XI-33 Willink, Jurrien

Jurriën Willink (= XII-85)


ouders: Johan Willink en Mechtelt NN


geboren: ca 1620

gedoopt:

overleden: voor 1678

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Winterswijk


relatie: trouwt voor 1640


Grietje Haevekes (XI-34 = XII-86)


ouders: <Johan Haefkes en Armgart NN?>


geboren:

gedoopt:

overleden: na december 1649

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen

  1. Jan Willink Jurriensz, ?

  2. Hendrik Willink, ?-1715, X 1678 Christina (Stijntje) Eppenhoff, VOLGT X-17

  3. Berent Willink, geboren: ca 1660
    overleden:, begraven: Winterswijk 28-5-1735
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Winterswijk 9-7-1682
    Anneken Hoedemaker, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Klaas Hoedemaker (XI-17) en Grietje Reurink (XI-18)

    1. Jurriaan Willink, geboren: 1689
      overleden: Winterswijk 21-12-1765
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt Winterswijk 29-10-1730
      Catharina Hoedemaker, geboren: Enschede 31-10-1701
      overleden: Winterswijk 21-10-1769
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders: Hendrik Hoedemaker (X-9) en Geertruid van Ingen (X-14)

  4. Eelsken Willink, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Winterswijk 1-5-1686
    Hendrik Paschen, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    weduwnaar van Margaretha Pothoff.

biografische aantekeningen


Jurriaan Willink koopt in 1640 een tuin vlak buiten Winterswijk van de erven Rauwerts; in 1649 kopen ze nog een flink stuk grond buiten Winterswijk.

In 1647 kopen Jurrien Willink en Griete een huis in de Voorstad te Winterswijk.


bronnen


Filiatie aangenomen op grond van de aktes uit 1650: Jurrien Willink was de pandhouder van een pand, dat wijlen J(oh)an Willink en zijn vrouw Mechteld in 1628 in pandschap kregen.

* 1640, 11-12: ORA Bredevoort [volunt prot 1640, fol. 97v]: ... Item een Gaerden voor Wenterschwick inde Slesewick tusschen Jan Hardes und Jurrien Willings gaerdene in vorder bepalongen gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij... [Fol. 98]: Erschenen Henricus Rauwerts als Erffuther van die nalatenschap van zal. Derick Lebbinck Willem Rauwertz zal. gewesene eheluide, Voorts Johan und Henrick Rauwerts Berndeken Rauwers met haren broeder Henrico Rauwerts in absentia hares Ehemans in desen erkorenen Mombar, und sie Comparanten voor Matthæus Rauwerts cavierende, Henrick Bekinck uth den naem van sijn Schoonmoeder Jenneken Rauwertz, Henrick Rowhoff, Reiner Grievinck cavierende voor sijne mitconsorten, und Bernt ter Woort die bekanden in qualiteit als Erffgenamen vanden nagelatene goederen van Derick Lebbinck und Willem Rauwerts gewesene eheluide zal., voor sich und haren erven, voor eene walbetaelte summa (fol. 98v) - geldes rechtes steden ewig und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jurrien Willinck Griete Haeffkens eheluiden und haren erven, eenen Gaerden voor Wenterschwick inde Slesewick tusschen Adrian Poppincks und Henrick Rauwerts goerdene in verder bepalongh gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij. Deses gecediert und uhtgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer gueder. Sonder exception und argelist.

