Oorspronkelijke titel: Stottertherapie, eine Orientierungshilfe der Betrachtung und Behandlung des Stotterns im Institut für Sprechbehinderte 1978 BRD-6491 Sinntal-Züntersbach. Copyright 1978 Selbstverlag RDI Alle Rechte vorbehalten) Vertaald en bewerkt door Adrie van der Horst 1978-2009
De buitenwereld
Voor ons, die niet stotteren, is er geen andere mogelijkheid om jou als stotteraar te herkennen dan aan je stottersymptomen. Er zijn geen andere kenmerken die de tweehonderdduizend volwassen stotteraars in Nederland met elkaar verbinden. Wat we in de ontmoeting met een mens die stottert, kunnen waarnemen, zijn kortere of langere onderbrekingen van de woordenvloed, langzame of snelle herhalingen van woorden, lettergrepen of klanken, ook blokkades, onderbroken door geluiden, die niet bij het uit te spreken woord horen, en totaal verstommen. Gezichtsvervormingen, grimassen en medebewegingen van armen en benen zijn vaak voorkomende verschijnselen bij het stotteren. We zien hoe de betreffende persoon zich inspant; we merken, hoe gespannen en hoe angstig hij soms is.
De luisteraars
Wij als luisteraar moeten ons zeer inspannen om woorden, die uit meerdere lettergrepen bestaan en die door pauzes worden onderbroken, in gedachten te bundelen om de betekenis van een zin te begrijpen. Wij zouden, nadat jij je zo hebt ingespannen, niet graag willen vragen:”Wat zeg je? '' Of “wat bedoel je? “. Bijgeluiden, herhalingen, merkwaardige klanken en blokkades laten het verband gemakkelijk verloren gaan als we ons niet voldoende op je concentreren. Vaak weten we niet of we het woord, waarmee je al meerdere malen bent begonnen, moeten aanvullen, of dat we je eenvoudig moeten laten uitstotteren. Vaak ook weten we niet, of we je moeten aankijken of dat we beter een andere kant kunnen opkijken. De ene zegt dankbaar: ''ja'', als we een woord aanvullen en het dan goed hebben geraden. Een ander toont zich gebelgd en drukt in zijn stotteren stevig door, tot hij het woord zelf heeft gezegd.
Menigmaal begrijpen we niet wat er met je aan de hand is, als je de ene keer normaal spreekt en de andere keer kennelijk onmogelijk zeggen kunt wat je ons wilt meedelen.
Niet ieder stotteren roept bij de luisteraar dezelfde gevoelens op. Soms roept stotteren medelijden op, terwijl andere vormen van stotteren hulpvaardigheid, verdraagzaamheid of ook ongeduld en agressie uitlokken. En zo is het stotteren een probleem voor spreker én luisteraar. Daarom kunnen we het ook alleen maar oplossen in samenwerking met elkaar.
Het innerlijk
Wat wij als onderbreking van de woordenvloed, als verkramping en grimassen waarnemen, moet voor jou wel een schokkende ervaring zijn, namelijk dat je beleeft dat je geen controle over je spraakorganen hebt. Jij spant je in om goed te spreken en ondanks dát doe je vaak de droevige ervaring op, dat het kontakt met de luisteraar wordt verstoord, omdat er blokkades en herhalingen optreden op voor beiden onverwachte momenten. Waarschijnlijk voel je je daardoor in je onvermogen om te spreken of in je minderwaardigheidsgevoelens versterkt. Het verwondert ons niet, dat je je daardoor nog al eens verdrietig voelt en bedrukt.
In onze prestatiemaatschappij, waar vloeiend spreken als iets belangrijks wordt beschouwd, zit jij met je stotteren op een tweede rang, en ook al ben je inmiddels hoog op de maatschappelijke ladder opgeklommen, toch leef je waarschijnlijk in de overtuiging dat je het zonder je stotteren verder had kunnen brengen. Zonder je stotteren zou je leven er waarschijnlijk heel anders uit zien. In gezelschap zou je misschien spontaner kunnen zijn, opener met anderen omgaan of meer initiatief ontwikkelen. Je zou je gevoelens beter kunnen uiten, je zou minder angsten hebben en je zou beter je mening kunnen zeggen. Misschien zou je zelfstandiger zijn of meer verantwoordelijkheid dragen als je beter zou kunnen spreken. Misschien zou je dan een levenspartner zoeken of zou je misschien vrijer en meer tevreden zijn of misschien minder angst voor de toekomst hebben.
Veel problemen hangen dus met het stotteren samen. Bijvoorbeeld: gebrek aan spontaniteit, de angst een eigen mening uit te spreken, onzelfstandigheid, angst voor verantwoordelijkheid, zich onbegrepen voelen, niet erkend te worden enz. Het verband van het stotteren met deze en vele andere problemen roept de vraag op of je stottert, omdat je remmingen hebt óf dat je remmingen hebt omdat je stottert. Maar voor jou is het beantwoorden van deze vraag niet van direct belang. Jou interesseert meer of je spraakstoornis te genezen is.
Lees verder: 2. Hoe kom ik er van af?
Werken aan stotteren
Toni en Theo Schoenaker
(Copyright 1978 Selbstverlag RDI Alle Rechte vorbehalten)
Oorspr: Stottertherapie, eine Orientierungshilfe der Betrachtung und Behandlung des Stotterns im Institut für Sprechbehinderte
1978 BRD-6491 Sinntal-Züntersbach
Bewerkt door Adrie van der Horst 1978/2009
Eerder verschenen onder de titel: Een kijk op Stotteren Uitg. 1978 Stichting voor Toepassing van de Individualpsychologie, Westervoort