1. Leren tellen:
· Begin met kleine hoeveelheden
· Laat je kind vooruit en achteruit tellen
· Oefen met vers, lied of aftelrijmpje
· Doe spelletjes met een dobbelsteen (ganzenbord, monopoly, mens-erger-je-niet). Leer je kind ook om de pion gelijktijdig met het tellen te verzetten, dan oefen je het belangrijke synchroon tellen.
· Speel spelletjes met getalbeelden en hoeveelheden: domino, vier op een rij
· Gebruik situaties waarbij je kunt tellen ook om te tellen: de stenen tellen op weg naar school, de lantaarnpalen tellen, de traptreden tellen, springen met een touw en gelijktijdig tellen, hoeveel sprongen maakt deze steen in het water, wie kan deze ballon 10 keer in de lucht slaan zonder dat hij valt, nog eens drie lekkere taartjes maken in de zandbak …
· Belangrijk is om dit tellen op een aantrekkelijke manier te doen: ”kijk nou, hier staan veel palen, hoeveel zouden dat er wel niet zijn? We kunnen ze wel tellen!”
2. Leren omgaan met hoeveelheden, rekentaal en rekenbegrippen:
· Tafel helpen dekken (hoeveel personen zijn er? Eerst het platte bord, daarop het soepbord, links de vork, rechts de lepel).
· Wassen: eerst was ik je gezicht, daarna je handen, eerst je linkerhand, daarna je rechterhand, enzovoort
· Gebruik als ouder de volgende begrippen waar het kan: veel, weinig, meer, minder, meest, minst, erbij, eraf, hoeveel is het samen en hoeveel zijn er over
· Winkeltje spelen, iets eerlijk verdelen, torens bouwen
· Speelgoed opruimen is een ideale gelegenheid om te leren orderen en sorteren op kleur, grootte, vorm en soort. Wat hoort bij elkaar? Waar staan de grote puzzels, waar staan de kleine? Leg de auto’s bij elkaar, dan vind je ze beter terug. Leg de blokjes per grootte of per kleur, dan is het gemakkelijker om te bouwen.
· Het spel “Schipper, mag ik overvaren?”; hierbij ge je classificeren
· In boeken kijken: dit is de voorkant van het boek, we beginnen vooraan te lezen, dit is het eerste blad, we beginnen boven aan het blad, wij kijken van links naar rechts, wat komt er na deze plaat?
3. Verder zijn er nog volgende activiteiten om te doen en volgende vragen die je kunt stellen:
· Zoek eens voorwerp dat langer is dan deze lat
· Wie is de grootste in de klas?
· Wat is de laatste tekening?
· Welke kleur heeft het eerste potje verf?
· Wat staat er als één na laatste in de rij?
· Berg de viltstiften op van licht naar donker
· Sorteer een spel kaarten volgen harten, klaveren, ruiten en schoppen
· Sorteer de auto’s per kleur
· De auto’s die blauw zijn en die geen dak hebben, zet je onder de tafel
· Orden de schoenen naar grootte
· Vergelijk een aantal blokken geordend in een doos en hetzelfde aantal op de mat uitgestrooid
· Scheur een papier doormidden en vergelijk met een ander blad: het blijft hetzelfde als je de snippers weer bij elkaar legt
· Neem de tweede auto uit de rij (duidt hierbij de richting of het beginpunt aan)
· Verminder dat rijtje kralen met twee, dus doe er twee af
· Spring drie keer op één been
· Gooi de bal vijf keer in de lucht
· Verdeel deze snoepjes