und van wegen sijnes Heren Principalen van Eck, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden, ahn Fenna Hackenbroeck, Weduwe zaliger Jan Decherincks und ahn Egbert Willinck Aelken eheluijden, und haren semptlicken erven, Drie Molder Roggen the(nden) (fol 35v) Jaerlix uth het Erff und g(oedt Dunne?)wick in Raetman Kerspell Wenterss(wick) gelegen, verschijnendt so voer desen Heren Capitularen tott Vreden toebehoerde, mit desselven toebehoer und gerechticheit und Volmechtigers Heer Principaell vermitz Sententie des Edelen Hoves van Gelderlandt und subhastatie in dato den 28. Maij 1633 ahn sich erlangt, mit derselven toebehoer und gerechticheit, Deses gecediert und uthgegae(n. Daerop) mit hant, halm und monde vertegen, wahrscha(p) und Vestniss gelaefft nae Landtrechte, b(ij ver)onderpandongh sijns Heren Principalen goederen. Edoch wolgemelte Capittel thoe Vreden, die (Loese) nae Landtrechte voerbeholden. Alles (sonder) exception und argelist.

Erschenen Rudolphus Theben in nah(men und) als Volmechtiger dess WelEdlen und Gest(rengen) Henrick van Eck tot Medler und Harsseloe (Upper)Jegermeisters van Velouwen Schultis van (Zutphen) binnen und buiten, krafft hem van Albert (van ) Hagen als Volmechtigher wollgemeltes van Eck den 8. M(aij) 1634 vermitz substitutie voer desen Gerichte verleenter gelijcker volmacht, als in originali voerbracht. Die beka(nde) in nahmen und van wegen sijns Heeren Principalen van Eck, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden, ahn Fenna Hackenbroecks, Weduwe zaliger Johan Decherincks und ahn Egbert Willinck Aelken (ehe)luiden, und haren semptlicken erven, Sess schepel Roggen thende, sampt bloedigen thenden Jaerlix uth het Erff und guedt Schuijrinck inden kerspell Wentersswick Buerschap Medehoe gelegen, verschijnendt, so voer desen den Heren Conventualen tott Groten Buerloe toebehoerde mit desselven toebehoer und gerechticheit, und Volmechtigers Heer Principaell vermits Sententie des Edelen Hoves van Gelderlandt und subhastatie in dato den 28. Maij 1633 ahn sich erlangt, mitt desselven toebehoer und gerechticheit. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop (fol 37) mit hant, halm und monde gerenuntieert, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heren Principalen goederen, Edoch Wolgemelten Conventualen tott Groten Buerlo, die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Alles sonder exception und argelist.

* 1637, 12-8: ORA Bredevoort (1637, 38v): Erschenen Jan Hardes Henrica Rumps eheluide, und sie Henrica mit Rudolph Theben haren tott deser saeken erkorenen und toegelatenen Mumbar, die bekanden, und sie Henrica vermitz haren Mumbar vorschreven, voer sich und haren erven, dat sie in betrachtongh menschlicker sterfflickheit und der stunden des doodts onserkerheit besonder averst tegenwoordich Godtlicker straeffen der Pestilentz, voer saetlick, vrijwillich und naest goeden voerbedacht, indien haerer eene voer den anderen sunder lijffs erven natelaten doodts verfahren wurde, malckanderen bester gestalt rechtens in alle gereide und ongereide gueder betuchticht hedden, und betuchtichden malckanderen hiermit unnd in crafft deses, dergestalt dat die Lestlevende van beijden dieselve alle, sijn levenlanck tuchtsswijse sall besitten, genieten und gebruijcken, Nae dode averst dess lesten dieselve beijdersijts naesten erven nae Landtrechte gelijcke deijlbaer te devolvieren und te vererven. Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Sonder Exception und argelist.

* 1638, 29-1: ORA Bredevoort (1637/38, fol. 55): Erschenen Lambert Smit, die bekande voer sich, Margareta Bulsinck, sijner huijsfrouwen daervoer de rato cavierende und sijnen erven, voer eene walbetaelte Somma geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten ende verkofft te hebben an Johan Hardes Henrick Rumps eheluiden und haren erven, Sess Rijcxdaller Jaerlix op Lichtmiss und op Lichtmiss dess Jaers Sestijnhondert Negen und Dertich eerst verschijnendt, Stellende daervoer t'onderpande (fol 55v) sijn Erff und goedt Bredthouwer Inden kerspell Aelten gelegen, voorts alle sijnen und mitbeschreven gereide und ongereide gueder, om sich daeran gemelter Pension und hoofftsum mit pendongh nae Landtrechte te verhalen.. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, Die Loese een Vierendeell Jaers te verkundigen beijdersijts voerbeholden und demnae op Lichtmisse, edoch viertijn dage voer offt nae onverhaelt mitte Summa van Hondert Rijcxdaller te loesen. Alles bij peen van pendongh alss vorschreven, oock mit sulcker verwillkoeringh und beding, daer gemelte Rente op termijn vorschreven niet betaelt wurde, dat rentkoepere offt erven Jerlix vande pacht gemelten goedes Brethouwer toe sulcken prijse wat het koorn op Martini gelden wurde :/sullen vooraff betaelt wehrden, Alles sonder Exception und argelist.

* 1638, 22-3: ORA Bredevoort (1637/38, fol. 72): Erschenen Tonnis Benninck Stine eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene Walbetaelte Somma geldes onderbenent, rechter Jaerlixer Pension avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluijden und haren erven, Negen daller, den daller ad dertich stuiver, den stuiver tott vijfftijn (fol 72v) placken gerekent, Jaerlix op Meij edoch viertijn dage voer offt nae onverhaelt, und op Meij des Jaers 1639 eerst toe verschijnen, stellende daervoer t'onderpande haer Huijss und goorden inden Darpe Wenterschwick opten Woerden gelegen, om sich daeran gemelter Pension, sampt hoofftsum, kosten und schaden wegen missbetalongh und uthmanongh erleden und angewendt mit pendongh nae Landtrechte te verhalen.. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkunden beijdersijts vorbeholden und demnae op Meij, viertijn dagen daernae onverhaelt mitte Somma van Anderhalffhondert daller, obgemelter geweerden, te loesen. Alles bij peen van pendongh alss vorschreven, Sonder exception und argelist.

* 1639, 19-8: ORA Bredevoort (1639, fol. 39v): Erschenen Lambert Schmidt die bekande voor sich, Margaretha Bulsinck sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, und haren erven, die bekanden voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft an Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden und haren erven, Negen Rijxdall:, jaerlix op St. Jacobi und op Jacobi sestijnhondert viertich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’ onderpande haer Erff und Guedt Bredthouwer inden Kerspell Aelten Buerschap Huerne gelegen, umb sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum in nootvall mitt pendungh nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een Vierendeell Jaers tevoren te verkundigen voorbeholden und demnae op Jacobi viertijn dagen voor offt nae onverhaelt mitte summa van hondert und vijfftich Rijxdll: te loesen, alles mit voorbeholdt, dat wan Renthverkoepere op termin vorss. in betalungh gemelter Renten suijnich wurden, alssdan Renthkoepere off Erven frij staen solle so veell roggen und boeckweiten van jeder gelijcke veell vanden jaerlixer pacht gemelter Erven Bredthouwer in te beholden, den rogge t’ schepel voor twintich stuijver, den boecweiten voor vijfftijn stuijver. Alles sonder exception und argelist.

