PEDAGOGISCH WERKPLAN KINDEROPVANG “DE GEKKE GEIT”
Registratienummer Landelijk Register: 128858412
Bedrijfsnaam: De Gekke Geit
Gastouder: Margarethe Neuteboom – van der Wilt
Opvang voor kinderen van 4-12 jaar ( 6 kindplaatsen per dag)
Versie: 28 december 2024
1 Inleiding
1.1 Even voorstellen
Ik ben Margarethe Neuteboom. Ik ben getrouwd met Erik en we wonen met onze 2 dochters op de boerderij in het Hooiland. Wij houden van het buitenleven en van de ruimte om ons heen. Het is heerlijk om van de seizoenen te genieten en van de ruimte, rust en de natuur.
Ik heb 12 jaar gewerkt als Kinderverpleegkundige in het ziekenhuis. Daarna heb ik gedurende 5 jaar met veel plezier als pedagogisch medewerker op een BSO gewerkt. Tevens werkte ik gedurende 2 jaar drie ochtenden als onderwijsassistent en rugzakbegeleider in groep 1 en 2.
Mijn droom was om zelf een kleinschalige professionele opvang op onze boerderij aan te bieden. Na een flinke verbouwing van onze schuur tot knusse kinderopvangruimte is deze droom in 2014 werkelijkheid geworden en ben ik als zelfstandige gestart.
Ik wil graag zoveel mogelijk aandacht aan de kinderen geven, ben creatief en hou van samen gezellige dingen doen zoals bakken, knutselen, spelletjes en buiten zijn met de kinderen.
De leeftijd van 4-12 jaar spreekt mij aan omdat ik de interactie met de kinderen zo leuk vind en we er lekker op uit kunnen.
Omdat de opvang kleinschalig is (maximaal 6 kinderen) en midden in de weilanden is het ook een fijne opvang voor gevoelige kinderen (HSP). De kinderen hebben ruimte en rust om zich heen en de ruimte is prikkelarm ingericht. Kinderen komen los van een schoolse omgeving en kunnen heerlijk bijkomen van een drukke schooldag.
1.2 Kleinschalige opvang
De kinderen worden opgevangen in een aparte ruimte van 37m2 welke huiselijk is ingericht. De ruimte is voorzien van een keuken en toilet. De groep bestaat uit maximaal 6 kinderen. De kinderen worden door mij van school opgehaald met de auto in veilige kinderzitjes.
Bij ontvangst krijgen ze afhankelijk van het tijdstip een lunch (v.a. 12.00 uur) of een crackertje (v.a. 14.30 uur) en drinken aangeboden. Hierna kunnen ze vrij zijn in hun spelkeuze. Ook wordt er vers fruit aangeboden.
Het wordt de kinderen altijd toegestaan buiten te gaan spelen. De trampoline, buitenkeuken, zandbak, het grasveld met goal, bieden veel spelmogelijkheden. Als een kind liever binnen wil spelen mag dat natuurlijk ook in de knusse binnenruimte. Er is voldoende gevarieerd speelgoed voor elke leeftijd.
1.3 Natuur beleving
Bij kinderopvang de Gekke Geit is buitenspelen en natuurbeleving erg belangrijk. De kinderen hebben veel ruimte om buiten te kunnen spelen. De buitenruimte en de omgang met dieren geeft het kind de mogelijkheid om te ontdekken en zichzelf te ontwikkelen.
Het is leuk om de seizoenen te beleven met de kinderen, om maar wat te noemen: pasgeboren lammetjes en kalfjes kijken, in de zomer picknicken ergens in de wei en bloemen plukken, in de herfst in het bos struinen, kastanjes poffen of pompoenen uithollen. In de vakanties worden er soms uitstapjes gemaakt naar de kinderboerderij, het bos, of een speelparadijs in de buurt. Bij uitstapjes worden er duidelijke afspraken gemaakt met de kinderen.( Bijvoorbeeld; Dit is de plek waar we blijven spelen. We blijven bij elkaar en niemand gaat alleen ergens anders naar toe). De kinderen hebben dan geen hesjes aan, wel armbandjes om met mijn mobilenummer erop.
1.4 Veiligheid
Jonge kinderen hebben stabiliteit nodig om zich veilig te voelen, vrij spel is belangrijk! De kleinschaligheid en knusse binnenruimte bevordert het overzicht en het vertrouwen, terwijl de ruim opgezette buitenruimte uitdaagt om veilig op zoek te gaan naar nieuwe ontdekkingen.
De speelruimte is volledig afgesloten door hekwerk waardoor een veilige en overzichtelijke speelruimte ontstaat. Met de kinderen is afgesproken dat ze niet buiten de hekken mogen spelen en wanner er bijv. een bal over het hek gaat komen de kinderen vragen of ze de bal mogen ophalen.
