PARENTEEL TEN CATE IV.g Johanna ter Kuile

beroep:

woonplaats / adres:

relatie: trouwt Enschede 29-8-1862

Engbert Jannink

ouders: Gerhard Jannink en Aleida Engelbartha van Heek

geboren: Enschede 15-10-1836

gedoopt:

overleden: Enschede 22-4-1911

begraven: Lonneker 25-4-1911 (Nieuwe Begraafplaats bij de 2e spoorbrug)

beroep: textielfabrikant (1862)

woonplaats / adres:

kinderen:

    1. Aleida Engelbertha Jannink, geboren: Enschede 5-9-1863, gedoopt:

    2. overleden: Enschede 21-9-1936, begraven:

    3. beroep:

    4. woonplaats / adres:

    5. relatie: trouwt Enschede 10-8-1888

    6. Engbert ter Kuile, geboren:

    7. overleden: Enschede 31-12-1902, begraven:

    8. beroep: fabrikant

    9. woonplaats / adres:

    10. ouders: Pieter ter Kuile en Hendrika Hermanna Cromhoff

    11. Maria Geertruid Jannink, geboren: Enschede 5-11-1865, gedoopt:

    12. overleden: Eschmarke (Lonneker) 17-5-1869,

  1. Margaretha Hermina Jannink, 1868-1926, X 1890 Willem Helmig van Heek, ZIE PARENTEEL TEN CATE IV.bg

    1. Maria Geertruid Jannink, 1870-1935, X 1895 Jan Thomas Ebeling, VOLGT PARENTEEL TEN CATE V.l

    2. geboren: Noord Eschmarke (Lonneker) 14-8-1870, gedoopt:

    3. overleden: Enschede 8-1-1935, begraven:

    4. beroep:

    5. woonplaats / adres:

    6. relatie: trouwt Enschede 8-10-1895

    7. Jan Thomas Ebeling, geboren: Rotterdam ca 1869

    8. overleden:, begraven:

    9. beroep:

    10. woonplaats / adres:

    11. ouders: Pieter Cornelis Deutz Ebeling en Johanna Ida van Stolk

    12. Jan Thomas is de broer van Maria Geertruids tante Emmerentia Johanna Ebeling: zie Parenteel Ten Cate IV.e

  2. Gerhard Jannink, 1873-1938, X 1879 Christine Friederike van Heek, ZIE PARENTEEL TEN CATE IV.bk

    1. Nicolaas Gijsbertus Jannink, VOLGT PARENTEEL TEN CATE V.cl

    2. geboren: Enschede 24-10-1876

    3. overleden: Hengelo (O) 20-10-1936, begraven:

    4. beroep: fabrikant

    5. woonplaats / adres:

    6. relatie: trouwt Enschede 28-3-1900

    7. Wilhelmina Hermina ter Kuile, geboren: Enschede 8-3-1876

    8. overleden: Enschede 1-11-1959, begraven:

    9. beroep: fabrikant

    10. woonplaats / adres:

    11. ouders: Jan Hendrik ter Kuile en Judith Stroink

geboren: Enschede 26-11-1838

gedoopt:

overleden: Enschede 12-1-1904

begraven:

ouders: Nicolaas Gijsbertus ter Kuile en Maria Geertruida Blijdenstein

Johanna ter Kuile

Engbert Jannink. Bron: geheugen van Nederland

Biografische aantekeningen

(bron: genealogie Koek en enige aanverwante families)

In de jaren 1860 maakte hij tweemaal per jaar een zakenreis naar Groningen, Friesland en vandaar naar Amsterdam, Rotterdam en Utrecht om zijn textiel-fabrikage te verkopen.

Op 30 augustus 1888 koopt hij op een openbare veiling het buitengoed "Het Stokhorst" van de erven Jan Stroink voor f 17.650,-http://natuurcultuur.nl/download?type=document&docid=514339

In 1899 laat Bree door de Enschedese architect H. Reygers een nieuwe semi-permanente villa bouwen op Het Stokhorst. Het huis blijkt echter niet geschikt voor bewoning in de winter.

In 1903 staat de Fa. Van Heek en Co. eenzaam aan de top met 1805 werknemers. Nico ter Kuile op de tweede plek telt dan 810 werknemers. Fa. G.J. van Heek en Zonen staat dan op de derde plek met 576 werkenemers, fa. Gerhard Jannink en Zonen op de vierde plek met 574 werknemers, J.F. Scholten en Zonen staat op vijf met 426 werknemers.

Officier in de Orde van Oranje Nassau.

tttttttttttttttttttttt

"Drie jaar voor de Eerste Wereldoorlog overleed de fabrikant Engbert Jannink. Onder zijn eenhoofdige leiding groeide de firma Gerhard Jannink en Zonen tussen 1869 en 1911 uit tot een van de grootste textielproducenten in Nederland, die voor de binnenlandse markt produceerde. De bloei van de firma Jannink viel samen met de opkomst en groei van de Twentse textielnijverheid in het algemeen." "Engbert Jannink heeft de bewegingsruimte, die de dynamiek van de sociaal-economische struktuur hem als fabriekseigenaar bood, weten om te zetten in een aanvankelijk gestaag maar rond de eeuwwisseling explosief groeiend en winstgevend imperium. Dat is zijn verdienste als ondernemer geweest."