* 1644, 17-9: ORA Bredevoort [volunt prot 1644, fol. 36v]: Erschenen Jr. Adrian van Eerde ten Pleckenpoell die bekande voor sich und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes onderbenent, in pandtschap sampt rostlicken vreedsamen besit, nutt ende gebruick avergelaten und verkofft te hebben Johan Haeffkes Armgardt eheluiden ter eener, und Jurrien Willinck Griete eheluiden ter ander halffscheidt, und haren erven, die Pelckwick Maet inden Kerspell Wenterschwick Darpbuhr mit eener sijdt langs Johan Hardes Landt und Tonnis Elincks Maete, mitten ander langs Jan Gissbers landt gelegen, mit eenen ende ande Heijde, mitten anderen ande Docken Mate schietende, mit dessen toebehoer und gerechtigheit, deses in maten vorschreven gecediert und uhtgegaen, daerop mit handt ende monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierendeel Jaers te voeren te verkundigen voorbeholden und demnae opten Elfften Augusti mitte Summa van Sesshondertvier Rijxdaller Vijffunddertich Stuiver te loesen. Sunder exception und argelist. NB. Uijt schriftlick versoeck van Jr. Eerdens is dese verschrijvinge op Sesshondert ende Vier Rijx dall. 35 str. gestelt, vermogen des Jr. eijgen handt hier inseriert, folio sequenti. (Bovenstaande acte is met een groot kruis doorgehaald) In marge: Jovis den 19 December 1726 Stadtholder Willem Sigismund Hecking J.U.Dr. Keurnoten Steven Jan van Hengel en Johannes Noirneij Erschenen Jan Eppenhoff en Steven Jan van Hengel in qualiteit als Gerigtelijke Mombers en Voogden over Harmen Eppenhoffkens en Christina Eppenhoffkens Catharina Schutte Weduwe van Jan van Wullen in desen geassistiert met Steven Jan van Hengel als haeren hiertoe versogten Momber, Berent Willinck, Gerrit Willinck, en Hendrick Willinck en Janna Willinck weduwe van Hendrick Wijmels in desen geassisteert met Gerrit Willinck als haeren hiertoe versogten momber, en beseijden? dat haer desen koopspennink ter somma van seshondertvier Rijksdalders en 35 str. Luit koopbrieff off pantschap van den 17. Sept. 1644 door de weduwe Matthias Walien als het regt hebbende van de Erfgenamen vande Hoogwelgeboren Heeren Adriaan en Frederik Joan van Eerden, in haer leven succesivelijk Heeren tot den Plekkenpoel voldaen en betaelt is, den laatsten pennink met den eersten, daerop met hant, halm en monde vestignisse doende. Desuper Stipulando.

* 1647, 17-6: ORA Bredevoort [volunt prot 1647, fol 58]: Erschenen Bernt Brinterop, Trijne eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Jurrien Willink, Griete eheluijden und haeren erven, een huijs ende Hoff binnen Wenterschwick in de Voorstat tuschen Jan Boessingh ende Willem Vedderinck behuijsinge gelegen, voor ande strate, achter anden Wehemhoff schietende, allergestalt koepere t' selve int gebruijck hebben, voor doorschlechtich kummerfrij, Uhtbescheijden daeruht gaenden gewontlicken thins ende gemeine beswaer. Deses erfflick gecediert ende uhtgegaen. Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen. Voorts is gecompareert Jan Sahdeler ende hefft mit hanttastinge als Principael Wahrburge daervoor gecaviert, bij verbandt sijner goederen, Sonder exception ende argelist.

* 1649, 6-12: ORA Bredevoort [volunt prot 416, fol. 66]: Erschenen Berndt Wiggers, Geessken Brouwers eheluijde, voorts Jan Hanssen Marieken Brouwers Eheluijde, die bekanden semptlick voor sich und haeren erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben (fol. 66v) an Jorrien Willinck Griete Havekes sijner Huijsfrouwen und haeren erven, een stuck Landes ongevehr van een halff Molder geseij inden Kerspell Wenterschwick voor het Dorp opten Storms Kamp, mit eener sijdt langs Tonnis ten Kortschate landt, met der ander langs Melchior Hamakers landt gelegen, met eenen einde ant Velt, met den anderen an Schoemakers Kamp gelegen, met desselven toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert und uhtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh harer goederen, sonder exception und argelist.

* 1650, 22-1: ORA Bredevoort [volunt prot 1628 fol 58]: akte dd 28-11-1628: Idem in qualiteit vorschreven averliet und verkoffte Johan Willinck Mechteldt eheluijden und haren erven, Vijff daler Bredefortscher gangbarer geweerden, Jaerlicx op Martini verschijnende gelijck Rentkopere bekanden hunluijden op Martini naestleden vanden Heer Rentmeister oick betaelt tesijn. Stellende daer daervoer t’onderpande twie stucken landes, ider omtrent van twee schepelgeseijs, inde Onnekinck Cavenstede gehorich, und allernaest Willinck Brede in harer voor und palung gelegen, om etc. Die Lose tot believen des Heeren Verkopers op Martini, viertien dage voer offt nae, mitte Somme van Hondert daler obgemelter geweerden, te doen, voerbeholden. Sonder exception und argelist. in de marge : A°1650 den 22 Januarij bekande Jurrien Willinck dat Jan Onnekinck hem dese Summa affgeloest ende betaelt hadde. Ergo vacat.

