Burgwerder Jongens verloren hun leven in Nederlands-Indië
In de
jaren1946-1950 vertrokken ongeveer 175.000 Nederlandse militairen,
oorlogsvrijwil-ligers en dienstplichtigen, naar het toenmalig rijksdeel
Nederlands-Indië. In die jaren vocht Nederland een gewapend conflict
uit met de Republiek Indonesië, die halverwege 1945 door Soekarno en
Hatta was uitgeroepen. Van deze militairen zijn enkele duizenden niet
teruggekeerd naar hun vaderland. Zij verloren hun leven door
politionele acties, ongevallen of ziektes. Onder hen waren 2 Burgwerder
jongens. Een derde persoon die in dit artikel genoemd wordt is hier
geboren en heeft hier een groot deel van zijn jeugd doorgebracht.
Zaterdag 27 september zijn op het kerkhof
Bernardus Abma en Melle Tjepkema herdacht. Vlak na hun dood werd er een
herdenkingsdienst in het dorp georganiseerd. Bij het 40 jarige
bevrijdings-feest in 1985 zijn de mannen nog eens genoemd, maar verder
was het stil. Het bestuur van de begrafenisvereniging, opgericht in
1911, vond dat daar verandering in moest komen en stelde voor om in het
jubileumjaar 2011 een herdenkings-plaquette te plaatsen aan de muur van
de kerk. De families Tjepkema en Abma waren blij verrast, maar gaven
aan niet langer te wachten dan nodig is. "We zijn er nu nog" en "wij
worden ook een dagje ouder" waren onder andere de argumenten. De
plaquette is die zaterdagmiddag onthuld door Neeltje Tjepkema en
Bernardus de Boer, familieleden van de oorlogsslachtoffers. Foto's van dit gebeuren, klik hier.....
 |
Benny Abma, geboren op 16 januari 1925 te Burgwerd, woonde op Schoolstraat 7 bij zijn ouders en was meubelmaker van beroep.
Benny was één van de drie kinderen uit het gezin van Freerk Abma en
Lolkje Heeringa. Benny kon, zo bleek op de lagere school in Burgwerd,
goed tekenen en schilderen, maar kwam wel na de lagere school in dienst
van een boer. Benny volgde de opleiding tot meubelmaker, kreeg daarna
eerst werk bij het bedrijf Fristho in Franeker en vervolgens bij
Zijlstra in Joure. Hij studeerde naast zijn werk voor het diploma
leraar nijverheidsonderwijs. Toen hij in 1946 in dienst moest, was hij
daarmee al behoorlijk gevorderd.
De grote liefde van Benny was Hinke Meulenbelt (1927), dochter van een
hoofdonderwijzer. Hun verloving was op 11 augustus 1946, kort voor
Benny's vertrek naar Indië. Benny schreef van daar brieven naar huis.
Op 6 december 1946 meldde hij zijn vriend Sinus uit een ziekenhuis in
Batavia (nu: Jakarta) dat hij wel was opgenomen, maar toch niet ernstig
ziek was. Het "frjemde klimaet" had hem te pakken, dacht hij. "It is
hjir sa'n spultsje, as't hjir krekt komst, dan hoechst dy net sa bot
oan te stellen, want dan leist samar tsjin 'e flakte".
Benny Abma liet in die brief ook weten dat hij koorts had, maar dat de
dokters niets bijzonders bij hem hadden kunnen ontdekken. Zijn eetlust
was wel niet groot, maar het zou allemaal wel wat meevallen. Hij
schreef ook, in groot Godsvertrouwen: "Der is mar ien dy't my better
meitsje kin". Tegen alle verwachtingen in stierf Benny Abma onverwacht op 16 december 1946.
