03.04.19 - Mijn patiënt en ik... een machtsverhouding
Mijn patient en ik…een machtsverhouding
Het feit hoe moeilijk het is een patiënt therapeutisch te volgen speelt al een paar dagen in mijn hoofd en dit naar aanleiding van een artikel over Patient empowerment van de hand van Edgard Eeckman, communicatiedirecteur van de VUB, waarbij hij pleit om een zoveel mogelijk de controle van de therapie bij de patiënt te leggen. Is dit zo? Mijn gedachten gaan allerlei richtingen uit en het is moeilijk alles onder één noemer te vatten. Het doet me denken aan het lied ‘puppet on a string’, je trekt aan een touwtje en de houding verandert.
Ik zie allerlei patiëntentypes: patiënten die de dokter nog zien als de alwetende; achterdochtige patiënten die weinig geloof hechten aan wat je zegt maar toch op consultatie komen; en het hele scala aan patiënten tussenin. Je hebt patiënten die geloven in de geneeskunde en patiënten die overal een negatieve reactie op hebben, die reeds op voorhand zelf bepalen wat ze wel of niet willen, die zweren hij naturopathie, homeopathie, maar toch op consultatie komen bij een klassieke arts… vaak moeilijk.
De patiënt komt op consultatie met zijn klachten. Ik schrijf hem zijn behandeling voor, waarvan de patiënt zegt deze nauwgezet te zullen volgen. Een nieuwe patiënt is meestal erg gewillig om een nieuwe therapie te starten. Die nieuwe therapie heeft aanvankelijk vaak ook een positief effect. Maar na een paar maanden vermindert bij de patiënt het enthousiasme voor ‘al die pillen'. Ik heb het hier dan niet over pillen die levensnoodzakelijk zijn, maar over pillen waarvan je het effect of het gevaar bij slordig gebruik niet onmiddellijk voelt.
Heel confronterend voor mij waren de regelmatige overzichten die patiënten ons nu moeten bezorgen wanneer ze in het ziekenhuis op consultatie komen. Vele voorgeschreven medicatie blijkt verdwenen ook al had de patiënt ruim uitleg gekregen waarom dat medicatieschema zo belangrijk is. Sommige patiënten laten je zelfs al die medicatie opnieuw voorschrijven zonder dat ze van plan zijn die recepten te volgen, maar ze zeggen dit niet. Het zegt veel over je patiënt. Hoe je als arts kan controleren wat de patiënt echt inneemt blijft een moeilijke vraag. De angstige patiënt zegt niets, de durver komt er voor uit, maar dat lijkt me toch de minderheid.
Sindsdien zit ik in dubio: moet ik de patiënt met zijn fout gedrag confronteren of moet ik maar aanvaarden dat de patiënt uiteindelijk zelf beslist over zijn therapie? Als ik hem laat begaan laat ik de patiënt de verantwoordelijkheid over zijn leven en zijn therapie. Spreek ik hem aan op zijn verzuim dan confronteer ik de patiënt met zijn zwakte, onwilligheid, gebrek aan therapietrouw. Daarbij wil ik toch op het placebo-effect wijzen, wat toch een belangrijk deel uitmaakt van de medicamenteuze therapie en nooit helemaal goed uitgezocht is en nooit uit te sluiten valt. Het maakt me nederig. Kunnen we met zekerheid zeggen dat al de voorgeschreven medicatie wel het gewenste effect heeft? Vele effecten kan je immers niet meten.
Meestal houd ik het bij het geven van voldoende en begrijpelijke informatie. Ik laat de patiënt vertalen wat ik gezegd heb en corrigeer dit indien nodig. Zo stellen we samen een behandelplan op. Terzelfdertijd moet ik de patiënt ook hoop geven omdat er momenteel een vacuüm bestaat: van overheidswege gebeurt er niets en er worden ook geen richtlijnen gegeven. De overheid weet maar al te goed dat de aanpak van deze problematiek te eenzijdig is en onvoldoende.
Dus adviseer ik de patiënten om het therapieplan te blijven volgen met alles inbegrepen: medicatie, supplementen, kinesitherapie, voedingsadviezen. Ik beveel mijn patiënten ook aan om in afwachting van de toekomst een dagboek bij te houden waarin staat wat bij hen wel en niet werkt.
Ik besef ook wel dat mijn aanpak niet ideaal is, maar zo wordt de patiënt in belangrijke mate betrokken bij zijn therapie, zodat hij ook verantwoordelijkheden kan dragen. Ik hoop dat dit beantwoordt aan het begrip Patient Empowerment. Het is in elk geval een krachtinspanning.
© Dr. A.M. Uyttersprot
03.04.19
Bron: MediQuality