* 1650, 22-1: ORA Bredevoort [volunt prot 1650, fol. 3v]: Erschenen Johan Onnekinck Derissken Drijhuijs eheluijde, die bekanden voor sich und haeren erven, in pandtschap avergelaten und verkofft te hebben an Johan Koesinck Lijsken sijner huijsfrouwen und haeren erven twie stucken Landes, Ieder omtrent van twie schepell geseijs, inde Onnekinck Cavenstede gehoerich, und allernaest Willinck Brede in haer Vohr und bepalungh gelegen, allergestalt zal. Jan Willinck dieselve voor desen den 28. Novembris 1628 in pandtschap bekomen, deses in qualiteit (Fol 4) – voorss. gecediert ende uijtgegaen, daerop mit hant und monde vertegen, die Loesse een halff Jaer te voren te verkunden voorbeholden, und demnae op Martini viertijn dage daernae onverhaelt mitt die Summa van Twiehondert Dall. den dll. ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent toe loessen – mit welck voorss. Summa Jurrien Willinck als gewesene Pandtholder der voorss. twie stucken Landes ende Jan Tenkinck sijn uijtgeloest worden – Alles sonder exception und argelist.

* 1660, 13-2: ORA Bredevoort [volunt prot 1660, fol. 42]: Erschenen Jenneken Lucas, Weduwe van zal. Derck Havekes, mit Derck Claessen haeren in deser saeken erkorenen ende toegelaetenen Momber, die bekande voor s(ich) mit authoriteit haeres Mombers voorss. ende haeren erven, voor eene welbetaelde Summa geldes ondergemelt - dewelcke tott dempinge ende affloesse van andere Creditoren Gerichtelick verschreven geweest sijnde, angewendet sijn - rechter Jaerlicker pension avergelaeten ende verkofft te hebben an Jan Havekes ende Jurrien Willinck, haeren respective huijsfrouwen ende deren erven, Acht gulden Jaerlix op Petri ende op Petri Sestijnhondert twie ende t’sestich eerst te verschijnen, (Fol. 42v) stellende daervoor t’onderpande haer huijs binnen Aelten, voorts alle haere geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension sampt hinder kosten ende schaeden, mit pendinge nae Landtrechte te verhaelen, die Loesse een Vierendeel Jaers te voren te verkondigen voorbeholden, ende alssdan op Petri, mit die Summa van twiehondert gl. te loessen, Allles bij peene van pendinge als voorss. Sonder exception ende argelist. In de marge: A° 1663 den 12. Octobris erschenen Jan Havekes ende Jurrien Willinck die bekanden van dese Summa te dancke voldaen ende betaelt te sijn. Ergo Vacat. T. Bronckhorst Landtschrijver.

* 1665, 30-5: ORA Bredevoort [stadsgerechtinvnr 126, fol. 90v]: Erschenen Geert Wesselinck, en bekande oprechte kennelijcker schult volgens obligatie schuldich te sijn an Jurrien Willinck die somma van 75 daler capitael, en belaefde dieselve neffens den interesse en dese kosten ad 45 stuivers binnen den tijt van een maent gewis en onfeilbaer te betaelen, onder verbant van sijn persoon ende goederen, en poene van parate en reele executie.

* 1665, 8-7: ORA Bredevoort [stadsgerechtinvnr 126, fol. 119v]: Frits Raebelinck, als volmachtiger van Jurrien Willinck, verhaelt hoe dat Geert Wesselinck in dato den 30e maij naestleden an comparants praetendent bij gerichtlijcke willekeur heeft belooft te betaelen die somma van 75 daler sampt interesse ende kosten vandien over een maent, ende alsoo dieselve daervan in gebreck gebleven, soo wol men tegens denselven een wette van summatie gebeden hebben, om binnen tijt van 14 daegen sijn gedaene beloften te voldoen ende over te koomen, dat andersints en bij mancquement vandien desselfs goederen pro qualitate et quantitate debiti et expensarum233 moogen gedistraheert ende daervan die biljetten verveerdicht en publiceert worden. Obtinuit.

* 1665, 1-11: ORA Bredevoort [stadsgerechtinvnr 126, fol. 127v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jorrien Willin[ck], versocht uit kracht van seeckere willekeur in dato den 30e maij naestleden, en daerop den 8e julij erholdene wette van sommatie mette executie ende distractie van Geert Wesselinckx goederen te vervaeren, ende voor eerst mette peindinge ende ophaelinge van panden die gereden pro qualitate debiti t’ executeren, ende te verkoopen, daertoe Hermen van Basten authoriserende. Obtinuit.