"In 1911 erven de beide zonen, Gerhard en Gijsbertus Jannink, die sinds 1902 al als medevennoten in de firma waren opgenomen, feitelijk het door hun vader Engbert opgebouwde bedrijf."

Bronnen

1911, 27-4: Tubantia: Dinsdagnamiddag had op het Nieuwe Kerkhof aan den Gronauschen straatweg de plechtige teraardebestelling plaats van den heer E. Jannink Gen., oprichter der Firma Gerh. Jannink & Zonen, alhier. In de straten, die de lijkstoet passeerde, stond een groote menigte langs de huizen gesohaard, om getuige te lijn van de uitvaart van een van Euschede's edelste ionen. Achter de lijkkoets, direct gevolgd door een open rijtuig, speciaal voorde talrijke bloemen, bloemstukken en kransen, reden achttien volgrijtuigen, waarin familieleden, vrienden, buren enz. gezeten waren. In een der rijtuigen zaten de beide oudste, tijdens het bezoek der Koningin in 1907 alhier, gedecoreerde arbeiders. Achter de rijtuigen volgden de oude arbeiders, fabrieksbazen, vast personeel en jongere bedienden. Op het kerkhof had lioh eene zeer groote menigte verzameld. Een achttiental prachtige kransen bedekten de lijkkist. Daaronder waren kransen van de familie en van de kleinkinderen, van de G. O. L. Mij. EnsohedeOldensaal, van de Ahaus-Enscheder Eisenbahn Gesellscbaft, van vrienden van A. B., van de gezamenlijke bedienden, van de bazen der spinnerij en ververij, van de veele arbeiders der weverij, van de vaste arbeiders der spinnerij, van den agent uit Hamburg en voorts kransen van vrienden en belangstellenden. Wij zagen er o.a. vertegenwoordigd: de Kamer van Koophandel en Fabrieken, Burgemeester en Wethouders van Enschede en den Burgemeester van Lonneker, voorts tal van fabrikanten uit Twente en omstreken, den heer Ravenswaay, stationschef van de G. O. L. S., het Bestuur van Evangelie en Vrijheid en 't personeel van de lste O. L. School, vroeger aan den Zuiderhagen, naar welks spelende leerlingen de overledene zoo gaarne mocht kijken en aan wie hij zoo menigen feestdag bereidde en toen de school werd verplaatst, een prettig afscheidsfeestje bezorgde, was in den stoet vertegenwoordigd door den heer J. H. Brooard. Bij de geopende groeve sprak ds. H. G. Oldeman, voorzitter van den Kerkeraad der Herv. gemeente alhier ongeveer het volgende: Is het wonder, dat het spreken aan dit graf voor mij een zware taak is. Niet wasr, wij gevoelen het allen: deplaats onzer inwoning, onze stad Enschede betreurt het verlies van een edel man. Eu niet alleen Enschede in 't algemeen, maar ook zij, die dezen braven man meer van nabij hebben gekend, zij gevoelen het zoo levendig, hier staan wij bij een graf. waarin zoo veel goeds is geborgen. Waar het aan een graf soms moeilijk valt woorden van waardee ing, van dankbaarheid te spreken, gedaohtig aan het spreekwoord: i/van de dooden niets dan goed", behoeven wij hier aan de waarheid niets te kort te doen, waar wij hier woorden spreken van waardeering, van hoogachting, van dankbaarheid, van liefde. Als ik in dezen geest spreek, geloof ik de tolk te lijn van allen, die hier tegenwoordig aijn. Ik was, gaat spr. voort, nog sleahts korten tijd in Enschede, toen mij gevraagd werd, of ik ook al kennis had gemaakt met «den ouden heer Jannink", dien, zei men, moest ik eens bezoeken, dan zou ik daarvan een goeden indruk ontvangen. Nu, ik heb kennis gemaakt met dezen edelen burger en onmiddellijk bemerkte ik, dat ik hier met een goed mensch te doen had. En gij, kinderen, familie en kleinkinderen gevoelt ook levendig, wat gij in dezen braven vader en in dezen goeden grootvader verliest. O, welk een steun was hij niet voor onze Nederl. Hervormde gemeente, voor die vereeniging, die het zedelijk-godsdienstig leven wil bevorderen. Wij gevoelen het, dat de heer Jannink een edel en vroom man was, die zich wel niet op kerkelijk gebied op den voorgrond stelde, maar die op andere wijze onze Hervormde Gemeente heeft gediend, door hare stoffelijke belangen te behartigen. Bij hem vond men hulp voorarmen, behoeitigen, ongelukkigen. Denk daarbij voorts aan zooveel zedelijken steun, omdat in die trouwe borst een vroom hart klopte. Telken keere bezocht hij onze openbare godsdienstoefeningen. Wat missen wij in de kerk onzen trouwen vriend, nu wij daar zijne plaats ledig zien. O, mocht