X-8 Van Lochem, Margaretha

Margaretha van Lochem (X-8)


ouders: Andries van Lochem en Barta Nijenhuis


geboren:

gedoopt:

overleden: (na 1748)

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie: trouwt na 1695, voor 1700


P(i)eter van Goch (X-7)


ouders: (Herman van Goch?)


geboren:

gedoopt:

overleden: Enschede tussen 10-3-1722 en 30-10-1724

begraven:


beroep: kleermaker?

woonplaats / adres: Enschede


kinderen:

  1. Catharina van Goch, ca 1700-voor 1740, X 1725 Herman van Lochem, VOLGT IX-4

  2. Herman van Gogh, geboren: ca. 1705
    overleden: Enschede 26-6-1763
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede
    relatie (1): trouwt
    NN. Naber, geboren:
    relatie (2): trouwt voor 1759
    Cornelia Voorn, geboren: Enschede 1732
    overleden: Enschede 7-8-1809
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Gerbrand Voorn en Dieuwertje Voorhout
    hertr. 1764 Hendrik Blenken

  3. Andries van Gogh, geboren:
    overleden: Enschede ca 1766
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede (1739)
    relatie: trouwt
    Fenneken Lasonder, geboren:
    overleden: Enschede 13-12-1730
    ouders: Laurens Lasonder en Judith Stroink

    1. Margaretha van Gogh, gedoopt: Enschede 9-4-1727
      overleden: na 1790
      relatie: trouwt
      Gerrit Plante, geboren:
      overleden: na 1790
      beroep: chirurgijn
      ouders:
      hieruit kinderen.

    2. Gerrit van Gogh, gedoopt: Enschede 13-12-1730

    3. dochter van Gogh, geboren: voor sept 1740
      overleden:

Biografische aantekeningen


Bronnen


Filiatie van Margaretha van Lochem onzeker: ontleend aan Internet-genealogiën die verwijzen naar Benthem's Geschiedenis van Enschede, waar ik het echter niet terugvond. Onder 'discussie' staat een aanwijzing van de juistheid van de filiatie, maar geen bewijs.

* 1698, 10-1: ORA Enschede SG.032.500: Robert van Ittersum, prabst tot Oldenzaal, vraagt assistentie van de stadsdienaar om bij Jan Wenners drie jaar achterstallige sloptienden te incasseren in rogge en gerst. In antwoord compareerden Jan Wenders en Peter van Gog: ze verzoeken enig uitstel opdat zij zelf, of met een derde, de voorschreven sloptiende van de prabestie <?> tot Oldenzaal kunnen voldoen, ontvangen en collecteren.

* 1700, 5-1: ORA Enschede SG.033.101: Compareert Wessel Hoedemaker doet namens zijn zwager Tobias Stenvers (Kws XI-55) ingevolge de huijrcedul de dato den 19 mei 1695 opgerichted, door Jan Werners eigenhandig betekend en alhier in dezen gerichte bekend, omni meliori modo aanpandinge aan de gereede goederen en effecten van gemelte Jan Wenners en sulkx om daaraan te verhalen drie jaren huishuur jaarlijks ad 40 Car.Glds vrij geld waar af het laatste jaar op Pasen des afgewekenen jaars 1699 verschenen geweest, onder afslag nogtans, van alle hetgene Peter van Gog bewijselijk daar op mag zijn betaald met verzoek van denunciatie en eismakinge van kosten.

* 1708, 16-1: ORA Enschede SG.034.179: Peter van Gogh door zijn bediende Procureur Getvordinck doet omni meliori modo pandinge aan alle die mobile effecten en uijtstande penningen onder Hend:r van Lochem, toebehorende Jan Wenders om daeran te verhalen alle zodane deugdelijke en pandbare liquide schulden als bij opbadinge en aaneigeninge zal worden gezegd met verzoek dat hiervan die denuntiatie aan hem Jan Wenders als gepandede, alsmede aan Hend:r van Lochem gedaan moge worden, met protest van kosten.

* 1708, 23-1: ORA Enschede SG.034.185: Erschenen procureur Getvordinck bediende van Peter van Goch repeterende zijne gedane en gedenonceerde panding an de muebiele effecten van Jan Wenders doet op heden opbading om daar an te verhalen fl 135:3:12 en 14 Rijksdaalder 4 st marckgeld wegens maathuur, dagelijkse kleding en verdere liquide schulden, met verzoek om aan de effecten van Jan Wenders geëigend te worden, met verzoek dat hiervan de denonatie aan hem, Jan Wenders, alsmede Hend:r van Lochem gedaan moge worden.