* 1639, 9-9: ORA Bredevoort (1639/40, fol. 41v): Erschenen Jan Rauwers voor sich ende mede in nahmen ende alss Volmachtiger Neesken Wilsincks sijner huijsfrouwen, daervan genoechsame volmacht van Burgermeestere, Schepen und Rhaet der Stadt Rhijnberck in dato 22 Martij deses jaers und under gemelter Stadt Segell und des Secretarij Bartholomes Mortiers handt vorbrachte. Voorts Henrick Rauwerts, Henrick Rouhoff Stijnken Rauwerts eheluide, und Jan Rauwerts voorschreven und Henrick van Aken als Volmachtigere van Derick van Aken und Lummen Rauwerts eheluiden zal. nagelatene Kinder ende Rotger Lebbinck voor sich. Voorts sie semptlicke Comparanten voorschreven de rato cavierende voor Mattheus Rauwerts, die bekanden sampt und besunder in qualiteit voorschreven und deren erven, voor eene walbetaelte summa geldes, derwelcker sie sich goeder vollenkomener betalongh bedancken deden, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben, averlieten und verkofften hiermit und in krafft deses an Jan Hardes Henrica Rumps eheluide, und an Jan Gissbers Lijsbeth Rumps eheluiden und haren respective erven, dat Erff und Guet Rauwerdinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Wolt tusschen Mierdinck und Bovelt in verner Vohr und bepalongh gelegen mit een frije Schaepsdrift inde Amser Marcke Ambte van Bocholdt, mitt sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit, niet daervan uthbescheiden, beholtlick den Nijen Kamp so Elias zal. angekoft gehat , voor doorschlechtich kummerfrij, voorbeholden den gewontlicken thentheren toe Bocholdt jaerlix sess schepel roggen und den bloedigen thenden und den Have (fol. 42) van Gelderlandt twelff schepel haveren, waertegen gemelte goet Rauwerts die gerechticheit hefft in het Roerlsche Broeck. Voorts van Huijse Bredevoort gewontliken denst, und gemeine beswaer. Deses erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer respective goederen. Sonder exception und argelist.

* 1640, 16-1: ORA Bredevoort (1639/40, fol. 55v): Erschenen Johan Hardes die bekande voor sich, sijner huijsfrouwen und erven dat Bernt Wehninck in nahmen der Heeren Capitularen van St. Maurits voor Munster hem sodane sessund negentich Rijx dall. tijn Str. waervoor hij Anno sestijnhondert drieund dertich vanden heere Jegermeister Henrick van Eck bij gerichtlicke Verkoop ahn sich gebracht die thenden uth Boeinck in Huppel ende Kolenbarch in den Darpbuhr Kerspell Wenterschwick gelegen, vollentkomentlick ende te dancke verrichtet ende betaelt hedde, Bedanckte sich vorgemelter Summen hiermit goeder vollenkomener betalongh, wolgemelten heeren Capitularen ende derselver Nakomelingen gemelter thenden hiernmit ende krafft deses inruijmende, daerop mit hant und monde renuntierende bij veronderpandongh sijner goederen. Sonder exception und argelist.

(Fol. 56) Erschenen Johan Hardes die bekande voor sich sijner huijsfrouwen und erven dat die Heere Ambtman Hermannus Ludeken in nahmen eines Hooch- und Ehrwerdigen capittuls Vreden hem die Summa van sessundtwintich Rijx dall. sestijn Str. t den Koopss- ende onraetspenningen van den van Hr.Jegermeister Henrick van Eck, gedistrahierten ende verkofften thenden uth Dunnewick inden Kerspell Wenterschwick vollenkomentlick ende te dancke verrichtet ende betaelt hedde, bedanckte sich derselver uthloese hiermit goeder vollenkomener betalongh, bedanckte sich derselver uthlosse hiermit goeder vollenkomener betalongh, Wolgemelter Heren Capitularen denselven thenden krafft deses inruijmendt, Daerop mit hant und monde vertijende, bij veronderpandongh sijner gueder sonder exception und argelist.

* 1643, 2-3: ORA Bredevoort (1643, fol. 43v): Erschenen Juncker Adrian van Eerde ten Pleckenpoell die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardes Elisabeth eheluijden ter eener, und Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden ter ander sijden, und haren respective erven, der Pelckwicker Esch, genant den langen Esch inden Darpbuer Wen fol. 44 –terschwick naest der Wipperbeeck gelegen, mitt desselven toebehoer und gerechtigheit unnd eenen Voerwegh om saet und mest daertoe over die Roschen toe gebruijken, voor doorschlechtich kummerfrij. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvonge und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijner WelEdelheits goederen. Sonder exception und argelist.

* 1643, 2-6: ORA Bredevoort (1643, fol. 60): Erschenen Juncker Jan Erich van Broeckhuijsen die bekande voor sich, Juffer Heddewich van Hattenbach, sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende und sijnen erven voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent rechter jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrick Rumps eheluiden und haeren erven, drie molder klaren roggen Wenterschwickscher maeten uht sijn Edl. Erff und Goet Alberdinck jaerlix op Martini und op Martini deses (fol. 60v) tegenwoordigen Jaers eerst toe verschijnen ende op sijns Hardes dele toeleveren. Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen. Die Loese een Vierendeell Jaers te verkondigen voorbeholden und demnae op Martini mitt lege handt offt sonder pension mitte Summa van Hondert Rijxdaler te loesen. Alles bij veronderpandongh gemelten goede Alberdinck. Sonder exception ende argelist.

* 1643, 12-7: ORA Bredevoort (1643, fol. 68v): Erschenen Rutger Geerdes Trine eheluide, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden und haeren erven, eenen Kamp Landes den Kuelmans offte Papenkamp genant, inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Wolt mit eener sijdt an die tusschen stege an Buxhuijs, mitter ander andie Hoevels stege offt Boeckholdtschen Helwegh gelegen, mit eenen ende an Elverdinx Buss, mitten anderen andie Mister Marck schietende, mit sijn toebehoer und gerechtigheit voor doorschlechtich kummerfrij, uhtbescheiden uht een kleinen hoeck den huijse Bredevort die tijnde garve mitten stro. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, Sonder exception und argelist.

* 1643, 29-11: ORA Bredevoort (1643, fol. 80v): Erschenen Tonnis van Deventer die bekande voor sich sijner huijsfrouwen und erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluiden und haren erven, alsodane pandtverschrijvinge van het halve Erff ende guedt Brethouwer inden Kerspell Aelten Buerschap Huerne tusschen Kappers und Hondarp gelegen als Comparant t’selve den 15. December 1642 van Lambert Schmidt Margareta Bulsinck eheluiden voor die Summa van Twelffhundert Carll. Gulden voor den Wenterschwickschen Landtgerichte in pandtschap verschreven ende erholden. Alles wijderen inholdts vorgemelte pandtverschrijvongh. Sonder argelist.

