Jodentransporten via Alkmaar

In de Tweede Wereldoorlog hebben vanuit Nederland ruim 100 gedwongen Jodentransporten plaatsgevonden naar de concentratie- en vernietigingskampen Auschwitz, Sobibór, Bergen-Belsen, Theresienstadt en Mauthausen. Het grootste deel van deze transporten verliep vanaf 15 juli 1942 per trein via doorgangskamp Westerbork .

Maar ruim een jaar eerder zijn al eerder drie transporten vanuit Nederland naar het concentratiekamp Mauthausen vertrokken. Deze transporten, met in totaal 1.008 personen, vertrokken alle vanaf het station Alkmaar:

    • 27 februari 1941: 389 personen

    • 22 mei 1941: 342 personen

    • 22 juni 1941: 277 personen


Deze transporten vanaf station Alkmaar waren de eerste transporten vanuit Nederland en ze bestonden uit gevangenen die in Kamp Schoorl gevangen zaten. Het waren (voornamelijk) joodse mannen die waren opgepakt tijdens de razzia’s in Amsterdam van 22 en 23 februari 1941. Deze razzia's waren de directe aanleiding tot de Februaristaking. De mannen die tijdens de razzia's waren opgepakt werden eerst naar kamp Schoorl overgebracht en van daar via station Alkmaar naar Mauthausen.

Medio 1942 begonnen de transporten vanuit Westerbork. Aanvankelijk bestonden deze transporten vooral uit jonge mannen die onder het mom van arbeidsinzet werden gedeporteerd; latere transporten bestonden ook uit vrouwen en kinderen. Toen de Duitsers de schijn niet meer ophielden, werden ook bewoners van bejaardentehuizen, weeshuizen en andere zorginstellingen op transport gezet. Het laatste transport vanuit Nederland via Westerbork vond plaats op 13 september 1944.

In totaal zijn 107.000 personen van Joodse afkomst weggevoerd. De meesten zijn in Auschwitz en Sobibór direct in de gaskamers vermoord. Anderen stierven aan gevolgen van zware dwangarbeid, ernstige mishandeling, ondervoeding en ziekte. Slechts 5.200 van de 107.000 weggevoerde joodse mensen hebben de oorlog overleefd.


Bron: Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar

De kampen van midden Europa