Academiae Groninganae

De Rijksuniversiteit in Groningen kent een uitermate lange historie. Groningen is na de Universiteit van Leiden (1575) de oudste universiteit van Nederland. Daarbij is afgezien van de oudere Universiteit van Franeker welke in 1811 is weggepromoveerd tot Atheneum Illustre. De universiteit is gesticht op 23 augustus 1614 met vier faculteiten: a. godgeleerdheid, b. rechtsgeleerdheid, c. letteren & wijsbegeerte, en d. genees-, wis- & natuurkunde. Groningen was aanvankelijk vooral een universiteit voor Friesland, de Ommelanden en Oost-Friesland. De eerste hoogleraar Ubbo Emmius en de eerste student Bernhardus Sutholt komen uit Oost-Friesland. De stadsregering participeerde vanaf het begin en leverde frequent een bestuurder aan de universiteit, meestal de burgemeester zelf, in de functie van curator. De samenwerking verliep desondanks moeizaam. In Franeker kende men deze stadsproblematiek niet.

 Een optocht in de 17de eeuw voor het Academiegebouw

Tot het rampjaar 1672 gaat het de universiteit uitermate voor de wind met een instroom van ongeveer honderd studenten per jaar, nog altijd mede afkomstig uit het buitenland. Vooral de exacte landbouwwetenschap is de gangmaker. De Republiek verkeerde nog altijd in zwaar weer en na de belegering van Groningen door 'Bommen Berend' stagneerde de groei van studenten tot in de achttiende eeuw. In de 18de eeuw ontstond tot drie keer toe ziekte onder het vee. Hoogleraar Petrus Camper, verbonden aan de universiteit van Franeker, een veepest-bestrijder, patholoog-anatoom en de oprichter van de eerste chirurgische polikliniek, werd beroemd tot ver buiten de stadsgrenzen. De universiteit hechtte altijd aan een goede huisvesting. In het Eeuwig Edict verklaarden de Staten van Groningen en Ommelanden niet alleen dat de stad zo gunstig lag en zo gezond was, ook de academische gebouwen werden met nadruk aangeprezen als een voortreffelijke werkplaats voor de wetenschap en bovendien van al het lawaai van mensen en hun bezigheden gescheiden.

Als gevolg van de Franse inlijving werd de Groningse universiteit in 1812 onderdeel van de Keizerlijke Universiteit van Parijs. Daarmee kwam Groningen goed weg. Eigenlijk wilde het Franse bestuur, de koning Lodewijk Napoleon Bonaparte en zijn belangrijkste adviseur Schimmelpenninck, maar één enkele universiteit in Nederland handhaven, en dat zou dan Leiden gaan worden. Een gevormde Franse inspectiecommissie bleek Godzijdank zeer gecharmeerd van de stad. Men concludeerde dat de reisafstand van Leiden naar het hoge noorden erg groot was. De universiteiten in Franeker, Utrecht en Harderwijk werden bij decreet opgeheven, maar Groningen niet. Nu de kogel door de kerk was, werd het Groningse onderdeel van de Keizerlijke Universiteit Parijs, in 1815, na totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden, een Rijkshogeschool. Na de sluiting van de universiteit van Franeker in 1811 trekt Groningen nog meer Friezen. In 1815 is de eerste studentenvereniging Vindicat atque Polit opgericht door J. Baart de la Faille en J. Ruardi Tresling, een prominent corps met een roemruchte geschiedenis.

Natuurkundig onderzoek in het café

Een belangrijk moment in de emancipatie van de Nederlandse vrouw is het jaar 1871. In dat jaar verzoekt Aletta Jacobs, dochter van een huisarts uit Sappemeer, om als eerste vrouw toegelaten te worden tot de Rijksuniversiteit van Groningen. Jacobs heeft in 1870 haar examen leerling-apotheker gehaald en wenste medicijnen te studeren. De minister van Binnenlandse Zaken, dit is Johan Rudolf Thorbecke, geeft toestemming waarmee de rector magnificus akkoord gaat. De ratrace tussen de vrouwen is nu tussen Anna Maria van Schurman en Aletta Jacobs. Schurman wint die wedstrijd met grote voorsprong.

Het derde eeuwfeest 1914

De eerste decennia van de twintigste eeuw groeit het aantal faculteiten en opleidingen gestaag en het aantal studenten explosief. Bij het 300-jarig bestaan in 1914 staan zelfs 611 studenten ingeschreven. In 1906 brand het academiegebouw tot op de grond af. Het huidig academiegebouw wordt opgebouwd en in de hal komt het grote glas-in-lood-raam waarop een vrouw Ubbo Emmius draagt. Er komen meer nieuwe gebouwen en in 1925 telt de universiteit voor het eerst meer dan duizend studenten. Voor de brand bedraagt het aantal minder dan 500 ingeschreven studenten. In 1953 komt de RUG internationaal in het nieuws doordat professor Frits Zernike de Nobelprijs voor de Natuurkunde wint voor zijn uitvinding van de fasecontrastmicroscoop. In de periode na de tweede wereldoorlog groeit het studentenaantal in hoog tempo tot boven de 20.000 in 1994. Tegenwoordig zijn er meer dan 30.000 studenten bij de RUG ingeschreven. Steeds meer studenten komen weer uit het buitenland. Vooral het aantal Duitse studenten en onderzoekers groeit de laatste jaren weer sterk.

Jaaropening Prof. Kuipers

Het WSN-gebouw in Paddepoel

Enkele bekende hoogleraren:

Ubbo Emmius

Petrus Camper

Frits Zernike

Het vierde eeuwfeest 2014

Academiegebouw

De eerste decennia van de twintigste eeuw groeit het aantal faculteiten en opleidingen gestaag en het aantal studenten explosief. Bij het 300-jarig bestaan in 1914 staan zelfs 611 studenten ingeschreven. In 1906 brand het academiegebouw tot op de grond af. Het huidig academiegebouw wordt opgebouwd en in de hal komt het grote glas-in-lood-raam waarop een vrouw Ubbo Emmius draagt. Er komen meer nieuwe gebouwen en in 1925 telt de universiteit voor het eerst meer dan duizend studenten. Voor de brand bedraagt het aantal minder dan 500 ingeschreven studenten. In 1953 komt de RUG internationaal in het nieuws doordat professor Frits Zernike de Nobelprijs voor de Natuurkunde wint voor zijn uitvinding van de fasecontrastmicroscoop. In de periode na de tweede wereldoorlog groeit het studentenaantal in hoog tempo tot boven de 20.000 in 1994. Tegenwoordig zijn er meer dan 30.000 studenten bij de RUG ingeschreven. Steeds meer studenten komen weer uit het buitenland. Vooral het aantal Duitse studenten en onderzoekers groeit de laatste jaren weer sterk.


Zie ook: Album Studiosorum en Album Promotorum

© 2022 F.N.Heinsius. All rights reserved