Cochius 50 jaar Glasindustrie De Bazel Berlage Copier Gidding Lanooy Lebeau De Lorm
...de belofte van de industrie en de betekenis daarvan voor producenten, ontwerpers, arbeiders en consumenten...

50 jaar glasindustrie: gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der NV Glasfabriek Leerdam voorheen Jeekel Mijnssen & Co. [Text H.P. Berlage, K. Wasch (redactie). Illustrations, layout A.D. Copier].

Rotterdam, W. L. & J. Brusse's Uitgeversmaatschappij / 1928 / 135 p. / pb. (sewn) / 26x20cm / 55 b&w photographs, in opdracht, uit bedrijfsarchief en uit niet-particuliere archieven / portretten en productfotografie / oprichters, glasproductie en tentoonstellingspresentatie. - Ill. 1 b&w photograph / houtsnede / glasblazers). / NN / Firmenschrift, Festschrift / Photographie - Anthology - Auftragsphotographie, commissioned photography - Nederland, Niederlande - 20. Jahrh. / Opdrachtgever: NV Glasfabriek Leerdam voorheen Jeekel Mijnssen & Co. (50-jarig bestaan). - Voorloper van bedrijfsfotoboek met kenmerken van product- en tentoonstellingscatalogus. De aandacht gaat uit naar glaskunst als verkoopproduct. De oplage bedroeg 2000 exemplaren, waarvan 1500 voor Glasfabriek Leerdam en 500 exemplaren zijn door W. L. & J. Brusse's Uitgeversmaatschappij in de handel gebracht. 

Cochius' Droom – hoe het Leerdamse glas de wereld veranderde.

Deze tentoonstelling gaat over de droom van Petrus Marinus Cochius die van 1912 tot 1934 directeur was van de Leerdamse Glasfabriek. Cochius was de man die de Leerdamse revolutie in de glasvormgeving mogelijk maakte. In zijn 22-jarig directoraat bracht hij maar liefst 1.500 nieuwe ontwerpen in productie. 

De industrialisatie
Later dan in veel andere landen kwam in Nederland de industrialisering pas in de tweede helft van de 19e eeuw goed op gang. Door het gebruik van machines en door de standaardisering van producten en arbeid konden goederen goedkoper en in veel grotere aantallen gemaakt worden. De industrialisatie kende natuurlijk ook problemen zoals kinderarbeid, slechte woningen en armzalige betaling van arbeiders. Kunstenaars en architecten wezen op de vaak erbarmelijke kwaliteit van de nieuwe producten. Dat leidde tot kunstenaarsbewegingen zoals de Arts & Crafts in Engeland die soms de industriële productie geheel afwezen. Ook in Nederland was er honderd jaar geleden veel kritiek van kunstenaars en architecten.

Een ondernemende idealist

Cochius was een ondernemende idealist die zijn tijdgenoten wilde verheffen met mooie producten en het leven van de arbeider verbeteren met goede huisvesting, kortere werkuren en zelfs inspraak. Bij Cochius waren het zakelijke en geestelijke leven onlosmakelijk met elkaar verbonden: hij was lid van de theosofische vereniging, de vrijmetselarij, de Orde van de Ster in het Oosten, de Praktisch Idealisten Associatie (PIA), de Vrije Katholieke Kerk en de Rotaryclub. 

K.P.C. De Bazel, ook vrijmetselaar en theosoof, was de eerste die hij vroeg een ontwerp te maken voor gebruiksglas. Cochius koppelde zijn idealisme aan pragmatisme. De bekende kunstenaars die hij vroeg om ontwerpen voor glas te maken behoorden ook toen al tot de bekende kunstenaars, hetgeen de verkoop stimuleerde. Met een aantal van de mooiste stukken uit de collectie van het Glasmuseum wordt de overgang van de 19e naar de 20e eeuw geschetst. Aan de hand van drie manieren van presenteren uit het einde van de 19e eeuw en de jaren twintig en dertig wordt de grote verandering uit die jaren geïllustreerd, in de villa die gebouwd is voor de illustere directeur Cochius, waarin nu het Glasmuseum is gehuisvest.

"Orange Apple" Leerdam vase by Copier

see for the history of Glas Leerdam...

Glascentrum Leerdam 17 6 2007

 

 

Home

Cochius 50 jaar Glasindustrie

 

Wereldverbeteraars - de versplinterde idealen van 100 jaar vormgeving in glas

De tentoonstelling Wereldverbeteraars schetst de worsteling met de belofte van de industrie en de betekenis daarvan voor producenten, ontwerpers, arbeiders en consumenten, kortom de maatschappij.

