Werkhouding

Je kind helpen met het ontwikkelen van een goede werkhouding:

1. Concentratie en volhouden:

· Zoek samen met je kind waarmee hij kan spelen of wat je met bepaald speelgoed kunt doen. Ga hierbij zo veel mogelijk in op de interesse van je kind.

· Leer je kind geleidelijk aan inspanning en concentratie: eerst de puzzel afmaken en dan pas gaan we iets anders doen.

· Vraag volgehouden aandacht bij een verhaaltje

· Doe concentratie- en geheugenspelletjes:

- Een zin nazeggen

- Volgorde van handelingen onthouden

- Bewegingsreeks nadoen

- Zo snel mogelijk een detail zoeken op een plaatje

- Een plaatje met voorwerpen bekijken en daarna zo veel mogelijk zaken opnoemen

- Figuren natekenen

- Doolhoven op papier doorlopen of zelf ontwerpen

- Getallenrij van 3, 4 of 5 cijfers onthouden

- Spelletje “ ik ging naar de markt en ik kocht …”

- Reeks dieren onthouden

· Zorg voor een opgeruimde omgeving, want een geordende en gestructureerde omgeving helpt bij de concentratie:

- Daarom krijgt het speelgoed een vaste plaats, zo is het gemakkelijker om op te ruimen

- Leer je kind om het speelgoed terug te zetten als hij kiest voor iets anders

2. Planmatig werken:

· Speel veel gezelschapsspelletjes: vaste regels en activiteiten zoals controle, beurt afwachten

· Speel veel met constructiespeelgoed met je kind en doe het samen (niet dat de ouder bouwt en het kind speelt met wat er gebouwd is)

· Speel veel kringspelletjes: opdrachten, spelregels

· Leer je kind via een spel oplossingen zoeken voor concrete moeilijkheden en problemen. Laat hem vooral zelf oplossingen zoeken: Hoe zou je dit doen? Wat is het probleem en hoe ga jij dit oplossen? Je kunt hierbij vier stappen gebruiken: Wat is het probleem? Hoe ga ik dit aanpakken? Ik doe mijn taak. Ik controleer achteraf mijn werk.

3. Probleemoplossend werken:

· Als je kind een probleem tegenkomt, kun je hem zelf allerlei mogelijke oplossingen laten bedenken, bijvoorbeeld “ik kan niet bij de koekjes in de kast”:

- Ik kan een stoel nemen en erop klimmen

- Ik kan proberen te springen

- Ik kan het aan papa vragen

- Ik kan aan papa vragen of hij mij optilt zodat ik er wel bij kan

· Bij het voorbereiden van een activiteit kun je met je kind samen plannen wat er allemaal moet gebeuren:

- Op vakantie gaan: wat neem ik mee? Wat ga ik daar allemaal doen? Wat wil ik meenemen voor in de auto? Wat voor een land is het: warm of koud?

- Gaan zwemmen: wat neem ik mee? Zwembroek, handdoek, zwembandjes, geld, koekje en drankje, schone kleren, muts, enz.

· Terugdenken aan wat we vorige keer hebben gedaan om het probleem op te lossen. Wat hebben we toen allemaal gedaan om het verjaardagsfeestje voor te bereiden? Wat gaan we nu allemaal opnieuw of anders doen?

· Als je kind het zelf moeilijk vindt om oplossingen te bedenken, kun je hem op weg helpen, bijvoorbeeld: je kind wil met blokken spelen, maar die zijn bij opa blijven liggen:

- Stel vragen: hoe kunnen we dit oplossen ?

- Maak opmerkingen: we kunnen die nu niet meer gaan halen, want het is nu te laat

- Stel ideeën voor of lok ze uit bij je kind: we kunnen ze morgen gaan halen; we kunnen nu met iets anders spelen

- Bespreek verschillende oplossingen: gaan halen, vragen aan papa om ze te gaan halen, opa vragen om ze te brengen, spelen met iets anders