Ons eerste bezoek tijdens de donderdag bracht ons bij de Sejs Skole in Slkeborg. De school heeft nu ongeveer 700 leerlingen en de verwachting is dat dat de komende jaren doorgroeit naar zo’n 900 leerlingen. Het motto van de school is:
“together we create the good life at school”.
De school heeft, net als een aantal van de andere locaties die we zouden bezoeken, de UN sustainable development goals, hoog in het vaandel staan en koppelt daar veel activiteiten aan.
Het Fablab van de school ligt in de kelder waar voorheen de tandartsafdeling zat. Die was groot maar is nu niet meer in die omvang nodig. De school heeft er voor gekozen om elementen van de tandartsafdeling te laten bestaan. Het lokaal beschikt over de voor een Fablab gebruikelijke voorzieningen: een lasersnijder, een vinylsnijder, een t-shirt pers, een tweetal Ultimaker printers en een zelf geassembleerde Prusa 3 printer. In het lokaal en erbuiten zie je veel voorbeelden van de producten die leerlingen ermee gemaakt hebben.
(tekst gaat verder onder de foto's !!)
Gelukkig zie je er ook veel “rommel”: apparaten die (deels) uit elkaar gehaald zijn, producten die nog niet af zijn, kortom geen cleane ruimte.
Sejs Skole is onderdeel van een netwerk van Fablab scholen, we zouden ’s middags Fablab Silkeborg bezoeken (daarover in een ander verslag meer), en beschikt op dit moment over één opgeleide pionier (expert), Nicolaj Balle, en een collega, Claus Gravers Christensen, die hem hierbij helpt. Volgend jaar wordt dit uitgebreid naar drie pioniers. De pionier was er helaas niet (planningsprobleempje, hij was met een groep leerlingen weg), maar hij had een filmpje voor ons gemaakt. Daarin gaf hij aan dat hij zich soms wel eenzaam voelde als pionier. Dat beeld werd ook wel door de leidinggevenden die ons heel vriendelijk ontvangen hebben bevestigd. Het verbreden van de Fablab-activiteiten naar andere leraren is een uitdaging.
En dat was eigenlijk een beetje verrassend gezien wat we gelezen hadden en hoorden over het onderwijs in Denemarken. De schoolleider, Kristian Mikkelsen, was heel verrast dat bij ons in Nederland in de regel maar één leraar voor een klas staat in het primair onderwijs. In Denemarken werken ze ook in het primair onderwijs met verschillende vakgroepen: humane wetenschappen (bv Deens, geschiedenis), praktische of creatieve vakken (bv lichamelijke opvoeding, hout- en metaalbewerking), exacte wetenschappen (bv wiskunde, chemie).
Niet alleen betekent dat dat je een team hebt dat voor een klas zorgt, maar ook dat er leraren zijn die meer ‘technische’ onderdelen verzorgen en dat er geen of minder verschil is tussen vakmanschapvakken en theorie. Leerkrachten in Denemarken hebben daarnaast ontwikkeltijd in hun normale aanstelling opgenomen die het ze ook mogelijk maakt om aan professionalisering te doen. Kristian had geen echte verklaring voor de moeilijkheden met verbreden van de inzet van het Fablab, maar was het wel met ons eens dat dat anders dan verwacht was.
Henrik Thiesen
Kristian Mikkelsen in gesprek met Desirée en Milou
Heel positief was de steun die de schoolleider en zijn adjunctdirecteur gaven aan ontwerpend leren en het Fablab. De interdisciplinair pedagogisch leider, Henrik Thiesen had samen met de pionier ook een training gevolgd waarbij ook hij ervaring opdeed met de ontwerpcyclus zoals die door de Universiteit van Aarhus ontwikkeld is. Hij gaf aan dat het hem in ieder geval veel beter zicht gegeven had op het nut en de werking van de werkwijze. De school vond dat om maakonderwijs onderdeel van de school te laten worden en van betekenis te laten zijn voor kinderen, je veel inspanning moet leveren en zijn de opbrengsten relatief klein.