De tentoonstelling begint op de bovenste verdieping met de 19e eeuwse wereldtentoonstellingen die voor het eerst voor een groot publiek de gevolgen van de beginnende industrialisatie toonden. De sociale consequenties en de producten die werden gemaakt. Beginnend bij de kritiek van John Ruskin en William Morris op de ontwrichtende aspecten van de industrie. Belangrijker dan een perfecte afwerking van producten was het genoegen voor de werklieden dat verbonden was met eigen creativiteit. Tegenover dit ambachtelijk streven stelde de directeur van de Leerdamse glasfabriek (P.M. Cochius) een religieuze, op het hogere gerichte inspiratie. Voor hem en voor veel van zijn ‘kunstenaars' zoals De Bazel en Berlage waren stromingen zoals de Vrijmetselarij en de Theosofie een leidraad.  

De Bazel gebruikte geen voorbeelden uit de natuur, maar maakte een ontwerp vanuit wiskundige proporties die de harmonische wetten van de kosmos weerspiegelden. Veel ontwerpen zijn gebaseerd op de "Gulden Snede", een maatverhouding die voor de vrijmetselaars garant stond voor een universele schoonheid. Ook het beroemde in 1930 door Copier ontworpen Gildeglas bezit deze maatverhouding. In 1958 koos de directie van de glasfabriek dit ontwerp voor grootschalige machinale productie omdat het industrieel en dus goedkoop te maken was.

En hiermee zitten we midden in het tweede deel van de tentoonstelling: de periode van de wederopbouw tot het begin van de jaren tachtig. De na-oorlogse regering besloot tot een rigoureuze industriepolitiek en een economische modernisering. Op het vlak van de vormgeving koos men voor producten met een maatschappelijke betekenis en een grote gebruikswaarde, anoniem en met een vernieuwende, technologische inslag, zoals bijvoorbeeld de archetypische melkfles of het puur functionele laboratoriumglas. De beschavende werking die van dergelijke producten uit zou gaan was een signaal tegen verspilling in een arme tijd en daarmee onderdeel van het beschavingsoffensief.

De omslag van een bijna gelovig vooruitgangsgeloof naar een door twijfel ingegeven antimodernisme, voltrok zich in de eerste helft van de jaren zestig. De consumptiemaatschappij, met zijn merken en producten in standaardverpakkingen, werd bijna ontkend door de invoering van oude, of in nostalgische stijl uitgevoerde voorraadpotten. Ook Leerdam speelde hier uitgebreid op in door de productie van boertig vormgegeven glazen voorraadpotten, stapeldozen en kaasstolpen.
En tegenover de ontwerpers in de industrie kwam het Studioglas met pioniers als Sybren Valkema en Willem Heesen. Zij beseften dat de flexibiliteit van een mobiele glasoven, een grote vrijheid betekende om onafhankelijk te kunnen werken. De bijna nostalgische, gedroomde situatie van de 19de eeuwse arts and crafts ontwerpers, de opheffing van de scheiding tussen ontwerp en uitvoering, was voor het eerst in een eeuw Nederlandse glasproductie bereikt.

Op de begane grond wordt de ontwikkeling van de laatste 25 jaar getoond. In de jaren tachtig wordt het dorre functionalisme ter discussie gesteld. Er ontstaan scheurtjes in het theoretische ideaal van de ‘neutrale' vorm. Het postmodernisme krijgt hier een (minder extreme) expressie dan in Italië, met ontwerpers als Hans Ebbing, Ton Haas en Ed Annink. Hun ontwerpen zijn speels, maar blijven functionalistisch.

De Tsjechische architect Borek Sipek ontwerpt naast meubelen ook krullerige versierde glasproducten die aan Jugendstil doen denken. Zijn versierdrift is voor ontwerpstudenten zoals Ineke Hans en Richard Hutten de aanleiding naar andere wegen te zoeken. Zij zien helemaal niets in al die tierelantijnen en willen terug naar de pure essentie van het product. Ze constateren dat de wereld nu wel zo'n beetje verzadigd is met consumptieartikelen en dat je op basis daarvan naar nieuwe mogelijkheden kunt zoeken. Ze kiezen ongebruikelijke expressiemiddelen, zoals afval, ongebruikelijke materialen of bestaande overbekende vormen, en weten er geestige en poëtische producten van te maken, zoals Tejo Remy met zijn melkflessenlamp, of Arnout Visser met zijn inmiddels wereldberoemde olie- en azijnhouder waarin de olie vrij op de azijn drijft. De rol van de maatschappelijk geïnspireerde ontwerper werd ingeruild voor die van hedendaags kunstenaar. Van romantisch kunstenaar, dat wel, die zijn non-conformisme straffeloos combineert met een even zelfstandige als vrijblijvende positie in de samenleving. Dutch Design wordt een merk met Droog Design als bekendste exponent.

Glas, de geschiedenis van glaswerk van 3000 v. C. tot heden, D. Klein, Veenendaal 1987. Dit boekwerk omvat de complete historie van de internationale glaskunst, geïllustreerd met vele kleurenfoto's. Een must!