* 1708, 13-2: ORA Enschede SG.034.193: Erschenen procureur Getvordinck bediende van Peter van Goc, zijnde heden 14 dagen bij decreet van dit achtbare gericht na voorgaande pandinge geëigend aan enige penningen staande onder Hend:r van Lochem en toebehorende Jan Wanders, veilt dezelve uit en worde de gulden ingezet op 19 en een halve stuiver met verzoek uitveilinge, distractie en verdere executie als na rechte, met verzoek van notificatie aan Hend:r van Lochem. Decretum. Alzo na uitveilinge niemand verhoget, is comparant koper verbleven, salvo losse, en wordt de gevraagde notificatie geaccordeerd.

* 1708, 23-4: ORA Enschede SG.034.216: Dr. Muntz doet literaas namens Petr: van Gogh pandinge aan de beweeglijke effecten van Wessel Hoedemaker, om daaraan kost en schadeloos te verhalen een somma van fl 10:4:- gecrediteerde kledingen, waarvan de rekening aan dezelve overgegeven, en des nood zijnde hier wederom in bedongen wordt, onder afslag dan nog van vier gulden, zo de pandeiser aan de gepandede ter zake van zekere aan hem ter handen gestelde rekening omternt, verplicht is, met verzoek dat hiervan de weete aan dezelve gedaan moge worden. Decretum: die verzochte denunciatie wordt geaccordeerd.

* 1708, 30-4: ORA Enschede SG.034.218: Dr. Muntz verzocht namens Petr: van Gogh ingevolge heden 8 dagen gedane en gedenonceerde pandinge op heden opbadinge aan de beweeglijke effecten van Wessel Hoedemaker ten einde als bij pandinge uitgedrukt, en dat hiervan wederom de wete gedaan en comparant qqa. aan diezelfde effecten geëigend moge worden, zulks stellende met eis van kosten. Decretum: de verzochte opbadinge en wete van dienneffens aneiginge worden volgens Landrecht geaccordeerd.

* 1708, 17-5: ORA Enschede SG.034.226: Dr. Wagelaar, bediende van Wessel Hoedemaaker, doet omni meliori modo pandinge aan de beweeglijke pandinge van Petr: van Gogh om daaraan te verhalen zodanige pandbare schuld als bij opbadinge zal worden gespecificeerd met verzoek van denuntiatie en eis van kosten. salvis.

* 1708, 14-5: ORA Enschede SG.034.229: Wessel Hoedemaaker, geassisteerd met Dr. Wagelaer zegt hoe dat Petr: van Gogh volgens zijn eigen rekening fl 10:4:- op heden dato door den stadsdienaar gepresenteerd heeft gerefuseerd te ontvangen onder presentatie volgens reglement deswegens gedane kosten, zo moet molens volens (sic!) dezelfde penningen ad fl 10:4:- omni meliori modo alhier deponeren, staande dan hier met klinkende gelde en aan handen van justitie bevelende met verder affecte, om de kosten volgens het nieuwe reglement te willen betalen intrim executie protesterende zo wanneer hiertegen iets kust of mocht ondernomen worden zulks stellende ad decretum alles onder dierbare protestatie van kosten. Decretum: het verzochte wordt geaccordeerd, en zijn de fl 10:4:- gedeponeerd. (in margine: den 20 jann: 1710 in plenu senatu zijn deze gedeponeerde penningen door Petr: van Gogh uit het gerichte gehaald en heeft de jura daarvan betaald.)

* 1709, 12-7: ORA Enschede SG.034.398: Erschenen procureur Stroink, volmachtigde van Gerr: Wessels, hebbende tegen heden 7 uur doen citeren Ber: ten Pol, Petr: van Gog, Dehl: Henr: Becker, Hen:r Janning en Lod: Cost, ten einde om kondschap der waarheid te geven over die alhier overgelegde vraagartikelen met verzoek dat diezelve te dien einde redelijk mogen worden verhoord waartoe aneischinge en tegens de uitblijvende contumacie naar Landrecht, ten profijt van dien geaccordeerd moge worden, zulks salvis ad decretum stellende.

* 1712, 17-10: ORA Enschede SG.035.169: ....Jan Steenbreek, mede de rato caverende voor zijn absente confrater Peter van Goch, in haar kwaliteit als mombaren over de kinderen van Jan Wissink en zijn huisvrouw Altie Jorissen...

* 1713, 27-11: ORA Enschede LG.011.113: Diepman Bijvanck en Janneken Dogge hebben fl 200,- geleend van Pieter van Gog en Grietje van Loggum, egtelieden, tegen 5% rente, maar als de som binnen vijf jaar wordt afgelost kunnen ze met 4% volstaan. Op 5 november 1717 verklaart Pieter van Gog dat de lening is terugbetaald.