* 1644, 11-4: ORA Bredevoort (1644, fol. 21): Erschenen Lambert Smit die bekande voor sich Margariete Bulsinck sijner Huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende,voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent in Pandtschap sampt rostlicken besit und gebruijck avergelaten (fol. 21v) und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden und haren erven, het Erff ende goedt Bredthouwer inden Kerspell Aelten gelegen, datelick t’selve antevangen. Die Loese een halff Jaer te voren t’ verkundigen voorbeholden und demnae op Paeschen viertijn dagen daernae onverhaelt mitte Summa van Twieduijsent Sesshondert gulden Hollants te loesen. Mitte conditie dat geen holdt geduijrende deser pandtschap van beijden daerop sall gehouwen mogen werden. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist. In marge: Anno 1657 den 19. Januarij bekanden Jan Hardes dat hem dese pandtschap van het Bredthouwers goedt vollenkomentlick affgeloest ende die Summa van 2600 gulden betaelt weheren. Ergo Vacat.

* 1651, 9-5: ORA Bredevoort (1651, fol. 61v): Erschenen Henrick ten Hagen Commis Engele Lobeeck Eheluijden, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes, Henrica Rumps Eheluijden und haeren erven, Sess und dartich Caroli gulden, Jaerlix op Meij und op Meij des Jaers sestijnhondert twie und vijfftich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande haer Erff undt goedt Reijnerdinck inden Kerspell Aelten Buhrschap Iserloe, voorts alle haere andere goederen in dese Heerlickheit gelegen, om sich daeran gemelter Pension sampt hoofftsum hinders kosten und schaden Fol 62 – wegens missbetalongh und uhtmanongh erleden und angewendt mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loese een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Meij Philippi et Jacobi, Viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Somma van Sess hondert Caroli gulden te loesen, alles bij poene van pendinge als voorss. Sonder exception und argelist. In de marge : A° 1662 den 15. Augusti Erschenen Jan Hardes ende bekande voor hem ende sijnen erven van dese obligatie voor den Hr. Commissaris Henrick ten Hagen ende sijn l. huijsfrouw te dancke voldaen ende betaelt te sijn Ergo Vacat T. Bronckhorst Landtschrijver

* 1651, 28-6: ORA Bredevoort (1651, fol. 61): Erschenen Derck ten Hage, Hermanna Wichers eheluijde, daervoor de rato cavierende, die bekande voor sich ende sijnen erven, voor eene welontfangene Somma geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension (Fol 69v) avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes, Henrica Rumps Eheluijden und haeren Erven, Sessund dertich Caroli gulden, Jaerlix den 28. Junij ende op den 28. Junij 1652 eerst te verschijnen, stellende daervoor t’onderpande sijn Erff und goedt Hietbrinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Corle gelegen, om sich daeran gemelter pension sampt hoofftsum, hinder kosten und schaden wegens missbetaelongh und uhtmanongh erleden und angewend, met pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loesse een Vierendeel Jaers te voren te verkondigen voorbeholden, und demnae opden 28. Junij, viertijn daegen daernae onverhaelt, mitt de Summa van Sesshondert Caroli gulden te loessen, alles bij poene van pendinge als voorss. sonder Exception und argelist.

* 1651, 14-8: ORA Bredevoort (1651, fol. 72v): Erschenen Rudolphus Theben in nahmen ende als Voormunder van zal. Berndt Lobeken Catharina Thebens eheluiden, nagelaten kinderen, met nahmen Maria und Berndt Lobeken voorts mede de rato cavierende voor Gerardt van Sonssfelt als mede Momber voorgemelter Kinderen, die bekande in qualiteit voorss. ende gemelter sijner Pleegkinderen ende deren erven nahmen voor eene welontfangene summa geldes ondergemelt – waermede Jacob Wijchers Enneken Lobeken eheluijden haere hebbende Obligatie uijtgeloest – rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben ahn Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden und haeren erven, Negen Rijx dall. Jahrlix op Jacobi, und op Jacobi des Jaers sestijnhondert twie und vijfftich eerst toe verschijnen, stellende (Fol 73) stellende daervoor t’onderpande sijner Pleegkinderen Erve ende guedt Maes inden Kerspel van Wenterschwick Buhrschap Corle gelegen, om sich daeran gemelter Pension sampt hooftsum hinders Kosten ende schaden mitt pendinge nae Landtrechte te verhalen, die Loesse een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Jacobi, viertijn dagen daernae onverhaelt mitt die Summa van Anderhalff hundert Rijx. Dall te loesen, Alles bij poene van pendinge als voorss. sunder exception und argelist. In de marge : A° 1657 den 2. April bekande Jan Hardes dat Ludwich Mum Holtrichter ende Maria Lobeken Eheluijde hem dese Sum affgeloeset ende betaelt hedden Ergo Vacat.

* 1651, 29-9: ORA Bredevoort (1651, fol. 77): Erschenen Stine van Basten, Weduwe van zal. Henrick Helmes, mitt Jan Helmes ende Henrick Volmers, haere erkorene ende toegelatene Mombers, die bekande mit authoriteit haerer Mombaren voorss. voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten (Fol 77v) und verkofft te hebben ahn Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden und haeren erven, een stuck landes opten Schulten Esch voor Wenterschwick mit eener sijdt ahn Kordtbeken landt, mitt der ander ahn Herman Laerberchs landt gelegen, mitt eenen ende ahn Giestelick landt mitt den anderen ahn Willem t’Jeeincks goorden schietende, mitt een vrijen Voerwegh door Kortbeeks ende Laerbergs goordene, allergestalt Verkoepersche t’selve landt voor desen beseten ende in gebruijck gehadt, voor doorschlechtigh kummerfrij, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception und argelist.

(Fol. 78) Erschenen Stine van Basten, Weduwe van zal. Henrick Helmes, mit Jan Helmes ende Henderick Volmer haere erkorene ende toegelatene Mombers, die bekande mitt authoriteit haerer Mombaren voorss. voor sich und haeren erven, voor eene welontfangene Summa van penningen ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica (Fol 78v) Rumps eheluijden und haeren erven, Vier dall und Vijfftijn str. Jaerlix op Meijdach und op Meijdach des Jaers sestijnhondert drie und vijfftich eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande haer huijs binnen Wenterschwick om sich daeran gemelter pension sampt hoofftsum mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loese een Vierendeel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden, und demnae op Meijdach, viertijn daegen daernae onverhaelt, mitt die Summa van t’Negentich dall. obgemelter geweerden te loesen, Alles bij poene van pendinge als voorss. sonder exception und argelist.

* 1652, 4-3: ORA Bredevoort (1652, fol. 10v): Erschenen Jr. Adriaen van Eerde ten Pleckenpoel, die bekande voor sich Juffer Amelia Voss sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden, Jan Gijssbers Elisabeth Rumps eheluiden und Rotger Lebbinck Derick Rumps und haeren semptlicken erven, een stuck hoeijlandts inde Krumme Morss voor Wenterschwick, mitt eener sijdt an Wemels Camp ende Heeren Landt, mitt der ander an zal. Warner Romp ende Adran Poppincks hoeijlandt gelegen, mitt eener einde an Vicarijen landt, mitt den anderen an Elincks hoijlandt schietende, mit sijn toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij. Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, (Fol 11) wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner Weled. goederen, sonder exception ende argelist.

