IX-8 Schurink, Hermina

Hermina Schurink (= IX-8)


ouders: Jan Schurink [en Ale Schipholt?]


geboren: tussen 1713 en 1718,

gedoopt:

overleden: Enschede tussen 6-11-1747 en 11-11-1748

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie: trouwt


Gijsbertus Hoedemaker (IX-7)


ouders: Hendrik Hoedemaker en Geertruid van Ingen


geboren: Enschede ergens tussen 1699 en 1715 (of: rond 1708),

gedoopt:

overleden: Enschede tussen 6-6-1746 en 16-10-1747

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

  1. Geertruid Hoedemaker, 1736-1813, X 1755 Hendrik Hoedemaker, VOLGT VIII-4

  2. Aaltje Hoedemaker, geboren: Enschede ca 1738,
    overleden: Enschede 8-2-1753
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: ongehuwd

biografische aantekeningen


Gijsbertus Hoedemaker komt in het Oud Rechterlijk Archief van Enschede vaak voor, maar slechts in één rol: namelijk als erfgenaam van schulden en tegoeden van zijn schoonvader Jan Schurink. Gijsbertus brengt geen eigen aanmaningen uit vanwege wanbetaling van klanten, noch wordt hij zelf gemaand als afnemer. Hij was dus waarschijnlijk geen koopman/winkelier zoals zoveel van zijn familieleden.


bronnen


lit: Genealogie Koek en enkele aanverwante families

* 1725, 14-9: ORA Enschede, SG.074.010: Den 14. dito: Giesbertus Hoedemaker geeft aan een huijs, staande in deesen stad voor hem en zijn mede erfgenamen gekocht te hebben van de wed. van Docter Wagelaar voof fl 1040,-.

* 1742, 7-5: ORA Enschede LG.012.518 en 519: De erfgenamen van de overleden juffr. Catharina Nijenhuis verkopen twee stukken bouwland in de Eschmarke aan resp. Berent Tiggelaar en Herman Horst. Die erfgenamen: Gerrit Nijenhuis X Catharina te Morsch, Henrick Werners X Judith Nijenhuis te Almelo, ds Peterus Bellinckmeer namens Rebecka Nijenhuis wed. Tobias Schrijver te Kampen, Lambertus Naber als momber van de kinderen van Lambert Overbecke en zijn overleden vrouw Maria Nijenhuis te Haarlem; Bellinckmeer en Naber treden ook op voor Derk en Giesbertus Hoedemaaker, nu van huis zijnde, maar gevolmachtigden van Gijsbert Stenvers en diens vrouw Jacomijna Nijenhuis.

* 1744, 8-3: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 141: “Procureur Henrick Pennink, bekende volmachtiger van Gijsbertus Hoedemaker als in huwelijk hebbende de dochter van Jan Schurink en verzocht van vorenstaande handelinge salvis omnibus met een termijn van zes weken…”

* 1744, 14-9: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 102: "Compareerde in dit weledele gerichte Gijsbertus Hoedemaker, geïnstitueerde volmachtiger van zijn schoonvader Jan Schurink..."

* 1744, 9-11: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 117: "De erfgenamen van wijlen Fenne Roberink exhibeerde na gedane citatie tegens Gijsbertus Hoedemaker, nomine uxoris, erfgename van wijlen Jan Schurink in documentis A B C …"

* 1745, 4-1: ORA Enschede SG.040.126: Gijsbertus Hoedemaker, geassist met Theod. Pennink, in zake tegen Hermen Hoevink nomine uxoris en Hend:k Roberink, die ook namens zijn broer Lambert en zus Geeske ageert, zonder dat er een volmacht van die broer en zus zijn vertoond. Die moet eerst maar eens geproduceerd worden, voordat het proces verder kan gaan.

* 1745, 11-1: ORA Enschede SG.040.128: Lamb:t Roberink en zijn zuster Geesken Roberink (bijgestaan door Herman Hesselink) machtigen de advocaat G.J. Nietert in de zaak tegen Gijsbertus Hoedemaker als man en voogd van zijn vrouw, de erfgename van Jan Schurink, en akkorderen alles wat hun broer Hendrik Roberink en zijn zwager Jan Herman Hoevink in de zaak tegen Gijsbertus Hoedemaker tot dusverre hebben gedaan; Gijsbertus Hoedemaker machtigt Henr. Penninck om namens hem op te treden.

* 1746, 6-6: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 266: (waterschade): "... erfgenamen... Fenneken Roberink prolongeert... termijn tegens Gijsbertus Hoedema... zes weken aut interim zijn..."

* 1747, 16-10: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 320: (door waterschade minder goed leesbaar) "Erschenen in dese Gerichte proc Nietert, volmachtiger van de erfgenamen van Fenneken Roberink, segt … de procedure ter sake van het … overlijden van Gijsbertus Hoedemaker tot aan heden toe buiten vervolg verbleven sij soo is … bij dese verzoekende dat desselfs nagelaten weduwe, boedelhoudster en wettige voogdes over (321) haare kinderen tegen seekeren fortabelen dag moge werden geciteerd om den arrementen van den processe volgens de laaste retroacta op en aan te nemen onder protestatie van kosten."

* 1747, 6-11: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. ...: de weduwe van Gijsbertus Hoedemaker en voogdesse over haar onmondige kinderen wordt geciteerd om voor het gerecht te verschijnen door Dr Nietert, die daarmee de zaak van de erfgenamen van Fenne Roberink weer hervat.

