PARENTEEL TEN CATE IV.al Bernhard T ter Horst

Bernhard Theodor ter Horst

ouders: Abraham ter Horst en Maria Geertruid ten Cate

geboren Gronau 5-12-1857,

gedoopt:

overleden Enschede 26-4-1915,

begraven: Münster (Dld) 29-4-1915

beroep:

woonplaats / adres: Münster in Westfalen (DlD) (Rothenburg 10, 1915)

relatie: trouwt Enschede 28-06-1890

Aaltjen Hermina Wennink

ouders: Jan Herman Wennink en Fenneken ten Cate (dr.v. Bernard ten Cate (zn v Benjamin tC en Aaltjen Tegelaar) en Aaltje Stevens)

geboren: Enschede 23-12-1862

gedoopt:

overleden: Mecklenbeck (Dld) 8-6-1920

begraven:

beroep:

woonplaats / adres:

kinderen:

    1. Maria Geertruid ter Horst, ?-?, X prof.dr. Wilhelm Matthies, VOLGT PARENTEEL TEN CATE V.bs

    2. geboren:

    3. overleden:

    4. beroep:

    5. woonplaats / adres:

    6. relatie: trouwt

    7. prof. dr. Wilhelm Matthies, geboren:

    8. overleden:

    9. beroep: hoogleraar theoretische fysica. Dekaan. Auteur van een artikel over de relativiteitstheorie (1920). Nationalsocialist, als ongewenste vreemdeling in 1945 Zwitserland uitgewezen, maar met succes bestreden.

    10. woonplaats / adres: Münster (-1913) Basel (1913, 1915)

    11. ouders:

      1. kind (1915)

    12. Hermine ter Horst, geboren:

    13. overleden:

    14. beroep:

    15. woonplaats / adres: Münster (Dld) 1915

    16. relatie:

    17. Albert ter Horst, geboren:

    18. overleden:

    19. beroep:

    20. woonplaats / adres: Oostelijk front (1915)

    21. relatie:

biografische aantekeningen

Aaltjen Hermina Wennink werd in 1890 als Duitse genaturaliseerd.

bronnen

* 1915, 26-4: Tubantia. Tot onze diepe droefheid overleed heden plotseling te Enschede onze geliefde Echtgenoot, Vader, Pleegvader, Behuwdvader en Grootvader, de Heer Bernard Theodor ter Horst in den ouderdom van ruim 57 jaar. A. H. TER HORST— Wennink. Münster i. W. M. G. MATTHIES— TER HORST. PROF. DR. W. MATTHIES . en kind. Basel. HERMINE TER HORST. Münster i. W. ALBERT TER HORST. Oostelijk front De teraardebestelling zal plaats hebben Donderdag 29 April, des nam. 4 uur, vanaf Rothenburg 10, Münster i. W. Eenige algemeene kennisgeving. Münster I.W., 24 April 1915.

* idem: Heden overleed tot onze diepe droefheid onze geliefde Broeder en Zwager, de Heer Benard Theodor ter Horst in den ouderdom van ruim 57 jaar. Djokjakarta. G. TER HORST. T. TER HORST-DE BOER. Delden. A. E. WENNINK. HERMINE WENNINK. Emden, D. TERGAST— Wennink. Londen, B. A. WENNINK; L. WENNINK— Bryan. Gronau i.W. J. H. WENNINK. J. WENNINK-BOS. Eenige algemeene kennisgeving. Enschede, 24 April 1915.

* 1920, 9-6: Tubantia: Heden overleed onverwacht te Mecklenbeck onze geliefde zuster, Aleide Hermina Wennink Wed. B. Th. ter Horst, in den ouderdom van ruim 57 jaar. Uit aller naam, E. A. WENNINK Delden 8 Juni 1920. Volstrekt eenlge kennisgeving.

kind 1:

CHRISTIAN SIMON: Naturwissenschaften in Basel im 19. und 20. Jahrhundert. Die Philosophisch-Naturwissenschaftliche Fakultät der Universität. Januari 2010. (christian.simon@unibas.ch)

Nationalisierte und politisierte Wissenschaft II: Physik

Erfasst vom ‹braunen Virus› wurden aber auch Vertreter anderer Fächer, die eigentlich sehr viel weniger Gelegenheit zu politischen Interpretationen boten als die Geographie. Hierzu gehörte die Physik. Wilhelm Matthies, 1913 aus Münster als Nachfolger des Basler ‹mathematischen Physikers› Karl Von der Mühll mit Unterstützung durch die Freiwillige Akademische Gesellschaft berufen, vertrat extrem nationalistische Überzeugungen in Zusammenkünften von Basler Dozenten und bezeichnete andere deutsche Mitglieder des Basler Lehrkörpers, wenn sie sich nicht auf die von ihm bevorzugte Linie begaben, als schlechte Patrioten. Deshalb befürchteten diese, Matthies würde sie in Deutschland ‹anschwärzen›. Er war Mitglied einer NS-Organisation für Veteranen des Ersten Weltkriegs und gehörte wie Fritz Jaeger der ‹Basler Pfalz› an. Matthies fühlte sich als unschuldiges Opfer von gegen ihn gesponnenen Intrigen und

sah sich nur als guten Deutschen.

Im Fall Matthies wurden die Erziehungsbehörden früher aktiv als im Fall Jaeger, weil er einer Erneuerung des Faches im Wege stand (Berufung von Markus Fierz als Nachfolger) und wissenschaftlich und pädagogisch seit den frühen 1920er Jahren kaum mehr etwas geleistet hatte. Es lag somit ein offensichtliches Versagen in den Aufgaben des Professors vor und nicht ‹nur› ein weltanschaulich-politisches Problem. Matthies wurde sanfter angefasst als später Jaeger: Auf den 30. September 1944 wurde er formell auf eigenes Ansuchen pensioniert und ihm der Genuss der Leistungen der Basler Pensionskasse gestattet. Doch 1945 wurde er durch den Bundesrat auf Antrag des Politischen Departements aus der Schweiz ausgewiesen: Er sei Mitglied der national-sozialistischen Kriegerkameradschaft und der ‹Basler Pfalz›, hiess es zur Begründung. Nach dem Befund der Bundesbehörden bekundete er eine fanatische nationalsozialistische Gesinnung, besuchte regelmässig die Veranstaltungen der reichsdeutschen Gemeinschaft und war spionageverdächtig. Auf einen Rekurs von Matthies hin wurde dieser Entscheid 1946 zurückgenommen und in eine Androhung der Ausweisung umgewandelt.

openstaande vragen / discussie