Zijn stoffelijke resten zijn begraven op het ereveld Menteng Pulo bij Jakarta.
|
|
|
Melle Tjepkema, geboren op 3 maart 1925 te Tiettjerk, woonde op
Doniaweg 20 en was boerenknecht van beroep. Evenals vele andere
jongemannen gaf Melle zich na de bevrijding in april 1945 spontaan op
om - zoals men dat toen aanvoelde - de onderdrukten van de Japanse
overheerser in Indië te bevrijden. Datzelfde deed zijn broer Gerben
("Germ"). Hun ouders maakten geen enkel bezwaar tegen het vertrek van
de twee naar Nederlands-lndië.
Melle kreeg een deel van zijn militaire opleiding in de Engelse stad Wolverhampton.
Hij vertrok, samen met zijn onderdeel, met de Zuiderkruis naar Java,
waar hij in juni 1947 door een verkeersongeluk om het leven zou komen;
Germ kreeg op de avond van 23 juni via een officier het bericht van het
overlijden van zijn broer, wat de volgende dag per telegram bevestigd
zou worden. Ds. J. van Leusden van Burgwerd vertelde het droeve nieuws
aan de ouders.
Melle was een van de zeven kinderen van Alle Tjepkema en Jikke Buruma.
Alle was boerenarbeider en moest destijds nogal eens verhuizen als hij
in mei weer een nieuwe werkgever kreeg. Zo woonden de Tjepkema's in
Tytsjerk, Jistrum, Kimswerd, Ferwoude en Burgwerd. In de laatste plaats
bracht Melle een groot deel van zijn jeugd door. Na de schooltijd werd
hij boerenarbeider. Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde hij,
evenals Germ, in Duitsland te gaan werken. Overdag zaten ze thuis wol
te spinnen, 's nachts sliepen ze elders. De naam van Melle Tjepkema is
aangebracht op het Nationaal Indië-Monument in Roermond.
Hij is begraven op het ereveld Menteng Pulo te Jakarta.
|
|
|
De derde persoon waar ik ook even bij stil wil staan is Jacob Strikwerda,
geboren op 15 februari 1924 te Burgwerd. Hij ging in november 1946 mee
op patrouille met zijn kameraden van het Friese Bataljon. Het zou op
die 27ste november 1947 bij Katapar/Tjilampeni ook zijn laatste
patrouille worden. Hij stapte op een landmijn en werd zo zwaar gewond
dat hij na een minuut of twintig overleed. Jappie stamde uit een
boerenfamilie. Zijn vader Yeme en zijn moeder Trijntje de Roos, hadden
een "pleats" bij de brug in Burgwerd, Doniaweg 1. Boer Strikwerda hield
van sterke verhalen en had in "it bûthús" dan ook een soort leugenbank
waar de omgeving nogal eens gebruik van maakte. Door allerlei
omstandigheden vertrokken de Strikwerda's in 1936 met Jappie en de drie
dochters naar Rhein-land/Westfalen in Duitsland. In dat land bleef men
tot begin 1940. Vader werkte daar als melker.
Jappie kwam toen met zijn ouders terug in 's-Graveland bij Hilversum.
Drie jaar later moest hij weer naar Duitsland: Arbeitseinsatz. Daar
voelde hij niets voor. Hij dook onder bij boeren in Schraard die hij
goed kende. Daar kwam hij als melker heelhuids de oorlog door en
vervolgens meldde hij zich als oorlogsvrijwilliger voor het Friese
Bataljon.
In Indië bloeide Jappie Strikwerda op. Hij ontmoette er zijn eerste
liefde, de verpleegster Gepke de Ronde uit Haarlem, en schreef naar
huis: "Wanneer ik niet terugkom, is het wel mijn eigen wil geweest".
Hij moet zo op zijn liefde voor zowel Gepke als Indië gedoeld hebben.
De brieven naar huis waren zoiets als relikwieën voor zijn moeder. Ze
leerde daaruit haar zoon veel beter kennen dan ooit tevoren, zei ze
veel later.
Jacob Strikwerda is begraven op het ereveld Pandu te Bandung.
|
|
|