West zuidwest

West Zuidwest van Ameland,

Daar ligt een kolkje diep.

Daar vangt men schol en schellevis,

Maar mooie meisjes niet.

Refrein:

Hoog is de zolder, laag is de vloer,

Mooi is het meisje, maar lelijk is d’r moer.

Hoog, hoog, ja hoog…, de ballast die is droog,

Maar onder op de grond…, is hij zo nat als stront.

Toen ik laatst van Suriname kwam,

Zag ik van ver een schip.

Dacht dat het in de wolken hing,

Maar het zat op een klip.

Refrein:

En op die klip daar zat een koe,

Een wonderbare koe.

Die alle dagen kalv’ren moest,

Zij was er raar aan toe.

Refrein:

Het was een vruchtbaar jaar,

Het was een vruchtbaar jaar.

Dat alle vrouwen kraamden,

En Henk de vader waar.

Refrein:

Dit is het einde van het lied,

Een lied zonder moraal.

Maar als wij straks naar huis toe gaan,

Dan zingen we ‘t allemaal.

Refrein:

Refrein: + is hij zo nat als Stront