* 1652, 11-11: ORA Brede oort (1652, fol. 40): Erschenen Henrick Camphuis, die bekande voor sich, Griete sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen Erven voor eene welbetaelde Somma geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden ende haeren erven, drie dall, den dall ad dertich Str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Martini ende op Martini 1653 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande sijn Erff ende goet Camphuis inde Darpbuhr gelegen om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsumb mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Martini viertijn daegen daernae onverhaelt mitte Summa van Vier ende dertich Rijx dall te loesen , alles bij poene van pendinge als voorss. sonder exception ende argelist

* 1653, 21-3: ORA Bredevoort (1653, fol. 57): Erschenen Derck ten Haegen die bekande voor sich Hermanna Borchert sijner huijsfrouwen, daervan genoechsame Volmacht voor Dederich Arntzen und Everhardt Ewick Schepenen der Stadt Heerenbergh, in dato den 15. deses onder welgemelte Schepenen handt ende Segele voorbrachte und sijnen Erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, derwelcker hij sich goeder vollenkomener betaelongh bedanckte, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Willinck Elisabeth Hardes Eheluijden ter eener, und Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden ter ander halffscheidt, und haeren semptlicken Erven, dat Erff ende goedt Hietbrinck inden Kerspell Wenterswick Bourschap Corle tusschen Clouwer ende Lenssinck met alle sijne kennelicke pertinentien, olde en nije toebehoringen, gelegen, voor allodiael doorslechtigh ende kummerfrij, met giene lasten offte Jaerlixe uijtganck beswaert, uitgesondert eenen stuiver tins, ende een schepel Misscoorn, neffens ander gemein beswaer, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvinge ende erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh aller sijner goederen inde Graeffschap Zutphen, voort Ambt van Boeckholt, in specie t’halve goedt Keminck (Fol 57v) t’halve goedt Hegerinck ende t’halve Velt Kamp, gelegen, dieselve allen heeren Hoven Richteren ende Gerichten, mett renunciatie van alle exceptien desen ter contrarie submittierende, sonder argelist.

* 1653, 13-6: ORA Bredevoort (1653, fol. 66v): Erschenen Jan Ubbinck, die bekande voor sich Elsske sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps eheluijden und haeren erven, sess gulden Jaerlix op Meij ende op Meij 1654 eerst toe verschijnen, stellende daervoor (Fol 67) t’onderpande sijn huijs opten Woerden binnen Wenterswick tusschen Jan Roocx ende Derck Nijenhuijses behuijsinge gelegen, voort alle sijne gereide ende ongereide goeder, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten ende schaeden mit peindinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loesse een Vierendeell Jaers te vooren te verkondigen voorbeholden Und demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitte Summa van hondert Caroli gulden te loessen , alles bij peene van peindinge als voorss. Sonder exception ende argelist.

Erschenen Meister Henrick Strobandt, die bekande voor sich Margareta sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden ende haeren erven, Sess Rijx dall, Jaerlix op Meij ende op Meij 1654 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande sijn huijs ende goorden tusschen Carst ende Gerrit Gijssbers behuijsinge gelegen, voort alle sijne gereide ende ongereide gueder, om sich daeran gemelter pension, sampt (Fol 67 v) hoofftsum, hinder kosten ende schaeden wegen missbetalongh und uhtnamongh erleden und angewendt, mit peindonge nae Landtrechte te verhaelen., die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Meij viertijn daegen daernae onverhaelt mitte Summa van hondert Rijx dall te loessen , alles bij poene van peindinge als voorss., sonder exception ende argelist

* 1653, 22-9: Ora Bredevoort (1653, 72v): Erschenen Henrick Willinck, Jan Hardes ende Berndt Woordes, ende exhibierden eenen in schrifften vervattede ende van comparanten onderteijkende Pachtzedull waerin Comparanten Henrick Willinck ende Jan Haerdes het Erff ende goedt Benninck inde Bourschap Miste gelegen, den tijtt van drie naestvolgende Jahren vor die derde garve wijderen inholts gemelte Pachtzedul an Berndt Woordes ende Stijne (zie verder fol 75) Benninck sijn toekomende huijsfrow verpachtet hebben, und hebben Comparanten desen obgemelte Pachtzedull eenanderen te vuldoen ende t’achtervolgen mitt hant ende monde anbeloofft als recht bij verbandt des Pachters goederen sonder exception ende argelist.

* 1654, 3-10: ORA Bredevoort (1654, fol. 106v): Erschenen Tonnis Meijnen die bekande voor sich Geessken sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven, voor eene welontfange(ne) Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden ende haeren erven, Sess dall, den dall ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Michaelis und op Michaelis 1655 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande sijnen goorden voort Dorp Wentersswick naest Henrick Willincks goorden ende Herman Laerberchs Maedeken gelegen, voorts alle sijne gereide ende ongereide goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten ende schaden mit pendongh nae Landtrechte te verhaelen., die Loesse een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op Michaelis viertijn daegen daernae onverhaelt mitte Summa van hondert dall obgemelter geweerden, toe loesen , alles bij poene van peindinge als vorss., Sonder exception en argelist.

* 1655, 21-6: ORA Bredevoort (1655, fol. 20): Erschenen Jr. Adrian van Eerde ten Pleckenpoel, die bekande voor sich Juffer Amelia Voss sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Hardes Henrica Rumps ehluiden, Rutger Lebbinck Derissken Rumps eheluijden, ende Elisabeth Rumps weduwe van zal. Jan Gijssberts, ende haeren samptlicken erven, dat erff en goedt Hoerninck, inden Kerspell Wenterswick Buerschap Brinckheurne gelegen, mitt desselven toebehoer ende gerechtigheit, mett den Graes kamp, voor doorschlechtich kummerfrij. Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap,verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner Weledelheijden goederen, sonder exception ende argelist.

* 1655, 5-7: ORA Bredevoort (1655, fol. 21v): Erschenen Henrick Hijinck Bowman opte Wocht die bekande voor sich sijner huijsfrouwen ende erven vor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension avergelaten ende verkofft te hebben an Jan Hardes sijner huijsfrouwen ende erven, achtenhalven daler, den daller ad dertich Stuijver, den Stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Meij und op Meij 1656 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande een Moldersaet landes inden Corlschen Esch tegens Geerdes huijs, mit eener sijdt anden Heelwegh, mitten anderen langs Henrick Willincks landt gelegen, mit eenen einde an Besskincks landt, metten anderen ande Witte Stege schietende. Die Loese een Vierendeell Jaers te voeren te verkunden voorbeholden ende demnae op Meij – off in drie nae een ander verscheijden tijden – mitte Summa van hondert ende Viertich dall. obgemelter geweerden, te loesen ende quijtkopen, alles sonder exception ende argelist. In de marge Anno 1663 den 22. Maij, is erschenen Jan Hardes, bekande van dese Summa ende capitael betaelt te sijn Ergo Vacat T. Bronckhorst Landtschrijver

