Bezoek aan Harelbeke - Zondag 7 december

Harelbeke is ontstaan op een zandige Leie-oever bij de uitmonding van de Arendsbeek. De aanwezigheid van een grafelijk verblijf, de stichting van een kapittel, de ligging aan de Leie, de weg Kortrijk-Gent, een octrooi voor de productie van laken en het houden van een markt werkten het ontstaan en de groei van het stadscentrum in de hand.

Nu telt Harelbeke met deelgemeenten Bavikhove,Hulste en Stasegem 27000 inwoners. B.H.'s (bekende Harelbekenaars) zijn o.m. de componist Jan Decadt, de renners Dirk Demol, Stijn Devolder en Julien Delbecque en de acteur Wim Opbrouck.

De Sint-Salvatorkerk is de vierde kerk op dezelfde plaats. De eerste kerk werd door de Noormannen vernield (9de eeuw). Van de tweede kerk zijn er nog resten in de crypte. De derde kerk , een romaanse kruiskerk gebouwd in de 11de en 12de eeuw,werd in 1761 afgebroken.

nkel het transept met vieringtoren zijn  bewaard. In de toren, heropgebouwd in 1949 met  een nieuwe spits, hangt een beiaard van 50 klokken.

Van 1769 tot 1773 werd een classicistische kerk gebouwd volgens de plannen van Laurent Dewez, een vooraanstaand architect in de Zuidelijke Nederlanden. De opdrachtgever was het kapittel van Harelbeke, gesticht in 1060 door graaf Boudewijn V en afgeschaft door het Frans bewind in 1796.

De kerk was ook bedoeld als parochiekerk. Voor een toenmalige bevolking van ongeveer 2.500 inwoners werd deze nieuwe kerk groot opgevat. Zelfs de bisschop van Doornik vond dat de kanunniken "misschien al te voortvarend met hun ontwerpen" waren. Maar de voorvaders van de graven van Vlaanderen lagen hier begraven. Het mocht dus wel ietsje meer zijn.

In de middenbeuk vind je het pronkstuk van Harelbekes kerk: De predikstoel met onzichtbare trap (1779, N. Lecreux, Doornik). Een "Stoel der Waarheid", waarin de kunstenaar de triomf van de waarheid over de leugen uitbeeldt. De boom van de kennis van goed en kwaad, de slang van het paradijs, de maagd (het geloof) die met het kruis de ouderling (het ongeloof) vertrapt. De vier evangelisten voeren mee de strijd: de os (Lucas) en de leeuw (Marcus) en - ietwat hogerop - het mensenhoofd (Mattheus) en de arend met de schriftrol (Johannes).


Peter Benoit (Harelbeke 1834-Antwerpen 1901) was een Vlaamse componist en muziekpedagoog. Als kind blijkt hij over een bijzonder muzikaal talent te beschikken. Op 17-jarige leeftijd krijgt hij toegang tot het Koninklijk Conservatorium in Brussel, waar hij na drie jaar afstudeert.

In 1857 haalt hij de prestigieuze Prijs van Rome. Dat stelt hem in staat om door Europa te toeren, eerst langs Duitse muziekcentra en vanaf 1859 in Parijs. Bij zijn terugkeer in Brussel was Benoit al een "BV" geworden. Zijn reputatie als een van de meest beloftevolle componisten bevestigt hij met zijn oratorium Lucifer (1866). Dit was het begin van een lange samenwerking met de dichter Emanuel Hiel. Het was ook het begin van het definitieve gebruik van de volkstaal in zijn composities. Ook in het werk "De Schelde" gaat Benoit verder tegen de stroom in door te kiezen voor het Nederlands. Dat betekent trouwens niet dat Benoit geen graag geziene gast was in de Franstalige Brusselse salons. Na het behalen in 1857 van de prestigieuze Romeprijs groeit hij uit tot een componist die door het Belgisch - in die tijd dus Franstalige -muziekestablishment gevierd werd.Door zijn benoeming tot directeur van de Antwerpse Muziekschool kan hij zijn ideeën rond nationalisme en volkopvoeding door muziek onmiddellijk in de praktijk toepassen. Benoit wil komen tot een eigen, niet door buitenlandse beïnvloede Vlaamse muziek. Daarvoor keert hij terug naar het volkslied en de moedertaal, wat in die tijd in de verdrukking was geraakt was. De muziekkunst moet volgens Benoit terug ‘menselijk' worden. Hij plaatst de moedertaal tegen het overheersende gebruik van het Frans in het onderwijs en de muziek en van het Latijn in de kerkmuziek. Of zoals Benoit het zelf zegt: ‘Een volk dat zijne eigene taal niet spreekt zal nooit oorspronkelijke melodische kunsttypen voortbrengen.' Einde citaat. Soms vergeten we wel eens dat Benoit ook enorm belangrijk was als pedagoog. Het is tenslotte "De man die zijn volk leerde zingen". Het doel van zijn muziekonderwijs was niet het afleveren van virtuozen maar van ‘denkende mannen en vrouwen'. Ja, ook vrouwen. En ook dat was voor die tijd ongewoon. Benoit voerde gemengd onderwijs in. Of zoals Benoit het zelf zei: ‘Grote kunstenaars bestaan niet uit en bestaan niet op zich zelf.'(einde citaat). Componisten zowel als uitvoerende musici moesten midden het volk -hun publiek -staan. "Vlaanderens Harpenaar" gaat dus muziek schrijven voor het gewone volk. Daarvoor gebruikt hij een toegankelijke schrijfwijze, grote en kleurrijke orkestraties en massale bezettingen, vaak in openlucht. Ook dat maakt onze Harelbekenaar uniek in de muziekgeschiedenis: een componist maakt zijn kunstenaarschap ondergeschikt aan zijn sociaal-culturele taak. Het belangrijkste is dat zoveel mogelijk mensen toegang krijgen tot de muziek. Ook al door die sociale dimensie kunnen we Benoit niet beschuldigen van een eng nationalisme. 

Zijn nationalisme vertrekt vanuit een emancipatiebeweging en stelt zich niet superieur tegenover andere volkeren op. Het is net de eigenheid en de variëteit van alle volkeren die bijdraagt tot de verrijking van de mensheid. Benoit heeft zijn plannen voor een geïntegreerd muziekleven niet ten volle kunnen verwezenlijken. Andere strijdpunten heeft hij wel gerealiseerd, zoals de oprichting van het Nederlandsch Lyrisch Tooneel (de voorloper van de Vlaamse Opera) en het gelijkschakelen van zijn muziekschool met de koninklijke conservatoria. Daarin zijn structuren en ideeën aanwezig die tot de dag van vandaag blijven doorwerken. Klik op het driehoekje onder Fantasie 3 en U hoort een fragment uit de 3de fantasie van Peter Benoit. U herkent wellicht het deuntje die jarenlang gespeeld werd tijdens stakingen op de "BRT". Weinigen wisten dat het van Peter Benoit was.

meer op http://www.harelbeke.be/museum

Praktisch:

We komen om 13u45 bijeen op het marktplein van Harelbeke , naast de kerk. Eerst bezoeken we de Salvatorkerk onder de leiding van deken Wilfried Eneca. Daarna hebben we een geleid bezoek aan het Peter Benoitmuseum. We sluiten deze namiddag af met een drankje in een Harelbeekse taverne.

Deelname:  DF-leden: gratis -   Niet DF-leden: €2

Voor wie er graag bij wil zijn, graag een seintje  voor 1 december !

Info: Luc Lernout 056 51 42 11       lucas.lernout@gmail.com