De kinderen mogen alleen onder mijn begeleiding bij de dieren in de wei of schuur komen.
Op de jongste kinderen is ook altijd toezicht met buitenspelen.
2 Pedagogisch beleidsplan van de Gekke Geit;
2.1 Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving
Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat een kind zich thuis voelt bij de Gekke Geit. Het moet een plek zijn waar kinderen met plezier naar toe gaan en graag zijn. Een plek waar het kind zich veilig en vertrouwd voelt en met plezier kan spelen en zich kan ontwikkelen. Voorwaarden voor een vertrouwde omgeving begint bij duidelijkheid voor de kinderen. Het kind moet weten waar het aan toe is. Ik kies er bewust voor om de kinderen kleinschalig op te vangen. Verder is er een vaste dagindeling en zijn er duidelijke regels. Er zijn per dag maximaal 6 kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. De activiteiten die we ondernemen, proberen we samen te doen, dit om het groepsgevoel en eenheid te creëren. Het kind is natuurlijk niet verplicht om mee te doen, maar ik zal het wel stimuleren.
Daarnaast moet de opvangruimte en de inrichting voldoen aan een aantal eisen zodat het kind zich hier thuis, maar ook veilig kan voelen. De vloeren en muren zijn in rustige kleuren gehouden. Het houten meubilair heeft een warme uitstraling. Er zijn plekken waar je met elkaar speelt, maar ook plekken waar je alleen kunt spelen of je terug kunt trekken. Het speelgoed wordt met zorg gekozen en uitnodigend uitgestald zodat dit de kinderen uitdaagt tot spelen. Er is een spelletjes kast op kind hoogte en een knutselkastje waar kinderen zelf uit mogen pakken wat ze leuk vinden om te doen. De binnenruimte is kindvriendelijk, veilig en overzichtelijk.
De grote buitenruimte is begrensd door afscheidingen, wanneer de kinderen buiten spelen. De kinderen weten dat ze binnen deze hekken moeten blijven. De buitenruimte is goed te overzien voor mij en ik ben alert op gevaar. De kinderen mogen niet alleen naar de schuur en mogen niet zonder begeleiding bij de dieren komen. Schrikdraad in de dieren wei is uitgeschakeld wanneer er kinderen zijn.
Bij de opvang komt het kind terecht in een andere situatie dan thuis. Het komt in een omgeving waar het te maken krijgt met leeftijdsgenootjes of jongere of oudere kinderen, met een andere volwassene en met andere speel- en ontwikkelingsmogelijkheden. Er zullen hier andere regels gelden dan thuis. Ook zijn er andere gewoontes en gebruiken.
Het hoeft hier niet allemaal precies zo te gaan als thuis en andersom. Mijn ervaring is dat kinderen heel goed in staat zijn onderscheid te maken tussen thuis en de opvang als maar duidelijk wordt gemaakt wat er anders is en waarom. Hiervoor is het van belang dat er een goede afstemming is tussen thuis en de opvang. Om te bereiken dat ouders en ik begrip hebben voor en duidelijkheid over elkaars situatie is er een open communicatie tussen ouders en mij.
Dit begint al, voordat het kind geplaatst is, bij het kennismakingsgesprek. De ouders en het kind komen samen langs. De ouders worden geïnformeerd over de gang van zaken bij de opvang en het kind kan rustig wennen/spelen. Onderwerpen zoals de dagindeling, hoe wordt er gewerkt en welke regels worden gehanteerd, komen hierbij aan de orde. Ik probeer bij zo’n kennismakingsgesprek ook een beeld van het kind te krijgen.(karakter/ voorkeuren/ eetgewoontes en allergieën enz.…) En vraag dan ook informatie van de ouder over het kind. Kinderen mogen nog komen wennen en spelen voordat ze definitief komen zodat ze alvast vertrouwd raken met mij en de groep kinderen. Dan is het minder spannend als mama of papa moet werken en ze bij de Gekke Geit mogen spelen. De eerste keren stuur ik vaak een appje naar ouders hoe het gaat met leuke foto. De kinderen voelen zich vaak snel thuis en op hun gemak.
Om de overgang tussen thuis en de opvang gemakkelijker voor het kind te maken zijn er regelmatig ophaal gesprekjes waarin over en weer verteld kan worden hoe het thuis of bij de opvang gegaan is.
2.2 Zelfstandigheid en zelfvertrouwen
Op de opvang wordt veel aandacht besteed aan de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de kinderen. De kinderen hebben er vaak veel plezier in om zelf iets te kunnen. In en om de opvangruimte vind je vrijwel al het materiaal op kind hoogte, zodat kinderen zelf kunnen kiezen en pakken. Ook wordt het gestimuleerd dat grotere kinderen de kleinere helpen.