* 1657, 19-1: ORA Bredevoort (1657, fol. 2): Erschenen Hinneken ter Zelle, Bowfrow opte Cavenstede Zelle, und bekande voor sich und haeren Erven, schuldiger wetelicker affgerekender schuldt schuldich te sijn an Jan Hardes Lisabeth Rump, weduwe van zal. Jan Gijssberts als haere Herschappen ende Eigenaers vande voorschreven Cavenstede, die Summa van Drie und Negentich Dall. ad dertich Stuiver t’stuck. Tott voldoeninge van welke schuldigheit Comparantinne an die vorschreven hare Crediteuren, verkofft cedirt ende transportirt eene swarte Koelde Koe, een root Koelde (fol. 2v) drachtige stercke, een swardt bundt Stierken ende een roodt kelffken van naestleden Meij voor die Summen van Twintich dall. Een Roodt hengstpaardeken voor die Summen van Vijfftijn dall., Eenen olden Waegen met een ploech ende Karre voor Vijff dall. Die gerackheijt des huijses, te weten een oldt schup, twie olde ketels met een ijseren potken und andere ingedoembte voor die Summa van Vier dall. Item een Molder geseijs Mistrogge mettet Mistrecht voor die Summa van Twintich dall. een Molder Boeckweijten seijnge voor die Summa van Vijff dall.also het slecht und gants onseker Landt is, den gewunnen Mist inde Vaelt ende stall und so noch tuschen dit und Meij magh gewunnen werden voor die Summa van Drie dall. Daerop mit handt ende monde uijtgegaen ende vertegen. Sonder exception ende argelist.

* 1657, 5-3: ORA Bredevoort (1657, fol. 16v): Erschenen Abraham Hardes, die bekande voor sich ende sijnen erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben ahn Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden ende Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden, sijn Comparants respective broeder, suster ende swager ende derselven erven, een stuck landes ongefehr Negen schepell (fol. 17) geseij inden Kerspell Wenterschwick Darpbuhr, tuschen sijn broeder Jan Hardes Landerijen gelegen, mit eenen einden anden Tebben Kamp enden Boesen Maete, mitten anderen einde an Verkoeperen soons landt ende ande Leemsaele respective gelegen, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter

verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

* 1657, 12-9: ORA Bredevoort (1657, fol. 49): Erschenen Albert Gerwerdinck, Bowman op Maes, Griete eheluijde, die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben ahn Jan Hardes ende sijnen Erven, haer gerechte Vierde part ende gedeelte van het Erff ende goedt Maes inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Corle, allergestalt hun t’selven van Henrick ten Haege Engelken Lobeken in dato den 10 Julij 1649 voor desen Gerichte transportiert ende opgedragen worde, Deses gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende (fol. 49v) beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

* 1658, 15-6: ORA Bredevoort (1658, fol. 99): Erschenen Jan Warnssinck Wilhelmina Stoltenborgh Eheluijden, die bekanden voor sich ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Jan Hardes ende sijnen erven, Drie Vierdendeell (fol. 99v) van het Erff ende goedt Lenssinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Corle in vernet Vohre ende bepalinge gel(egen), voor doorschlechtich kummerfrij, uijtgesondert van oldts daeruijtgaende Misskoorn enden gemeine Heeren l(ast) ende beswaer, sunsten nergent mede beswaert. Deses erfflick gec(ediert) ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahr(schap), verner ende beter verschrijvongh (ende) erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh aller haerer goederen, Sonder exception ende argelist.

* 1658, 25-6: ORA Bredevoort (1658, fol. 100v): Erschenen Abraham Hardes die bekande voor sich, Willemken ten Elschot sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an sijnen Ohm Jan Hardes ende sijnen erven, een stuckessken Landes, voor Wentersswick op die Wipperbeke, mit eener sijdt naest Koeperen grundt, mitter anderen an verkoeperen landt gelegen, mit eenen einde an Henrick Wahliens Weijde, mitten anderen ande Wipperbeken Voerwegh schietende, mit sijn toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich (fol. 101) kummerfrij, Deses erfflick gecedirt ende uijtgegaen. Daerop mitt hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, Sonder exception ende argelist.


kind 3: Abraham Hardes

* 1629, 29-10: ORA Bredevoort (1629, fol. 59v): Hendrik Walijen en Gertken Strobant kopen een stuk grond bij de Wipperbeker brink in Winterswijk, naast grond van Andries Boesen, Warner Romp en Abraham Hardes.

* 1630, 6-3: ORA Bredevoort (1630, fol. 20v): Hendrik Walijen en Gertken Strobant kopen opnieuw landerijen, genaamd de Wipperbeke, naast de grond van Abraham en Johan Hardes en de Esch van Andries Bosen.

* 1630, 5-10: ORA Bredevoort (1630, 57v): Erschenen Henricus Baurman als Volmechtiger dess Hoochwelgebornen, Graven und Heeren, Heren Wilhelm Friderich Graven thoe Limburgh und Bronckhorst, Heren tot Stierumb, Wisch, Borckeloe und Lichtenfoorde, Bannerheren des Furstendombs Gelder und Graeffschafft Zutphen, krafft specialer Volmacht onder sijner Genaden hand und Pittschafft hierbij in dato den 20. Septembris naestleden geexhibiert,die bekande in nhamen HochWelgemeltes sijns Heren Principalen und dessen erven, voer eene walbetaelte Somme geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardes Elisabeth Schutten sijner huijsfrouwen und deren erven, Sijner Genaden Erff und guedt Wijsskamp, gestalt datselve inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Henxtell in sijner Vohr und bepalongen gelegen. Mit desselven olde und nije toebehoer voer doorschlechtich kummerfrij, Uthbescheiden den Huijse ten Ahauss Vijff Schepell Roggen thentmate Jaerlix, und den Huijse Bredeforth gewontlicken Lijffdienst, voort gemeine Landts Last und beswaer. Deses in qualiteit vorschreven erfflick gecedeert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Sonder exception und argelist.

* 1632, 2-8: ORA Bredevoort (1632, fol. 22v): Johan Hardes koopt van de familie Poelhuijs en Warner Romp een stuk grond aan de Wipperbeke, naast het land van Abraham Hardes, Dries Boesen en Hendrik Walijen.

* 1632, 2-8: ORA Bredevoort (1632, fol. 23): Erschenen Andries Poelhuijss, die bekande voer sich, Deloff Wiltinck sijn huijsfrow, daervoer de rato cavierende, und haren erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechtes steden eewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, averliet und verkoffte (fol 23v) vermitz desen, an Abraham Hardes Lijsbet Schutten eheluijden und haren erven, een stuck Landes ongefehr van Sess schepelssaet voer den Darpe Wenterschwick opte Wipperbeke mit eener sijdt langss Johan Hardes landt, mitter ander sijdt langss de Heijde und Peclckwicker Esch in sijner fohr und bepalung gelegen, mit eenen ende an

Andries Boesen Maet, mitten anderen an Henrick Waliens grondt schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtich thendt- thinss- und kommerfrij. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandungh sijner gueder. Sonder exception und argelist.