* 1748, 9-2: Stadsarchief Enschede, ORA Landgericht Enschede, invnr 13, p. 133: Hermen Assink en zijn vrouw Geertjen ter Haar bekenden aan de onmondige kinderen van wijlen Gijsbertus Hoedemaker en Hermina Schurink, onder de voogdij van Derk Hoedemaker en Andreas Nijenhuijs wegens een lening schuldig te zijn fl 1000,- tegen 2,5% rente. [hetzelfde echtpaar had op 7-11-1727 al fl 650,- geleend van de burger van Enschede en koopman Jan Schurink]

* 1748, 11-11: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 40, p. 417: "Comp. Dr Nitert, volmr van de erfgenamen van wijlen Fenna Roberink, verzoekt, vermits het overlijden van de weduwe wijlen Gijsbertus Hoedemaker, dat de mombaren van deselve kinderen tegen zekeren dag mogen weerden geciteerd en de errementen van …"

* 1749, 13-1: ORA Enschede SG.040.437: Derk Hoedemaker en Andreas Nijenhuis, de mombaren over de onmondige kinderen van wijlen Gijsbertus Hoedemaker en Hermina Schuirink, hernemen het proces dat de erfgenamen van Fenne Roberinck tegen de ouders van de kinderen hebben geentameerd.

* 1749, 27-10: ORA Enschede SG.041.046: in de laatste akte over de zaak van wijlen Fenneken Roberink tegen (de kleinkinderen van) Jan Schurink wordt weer eens om uitstel verzocht.


kind 2:

* 1753, 23-6: Stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht Enschede, invnr 74, p 153: "Derk Hoedemaker en Andreas Nieuwenhuijs als mombaeren van de naegelaetene kinderen van wijlen Gijsbertus Hoedemaker bij Hermina Schuurink in egte geteelt aan mij ondergeschrevene aengegeven het Collateraal of versterf van haar eene pupil Aaltjen Hoedemaeker hetwelke op den 8 Febr deses Jaars is koomen te overlijden welke versterff of collateraal vervalt op haar andere pupil genaemt Geertruijt Hoedemaker bestaande in deese navolgende perceelen: 1. het halve huijs geleegen binnen deeze stad tussen de huijsen van Sr. IJsack Paschen zijdwaerts en agter en de zogenaamde Hofstraete. 2. een half huijs geleegen in de Hofstraete tussen de huijsen van J. Jorrizen en Gerrit Robbe meede binnen deese Stad 3. Drie halve hooven of haagen gaardens in hare bekende bepalingen binnen het stads wigbolt gelegen. 4. Een halven lossen gaarden meede kennelijk binnen dit stads wigbolt geleegen en sulx alle voornoemde parceelen op een summa van negen hondert en twintig guldens. SC segge SC fl 920,-."


openstaande vragen / discussie


De in diverse online genealogieën aangenomen afstamming van Hermina Schurink (ze zou de dochter zijn van Willem Schurink en Geertruid Anna ten Cate) is onhoudbaar. Uit diverse aktes in het Oud Rechterlijk Archief (Stadsgerecht) Enschede blijkt zonneklaar dat Hermina Schurink de dochter is van Jan Schurink. Jan Schurink was, blijkens zijn testament van 8-2-1733 gehuwd met Ale Schipholt en de vader van Willem, Jan, Hendrik, Jenneken, Stijne, Hermken en Zwenneken Schurink. Ze laten hun erve en goed Het Schurink met alle hoge en lage landerijen, gelegen in de Eschmarke, na aan de oudst nog levende zoon, of bij hun vooroverlijden aan de oudst nog levende dochter. Dat lijkt echter een andere Jan Schurink te zijn: deze is overleden als zijn broer Engbert Schuirink in zijn testament op 26-7-1743 de hier zojuist genoemde kinderen tot zijn universele erfgenaam maakt. Van één levende en één overleden dochter van Jan en Ale wordt in dit testament de echtgenoot vermeld, van Hermken en Swenneken wordt geen echtgenoot vermeld.

Dat lijkt echter een andere Jan Schurink te zijn: deze is overleden als zijn broer Engbert Schuirink in zijn testament op 26-7-1743 de hier zojuist genoemde kinderen tot zijn universele erfgenaam maakt.

De schoonvader van Gijsbertus Hoedemaker leeft echter nog op 14-9-1744, want dan treedt zijn schoonzoon als zijn gevolmachtigde op. In het conflict tussen de familie Roberink en Jan Schurink, is na Schurinks dood Gijsbertus Hoedemaker de enige actor. Dat lijkt erop te duiden dat Hermina Schurink enig kind was.

Aan de andere kant: indien Gijsbert en Hermina hun ouders hebben vernoemd, dan moet de moeder van Hermina wel degelijk Aaltje hebben geheten.

Er is nog één akte over Jan Schurink, waarin het ondubbelzinnig over de vader van Hermke gaat:

1727, 7-11: ORA Enschede LG.11.569: Hermen Assink en zijn vrouw Geertken ter Haer bekennen fl 650,- geleend te hebben van Jan Schurink, “burger en coopman tot Enschede”. In de marge staat een verklaring van Derk Hoedemaker en Andreas Nijenhuis dd 2-2-1744, als mombaren over de kk van Gijsbertus Hoedemaker en Hermina Schurink.

Er zijn in het Oud Rechterlijk archief veel aktes te vinden van het Landgericht over Jan, Egbert, Willem, Hendrik, Stijntje en Swenne Schurink.