Grammatica
Oefen je grammatica in spreekoefeningen
Grammatica 1
Voor wie?
Je bent gestart met niveau 1.2 of niveau 2.1-2.2.
Je kan de grammatica van niveau 1.1 nog niet goed.
Wat leer je?
Je start met de grammatica van 1.1 en gaat verder met de grammatica van 1.2.
Je oefent hier op:
vragen stellen
zinnen maken met graag en niet graag
zinnen maken in de inversie
zinnen maken met omdat, maar, en, want,…
het presens en het perfectum
Grammatica 2
Voor wie?
Je bent gestart met niveau 2.3-2.4.
Je kan de grammatica van 2.1-2.2 nog niet goed.
Wat leer je?
Je start met de grammatica van 2.1-2.2 en gaat verder met de grammatica van 2.3-2.4.
Je oefent hier op:
de tijden van het verbum: futurum, presens, perfectum, imperfectum
de negatie: niet en geen
zinnen maken met en, maar, want, omdat, of, toen, als, dus, toch…
zinnen met ‘om (…) te + infinitief’
het adjectief
Grammatica 3
Voor wie?
Je bent gestart met richtgraad 3 of 4 (3.1, 3.2, 4.1 of 4.2).
Je kan de grammatica van richtgraad 2 nog niet goed.
Wat leer je?
Je herhaalt de belangrijkste grammaticale thema’s.
Je oefent hier op:
de tijden van het verbum: futurum, perfectum, imperfectum, plusquamperfectum
de negatie: niet en geen
complexe zinsconstructies: bijzinnen met omdat, hoewel, toen, nadat, terwijl, sinds,…
de modale en andere hulpverba