(Fol. 24): Erschenen Andries und Gerrit Poelhuijss voer sich und hare respective huijsfrouwen /: daervoer de rato cavierende :/ ende als Volmechtigere van Johan Poelhuijss, krafft Ihnen den lesten Januarij 1629 voer desen Gerichte verleenter Volmacht, mede als Mombaren wijlen Cornelis Poelhuijss nagelatenen minderjarige Kindes, die bekanden voer sich, haren respective Principalen Constituenten, sampt Pupillen und erven, voer eene walbetaelde Somma geldes, rechtes steden eewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben, averlieten und verkofften in krafft deses an Abraham Hardes Lijsbet Schutten eheluijden und haren erven, die helffscheidt van sodanen Recess und respective Pandtverschrijvong, als wijlen Maria Boenck, wedtwe Poelhuijss in dato den 31 Maij A° 1612 van Floerken Floriss wedtwe Johanss Boenck erholden, belangende dese helffscheidt die Boencks behuijsong und Lenderien inden Darpe Wenterswick und daeromher gelegen, die andere (fol 24v) Helffscheidt staende op Klaepschechtinck inden kerspell Rhede, buerschap Verdinckholdt gelegen, voerbeholden sampt gerichtlicke Verschrijvong und approbatie deserwegen und belangende obgemelte Behuijsung und daerbij specificierten Landerien in dato den 15. Julij 1616 opgericht, mit derselven alingen inholdt. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft inholdts deren originalen Verschrijvongen. Edoch die respective Losen inholdts deren primordiale Recessies und verschrijvongen voerbeholden. Alles sonder exception und argelist. in de marge: A° 1637 den 20sten Maij bekande Abraham Hardes dat hem Anneken Boenck weduwe van Jan Janssen van der Werff in behoeff der Erffgenahmen van zaligen Floerken Floris, dese gemelte Verschrijvinge inholdts der primordiall Pandtverschrijvongh affgeloest und te dancke verrichtet ende betaelt, waertegen hij haer die behuijsongh sampt in die Verschrijvongh genominierde parcelen in behoeff der Boencks erffgenamen geruijlt ende gequitiert. Actum ter presentie des Heeren Drosten Arendt van Haersolte sampt Heer Ambtman Franciscus Moselage und Rotger van Graes. J. Wisselinck , landtschrijver. Ergo Vacat

* 1636, 9-7: ORA Bredevoort (1636, fol. 37): Erschenen Rudolphus Theben in nahmen unnd als Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Henrick van Eck tott Medler und Harsseloe OpperJegermeisters van Velouwen Schultis van Zutphen binnen und buiten, krafft hem van Albert van Hagen als Volmechtigher wollgemeltes van Eck den 8. Maij 1634 vermitz s(ub)stitutie voor desen Gerichtte verleenter gelij(cker) volmacht, (als in orig)inali vertoont. Die bekande in nahmen und van w(egen) sijns Heeren Principalen van Eck, voer een(e) walbetaelte Summa geldes, rechtes sted(en) ewigen und onwedderroeplicken erffkoops av(er)gelaten und verkofft te hebben an Abrah(am) Hardess Elisabeth Schutten eheluijden und Henrick Willinck Elisabeth eheluijden und haren semptlicken erven, twie Molder rog(gen) thenden Jaerlix uth het Erff Kortschaten inde Buerschap Henxell, so voer desen den Heren Capitularen tott Vreden toebehoerde. Item Vijff schepell roggen thende thientmate Jae(rlix) uth het Erff Wijsskamp inden buerschap Hen(xell) so tott den Drostampte Ahuijs voer des(en) toebehoert, und Ses schepell roggen Wenterswicksche mate Jaerlix uth Miert gelijckfa(lls) inde buerschap Henxell, alle inden kerspell Wenterswick gelegen, mitt derselven toebehoer und gerechticheit, so oock totten Drostampte Ahuijss hierbevorens toestendich geweest, und Volmechtigers Heer Principaell Vermits Sententie des Edelen Hoves van Gelderlandt bij subhastatie in dato den 28. Maij 1633 an sich erlangt, mit derselven toebehoer und gerechticheit, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde gerenuntieert, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heeren Principalen goederen, Edoch Wolgemelte Heren Capitularen tott Vreden (und) Heere Droste tot Ahuis die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Alles sonder exception und argelist.

(fol 37v) Erschenen Rudolphus Theben (in nahmen und) als Volmechtiger dess WelE(dlen und Gestrengen) Henrick van Eck tott Medler und Ha(rsseloe) OpperJegermeisters van Velouwen Sch(ultis van) Zutphen binnen und buiten, krafft hem (van) Albert van Hagen als Volmechtigher wollgemeltes (van Eck) den 8. Maij 1634 vermitz substitutie voor (desen) Gerichtte verleenter gelijcker volmacht, in originali vertoont. (Die) bekande in nahmen und van wegen sijns Heren (Principalen) van Eck, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardess Elisabeth Schutten eheluijden und Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden und haren semptlicken Erven, sijns Heren Principalen actie recht und gerechticheit van het Erff und guedt Boijkinck inden kerspell Wenterswswick buerschap …….. (all)ss den Heren Conventualen tott Groten Buerlo (toebe)horich gewesen, gelegen, mitt desselven toebehoer (und) gerechticheit, und Volmechtigers Heer Pr(incipael) vermitz Sententie des Edelen Hoves van Gelderlandt bij subhastatie in dato den 28. Maij 1633 an sich erlangt, mit dessel(ven) toebehoer und gerechticheit, Deses gece(diert) und uthgegaen. Daerop mit hant, halm (und) monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heeren Principalen goederen, Edoch Wolgemelte Heren Conventualen ten Groten Buhrlo die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Sonder exception und argelist.

* 1636, 15-12: ORA Bredevoort (1636, fol. 77): (Erschenen) Abraham Hardes Lijsbeth Sc(hutten ehelui)de, die bekanden voer sich und ha(ren erven) voer eene walbetaelte Summa (geldes, recht)es steden ewigen und onwe(dderroeplicken erffko)ops avergelaten und v(erkofft te hebben, Gosselick ter Stroete (?)…………..(eheluij)de und haren erven twi(e stucken la)ndess (het) eene ongefehr van Vij(ff schepel ge)seij, (hier) bevorens onder t’ W…… (geh)oerich geweest, mit eener sijdt …….Berkenbre, mitter (ander) …….grondt gelegen, mit eenen ende ………tenhuijss Holtken , mitten anderen…………..Acker genant, schietende, … …..ongefehr van anderhalff schepell (geseij, mit) eener sijdt naest Reessincks grondt, (mitt)er ander langs Mijrdts grondt gelegen, (mit) eenen ende an Kartschater Veldt, (mit)ten anderen gelijckvals an Mijrdten grondt schietende, inden kerspell Wenterschwick buerschap Henxell in harer verner Vohr und bepalongh gelegen. voer doerschlechtich kummerfrij, Voerbeholden Heren Schattongh und gemein Landes beswahr. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer gueder, Sonder exception und argelist.