* 1714, 5-11: ORA Enschede SG.035.419: Dr Muntz, gemachtigde van Lambert ten Cate, koopman te Amsterdam, spreek aan Henrik van Lochem, zoon van And:r van Lochem voor de betaling van fl 380:18:- met rente, procederende van gecrediteerde asse, onder afslag, nogtans van fl 50,- daarop door de gedaagde aan de comparant voor enige dagen betaald. Daarop verscheen Peter van Goch voor zijn zwager Henr: van Lochem, en verzocht van het voorgaande copiam en de tijd van zes weken om, na examinatie van dien, de aanlegger voorzover verplicht in der minne contentement te geven.

* 1716, 7-12: ORA Enschede SG.035.774: Procureur Hoedemaker namens Ptr: van Gogh doet omni meliori modo pandinge aan alle mobilia van Jan Ensink, zowel in specie op het gewas op den Langenkamp alsmede op zodanige penningen als de gepandede van zijn zoon Jan Hulst wegens interesse competerende en daaraan kost en schadeloos te verhalen zoveel als bij opbadinge zal worden gezegd.

* 1718, 14-2: ORA Enschede SG.036.210: Jan Hulst heeft in forma de eed afgelegd ter presentie de bediende van Peter van Goch, zodanig als partijen het eens zijn geworden, namelijk dat aan zijn moeder, noch stiefvader, ten tijde van de gedane pandinge van Petr: van Goch geen interesse zij schuldig geweest, en ook nog niet schuldig zij.

* 1720, 11-11: ORA Enschede SG.036.655: Procureur Penninck, uit naam van Pet:r van Goch, repeteert zijn gedane en gedemanieerde pandinge aan de mobilia van Gerrit Rutgers, doende op heden opbadinge voor een somma van fl 25,- met interesse, op grond van een handschrift in sept. 1717 afgegeven.

* 1721, 16-6: ORA Enschede SG.036.704: Procureur Penninck doet namens Pieter van Goch ten bestendigsten opbadinge aan de mobilia van Hendrik Jannink om te verhalen een bedrag dat bij opbadinge zal worden gespecificeerd.

* 1724, 30-10: ORA Enschede SG.037.141: Dat oud burgemeester Jan Steenbreek en de weduwe van wijlen Peter van Goch heden ingevolge van appointement van 14 dezer hebben overgelegd een staat en inventaris van alle nog resterende goederen van de kinderen van Jan Wissinck bij wijlen Aleida Jorissen verwekt, ten behoeve van de nieuw aangestelde mombaren Eng:br Laersonder en Peter Tegelaar.


Openstaande vragen / discussie


Peter van Goch is de zwager van Hendrik van Lochem. Zijn vrouw Grietje van Lochem en Hendrik van Lochem zijn dus broer en zus. Dat blijkt niet te kloppen: Grietje van Lochem is de zus van Aaltje van Lochem, de vrouw van Hendrik Andreaszn v Lochem.

Ik vind in het geheel geen aanwijzingen voor de filiatie van Grietje (Margaretha) van Lochem met Andries van Lochem en Barta Nijenhuis. Naar verluid zijn de gegevens daarover ontleend aan Benthem's geschiedenis van Enschede. (maar zie hieronder!)

Een ander kind van Andries van Lochem en Barta Nieuwenhuis is Aaltje van Lochem, de vrouw van Hendrik van Lochem, die zoon was van Andries van Lochem X Stijntje Willink (XI-53).

Toch een kleine aanwijzing: een Grietje van Lochem is in 1695 de onmondige dochter van wijlen Andries van Lochem en Beertje Nieuwenhuis,

* 1695, 14-12: ORA Enschede SG.001.749: In eigenaar personen verschenen Hendrick Andreasz van Loggum en Aeltjen van Loggum sijn huisvrouwe, Jan Wanders en sijn huisvrouwe Hester van Loggum, Hendrick van Loggum senior en Isack Paschen, mombaren van Grietje van Loggum, al tesamen erffgenamen van wijlen Andreas Petersen van Loggum en wijlen Beertjen Nieuwenhuijs, ende deden ten erffelijken behoeve van Joanna van Hooven, weduwe wijlen Burgemr Gerhard Schimmel en haar kinderen overdracht van hun huis en hof, gelegen tussen de huizen van de weduwe van wijlen Lucas te Verwoolde en Lucas Nieuwenhuijs voor fl 1520:-

In een later gevonden akte blijkt Pieter van Gog de zwager te zijn van Jan Werners, die getrouwd is met Hester van Lochem. Uit de hierbovenstaande akte volgt dan dat Grietje/Margaretha van Lochem, de vrouw van Pieter van Gog, inderdaad de dochter is van Andries van Lochem en Beertjen Nieuwenhuis.