Zelfstandigheid speelt ook een rol in het contact met anderen. Als een kind bijv. iets van een ander kind wil, stimuleer ik om het zelf te vragen, in plaats van naar mij toe te komen. De kinderen mogen zelf hun boterham smeren en eten en drinken zelfstandig. Ook kunnen de kinderen helpen met het fruit maken en andere klusjes zoals tafel dekken bijv. Dit zelfstandig dingen proberen en laten slagen, ontdekken waar je goed in bent, geeft het kind zelfvertrouwen.
Ik laat het kind zoveel mogelijk vrij in dit proberen en ontdekken. Ik stimuleer dit door het geven van tips of het bieden van uitdaging. Zo leert het kind zijn persoonlijke kwaliteiten kennen en ontwikkelen.
Wanneer dit ontdekken ten koste gaat van de veiligheid of wanneer de ontwikkeling van het kind zelf of van andere kinderen in gevaar komt, zal ik ook de grens aangeven. Daarbij zal ik het kind uitleggen waarom ik dit niet wil en biedt het kind vervolgens, als het mogelijk is, een alternatief aan.
2.3 De sociale ontwikkeling
Binnen de opvang is de omgang met elkaar heel belangrijk. De kinderen worden gestimuleerd om elkaar te waarderen, te respecteren en rekening te houden met elkaar. Iedereen is anders en dat is oké, iedereen hoort erbij.
De kinderen wordt geleerd dat ze niet alleen aan zichzelf maar ook aan anderen moeten denken. Dit betekent dat het kind even moet wachten totdat de ander uitgepraat is of totdat de ander klaar is met een bepaald spel. De kinderen worden serieus genomen en geaccepteerd zoals ze zijn. Kinderen worden vrij gelaten of ze mee willen doen aan een bepaalde activiteit (het is geen school maar vrije tijd!). Geeft een kind bijvoorbeeld aan alleen te willen spelen of even een boekje te lezen dan wordt daar ruimte voor gecreëerd. Samen spelen is belangrijk en fijn, maar er moet ook ruimte zijn om iets alleen te doen.
Door dit samen zijn, samen spelen, dingen delen, elkaar helpen en van elkaar leren, leert het kind zijn sociale kwaliteiten kennen en te ontwikkelen. Bij het naar huis gaan zeg ik vaak; gezellig dat je kwam spelen en tot de volgende keer……
2.4 De emotionele ontwikkeling
Ik vind het belangrijk dat de kinderen de gelegenheid krijgen om hun gevoelens zoals boosheid, angst, verdriet en vreugde te uiten. Ik zorg dat ik er ben voor het kind, dat er ruimte en ook tijd is te luisteren naar deze emoties. Ik neem de gevoelens van de kinderen serieus. Het kind moet zichzelf kunnen zijn, maar ik leer het kind ook waar de grens is, wat wel en niet kan (je mag boos zijn, maar je mag niet slaan). Het is belangrijk dat ik, luister, begrip toon, maar ook duidelijke grenzen biedt in de groep.
Bij (plotselinge) gedragsverandering wordt er altijd eerst naar een oorzaak gezocht (bijv. veranderingen, ziek…). Ik observeer het gedrag en speel hierop in. Goede oudercontacten zijn hierbij van groot belang, op de situatie thuis of op school kan dan ingespeeld worden.
2.5 De motorische ontwikkeling
Bij allerlei activiteiten worden de fijne en grove motoriek geoefend. De fijne motoriek wordt geoefend bij b.v. het knutselen, verven, puzzelen en/of spelen met constructiemateriaal en eten en drinken. De grove motoriek wordt geoefend bij het rennen, voetballen, klimmen.
De indeling van de opvangruimte, de ruimte eromheen en het speelgoed zijn dan ook afgestemd op de leeftijdsgroep die daar gebruik van maakt. Verder hebben we een grote tuin waar de kinderen kunnen spelen, sporten en ontdekken.
2.6 De creatieve ontwikkeling
Ik stimuleer de creatieve ontwikkeling van de kinderen door ze allerlei verschillende materialen en activiteiten aan te bieden en ze te laten ontdekken wat je daarmee kan doen.
Onder creativiteit versta ik niet alleen het doen van allerlei handarbeidactiviteiten maar ook het doen van kringspelletjes, spelletjes aan tafel, het maken van- en luisteren naar muziek en bezig zijn met fantasiespel.
Bij de handarbeidactiviteiten gaat het er vooral om dat de kinderen vol enthousiasme met het aangeboden materiaal aan de slag gaan. Er wordt met thema's gewerkt zoals de jaargetijden, Sinterklaas, Kerst, Pasen, enz. Dit biedt veel leuke aanknopingspunten om met de genoemde vormen bezig te zijn. Ook wordt er soms met de kinderen samen gebakken; koekjes of broodjes bakken, wat dan gezamenlijk opgegeten wordt of wat kinderen mee naar huis mogen nemen (vormen van zout brooddeeg).
