Kasteel Doornenburg 5
In de uiterste uithoek van de Over Betuwe splitst de Rijn en de Waal. Juist in deze plaatst staat De Doornenburg. Dit robuuste middeleeuwse kasteel bestaat uit een hoofd en voorburcht die met elkaar verbonden zijn door een houten brug. Het extensieve onderhoud past uitstekend in het landschap van weleer. De hoofdburcht is een blokvormig gebouw, omgeven door een gracht. Het kasteel telt 9 woon- en verblijfruimtes. De ridderzaal en overwelfde kelders zijn typerend voor de middeleeuwse architectuur. Om het kasteel ligt 8 hectare agrarische grond, die in het kader van natuurbeheer extensief wordt beweid.
De uitgestrekte voorburcht wordt wel eens de grootste en mooiste middeleeuwse van Nederland genoemd. Achter de deuren van het poortgebouw en de stoere weermuren bevinden zich de ruime binnenplaats met rondom het binnenplein een boerderij met potstal, een kapel, een woontoren, een koffiekamer en het woonhuis van de kasteelbeheerder.
Omschrijving gebouwen
1. Hoofdburcht 6. Potstal
2. Kapel 7. Poortgebouw
3. Koffiekamer 8. Weergang met hoektoren
4. Woonhuis kasteelbeheerder 9. Langeracktoren met wapenkamer
5. Boerderij
Bewoners en bezitters
De Doornenburg is bewoond geweest door de zeven elkaar opvolgende geslachten Van Doornick, Van Bylandt, Van Homoet, Van Voorst, Van Amstel, Van Heemskerk en Van Bemmel. De laatste bewoner was Maria Clara von Delwig, barones van Bemmel. Zij is in 1847 op hoog- bejaarde leeftijd overleden. Daarna is het kasteel nog lange tijd in eigendom geweest van de familie Van der Heijden. Deze familie heeft het kasteel echter nooit bewoond. Het gebouw raakte zelfs ernstig in verval. In 1936 kwam textielbaron J.H. van Heek in beeld. Deze vermogende industrieel uit Enschede richtte Stichting tot Behoud van den Doornenburg op. Deze kocht het kasteel van de familie Van der Heyden. In 1937 begon Van Heek aan de restauratie die in 1941 werd voltooid.
Bijschrift Judocus Henricus Antonius van der Heijden (1765-1854)
Verwoesting
Veel plezier kreeg Van Heek niet van zijn restauratie. In het laatste half jaar van de Tweede Wereldoorlog lag de Betuwe in de frontlinie, het kasteel deed dienst als hoofdkwartier van de Duitsers. In januari en maart 1945 heeft de Engelse luchtmacht het kasteel gebombardeerd. Bij de eerste luchtaanval werden verschillende gebouwen van de voorburcht verwoest. De tweede aanval was funest voor de burcht. Er bleef één grote ruïne over. Extra zuur was dat de geallieerden niet wisten dat de Duitsers al waren vertrokken.
Na de oorlog begon Van Heek weer van voren af aan. Met hulp van de overheid en verschillende particulieren heeft de stichting De Doornenburg geleidelijk aan weer helemaal laten herstellen. In 1968 stond het robuuste kasteel er in volle glorie bij. Een groot gemak bij deze herbouw was dat de stichting kon beschikken over de ervaringen die ze bij de eerste restauratie had opgedaan. Bovendien waren veel bouwlieden zowel bij de eerste als de tweede restauratieklus aanwezig.
[boven] Totaal verwoeste burcht. De Doornenburg na het Britse bombardement van 19 maart 1945.
[links] Jan van Heek en de architect Van Beveren tijdens de restauratie van het kasteel.
Huidige functie
Bovendien wordt de hoofdburcht gebruikt voor het houden van besloten feesten en culturele evenementen. De kapel wordt gebruikt voor kerkelijke en burgerlijke huwelijken.
De koffiekamers en terras zijn geopend vanaf 2 april t/m 29 oktober 2006 op de zondagen en van 16 mei t/m 15 september 2006 van dinsdag t/m zondag. Het kasteel heeft na de tweede restauratie een museale functie.
|
De boerderij
Kasteel Doornenburg wordt omgeven door weilanden en boomgaarden. Binnen de verdedigingsmuren staat een boerderij die nog volop in bedrijf is. Vandaar dat het kasteel uniek is in Nederland. Boerin Annie Derksen beheert dit agrarische bedrijf. In de omliggende weilanden lopen Lakenvelders.
De veeschuur van boerin Annie Derksen is in 2003 verbouwd tot een potstal. Tijdens de verbouwingswerkzaamheden is het een en ander aan archeologische waarde tevoorschijn gekomen. Zoals funderingen van een segmentboog, een keermuurtje en resten van oude poeren. Verder een gemetseld blok van onbekende bestemming, en een prachtige waterput. Die is in oude glorie opgemetseld en afgedekt met een deksel.




Het Muiderslot
Als een stoere en grimmige waterburcht rijst het kasteel uit op de slotgracht. Een kolossaal gebouw is het eigenlijk niet, maar wel indrukwekkend, zoals het daar vierkant en geducht het vlakke land beheerst. Vergeefs zoekt men naar een jaarsteen, een sculptuur, een ornament tussen de bakstenen als aanduiding van een bouwmeester, bouwheer of bewoner. En toch, in zijn contouren al roept het de herinnering op aan een middeleeuws vorst, die met het stichten van dit bouwwerk uiting wilde geven aan de kracht van zijn gezag.
In de dagen toen hand- en voetboogschutters met de spankracht van hun bogen nog de afstand aangaven, waarbinnen men op zijn hoede moest zijn, en katapulten, blijden en stormrammen de ver-nielingskracht van de belegeraar bepaalden, moet een burcht als deze de gemene man wel diep ontzag hebben ingeboezemd.
Al denkt men bij dit sterke huis met zijn brede water, zijn meterdikke muren, zijn vijf zware torens, zijn kantelen, weergangen en talloze vernuftig weggemetselde schietgaten in de eerste plaats aan strijd, toch denkt men daar niet alleen. Het roept ook de herinnering op aan spel en vermaak van edelen en hun jonkvrouwen. De klaroen schalt, de kettingbrug valt knarsend neer en men ziet in zijn verbeelding een kleurrijke ruiterstoet blijdelijk naar buiten treden het veld in, om op valkenjacht te gaan, of zoals de klerk, Melis Stoke, in zijn Rijmkroniek het dichterlijk schrijft: "ute varen’met veder spele". Of mengt zich muziek door uw mijmering en ziet u de minstreel bij het flakkerende haardvuur zijn luit tokkelen en hoort u hem verhalen van min en spel en krijg? Of denkt u aan de dis en ruikt u het gebraad, dat, aan het spit gestoken, langzaam wentelt, terwijl de wijn uit stenen kruiken wordt geschonken?
Als u, voor dit slot staande, uw blik laat glijden langs de torens en de tinnen is het een merkwaardige gedachte, dat nu welhaast zeven eeuwen lang een ontelbare menigte van vorsten, edelen, dorpers, poorters, burgers datzelfde voor u deed."