We produceren jaarlijks 311 miljoen ton nieuw plastic. In onze oceanen en zeeën drijft dan ook steeds meer plastic afval. Jaarlijks komt er zo’n 5 miljoen ton in terecht. Dit komt van afval wat we op straat weggooien, visnetten die achterblijven, maar ook door het wassen van synthetische kleding of door je tanden te poetsen. Al deze verschillende soorten plastic vormen samen in de zeeën en oceanen de plasticsoep.
Dieren zijn niet altijd in staat om plastic van voedsel te onderscheiden. Organismen die water filteren (plankton, schelpen, baleinwalvissen) of die onder het oppervlak van stranden leven (zeepieren) zijn per definitie niet in staat dat onderscheid te maken. Sommige vissen zien plastic aan voor viseitjes en happen gericht naar in water zwevend plastic. Schildpadden zien plastic tassen aan voor kwallen. In de magen van de Noordse Stormvogel, die met open bek boven het wateroppervlakte foerageert, wordt vrijwel altijd plastic aangetroffen. Overigens krijgen ook veel grazende landdieren plastic binnen.