De school wordt ook na schooltijd gebruikt voor opvang van kinderen. Dan zijn ook de lokalen zoals het Fablab beschikbaar en worden daarvoor ook gebruik met inzet van vrijwilligers en pedagogen. Het vertrouwen voor wat betreft het goede gebruik van apparaten is daarbij groot. De lokalen zijn open toegankelijk voor iedereen.
Scholen in Denemarken hebben voor Nederlandse begrippen een ongekend aantal vierkante meters, het biedt ook de mogelijkheid om vaklokalen in te richten specifiek voor een doel. Ook de aanwezigheid van een bibliotheek in de Sejs Skole was geen toeval of uitzondering. Hiernaast kun je het "LEGO lokaal" in 360 graden bekijken.
Ruime gangen en lokalen zijn geen uitzondering
De school vindt het belangrijk dat lerarenopleidingen (zoals in Nederland de Pabo) vanaf jaar 1 de benodigde competenties voor maakonderwijs in het programma opnemen. In Denemarken hebben de Fablabs en het werkveld op het gebied van maakonderwijs de professionalisering van de lerarenopleiding overgenomen.
Design thinking kwam hier, net al op veel andere scholen, als dominante methode duidelijk naar voren. Scholen in Denemarken lijken veel consistenter dan in Nederland een set van methoden te kiezen en die dan ook breed in de school te implementeren. Een ander voorbeeld hiervan was het "The FabLab@School.dk Design Process Model" (zie hieronder) dat bij elke school die we bezocht hebben als natuurlijk terug kwam.
Ook in Denemarken kregen we de bevestiging dat het niet om de spullen gaat. De meeste zaken, met uitzondering van de ruime en vierkante meters, die we gezien hebben kun je ook in een Nederlandse school of in het iXperium vinden.
De worsteling om alle docenten mee te krijgen is in Denemarken niet minder dan in Nederland. Daar hebben we vergelijkbare uitdagingen. Anders is wel dat in Denemarken de UN sustainable development goals een gemeenschappelijk kader en een gemeenschappelijke kapstok bieden waar iedereen zich achter kan scharen. Maakonderwijs of ict zijn dan automatisch geen doel, maar een onderdeel van de middelen om aan deze "wicked problems".
Vragen voor ons in Nederland:
In de gesprekken met de Denen bleek dat zij, anders dan dat wij doen, de leerlingen niet echt inzetten als change agent. Waar in Nederland in het iXperium de docenten zich kunnen verbazen over wat ict of maakonderwijs doet met leerlingen en dan de vraag krijgen hoe zij denken dat daarna in hun eigen onderwijs in te voegen, gebeurt dat in Denemarken niet.
Bewuste verbetering van de vraagarticulatie binnen de scholen, zodat ze zelf beter hun vragen kunnen formuleren, gebeurt in Nederland wel, in Denemarken niet of nauwelijks. De sturing vanaf centraal niveau (ministerie of gemeente) is veel sterker.
De vraag hoe we het proces verder kunnen versnellen speelt eveneens nauwelijks. Het wordt gezien als een proces dat nu eenmaal veel tijd kost. Stapelen naar wetenschap is geen issue.
Ook het "ongemerkt" inzetten van ict in het onderwijs was minder bekend. Als voorbeeld hebben we het gehad over het gebruik van de Bee-bot om getallen te leren. Leerlingen zijn dan (onbewust) al bezig met het leren programmeren, logisch redeneren en debuggen, zónder dat het dan al zo genoemd wordt.
Side-note: er was op het moment een week lang een markt van de leerlingen van de school. Daarbij verkopen ze de hele dag lekker eten (vooral niet gezond) om geld te verzamelen voor een studiereis. Het was een gezellig geheel van leerlingen die eten verkopen en kopen. Dat zou in Nederland ongetwijfeld leiden tot heftig commentaar van ouders.