Antiek Glas en Kristal, Elka Schrijver, Bussum 1962, serie Van Dishoeck. Deel 1 beschrijft het glas van prehistorie tot het midden van de 19e eeuw, en in deel 2 wordt het glas van het midden van de 19e eeuw tot 1962 beschreven. De boekjes zijn zeer toegankelijk, duidelijk per periode en land ingedeeld, en voorzien van veel zwart/wit beeldmateriaal.

Glas en Kristal, Karel Wasch, Rotterdam 1924-27, serie De Toegepaste Kunsten. Een belangrijk eigentijds document over de Glasfabriek Leerdam waar vanaf 1915 kunstenaars als Berlage, De Bazel en Copier werkten. Karel Wasch was als directie-secretaris aan de Glasfabriek verbonden en was in deze functie zeer nauw betrokken bij het beleid van de directeur P.M. Cochius om met kunstenaars samen te werken.

Leerdam catalogus 1934, herdruk, Lochem 1990. In deze prachtig uitgevoerde catalogus staan naast alle in die tijd uitgevoerde ontwerpen van A.D.Copier ook eerdere ontwerpen van De Bazel, Berlage, Bloch Gidding en anderen. Alle aangeboden ontwerpen zijn voorzien van zwart/wit foto's.

Geperst glas uit Leerdam, Thimo te Duits, Assen, Leerdam 1991. Een catalogus verschenen bij de gelijknamige tentoonstelling in 1991. Een zeer uitgebreid naslagwerk waarin het traditionele persglas van Leerdam en het vernieuwende persglas van Berlage, de Bazel, Copier, Meydam en Heesen wordt behandeld. Maar ook de bekende beeldjes van Leerdarn zoals de Madonna van Uiterwaal en de ontwerpen van Lucienne Bloch worden, voorzien van vele zwart/wit en enkele kleurenfoto's, worden besproken.

Leerdam glas 1878 - 1930, A. van der Kley - Blekxtoon, Lochem, 1984 (1), 1990 (2), Een boekje over de geschiedenis van de Glasfabriek Leerdam, vanaf het moment van oprichting van de fabriek tot 1930, het jaar waarin Copier zijn bekende Gildeglas ontwierp, In deze uitgave wordt alleen gebruiksglas behandeld van de kunstenaars zoals De Bazel, De Lorm, Lanooy, Berlage, Lebeau, Copier die vóór 1930 ontwierpen voor de fabriek. Naast zwart/wit afbeeldingen van honderden voorwerpen zijn de merken van Leerdam afgebeeld. In de uitgave uit 1990 is ook een hoofdstuk over de Kristalunie in Maastricht en het werk van het Amsterdamse Glashuis Muller opgenomen.

Leerdam glas 1878 - 1998, A. van der Kley - Blekxtoon, bij Uitgeverij Antiek, Lochem. Dit boek behandelt naast de hierboven genoemde periode ook het glaswerk dat Copier na 1930 heeft ontworpen. Het werk van Heesen, Meydam, Valkerna, van der Marel en vele andere ontwerpers die korter of langer voor de fabriek ontwierpen wordt uitgebreid besproken. Meer dan 200 zwart/wit foto's, en nu voor het eerst 34 afbeeldingen in kleur maken van dit boekje een handig naslagwerk.

Kristalunie Maastricht catalogus, 1932 - 33, herdruk, Lochem 1992. De catalogus is zeer fraai vormgegeven door de aan de Kristalunie verbonden kunstenaar W.J. Rozendaal, en bevat al zijn ontwerpen tussen 1928 en 1933 die nog in de handel waren en enige ontwerpen van zijn voorgangers Zwart, Eisenloeffel, Cuypers en De Meyer. De catalogus is voorzien van lijntekeningen van de aangeboden voorwerpen, vooral gebruiksglas, drinkserviezen en vazen.

W.J. Rozendaal, Herbert van Rheeden e.a., Annet van der Kley-Blekxtoon, hoofdstuk W.J. Rozendaal bij de Kristalunie 1928 - 1937, Zutphen 1998, Rozendaal was meer bekend als graficus en illustrator. Van 1928 tot 1937 bepaalde hij het gezicht van de Kristalunie waar voor de komst van kunstenaars in 1928 voornamelijk prachtig geslepen kristal werd vervaardigd.

Lexicon Moderne Nederlandse Glaskunst 1900 - 1992, T.M. Eliëns e.a., Lochem 1993. Van veel in Nederland werkende of gewerkt hebbende kunstenaars die met glas hebben gewerkt of ooit iets in glas hebben gedaan, wordt in dit lexicon een kunstenaarsbiografie en een korte beschrijving van het werk gegeven. Van alle kunstenaars is een afbeelding van een voorbeeld van hun werk opgenomen. Een handige technische begrippenlijst completeert deze uitgave, een waardevol naslagwerk.