een deel van zijn geest in ons allen overgaan. Ook sta ik hier als vertegenwoordiger van Evangelie en Vrijheid, eene vereeniging, die in hare banier heeft geschreven : vrije ontwikkeling van het godsdienatig-zedelijk leven. Natuurlijk dat zulk eene vereeniging ook de liefde had van den heer Jannink. Ook Evangelie en Vrijheid zal hem missen en als voorzitter dier vereeniging breng ik dezen vrome hulde, want innig vroom en godsdienstig was de heer Jannink. Hoe vaak heb ik met hem gesproken over die gewiohtige vraag, waarbij wij allen hier aan deze groeve herinnerd worden: de vraag naar onsterfelijkheid. Hoe trof het mij, met welk eene zekerheid hij daarvan kon getuigen; hoe hij leefde in de vaste hoop, dat op dit ontslapen een heerlijk ontwaken zou volgen. Op het Paasohfeest deed hij nog zijn laatsten kerkgang, dat feest, dat getuigt: na lijden heerlijkheid, na strijd overwinning;, na den dood het eeuwige leven. Het geloof in God en reuwig leven heeft hem staande gehouden. Deze schoone voorjaarsdag spreekt van een leven, dat sterker is dan de dood en de bloemen op zijn graf zijn het symbool van leven, vau het leven uit den dood. Spr. eindigt zijne toespraak met de volgende scboone dichtregelen uit den «Liederenbundel van den Ned. Protestantenbond" : Rust zacht in de schemer der graven, Gij stoflijk omhulsel des braven. Hij zelf groet den eeuwigen morgen, 't Is 't reiskleed alleen, dat wij borgen. Hoor, 't ruischt door het gras van de zoden: Omhoog, niet omlaag zijn uw dooden; Het graf is een hemelsohe poorte En 't sterven een wedergeboorte. Hierna sprak de heer H. ter Kuile Jzn., voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier. Spr. schetste den krachtigen wil van den heer Jannink, wiens energie de zaak tot enorm grooten bloei heeft gebracht, wiens initiatief nieuwe banen heeft geopend voor de industrie. Spr. heeft niet met den heer Jannink zitting gehad in de Kamer van Koophandel en Fabrieken, maar hij kan nagaan, dat zijne adviezen van grooten invloed zijn geweest en dat daarmede wel degelijk rekening is gehouden. Vervolgens sprak de heer H. Friesendorp A.Hz. het volgende: In naam van 't personeel zij het mij vergund een enkel woord te spreken. Mijnheer Jannink 1 beste patroon, eerder dan wij het verwacht hadden zijt gij van ons heengegaan. Uw lijden, arme strijder, is gedaan. Hoe gaarne hadden wij allen u een beteren levensavond toegewensoht, maar sedert zij van u is '.heengegaan, aan wier zijda gij straks weer iusten zult, bemerkten wij al te goed, dat er bij u ean ledige plaats gekomen was, die niemand in staat was aan te vullen. Met u gaat niet alleen heen een goed mensch, maar ook een goed fabrikant. Uw voorbeeld is Enschede tot grooten zegen geweest. Wij, uwe ondergeschikten echter, van wie gij toewijding verlangdet, maar daarvoor in hooge mate terugsohonkt erkentelijkheid en vertrouwen, wij verliezen in u niet alleen een patroon, maar ook een warmen, hartelijk deelnent enden vriend, zoowel persoonlijk, als in ons buisgezin. Aan uwe geopende groeve staan we daarom met diep weemoedige gedachten. Hoe zullen wij het best u gedenken ? Wij zullen dat niet beter kunnen doen, niet beter u eeren, dan door onze beste krachten, al onze energie te blijven geven aan het werk uwer handen en dat te doen in uwen geest. In naam van allen wil ik ten slotte u danken voor alles, wat gij voor ons geweest zijt. Uw aandenken zal bij ons in gezegende herinnering blijven; neen vergeten zullen we u nooit. Beste patroon, rust zacht! rust in vrede I Ten slotte sprak de heer Edo Bergsma, burgemeester van Enschede. Deze wil een laatsten groet brengen, een laatste woord spreken bij het graf van den man, in wien Enschede zooveel verliest. De overledene was een man van "het durven", een man wiens energie, wiens wilskraoht welvaart wist te verspreiden om zich heen. Niet alleen was hij een zegen voor Enschede, maar ook voor geheel Twente. Een laatste woord van hulde, een laatste woord van eerbied, wordt hem door spr. gebracht. De oudste zoon van den overledene, de heer Gerh. Jannink, bedankte hierna namens de familie allen voor de laatste eer aan zijn dierbaren vader bewezen. Hiermede was deze indrukwekkende plechtigheid afgeloopen.

openstaande vragen /discussie