Erschenen Willem Reessinck Baete Mierdinck eheluide, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte somma geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Abraham Hardes Lijsbeth Schutten eheluijden und haren erven een Ackermaell Landess, inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Henxell in Wijskamps Hoff, in sijner bepalongh gelegen, (fol 77v) voer doerschlechtich (kummerfrij, Voerbe)holden gemein beswahr. (Deses erfflick) gecediert und uthge(gaen. Daerop mit hant,) halm und monde vert(egen, wahrschap und) vestniss gelaefft nae (Landtrechte, Bij) veronderpandongh (harer gueder, Sonder) exception und argelist.

* 1642, 3-2: ORA Bredevoort (1642, fol. 4v): Erschenen die Weledell und Erntvest Adrian van Eerde ten Pleckenpoell die bekande voor sich und sijnen erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Abraham Hardes Lisabeth eheluiden, Item ahn Egbert Willinck Aelken eheluiden und Jan Hardes Henrica Rauwerts <in het origineel gecheckt: het staat er echt> eheluiden und haren semptlicken erven, een parceell Landes van der Pelckwick voor den Darpe Winterschwick inden Darpbuhr, genoempt den Corten Esch mit daer tendens angelegene Woesten grondt, die Horst genant, in vorder bepalongh gelegen, ende gelijxck t’ selve in eenen circul uhtgegraven, mit (fol. 5) twie voerwegen, den eenen over den langen Esch so Laerbergh gekofft, om allenich mit sandt ende schietmes daerover te voeren, sonder andersins mit beesten offt plaggen daerover te drijven und voeren. Den twieden wegh door het binnenbroeck so Jan Gissberts denselven an sich gekofft, denselven tott haren noottrufft te drijven te voeren ende te gebruijken, voor doorschlechtich kummerfrij. Mit voerbeholt dat koepere haer plaggenvre sullen hebben te gebruijken tegen het buijtenbroeck ende binnenbroeck, so wijt alss die van t’ goet ter Pelckwick datselve voor desen gefredet hebben, mits dat sie van den Olden Wall van ‘t buijten broeck ende binnenbroeck Vijff roeden ten Velde hen in sullen wijken. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh aller sijner WelEdelheiden gereiden und ongereiden goederen hoe, waer ende in wess heren landen dieselve gelegen. Sonder exception und argelist.

(Fol. 5v) Erschenen Abraham Hardes Elisabeth Schutten eheluide, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Gosselick ter Stroot Geertken sijner huijsfrouwen und haren erven een kamp landes den Korffs Kamp genant, inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Henxell, mitter eener (fol. 6) sijdt langs die beke, mitter ander nae dat gemeine Veldt gelegen, mitt eenen ende an Groters landt, mitten anderen an Wijsskamps Kavenstede schietende, mitt sijn toebehoer und gerechtigheit, mitt sijnen opworp und plaggenvre. Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen. Sonder exception und argelist.

* 1643, 2-3: ORA Bredevoort (1643, fol. 43v): Erschenen Juncker Adrian van Eerde ten Pleckenpoell die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardes Elisabeth eheluijden ter eener, und Johan Hardes Henrica Rumps eheluijden ter ander sijden, und haren respective erven, der Pelckwicker Esch, genant den langen Esch inden Darpbuer Wen- (fol. 44) terschwick naest der Wipperbeeck gelegen, mitt desselven toebehoer und gerechtigheit unnd eenen Voerwegh om saet und mest daertoe over die Roschen toe gebruijken, voor doorschlechtich kummerfrij.Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvonge und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijner WelEdelheits goederen. Sonder exception und argelist.

* 1644, 2-5: ORA Bredevoort (1644, fol. 25): Erschenen Tonnissken Schulten weduwe van Lambert Wamelinck zal., mit Jan ten Berge, cornot vorss., haeren tott deser saeken erkorenen ende toegelatenen Mombar, die bekande voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardes Elisabeth Schutten eheluiden und haeren erven, allet t’ghene haer bij hijlixvorwarden van haren zal. Eheman Lambert Wamelinck in dato den tijnden Januarij 1638 vermaeckt ende gegeven worden, niet daervan uhtbescheiden, Deses gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.

* 1645, 6-3: ORA Bredevoort (1645, fol. 54): Erschenen Cornelis Smitz Gertruidt de Monte eheluide, die bekanden voor sich und haren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen (fol. 54v) und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Abraham Hardes Elisabeth eheluiden und haren erven, haer verkoeperen huijs mitten hoff daerachter ende daerneffen mit eener sijdt langs Adrian Poppincks huijs, mitter ander langs Jan Rumps goorden, voor ande Conings strate, achte an Huinincks grondt schietende. Mit sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit, mit eenen frijen wegh achter uht und halve vaelt, voor doorschlechtigh kummerfrij, uhtbescheiden der Pastorijen tott Wenterschwick daeruht gewontlicken thins Jaerlix. Deses erfflick gecediert ende uhtgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen. Sonder exception und argelist.

* 1646, 28-10: ORA Bredevoort (1646, fol. 31v): Erschenen Abraham Hardes, die bekande voor sich Elisabeth sijner huisfrouwen, daervoor de rato cavierende, voor eene welbetaelte Summa geldes onderbenent rechter Jaerlixer Pension avergelaten und verkoft te hebben ahn Coope ten Kreijll binnen Wenterschwick, achtijnden halven dall. Jaerlix op St. Peter und op St. Peter des Jaers Sestijnhondert soeven unnd Viertich dage erst toe verschijnen, den dall. ad dertich stuiver, den stuiver tott vijfftijn placken gerekent, stellende daervoor t'onderpande sijne Landerijen opte Wipperbeke naest sijn broeders Jan Hardes landt gelegen, om sich daeran gemelter pension sampt hoofftsum hinder, kosten und schaden wegen missbetalongh erleden und angewandt, mit pendinge nae Landrechte toe verhalen, Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen voorbeholden und demnae op St. Peter inde Vasten viertijn dagen daernae onverhaelt mitt (fol. 32) die Summa van Vierdehalff hondert dall., obgemelter geweerden te loesen. Alles bij poene van pendinge als voorss. Sonder exception und argelist.

* 1647, 18-1: ORA Bredevoort (1647, fol. 43v): Erschenen Abraham Hardes Elisabeth Schutten eheluide, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn haren respective Swager ende Suster Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden und haeren erven, ter eener helffte und Jan Mijrdinck und sijnen erven ter ander helffte, een Maete inde kerspell Wenterschwick Buerschap Henxell, mit beijden sijden und een ende tuschen Gossinx grondt gelegen, mit den anderen einde anden gemeinen Wegh, (fol. 44) mit het recht van plaggen te meijen int gemeine Velt buijten Verkoeperen sigtvrede, voor doorschlechtich kummerfrij Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer Verkoeperen goederen, Sonder exception und argelist.

* 1649, 31-5: ORA Bredevoort (1649, fol. 40): Erschenen Abraham Hardes Elisabeth Schutten eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Gosslick ter Stroet Gerken eheluijden und haren erven, twie stucke Landes, het eene dat Boomstuck genant, schietende an het Velt, mit sijnen anschietenden Vrede tusschen Gossincks ende Groters swarte brede. Datt ander het Marss stuck genant tuschen Broekers und Groters landerijen in vernere bepalingen gelegen, mitt desselven toebehoer und gerechtigheit, die mestinge daertoe te soeken int gemene Veldt und niet in Wijsskamps Vrede, Alles voor doorschlechtich kummerfrij, Deses gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandinge harer goederen, sonder exception und argelist.