* 1665, 22-11: ORA Bredevoort [stadsgerechtinvnr 126, fol. 141v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Jorrien Willinck in saecken tegens Geert Wesselinck, versocht uit kracht van gerichtelijcke willekeur wette van sommatie, en achtervolgens gedaene executie an ’t gerede, mette distractie der immobilen te vervaeren, ende een dach van distractie sijns kamps voor die Misterpoorte gelegen, tegens anstaende dinsdach den 28e deses an te stellen, en dat die biljetten verveerdicht ende geaffigeert worden. Obtinuit.

* 1665, 28-11: ORA Bredevoort [stadsgerechtinvnr 126, fol. 142v]: Erschenen Dr. Weddinck, volmachtiger van Jorrien Willinck, en overgaff seeckere voorwaerden, om volgens erholdene ende insinueerde wette te verkoopen het parceel op den Gijsenkamp aldaer naest Wilhelm Raesvelts hoff gelegen en Geert Wesselinck toebehoorende, versochte die voorwaerden te voorlesen, de keersse t’ ontstecken ende te bevrijen nae landtrechte. ’t Gerichte decerneert den keerssenbrant en sijn daerop die voorwaerden voorgelesen, die keersse ontsteecken en bevrijt worden nae landtrechte. Hierop erschenen Dr. Weddinck, qualitate qua, en heeft alsoo nae gedaene proclamatie, geen koopers erschenen, het parceel voor sijn praentendent volgens voorwaerden an sich beholden, mits soo ’t selve bevonden worde niet sufficent t’sijn, alsmede in cas van evictie an sijn ander goederen te moogen verhaelen.


kind 1 Jan Willink

filiatie: aangenomen op grond van patroniem

* 1696, 1-2: familysearch, ORA Bredevoort [invnr 233, fol 2, scan 224]: Gerrit Laerbergh, caverende voor zijn huisvrouw Gesina Volmers en erfgenamen, bekende voor een welbetaalde somme geldes gecedeerd en getransporteerd te hebben aan Berent Willinck Vreedensis en Jan Willinck Jurriens neffens hare erven en nakomelingen haar toebehorende goed de halve Curve in de buurschap Woolt onder 't Kerspel Wenterswijck in zijn kennelijke limieten gelegen gelijk hetzelve door Jan Strobant met approbatie en goedvinden van Schulte Herman Roerdinck en voornoemden Gerrit Laerbergh op den ... Januari 1696 was gemeten, met al zijne ap- en dependentiën, zo olde als nieuw gerechtigheid, niets daarvan uitgezonderd, wat name het ook zoude moge hebben, zulks voor allodiaal kommervrij, nergens mee bezwaard dan met ordinaire Heerenlasten en schattingen, en heeft alzo dezen gacdeert <?> en uitgegaan, de voornoemde kopers daarvan beërvende, hem daarvan ontervende en daarop met hand en mond verteegen, 't zelve onder zijn persoon en gerede en ongerede goederen, voor alle namaningen te wachten en te waren, aenbelovende d.s.


kind 3: Berent Willink

filiatie: aangenomen op grond van huwelijksakte

* 1682, 9-7: genealogiedomein.nl: afbeeldingen trouwen Ned Geref. gemeente Winterswijk: Berendt Willinck, sone van zalge Jurijen Willinck mette Anneken Hoedemaer, dochtter van Claes Hoedemaeker tott Eenschede


kind 4: Eelsken Willink

filiatie aangenomen op grond van huwelijksakte

* 1686, 1-5: genealogiedomein.nl: afbeeldingen trouwen Ned Geref. gemeente Winterswijk: Hijnderick Pasgen, wedenar van zalge Margretta Pothoff ten Eenschede mett Eelsken Willinck, Dochter van Zalge Jureijn Willinck tott Wenterswick (zeer slecht leesbaar, maar door electronische verscherping en contrastverhoging is dit de meest waarschijnlijke transcriptie)


openstaande vragen / discussie


In de akte uit 1644 kopen Johan Haefkes X Armgardt NN samen met Jurriën Willink X Grietje Haefkes de Pelkwijk mate. Het is daarom zeer waarschijnlijk dat er tussen Jan Hofkes en Grietje Hofkes een familieband bestond: broer en zus of vader en dochter, lijkt me. In 1660 gaan Jan Hofkes en Jurriën Willink opnieuw samen een lening aan.

In 1697 (17-4) trouwt Wander van Keuckelinck, weduwnaar van Armgard Willinck uit Winterswijk met Geesken Gelinck, weduwe van Hendrick Nijenhuis uit Lichtenvoorde. Het ligt voor de hand dat deze Armgard de kleindochter is van Armgard Haefkes-NN, en dus een dochter van Grietje Haefkes. Ik heb echter behalve deze trouwinschrijving geen ander levensteken van haar aangetroffen.