2.7 Omgaan met normen en waarden
Voor mij belangrijke normen en waarden: Waarderen en respecteren van jezelf en van anderen, sociaal zijn, eerlijk zijn, zorgvuldig omgaan met spullen en respect voor privacy.
De meeste van deze normen en waarden worden spelenderwijs aan de kinderen meegegeven (de fruitbak gaat rond en iedereen pakt er een stukje uit, we doen een spelletje en iedereen die wil mag meedoen). Ook door het geven van het goede voorbeeld leren kinderen veel. Toch moet ik soms grenzen stellen aan wat kinderen mogen en blijft zo nodig corrigeren. De grenzen moeten duidelijk zijn voor de kinderen en ook aan hen uitgelegd worden.
Om veiligheidsredenen moeten overmoedige kinderen (zien zelf het gevaar niet van wat ze doen) tegen zichzelf beschermd worden. Bijvoorbeeld te hoog in het klimrek klimmen.
Wanneer dingen gevaar op leveren voor kinderen zal de boodschap kort en duidelijk zijn: Dit mag niet. In minder gevaarlijke situatie zal ik het kind toespreken: Ik wil niet dat jij dit doet, want.../ Ik vind... verder zullen kinderen gestuurd worden door het belonen van gewenst gedrag en het negeren van ongewenst gedrag: Liever tegen het kind dat lekker zit te eten zeggen "wat zit jij goed te eten!" in de hoop dat een ander kind ook weer verder gaat met eten…
Bij onenigheid tussen de kinderen wordt gestimuleerd dat de kinderen dit eerst zelf proberen op te lossen voordat ik ingrijp. Natuurlijk hou ik in de gaten of mijn hulp hierbij noodzakelijk is. Ik ken de kinderen en weet wie ik hierin moet stimuleren of juist af moet remmen.
Gedrag dat gevaar/pijn oplevert voor het kind zelf of voor anderen wordt door mij niet geaccepteerd. Net als herhaaldelijk niet luisteren, dingen kapot maken, en ander storend gedrag. Ik zal het kind duidelijk maken dat dit niet mag en waarom dit niet mag.
Ook hier weer door middel van de ik-boodschap. Wordt dit gedrag herhaaldelijk vertoond door hetzelfde kind, dan zal ik het kind even bij mij laten komen. Belangrijk hierbij is dat alleen het gedrag niet goedgekeurd wordt, niet het kind zelf! (jij bent oké maar dit gedrag is niet oké)
Op het moment dat de ouder zijn of haar kind komt halen, is er altijd tijd voor een gesprek. Ik probeer zoveel mogelijk informatie over te brengen wat het kind heeft gedaan maar ook dingen die mij opvallen in gedrag, spel of ontwikkeling.
2.8 Diversen
Alle kinderen worden door mij van school gehaald met de auto. De kinderen zitten in een goedgekeurd autozitje en moeten hun riem om tijdens het rijden. Ik kies ervoor om op 1 school de kinderen op te halen.
Ik ben de vaste gastouder. Dagelijks beschik ik over een achterwacht, wat betekent, dat als er iets zou gebeuren en ik moet bv naar de dokter met iemand, de achterwacht altijd bij de rest van de kinderen blijft. De achterwacht kan binnen 15 min aanwezig zijn.
Naast mijzelf heeft ook mijn man Erik en mijn 18+ dochter een doorlopende VOG verklaring.
Alvorens de opvang gestart is heeft het gastouderbureau samen met de gastouder de te verplichte risico-inventarisatie doorgenomen. Deze RIE wordt jaarlijks opnieuw uitgevoerd en ondertekent door beiden.
De GGD voert op gezette tijden een inspectie uit. De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Kijk voor het meest recente inspectierapport op de website (26-11-2024).
Op het perceel is geen open water aanwezig. Bij warm weer gaat mijn voorkeur uit naar verkoeling d.m.v. sproeier en waterspelletjes. Bij aanhoudende hitte staat er soms een zwembad met veiligheidstrap en kinderen zonder zwemdiploma dragen dan bandjes of zwemvestje.
Het kind aantal (6) wordt altijd strikt nageleefd. Indien de opvang vol zit is er die dag geen ruilmogelijkheid. In de vakantie periode en met schoolvrij dagen gaan de vaste contracten voor op de incidentele contracten. Graag ruim van te voren aanmelden voor de vakantie opvang. De vakantie en schoolvrij- opvang gaat door bij minimaal 3 kinderen.