(fol. 40v) Erschenen Abraham Hardes Elisabeth Schutten eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Koesinck Lijssken sijner huijssfrouwen und haeren erven, Twie stuck Landes inden kerspel Wenterswick Buerschap Henxell, het eene gehieten dat Vlasslandt inden olden Esch in Henxell tuschen Groters ende Tonnis ten Kortschots Landerijen in verdere bepalinge gelegen, dat anderde die halffscheidt van die swarte brede tuschen Joost Volmers landt gelegen, namentlick die sijdt nae Bonenhuijs, mitt dessen toebehoer und gerechtigheit und sall koeper sijne mestonge soeken in dat gemeine Veldt und niet in Wijsskamps Vrede, voor doorschlechtich kummerfrij Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandinge haerer Verkoeperen goederen, Sonder exception und argelist.

* 1652, 22-1: ORA Bredevoort (1652, fol. 2v): Erschenen Abraham Hardes, die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Johan Bloemers Wijchmoet eheluijden und haeren erven, een stuckkessken Landes ongefehr van anderhalff schepel geseij inden kerspel Wenterschwick Buhrschap Henxel inden Hondtssbosch rontom in Broekers Landt gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner gueder, sonder exception und argelist.

* 1652, 4-3: ORA Bredevoort (1652, fol. 11): Erschenen Abraham Hardes die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten (Fol 11v) und verkofft te hebben an Gertijen ter Stroot Weduwe van zal. Gosslick ter Stroot ende haeren Erven, die halve swarte Bree, gehorende onder hett Erve Wijsskamp inden Kerspell Wenterschwick Buhrschap Henxell inden Olden Esch tussen Groters Mollenstuck ende Jan Koesinx landerijen gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij, voorbeholden dat hij sijne plaggen tott gemelten lande int gemeine Velt buijten Wijsskamps Vree sall soeken, deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvinge ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, sonder exception und argelist.

* 1657, 5-3: ORA Bredevoort (1657, fol. 16v): Erschenen Abraham Hardes, die bekande voor sich ende sijnen erven, voor eene walbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaten ende verkofft te hebben ahn Jan Hardes Henrica Rumps eheluiden ende Henrick Willinck Elisabeth Hardes eheluijden, sijn Comparants respective broeder, suster ende swager ende derselven erven, een stuck landes ongefehr Negen schepell (fol. 17) geseij inden Kerspell Wenterschwick Darpbuhr, tuschen sijn broeder Jan Hardes Landerijen gelegen, mit eenen einden anden Tebben Kamp enden Boesen Maete, mitten anderen einde an Verkoeperen soons landt ende ande Leemsaele respective gelegen, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, sonder exception ende argelist.

* 1661, 19-3: ORA Bredevoort (1661, fol. 9v): Erschenen Abraham Hardes, voor hem selffs, ende uijt den naeme van David Hardes, Andries Elschot, Jacob Volmerinck, ende Joost Schutte, als Erffgenaemen van Comparants zall. Vaeder Abraham Hardes, die bekande in voorige qualiteijt, voor eene welbetaelde summa geldes, rechtes steden, eewigen ende onwederroeplijcken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben aen Jan Hardes, een stucke Landes omtrent van Sess schepel geseij, gelegen int’ Darpbuhr inde Horst mett deene sijtt aen Coepers grondt, mett d’ander sijt rontom aen Elinck und Pelckwijck hoeijgrondt, voor doorschleghtigh kummervrij, Deeses erfflijck gecediert ende uijtgegaen, Daerop mitt handt, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner goederen, Sonder exception und argelist.

* 1665, 1-6: ORA Bredevoort (invnr 425a, fol. 29v): Abraham Hardes voor zich en namens zijn broeders, zuster en zwagers David Hardes, Joost Schutte, Mechteld Hardes, Jacob Volmerijnck en Andries Elschot, als erfgenamen van haar overleden ouders Abraham Hardes X Lijsebeth Schutte verkopen aan Hermen Laerberch het erve en goed Wiskamp in Henxel.


kind 3.1: Abraham Hardes jr

* 1658, 25-6: ORA Bredevoort (1658, fol. 100v): Erschenen Abraham Hardes die bekande voor sich, Willemken ten Elschot sijner huijsfrouwen, daervoor de rato cavierende, ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden ewigen ende onwederroeplicken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an sijnen Ohm Jan Hardes ende sijnen erven, een stuckessken Landes, voor Wentersswick op die Wipperbeke, mit eener sijdt naest Koeperen grundt, mitter anderen an verkoeperen landt gelegen, mit eenen einde an Henrick Wahliens Weijde, mitten anderen ande Wipperbeken Voerwegh schietende, mit sijn toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich (fol. 101) kummerfrij, Deses erfflick gecedirt ende uijtgegaen. Daerop mitt hant, halm ende monde vertegen, wahrschap, verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer goederen, Sonder exception ende argelist.

etc.


kind 3.4: Rebecca Hardes

* 1652, 6-4: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw [469-530]: Otto Jansz Braems van Embden, snijder, wonende in de Nieuwestraet, vertoonde acte van moeders consent, ende Rebecca Hardes van Winterswick, out 23 jaer, wonende als voren, vertoonde een brieff van de vader geschreven, 't welck Emmerentie van de Graft haer vrouw mede getuijgt also te sijn (w.g. Otte Jansen Braems en Rebecca Harders)

* 1653, 18-2: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen Nieuwe Kerk [43-242]: doop van Lijsbeth, dr.v. Otte Jans Braams en Rebecka Harders; get: Louwrens Charles

* 1654, 22-10: Stadsarchief Amsterdam, DTB dopen Oude Kerk [9-101]: doop van Johannes, zn.v. Otto Brams en Rebecka Harders, get: Lourens Sarelis


openstaande vragen / discussie


Op 5 maart 1657 treedt Jan Hardes in een akte nog op samen met zijn vrouw Henrica Rump. Op 12 september is alleen sprake van Jan Hardes "en zijn erfgenamen". Het ontbreken van zijn vrouw in deze akte duidt erop dat zij is overleden. Hij is overleden voor 2-11-1660, omdat in de marge van een akte uit 1634 staat dat zijn dochter Henrica uit naam van wijlen haar vader op die datum verklaart dat een bepaalde schuld al lang geleden is ingelost.

Op dezelfde manier bepaalde ik het overlijden van Abraham Hardes en Elisabeth Schutten: zij wordt nog genoemd op 31 mei 1649, maar op 22 januari 1652 treedt Abraham alleen op. Hij treedt nog op 5-3-1657, maar is op 19-3-1661 overleden.

Op Internet-sites staat dat de vader van de hier genoemde Abraham Hardes ook Abraham Hardes heet. Ik kan de bron van die mededeling niet vinden.

Ik kom in de volontaire protocollen van het Oud Rechterlijk Archief Bredevoort in Winterswijk ook nog een Anna Hardes tegen die in 1641 getrouwd is met Gerrit van Sonsfelt. En ik kom nog een andere Elisabeth Hardes tegen die vóór 1627 getrouwd is met Johan Roerinck, en die is overleden na 1642.